• No results found

studentenbrochure dagziekenhuis studenten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "studentenbrochure dagziekenhuis studenten"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

az West

Zorg op mensenmaat

dagziekenhuis

T: 058/333.259

E: Verpleging.Dagziekenhuis@azwest.be

Maart 2017

Studentenbrochure

Dagziekenhuis

(2)

1

Inhoud

1

1. Welkomstwoord

2

2. Voorstelling van de zorgeenheid

3

2.1. Locatie

3

2.1.1.

De ligging binnen het ziekenhuis

3

2.1.2.

Indeling van de zorgeenheid

4

2.2. Team

4

2.2.1.

Plaats binnen de organisatie (organogram)

4

2.2.2.

Het verpleegkundig team

5

2.2.3.

Het medisch team

5

2.2.4.

Het multidisciplinair team

5

2.3. De patiëntenpopulatie

6

2.3.1.

De patiëntenpopulatie

6

2.3.2.

De meest voorkomende pathologieën (specialismen)

6

2.3.3.

Het klimaat op de dienst

7

3. Een dag op de dienst

8

3.1. Organisatie van de verpleegkundige zorg

8

3.1.1.

Voorbereiding

8

3.1.2.

Verpleegkundig team

9

3.2. Dagschema

10

3.3. Patiëntenoverdracht

14

3.4. Bezoekuren afdeling

14

4. Communicatie

15

4.1. Stel jezelf voor aan de patiënt en zeg wat je komt doen als zorgverlener

15

5.2. De telefonie

16

5.3. ICT

16

5. Stage

17

5.1. Verantwoordelijkheid

17

5.2. Stagementoren

17

5.3. Verwachtingen naar de student toe

17

5.4. Beoordeling van de student

18

6. Bijlagen

19

Bijlage 1: stagementoren

19

Bijlage 2: artsen

20

Bijlage 3: meer info m.b.t. oncologisch dagziekenhuis

22

1

Onthaalbrochure dagziekenhuis werd opgemaakt in het voorjaar 2011 door Anick Buylaert, Claire Sampers en Mieke Deceuninck. Bijgewerkt najaar 2016 door Katia Vermaerken, Noémie Escure, Claire Sampers en Mieke Deceuninck.

(3)

2

1. Welkomstwoord

De personeelsequipe van het dagziekenhuis heet je van harte welkom. Met deze brochure willen we je wegwijs maken op onze eenheid. Het is een beknopte begeleiding die je steeds kunt raadplegen. Deze brochure is op dienst aanwezig.

Een brochure kan niet alles omvattend zijn. Daarom staan zowel de hoofdverpleegkundige, de stagementoren en het ganse team je graag bij indien je hulp of uitleg nodig hebt.

Je hoeft niet te leren van vallen en opstaan. Vraag liefst op voorhand uitleg. Zo kunnen vergissingen en fouten voorkomen worden.

We wensen je alvast veel stagevreugde!

(4)

3

2. Voorstelling van de zorgeenheid

2.1. Locatie

2.1.1. De ligging binnen het ziekenhuis

Het dagziekenhuis is opgedeeld in twee delen: het oncologisch en chirurgisch dagziekenhuis.

 Het chirurgisch dagziekenhuis bevindt zich op de eerste verdieping in BLOK B (route 34)

(5)

4

2.1.2. Indeling van de zorgeenheid

Het oncologisch dagziekenhuis bestaat uit 5 aparte compartimenten: 21 posities

o Eerste compartiment: 3 bedden o Tweede compartiment: 5 zetel o Derde compartiment: 4 bedden o Vierde compartiment: 6 zetels o Vijfde compartiment: 3 bedden

Het chirurgisch en internistisch dagziekenhuis telt: 33 posities o 8 éénpersoonskamers

o 3 tweepersoonskamers

o 3 vierpersoonskamers met bedden en zetels o 7 relaxzetels in pijnbehandelingzaal

2.2. Team

(6)

5

2.2.2. Het verpleegkundig team

 Het verpleegkundig diensthoofd: Jos Sampers

De hoofdverpleegkundige: Mieke Deceuninck

Adjunct-verpleegkundige oncologie: Vanessa Chaboteau

Stagementoren: zie bijlage 1

Team: zie lijst op dienst

2.2.3. Het medisch team

In principe kunnen alle artsen binnen het ziekenhuis met hun patiënten op de zorgeenheid terecht voor allerhande behandelingen die in één dag kunnen gebeuren.

Bijlage 2: de artsen actief in het ziekenhuis.

2.2.4. Het multidisciplinair team

Een goede samenwerking met andere eenheden waarborgt een goede zorg naar onze patiënten toe. De zorgeenheden waarmee samengewerkt wordt:

 Borstverpleegkundige: is gespecialiseerd in de opvolging en het geven van specifieke informatie aan patiënten in behandeling voor borstkanker. Ze komt op regelmatige tijdstippen langs op het oncologisch dagziekenhuis.

 Stomaverpleegkundige: op het oncologisch dagziekenhuis komen er veel patiënten met een stoma in behandeling. Bij problemen daaromtrent kunnen we steeds het advies en consult vragen aan de stomaverpleegkundige.

 Pijnverpleegkundige: zowel voor de niet-oncologische patiënten als de oncologische patiënten wordt de pijnverpleegkundige geraadpleegd bij pijnproblematiek (infiltraties,

pijnmedicatieschema opstellen en opvolgen, consultatie i.s.m. anesthesisten).

 Psychologisch dienst: de oncologisch psycholoog wordt geraadpleegd wanneer de patiënt nood heeft aan extra psychologische bijstand. Ze komt bij elke patiënt langs bij de start van de therapie om informatie te geven, gebundeld in een map, over de verschillende ondersteunend diensten waar de patiënt beroep kan op doen tijdens zijn therapie.

 Diëtisten en oncodiëtisten: de patiënt kan individueel zijn maaltijd kiezen, het opstarten bijvoeding bij oncopatiënten en tevens consult bij problematiek betreft de voeding.

 Sociale dienst: het is ter beschikking om informatie te geven i.v.m. sociale voorzieningen en financiële tegemoetkoming waar de patiënt recht op heeft.

 Vrijwilligers: zij volgden een speciale opleiding en komen om met de patiënten een praatje te maken, massages te geven, maatlijden op te dienen, medicatiekast aanvullen…

T: 058/333.259

(7)

6  Apotheek  Laboratoria  Operatiekwartier en ontwaak  Radiologie  Dienst opname  Nucleaire

2.3. De patiëntenpopulatie

2.3.1. De patiëntenpopulatie

Het dagziekenhuis is een gemengde afdeling waar zowel chirurgisch, interne en oncologische patiënten worden opgenomen. Alle patiënten boven 16 jaar die in aanmerking komen voor een dag opname komen in het dagziekenhuis terecht. Patiënten jonger dan 16 jaar worden behandeld op de dienst pediatrie.

Chirurgisch en internistisch dagziekenhuis: alle chirurgische patiënten en alle interne patiënten die een onderzoek moeten krijgen.

Pijnkliniek: alle pijnpatiënten die een onderzoek moeten krijgen.

Oncologisch dagziekenhuis: alle oncologische patiënten en alle interne patiënten die een infuus moeten toegediend krijgen.

2.3.2. De meest voorkomende pathologieën (specialismen)

Chirurgische discipline: eenmalige geplande kleine chirurgische ingreep

algemene heelkunde (vb. hemorrhoïdectomie, verwijderen huidletsel/tumor,…)

vasculaire chirurgie (vb. variscesOP, plaatsen veneuze poort,…)

plastische chirurgie (vb. gynaecomastie, blepharoplastie,…)

 orthopedie (vb. arthroscopie, plaatsen/verwijderen osteosynthese materiaal,…)

gynaecologie (vb. curettage, endometriumablatie,…)

 neus-Keel-Oor (vb. slaapendoscopie, DMLS,…)

ophtalmologie (vb. cataractopoeratie, blepharoplastie,…)

urologie (vb. circumcisie, uretroscopie,…)

 Stomatologie (vb. trepanatie wijsheidstanden, extracties,…)

Internistische discipline: voorbereiding op onderzoeken

 gastro-enterologie (vb. coloscopie, aderlating, Remicade IV,…)

 cardiologie (vb. renconversie, voorbereiding OP,…)

 pneumologie (vb. bronchoscopie, pleurapunctie,…)

 neurologie (vb. lumbaalpunctie, Tysabri IV,…)

(8)

7

Oncologisch/internistische discipline:

 Chemotherapie

 Infuustherapie

 Toedienen van IV-medicatie aan patiënten die komen voor medicatiebehandeling (vb. pamidronaat, ijzerbehandeling)

 Toedienen van een bloedtransfusie

 Uitvoeren van een aderlating

 Voorbereiden en opvolgen van patiënten die komen voor tussentijdse screeningsonderzoeken (labo, CT)

 Toedienen van ondersteunende of vervolgtherapie na de chemotherapie (vb. herceptine, X-geva, zometa)

2.3.3. Het klimaat op de dienst

In het dagziekenhuis worden verschillende problematieken behandeld, waardoor je als verpleegkundige veelzijdig moet kunnen handelen.

Het klimaat op het chirurgisch en internistisch dagziekenhuis:

o Grote diversiteit aan taken, specialismen en disciplines; o Zeer hoge turn-over van patiënten;

o Goede structuur en organisatie is noodzakelijk;

o Verzorging in kortere tijdsbestek: patiënt ontvangen, informeren, professioneel bijstaan; o Vlotte, vriendelijke en empathische manier van communiceren en omgang;

o Gevoel van veiligheid en zorgzaamheid bereiken;

o Flexibiliteit, zelfstandigheid en stressbestendigheid zijn belangrijk; o Elke patiënt is uniek en heeft individuele behoeften;

o Privacy en beroepsgeheim;

In het chirurgisch dagziekenhuis wordt er een vlotte organisatie verwacht, waarbij kwalitatieve zorgen worden verleend, zodat de patiënt optimaal verzorgd wordt en op deze manier de dag van de ingreep al terug naar huis kan.

Het klimaat op het oncologisch dagziekenhuis:

o Goede structuur en organisatie is noodzakelijk; o Elke patiënt is uniek en heeft individuele behoeften; o Rekening houden met andere zorgverstrekkers;

o Vlotte, vriendelijke en empathische manier van communiceren en omgang

 (non)-verbaal

 Empathisch luisteren naar de patiënt en de familie;

 De tijd nemen om vragen en problemen te beantwoorden;  Levensvragen;

 Vragen rond palliatieve zorgen;  Vragen over euthanasie

 …

o Het evenwicht vinden tussen ‘te betrokken’ en ‘te koel’; o Deskundigheid en menswaardig zijn;

o Privacy en beroepsgeheim;

In het oncologisch dagziekenhuis ligt vooral de klemtoon op een ‘warme’ houding van de verpleegkundige met kennis van zaken;

(9)

8

3. Een dag op de dienst

3.1. Organisatie van de verpleegkundige zorg

3.1.1. Voorbereiding

Chirurgisch dagziekenhuis:

o De behandelende arts geeft tijdens de consultatie

 een datum mee voor de ingreep

 een bundel met alle informatie (kan eventueel door huisarts nagezien worden) o De patiënten schrijven zich administratief in met hun identiteitskaart in opnameloket o De planning zelf gebeurt door de behandelend arts (terug te vinden in OR line) o Dagelijks maakt de opnamedienst een print van alle geplande ingrepen o De dag voor ingreep:

 overleg met hoofdverpleegkundige OK

 het uur van aankomst in het dagziekenhuis wordt vastgelegd

 de patiënt wordt door de verantwoordelijke opgebeld in de namiddag

Internistisch dagziekenhuis:

o De behandelende arts geeft tijdens de consultatie

 een datum mee voor de ingreep

 een bundel met alle informatie (kan eventueel door huisarts nagezien worden) o De patiënten schrijven zich administratief in met hun identiteitskaart in opnameloket o De planning zelf gebeurt door de behandelend arts (terug te vinden in OR line) o Dagelijks maakt de opnamedienst een print van alle geplande ingrepen

Pijnkliniek

o De behandelend arts geeft tijdens de consultatie een voorschrift voor pijnbehandeling o De patiënt krijgt van de pijnverpleegkundige een afspraak

o De afspraak wordt ingeboekt in OR Line (per prikdag: +/- 15-tal patiënten) o Alle dossiers worden vooraf administratief in orde gebracht

Oncologisch dagziekenhuis

o De hoofdverpleegkundige of de verantwoordelijke verpleegkundige maakt een afspraak o Elke patiënt volgt een eigen behandelingsschema, dus komt op welbepaalde datum terug o De planningsagenda is terug te vinden onder ‘mijn documenten’ via het externe gedeelte o De apotheek heeft inzage in deze agenda zodat ze hun werkflow kunnen inplannen o De secretaresse van de opnamedienst bereidt a.d.h.v. # werklijsten de dossiers voor o De dossiers voor oncologie worden door de onco-verpleegkundige voorbereid

(10)

9

3.1.2. Verpleegkundig team

Een variabel dienstrooster wordt opgemaakt volgens patronen van een basisbestaffing per dag. Dit betekent dat er iedere dag van de week een bepaald aantal verpleegkundigen werkzaam zijn. Daar wordt soms van afgeweken volgens de drukte op de afdeling (bv. verlof van een arts). Dagelijks zijn we met een tiental verpleegkundigen op de werkvloer.

De volgende uren zijn mogelijk voor de medewerkers van de afdeling van het dagziekenhuis. De

vetgedrukte uren zijn van toepassing voor studenten:

V 07u00 – 15u30 M 08u00 – 16u30

M1 07u45 – 16u30 M6 08u00 – 14u00

A 09u00 – 17u30

L 08u00 – 12u00 en 15u00 – 19u00

LL 11u00 – 19u30

H 08u00 – 12u00

HL 15u00 – 19u00 HO 08u15 – 12u15

(11)

10

3.2. Dagschema

Het dagziekenhuis is open van maandag tot vrijdag. Op zaterdag, zondag en feestdagen is het dagziekenhuis gesloten. Het oncologisch dagziekenhuis is telkens open van 7u tot 19u en het

chirurgisch en internistisch dagziekenhuis van 8u tot de laatste patiënt (meestal rond 17u30).

C

HIRURGISCHE DAGZIEKENHUIS

1. Aankomst en ontvangst patiënten (+/- uur voor de ingreep) op afgesproken uur

2. Preoperatieve voorbereiding:

 Controle vragenlijst

 Anamnese afnemen + administratieve gegevens invullen

 Controle parameters

 Controle gewicht (van belang voor narcose)

 EKG vanaf 50 jaar

 Labo vanaf 60 jaar

 Glycemiecontrole van diabetespatiënten

 Preoperatieve zorgen uitvoeren (bv. scheren,…) conform de procedures

 Operatieshort voor alle patiënten voor het operatiekwartier

3. Het operatiekwartier neemt telefonisch contact op met het dagziekenhuis wanneer de patiënt naar het operatiekwartier moet vertrekken.

4. Intern patiëntentransport brengt de patiënt naar het operatiekwartier

5. De patiënt ondergaat de ingreep en verblijft na de ingreep nog een tijd op de recovery

6. De recovery verwittigt de verantwoordelijke van het chirurgisch dagziekenhuis dat een patiënt ontslagklaar is;

7. De patiënt wordt opgehaald een verpleegkundige en teruggebracht naar de kamer

8. Post operatieve zorgen (uitgevoerd op regelmatige tijdstippen):

 Pijnevaluatie

 Controle parameters

 Observatie wonden en verbanden

De patiënten worden 3 à 4u postoperatief geobserveerd na een volledige narcose.

9. De behandelend arts gaat na of de patiënt voldoet aan de ontslagcriteria komt:

Ontslag: ontslagdocumenten en uitleg worden aan de patiënt gegeven door vpk

Geen ontslag: patiënt wordt getransfereerd naar een verpleegafdeling 10. Bij ontslag kan de patiënt naar huis

(12)

11 Gedurende de dag komen regelmatig patiënten rechtstreeks van de consultaties naar het

dagziekenhuis om hun preoperatieve onderzoeken (EKG, Labo) af te nemen en hun kamer te reserveren ter voorbereiding van hun ingreep.

Meer uitleg: er is een map op het chirurgisch dagziekenhuis beschikbaar met uitleg over de verschillende ingrepen per specialisme.

I

NTERNISTISCH DAGZIEKENHUIS

:

Het endoscopieprogramma is een dagelijks programma dat vanaf de middag start. Het

dagziekenhuis krijgt via ORline (ingebracht door secretariaat gastro-enterologie) de volledige lijst van patiënten die komen voor coloscopie en/of gastroscopie.

o Coloscopie

1. Aankomst en ontvangst patiënten op een vooraf afgesproken uur

 Bij aankomst wordt de patiënt naar de kamer gebracht

 De meeste patiënten hebben hun darmvoorbereiding thuis genomen - In bepaalde situaties waarbij extra begeleiding vereist is kunnen de

patiënten hun darmvoorbereiding in het dagziekenhuis nemen. In dat geval worden de patiënten ’s morgens om 8u verwacht.

2. Het patiëntendossier wordt ingevuld:

 Is de voorbereiding thuis succesvol verlopen?

 Is de patiënt proper?

 Is de patiënt nuchter?

 Neemt de patiënt bloedverdunners?

 Is de patiënt diabetes?

 Heeft de patiënt kleplijden?

 Is de vragenlijst ingevuld?

3. Voorbereiding:

 Er wordt een infuus geplaatst en een bloedafname afgenomen indien nodig

 Het resultaat van een recente bloedanalyse (minder dan 6m) is noodzakelijk - Controle van de bloedplaatsjes

- Controle van de stolling

4. Telefonisch contact opnemen met het operatiekwartier door transport

5. Intern patiëntentransport brengt de patiënt naar het operatiekwartier

6. De patiënt ondergaat de coloscopie-behandeling (patiënt is +/- anderhalf uur weg)

7. Na de coloscopie krijgt de patiënt nog uitleg van de arts over resultaat onderzoek

(13)

12

9. De nazorg:

 Controle parameters

 Verwijderen van het infuus

10. Ontslagbrief van de arts wordt overlopen + eventuele bijkomende afspraken gemaakt

11. De patiënt krijgt een maaltijd

12. Na de maaltijd mag de patiënt het ziekenhuis verlaten

13. Einde van de dag: opmaak bedden + alles wordt klaargelegd voor volgende dag

o Gastroscopie: patiënt moet nuchter zijn en er zijn geen bloedresultaten vereist

o Andere opname redenen in het interne dagziekenhuis:

 Ter voorbereiding van een reconversie, coronarografie, bronschoscopie,

pacemakerbatterijvervanging, preoperatieve zorgen coronaire bypass chirurgie,…

 interne check-up, geheugenkliniek

 Voorbereiding en nazorg voor het vervangen van een suprapubische sonde, een cytoscopie, e.d.

P

IJNKLINIEK

:

1. Aankomst en aanmelding patiënten op een vooraf afgesproken uur

 Patiënten melding zich aan in het opnameloket

 Ze nemen plaats in de wachtzaal

2. Ontvangst van de patiënt door de pijnverpleegkundige

3. De pijnverpleegkundige neemt de anamnese af en gaat mee naar een grote zetelzaal

4. Intern patiëntentransport brengt de patiënt met zetel en infuus naar operatiekwartier (ongeveer iedere 15 minuten)

5. De patiënt ondergaat de behandeling

6. Na de behandeling wordt de patiënt opgehaald en teruggebracht naar de grote zetelzaal

(14)

13

O

NCOLOGISCH

/

INTERNISTISCH DAGZIEKENHUIS

:

Er gebeuren verschillenden behandelingen op het dagziekenhuis: het toedienen van chemotherapie, IV-medicatie aan patiënten die komen voor een medicatiebehandeling (vb. pamidronaat, ijzerbehandeling,…), bloedtransfusie, uitvoeren van een aderlating, voorbereiden en opvolgen van patiënten die komen voor tussentijdse screeningsonderzoeken (labo, CT),

ondersteunend of vervolgtherapie na de chemotherapie (vb. herceptine, X-geva, zometa).

1. Ontvangst van de patiënt op afgesproken uur

2. Verpleegkundige zorgen:

 Controle parameters: bloeddruk, pols, t°, gewicht,…

 Navraag klachtenpatroon

 Afname labo via de poortaderkatheter* of perifere weg (volgens aanvraag arts)

 Contacteren van derden (bv. borst- of pijnverpleegkundige, diëtist, psychologe,…)

 Nakijken laboresultaten door verantwoordelijke => doorbellen naar arts - De therapie wordt afgesproken (al dan niet na klinisch onderzoek) - De chemotherapie wordt besteld bij de apotheek

 Toedienen voormedicatie per os of IV

 Eventueel begeleiding patiënt naar behandelend arts of bijkomend onderzoek

 Na ontvangst chemotherapie => het schema wordt opgestart met infuuspomp (voorschrift) 3. Het middagmaal wordt opgediend tussen 11u30 en 12u00

4. Een koffiemoment tussen 13u00 en 14u00

5. Duur therapie afhankelijk van het schema en kan tot in de namiddag doorlopen: bepaalde therapieschema’s worden over een half uur toegediend, terwijl andere schema’s bijna een hele dag innemen.

6. Bij nieuwe patiënten wordt er tussenin uitleg gegeven over de therapieën, poortaderkatheter, werking van het dagziekenhuis,…

7. Einde kuur:

 Poortaderkatheter wordt doorgespoeld of de infusor aangeschakeld

 Randmedicatie en nodige uitleg wordt meegegeven met patiënt

 Volgende afspraak wordt vastgelegd

8. De patiënt mag naar huis (Eventueel wordt de ambulance of persoonlijk vervoer opgebeld)

*Voor onderhoud van de poortaderkatheter komen patiënten om de 6 à 8 weken langs, wanneer de katheter een hele tijd niet meer werd gebruikt. De poortaderkatheters wordt dan gespoeld met fysiologisch oplossing en heparine, dit om verstopping te voorkomen (ev. Wordt er ook een labocontrole gedaan).

Meer uitleg: wat extra informatie over oncologie en de meest gebruikte medicatie kan je terugvinden in bijlage 3.

(15)

14

3.3. Patiëntenoverdracht

 Chirurgisch en internistisch dagziekenhuis: 11u00 – 11u15 Vroegdienst – laatdienst 15u00 – 15u15 Vroegdienst – laatdienst

 Oncologisch dagziekenhuis:

09u00 – 09u15 Alle aanwezige verpleegkundigen 12u00 – 12u15 Alle aanwezige verpleegkundigen

3.4. Bezoekuren afdeling

(16)

15

4. Communicatie

4.1. Stel jezelf voor aan de patiënt en zeg wat je komt

doen als zorgverlener

Stel jezelf voor aan de patiënt en zeg wat je komt doen als zorgverlener. Het lijkt een evidente zaak, maar uit ervaringen van patiënten, blijkt deze vorm van beleefdheid toch regelmatig vergeten te worden in het ziekenhuis.

“of zoals die keer, toen ik nog geïntubeerd was, en er een vrouw in een witte schort mijn kamer binnenkwam met een kannetje. Plotseling klonk er naast of achter mijn bed – ik kon niets zien, want ik was immobiel – een bruusk schurend lawaai. Ik schrok me een bult, mijn hart begon als zot te slaan, het hartritmetoestel ging in alarm, ik kreeg mijn ademhaling niet meer onder controle. “Rustig, grote meid’, zei Koen, die toevallig aan mijn bed zat. ‘Het is maar iemand die wat water uit het kraantje komt tappen om te checken of het nog bacterievrij is. Niks om je over op te winden, rustig maar. Je moet niet bang zijn’. Gelukkig had Koen dus wel oog voor mijn irrationele angst. Want de vrouw-in-witte-schort leek niets speciaals op te merken en tippelde weer naar buiten. Als je leven aan een zijden draadje hangt, dan ervaar je elk afwijkend geluid als een bedreiging. Waarom zou iemand die de kamer betreedt, niet gewoon even zeggen wie hij is en wat de bedoeling van zijn ‘bezoekje’ is?”

Patiënten zien tijdens hun zorgproces vaak verschillende zorgverleners zodat het geen overbodige luxe is om jezelf kort voor te stellen en te zeggen wat je komt doen. Bovendien val je binnen in een stukje privacy. Ook stagiairs en assistenten willen we vragen hiervoor extra aandacht te hebben.

Stel jezelf voor als je een patiëntenkamer binnenkomt:

 Voornaam

 Functie

 Wat kom je in de kamer doen?

 Welke handeling zal je stellen bij de patiënt?

 Zorg dat de patiënt gerustgesteld is

(17)

16

5.2. De telefonie

Het ziekenhuis beschikt over een telefoonkaartje met daarop de verschillende nummers van de dects in het ziekenhuis (ter beschikking op iedere dienst of in het postvaklokaal).

5.3. ICT

(18)

17

5. Stage

5.1. Verantwoordelijkheid

Studenten vallen onder de verantwoordelijkheid van de verpleegkundigen. Dit wil zeggen dat de studenten werken onder toezicht van de verpleegkundige.

5.2. Stagementoren

Stagementoren zijn professionele verpleegkundigen die zich engageren om een sturende en

ondersteunende rol te zijn voor de studenten die beginnen in het dagziekenhuis. Deze stagementoren beschikken over de nodige competenties om de studneten en de nieuwe medewerkers op een kwaliteitsvolle manier te begeleiden.

De mentoren zullen proberen om jou als student te helpen het werk goed te doen en zorgen dat je zelf competent wordt in het handelen op de dienst en het vinden van oplossingen. Dit gebeurt best

planmatig en in kleine stapjes. Regelmatig gebeurt een evaluatie zodat je weet waar je staat. Dit kan gaan om mondelinge feedback direct aan het bed van de patiënt, of er kan ook geopteerd worden om de tips en feedback nadien te geven. De stagementoren zullen met jou zeer open communiceren en hopen van hun kant uit ook dat je hen vertrouwt en durft vragen te stellen.

Hoofddoel:

 een vertrouwenspersoon zijn op de afdeling van de student, zodat zij zich goed en gewaardeerd voelt op de afdeling;

 het begeleiden van de student in functie van het zich eigen maken van vaardigheden en kennis, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid;

5.3. Verwachtingen naar de student toe

 een goede voorbereiding van de stage;

 goede kennis van de basistechnieken;

 stipt aanwezig zijn;

 verzorgd uiterlijk;

 goede en respectvolle omgang met onze patiënten;

 goede zelfevaluatie;

 steeds kritisch reflecteren: ‘doen we de dingen goed, en doen we de goede dingen goed’? wij vinden het leuk als team als je nieuwe zaken aanbrengt of verandertips naar voren brengt. Vaak zijn wij reeds zo met een handelswijze vertrouwd dat het moeilijker is om verbeteringen en vernieuwingen te zien. Niet alleen kennis maar ook een goed doordachte visie, ontwikkeling van sociale vaardigheden, een blijvende kritisch en creatieve opstelling, als een soort 6e zintuig is nodig, evenals een menselijke benadering van de patiënt. Verplegen is dus een vak waar “hoofd, hart en handen” voor nodig zijn;

 oog hebben voor eventueel bijsturen van bepaalde technieken;

 wekelijks evaluatiedocument voorleggen;

 initiatief nemen voor wat betreft leermomenten;

 goede samenwerking met alle verpleegkundigen;

(19)

18

 overleg plegen met de verpleegkundige waarmee je samenwerkt (dit zal niet altijd de mentor zijn);

 leergierig zijn;

 economisch omgaan met materiaal en tijd;

 dient te kunnen omgaan met feedback;

 indien men ziek is of niet op tijd aanwezig kan zijn gelieve zowel de dienst als de stagecoördinator te verwittigen:

o Telefoonnummer ziekenhuis: 058/333.111 o Telefoonnummer dagziekenhuis: 058/333.259 o Telefoonnummer stagecoördinator: 058/333.593

5.4. Beoordeling van de student

Tijdens de stage zal er naar verschillende zaken gekeken worden, waarop de student zal beoordeeld worden:

 Inzicht: we gaan na in hoeverre de student inzicht heeft in het ziektebeeld van de patiënt en aan die patiënt een goede voorbereiding en nazorg kan bieden;

 Communicatie: hoe is de communicatie van de student met patiënten, met de verpleegkundigen en met andere zorgverstrekkers? Kan de student de gekregen informatie overbrengen?

 Teamwerking: kan de student in groep werken? Kan hij/zij initiatief nemen en verantwoordelijkheid dragen?

 Verpleegkundige handelen: kan de student de toegewezen verpleegkundige goed en correct toepassen? Kan de theorie in de praktijk omgezet worden?

 Feedback: hoe is de feedback tusen student en de rest van het team? Kan de student negatieve feedback aan en hoe gaat hij/zij daar mee om?

 Verloop van de begeleiding:

o De student krijg één keer per week een evaluatie van de stagementor en de begeleidingsfiche wordt ingevuld. De stagementor neemt hiervoor de nodige tijd en geeft de student de nodige uitleg en ondersteuning;

o Na een tweetal weken is er een tussentijdse evaluatie met de stagementor en kunnen er nieuwe doelstellingen geformuleerd worden;

o Op het einde van de stageperiode is er een laatste evaluatie die in team besproken wordt. De stagementor en de hoofdverpleegkundige vullen de stagebeoordeling in;

(20)

19

6. Bijlagen

Bijlage 1: stagementoren

Chirurgisch en internistisch: o Brenda Vileyn o Ulrike Wallyn o Claire Sampers o Noémie Enscure  Oncologisch: o Noémie Escure o Claire Sampers o Katia Vermaerke

(21)

20

Bijlage 2: artsen

Anatomo-Pathologie  Dr. A. Capoen  Dr. N. De Wever Anesthesie-Reanimatie  Dr. R. Verstraete  Dr. J. Vercruysse  Dr. J. Germonpre  Dr. P. Maes  Dr. Clarysse  Dr. Lebbinck Cardiologie  Dr. M. Detollenaere  Dr. L. De Bruyne Dermatologie  Dr. J-L. Michiels

Endocrinologie  Dr. Y. Van Durme

 Dr. T. Sajevets Fysiotherapie  Dr. H. Deldycke  Dr. D. Vermeersch Gastro-enterologie  Dr. A. Beckers  Dr. F. Vandenbussche  Dr. S. Pollet Geriatrie-oncologie  Dr. PH. Cochez  Dr. N. Claes (consulent)  Dr. E. Decuypere Gynaecologie-Verloskunde  Dr. H. Trappeniers  Dr. E. Van Dynse  Dr. PH. Vryens

Hematoloog (consulent)  Dr. J. Van Droogenbroeck Algemene heelkunde  Dr. B. Delgat

 Dr. P. De Leyn  Dr. P. Verfaillie  Dr. H. Vollon Plastische, reconstructieve en esthetische chirurgie  Dr. B. De Frene  Dr. B. Casaer Medische beeldvorming  Dr. Y. Lamoral

 Dr. E. Van Lerberghe  Dr. J. Verplancke  Dr. D. Smolders  Dr. P. Hoste (MRI)  Dr. T. Backaert (MRI)  Dr. G. Biebau Neuro-Psychiatrie  Dr. P. Kindts  Dr. T. Opperman

 Dr. J. Van Den Ostende

Neurologie  Dr. P. Kirilova

 Dr. L. Herroelen (consulent)

 Dr. B. Bruneel

Neurochirurgie  Dr. P. De Praetere

(22)

21 revalidatie

Gehoor- en spraakstoornissen  Dr. L. Mus Medisch-Technisch-Labo  Dr. A. Verhaeghe Nucleaire geneeskunde  Dr. K. Melis

Oftalmologie  Dr. C. Deman

 Dr. K. Van Den Abeele

 Dr. F. Neu

Orthopedie-Traumatologie  Dr. C. Van Goethem

 Dr. N. Van Der Hauwaert

 Dr. D. Mortier  Dr. T. Harinck Pediatrie  Dr. F. Renders  Dr. G. Philippe  Dr. A.S. Moring  Dr. E. Schoubben Pneumologie  Dr. S. Decraene  Dr. B. Vandooren Reumatologie  Dr. K. Vandevyvere Stomatologie  Dr. C. Verhelst  Dr. E. Matthys  Dr. O. Bouckenooghe  Dr. D. Vandenhouweele  Dr. J. D’Hoore Urologie  Dr. J. Pacco  Dr. M. Lansoght

 Dr. H. Van Den Bossche (onco-urologie)

(23)

22

Bijlage 3: meer info m.b.t. oncologisch

dagziekenhuis

Om de stage op oncologie wat beter te kunnen voorbereiden is er een brochure “Oncologie”

beschikbaar dat voor jullie ook digitaal te raadplegen is. Deze brochure werd opgesteld voor de

patiënt maar bevat ook algemene informatie in verband met chemotherapie.

Hieronder kunnen jullie een lijst vinden met de medicatie die vaak gebruikt worden op onze afdeling.

Tijdens de stage gaan jullie ook andere medicaties leren kennen. Het is zeker niet de bedoeling dat

jullie elke soort van chemotherapie kennen maar wel de werking ervan in het lichaam.

Meeste voorkomende geneesmiddelen gebruikt op het oncologisch dagziekenhuis.

1/ VOORMEDICATIE: medicatie die gegeven worden op het dagziekenhuis voor de start van de

chemotherapie ( IV of PO).

Anti-emetica

Litican®

Emend®

Primperan®

Zofran® of Ondansetron

Corticoïde preparaten

Solu-medrol®

Solu-cortef®

Aacidexam®

Maagbeschermers

Zantac®

Antihistaminicum

Cetirizine

2/ RANDMEDICATIE : medicatie die aan de patiënt worden meegegeven om thuis verder in te nemen

( PO of SC ).

Anti-emetica per os zoals: Zofran®, Primperan®, Litican®, Emend®

Corticoïde preparaat: Dexamethasone®, Medrol®

Groeifactoren: Aranesp®, Neulasta®

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Optimale behandeling is echter niet altijd mogelijk, waardoor er toch symptomen van androgeen- overschot (bijvoorbeeld hirsutisme, acne of een onregel- matige cyclus) kunnen

• Myelodysplastisch Syndroom en Acute Myeloïde Leukemie Wanneer patiënten met AA alleen met immunosuppressieve therapie zijn behandeld, wordt bij 19% na een follow-up van 10

• Behandeling en begeleiding Revalidatie-instellingen met ervaring in neuromusculaire aandoeningen en ataxie van Friedreich.* Deze centra hebben multidisciplinaire teams

- Valpreventie: niet alleen door de ataxie, maar ook door de andere symptomen vallen patiënten met ADCA vaak of kunnen zij bijvoorbeeld makkelijk hun enkels verzwikken..

In deze brochure worden drie bijnierziekten beschreven: de ziekte van Addison, het syndroom van Cushing en primair hyperaldosteronisme.. Na behandeling hebben deze ziekten

Dit kan echter wel gevolgen hebben voor familieleden, die hierdoor wellicht ook niet te weten komen dat zij het risico lopen mutatiedrager te zijn of die niet kunnen worden getest

• Juveniele retinoschisis Patiënten en hun huisarts moeten zich bewust zijn van symptomen die kunnen wijzen op netvliesloslating: lichtflitsen en plotselinge gezichtsveld-

• Presymptomatisch genetisch onderzoek Door vroeg- tijdig mutatie-onderzoek te doen bij personen die mogelijk belast zijn met MEN, kunnen patiënten al worden geïdentificeerd