• No results found

Landbouw verdwijnt niet uit het landschap maar slinkt wel in de totale economie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Landbouw verdwijnt niet uit het landschap maar slinkt wel in de totale economie"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

LANDBOUW VERDWIJNT NIET UIT HET LANDSCHAP MAAR SLINKT WEL IN DE TOTALE

ECONOMIE

Krijn J. Poppe

Soms hoor je beweren dat de landbouw uit Nederland vertrekt. In de laatste editie van het

Landbouw-Economisch Bericht (LEB 2004)

wordt nog eens afgerekend met die visie: wat zou je dan met al die bijna 2 miljoen hectares moeten doen? Bosbouw en natuur leveren weinig op en zijn op zo'n schaal onbetaalbaar. Ook heel Nederland onder de Vinex-locaties is weinig waarschijnlijk: zoveel vraag naar ruimer wonen is er domweg niet. Dat neemt niet weg dat het belang van de agrarische sector afneemt. De arbeidsproductiviteit neemt onder andere door mechanisatie en automatisering toe, en één man kan nu veel meer hectares be-werken dan 100 jaar geleden. De arbeid die vrij komt kan elders worden ingezet voor de productie van goederen en diensten die meer gewenst zijn. Dat proces lijkt steeds sneller te gaan. Figuur 1 laat zien dat rond 1800 in Nederland en het Verenigd Koninkrijk nog net zo'n 40% van de economie uit primaire land- en tuinbouw bestond. Dat was toen al lager dan in Frankrijk en Denemarken. In veel landen duurde het ongeveer 100 jaar voor dat dit aandeel onder de (willekeurig gekozen) grens van 7% was gezakt. In Japan, dat pas rond 1900 door de 40%-grens ging, duurde het nog geen 75 jaar. En in Zuid-Korea duurde het maar een kwart eeuw waarin de productie van auto's en tv's veel belangrijker was geworden dan van rijst. Of mis-schien moet je zeggen: juist in het laatste kwart van de vorige eeuw ging het snel met de veranderingen in de wereldeconomie.

Nederland blijkt op twee manieren een buitenbeentje te zijn (figuur 1). De landbouw maakte hier al ten tijde van Napoleon (en nog voor de industrialisatie die in Nederland in de tweede helft van de negentiende eeuw begon) minder dan 40% van de economie uit. Door de succesvolle ontwikkeling van de Nederlandse land-bouw tot een sterke exporteur duurde het ook maar liefst 165 jaar (tot 1965) voordat de 7%-grens was bereikt, ongeveer gelijktijdig met de omringende landen, zoals Duitsland, Frankrijk en Denemarken op het continent, maar wel ruim 60 jaar later dan in het Verenigd Koninkrijk. Inmiddels ligt het aandeel van de (pri-maire) landbouw in de Nederlandse economie nog slechts op 2,5%. Wat dat betreft is de situatie in Nederland vergelijkbaar met die in veel andere Europese landen. Wel heeft Nederland, mede door de sterke positie in de internationale handel van agrarische producten, een relatief omvangrijke agribusiness. Daarmee komt het aandeel van de totale agrosector in de Nederlandse economie nog op ongeveer 10%. De econo-mische betekenis van de primaire productie in de ontwikkelde wereld is gezien bovengenoemde percentages inderdaad duidelijk geslonken ten gunste van de algemene welvaart.

165 113 119 92 94 96 73 26 1700 1750 1800 1850 1900 1950 2000 Nederland UK Denemarken Duitsland Frankrijk USA Japan Zuid Korea > 40 % 7 - 40% < 7 %

Figuur 1 Aandeel van de landbouw in de totale economie, in de loop van de tijd (in % van GDP)

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

LEI, Agri-Monitor, juli 2004 pagina 2

Meer informatie:

PR 04.01

Landbouw-Economisch Bericht 2004

Gegevens ontleend aan:

Hanho Kim (Seoul National University, Zuid-Korea) and Yong-Kee Lee (Yeungnam University, Zuid-Korea):

Ag-ricultural Policy Reform and Structural Adjustment in Korea and Japan,

paper gepresenteerd op het IATRC Summer Symposium, juni 2004, Philadelphia, VS.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Klaas beaamt dit en gaat even later door op het thema ‘liefde’, wat een brug blijkt naar vertellen over zijn relatie met zijn vrouw en, via het benoemen van de impact van

De Afdeling vinkte verder af dat volgens het Nederlandse beleid geen gedetailleerde vragen over seksuele handelingen gesteld meer mogen worden; dat niet tot ongeloofwaardigheid mag

Dit wordt bevestigd door het Ruimtelijk Structuurplan Voeren (Omgeving, 2008) waarin wordt gesteld dat het Voerense landschap beschermd moet worden ten behoeve van toerisme

Elevated levels of At-RLK3 in transgenic plants led a higher induction of PR-2 expression after treatment with salicylic acid. A potential application

Die filosofies- opvoedkundige mandaat (grondslag) van die Pretorius-kommissie was tweërlei van aard: dat “die Christelike beginsel in onderwys en op- voeding erken, openbaar en

The qualitative study will hopefully provide new insights into the knowledge, skills and attitudes (intercultural competence) required for an intercultural trainer

Dit ruwvoer wordt dan veel meer verspreid over het gehele weideseizoen gewonnen en ook in de herfstmaanden.,, wanneer de weersomstandigheden vaak minder gunstig z i j n voor..

Indien de gegevens betreffende geregistreerde aantallen verkeersdoden voor 1989 (1456) bij de interpretatie betrokken worden dan blijkt daaruit geen feitelijke