Waarnemingen
van eenwandelaar,
ofwelStratigrafie
vanaf
de wal:
strandsuppleties
Goeree
Voorne
(Zuid-Holland)
Anton Janse*
Locaties
Het strandvan
Rockanje, paal 9,6
totaan deHaringvliet-dam, paal 16,2.
Het
zuidwestelijk
deelvanhet Maasvlaktestrand.Werkwijze
De
winning geschiedt
dooreensleephopperzuiger.
Ditvaartuig
gaatalseengrotestofzuiger
door hetaangewezengebied
enschilt deze als hetwarelaag
voorlaag
af. Door inventarisatievansedimentkleurenschelpinhoud
op despuitstranden
is hierdoormogelijk
eeninzichttekrijgen
van destratigrafie
van hetwingebied.
Uit develdwaar-nemingen zijn
eenaantal fasengedestilleerd
waarin dever-anderingen
naardediepte
toevanhetwingebied
totuitdruk-king
komen.Door het
gehele
proces isvermenging
vande diverselagen
niettevoorkomen.Het
wingebied
is 5x 1 kilometer.Hier is door het
zuigen
als hetwareeengrotebadkuip
in de zeebodemontstaan. Wanneer dezuiger
aanzijn
‘run’begint,
gaatdezediagonaal
door hetlagenpakket
heen. Ook uit dezijkanten
vanhetwingebied
treedt denodige
navalop. Natweeof drieruns is de beun
(laadruimte)
vol enwordtnaarhetaanlandingspunt
gevarenom delading
naarhet strandtepompen. Wanneerdit verderwegligt
wordteenopvoerpomp alstussenstationgebruikt.
Het sediment is dan inmiddelsdriemaalverpomptenstuitertvervolgens
somstien kilometer door buizen. Nietverwon-derlijk
dus dat demeestegroteendunschalige
molluskendeerlijk
uit destrijd tevoorschijn
komen. Welverwonderlijk
isdatveelmateriaaldezemishandeling
noggaaf
overleeft. Meestal de kleineresoorten. Hetopspuiten geschiedde
in continue-dienst.Weinig
kansomzonderlevensgevaar
aan despuitmond
te monsteren.Hierna is demishandeling
van hetmeegebrachte schelpmateriaal
nog nietteneinde. Wanneer hetstortenigszins
is ontwaterd komen bulldozers hetgebied
gladschuiven
enpletten
hierbij
dekostelijke
schelpen. Vervolgens
wordt door hetgebied geragd
metterreinwagens
om werkliedenenopzichters
te vervoeren. Na deze destructieveepisode
arriverenuiteindelijk
debadgasten
enandererecreantenomderest tevertrappelen.
Verbazingwekkend
genoegzijn
er naal deze destructievehandelingen
nog steedsherkenbareschelpen
over!Demeeste
fijne gruismonsters zijn
oplaagwater
verzameld.Hierbij
isvermenging
metde in ditgebied aanwezige
soor-ten
mogelijk. Bij
debeoordeling
vanhet onderzochte mate-riaal is hiermeerekening gehouden. Waarneming hierbij
is datnaenkeleopeenvolgende
dagen
op hetzelfdestrand-gedeelte,
licht materiaalvandevloedlijn
engruisbanken
oplaagwater,
pertij (tweemaal daags),
ongeveer 10meternaarhet noorden
opschoven.
Watvolgt
is eenalgemene
indrukvanhet gewonnenmateriaal, rekening
houdendmet het bovenstaande. Watopvalt
aanditgruis
is datsommige
monstersmeerdan 50%echiniden(puin)
bevatten. Ook zit erveelkolengruis
ensintelrestin het materiaal. Dit is nietverwonderlijk,
in hetwingebied zijn
deafgelopen
150jaar
diversekolenschepen
vergaan. Verder werden op de redevanRotterdam de afvalbunkers
geleegd,
voordat de havenbinnengelopen
werd.Najaar
2004envoorjaar
2005zijn
in ditgebied
eenviertal strandvakkenopgehoogd
metzand, afkomstig
van hetzeegebied,
ongeveer 10 kilometer uit de kust dat bekend staatals de Bollenvan Goeree. Gemiddelde coördinaten vanditgebied:
N 51°44',
O3° 54'(opgave
vanRijkswa-terstaat).
Een door directie NoordzeevanRijkswaterstaat
afgegeven
vergunning
beschrijft
nauwkeurig
deaange-wezenzandwinlocatie. Dit teneinde de zandbalans in het Nederlandse
kustgebied
niet alteveelte verstoren. Deopgehoogde
stranden inOuddorp zijn nabij
hetFlauweWerk,
paal
12. HetWesthoofd,paal
16.Verklaringvande kaart.
Balletjes: hetgebiedwaarhet zand vandaan komt,
Streep/esarcering:
de opgespoten stranden.AFZETTINGEN WTKG 26(4), 2005 60
De
aangetroffen
fasenFase
1: Geelgrijs
zandmetveel levendezeeorganismen.
Veel verse enlevendemollusken, Lutraria, Nassarius. Deze fase is tevinden in hetopgespotenstrandvanhet Flauwe Werkbij Ouddorp.
HetgaathieromHolocene zanden.Fase 2:
Geeloranje
zandmetminder levendeschelpen,
vooralbij
dekleineresoortendan in fase1.
Hierin komen ondermeer TellinapygmaeaenAltenaeum dawsonivoor. Deze fase isgevonden
op het strandvanhet Westhoofdbij Ouddorp
enhetnoordelijk
deelvanhet Maasvlakte-strand.Fase 3:
Oranjebruin
zand, metTellina pygmaea en veelgrote
kleppen
vanSpisula
solida. Dit materiaaliste vin-den op het middelste vakvanhet Maasvlaktestrand.Fase 2en3
zijn
vanHolocene ouderdom. Terecht merkte TomMeijer
op(pers. comm.),
datgezien
debenodigde
waterdiepte
voorbijvoorbeeld Spisula
solida dezeafzet-tingen
niet ouder kunnenzijn
danAtlanticumofSub-bore-aal,
resp. 6000-4000jaar
BP.Opvallend
is dat deze fasen veelexemplaren
van Rissoainconspicua
enValvatapisci-nalisbevatten.
Fase 4:
Lichtgrijs
zand, metAcanthocardiatuberculata,veel CerastodermaedulemajorenMactra
glauca,
enkele vertebratenresten. Dit sediment vormtdeophoging
van hetzuidelijk
deelvanhet Maasvlaktestrandenhet strand vanRockanje.
Pleistoceen. Acanthocardia tuberculata is meestalafgerold.
Dit materiaal komtovereenmetdevangstenvande
Cerpolex
vistocht in deEurogeul
opca 29meterdiepte.
Fase 5;
Fijn grijs
zandmetveelgerold hout,
veenresten en kleiballen.Kennelijk
eenfluviatieleafzetting
methoofd-zakelijk
land-enzoetwatermollusken. Gezien het opge-brachte materiaal denk ik dat het materiaalafkomstig
is uiteenvrij
dunnelaag. Zuidwestelijk
deelvandeMaas-vlakte, ter
hoogte
vandepostvandereddingsbrigade.
Fase 6:
Grijswit fijn
zandmeteenwaddenfauna,
Macoma balthicaenScrobiculariaplana,
Maasvlakte enStrand vanVoome,palen.
9,6-9,8.
Fase 7:
Witgrijs vrij grof
zandmetgrindffactie.
Voorkomen vanTridontaborealis,Gari fervensis
en.Antalisvulgaris.
Bijzonder
wasde vondstvan eenuit het Plioceen bekende haaientandvan eenCacharadon carchariasLinné,
1758. Zie hiervoor de rubriek‘Opmerkelijke
vondsten’(of
degelijknamige
rubriek op de website-red.).
Rockanje nabij paal
11.Kennelijk afkomstig
uiteenvrij
dunnelaag.
Tussenpalen
11 en12 tweegruismonsters
genomen. Naast mariene soorten. Bittiumreticulatum, Marshallora adversei enAlvania carinata ook enkele
exemplaren
vanTheodoxusfluviatilis.
Cerithium tuberculatum.
Lengte3mm.
Maasvlakte Fase4.
‘HeiligbeenAfm.
5x6cm. Soort?? MaasvlakteFase3.Alvaniacarinata.
Artefacten:Links Maasvlakte Fase 10. rechts
Rockanje
Fase 7. Erviliacastanea.Lengte4mm.
Ouddorp.
Maasvlakte Fase Ien2.
(uil Tebble).
Fase 8:
Grijs
zandmetde bekendeSpisula
soortenenverder veel Macoma balthicaenHydrobia
spp.Rockanje,
paal
12 -15,5.
De fauna isklaarblijkelijk afkomstig
uit eengeulengebied gezien
deinschakelingen
vangrof
sediment. In dit milieu kwamenschelpenbanken
voormet
hoofdzakelijk Spisula
subtruncata.In deze fase
zijn verspreid
vondstengedaan
van Cerasto-derma edulemajor, Tridontaborealis,
Antalisvulgaris
enGibbula cineraria.Mogelijk
gaathet hierominge-spoelde
?Laat- Eemiensoorten.Fase 9; Wat
fijner grijs
zandmet lichtbruinezweem. Ken-merkende mollusken: C. edulemajor
enLaevicardiumcrassum. Vanaf
paal
15,6tot aan deHaringvlietdam.
Eem-materiaal.Fase 10:
Grijs-wit
zandmet veel C. edulemajor. Nogal
watEemsoorten,Gari fervensis,
Dosinialupinus,
Flexo-pecten
flexuosus
en Diodoraapertura.Zuidelijk
deelMaasvlakte,tussen fase 3en5. Eem-materiaal. Ditwashet sluitstukvandeze
suppletie
serie.Deze
fasering
valt intwee delen uiteen:Fase 1 totenmet
3, geel-bruin gekleurde
zandenmet Ho-loceen fauna.Fase 4totenmet 10,
grijs-wit zand,
nu endanmetgrind-fractie.Hierin komen veel fluviatiele relictenvoor en een
opvallende
hoeveelheid Eemien mollusken. Tweesoorten uit ditpakket
wil ik nader beschouwen:Cerastoderma edule
major (Bucquoi, Dautzenberg
&Doll-fus, 1892).
BekendvanhetDomburgse
strand. Destratigra-fische herkomstvandeze
schelp
is nog onbekend. Dezesoortviel op in fase
4,
zeergroteexemplaren
totruim 6 centimeter. In devolgende
fasen komt deze soort,zij
het mindertalrijk
ook voor, weliswaar mindergroot.Fase 10 bevat eveneens weer vandezegrotestukken. Gezien deaanwezigheid
vanrestantenslotbandbij sommige schelpen,
kan deze niet erg oudzijn.
Tridonta borealis
(Schumacher,
1817), bij
deaanleg
van deMaasvlakte is dezesoortin flinke aantallen verzameld. In de grovere zandenvanfase 8 treedt dezesoortweerop, tezamen met eeningespoelde
Eemien fauna. Evenalsbij
dehiervoor behandeldesoortkomenbij
eenaantalschelpen
resten vanligament
enperiostracum
voor. In eeneerder artikel heb ikmij
de herkomstenouderdomvandezesoortafgevraagd (lit.
2en4).
Ook deze vondsten leveren geen exact beeld daaromtrent op,maar de zoekcirkel is wel kleinergeworden.
Eenrecente
publicatie
over wathij
het Astarte borealiscomplex
noemt is vande DeenHopner
Petersen(lit. 3).
Hij
heeftdezesoortuitgebreid onderzocht,
zowel het arc-tische als het boreale voorkomen. Verdersplit hij
ervrolijk
op losen maakter een tiental nieuwe soorten
erbij.
Een daarvan is Astartenordi,
recentgevonden
in denoordelijke
Noordzee,
eendrietal vondsten ongeveer 80mijl
ten westenvande
Limfjord,
Ook in de collectie Leiden bevindt zich eenNederlandsexemplaar
meteengrotendeels
intactperio-stracum
(lit. 7). Bewijs
dat deze soort, alsglaciaal relict(?),
nogsteeds in de Noorzee leeft. In degeestvangenoemde
auteur, die ik nietwenstevolgen,
zouden de velehonderdenstukkendieik inmiddels heb verzameld denaamAstarte deltoidensismoeten
krijgen.
Watopvalt
is dat veelschelpen
uit deze
periode,
maarhoofdzakelijk
T.borealis,
aangetastzijn
door de hoorderPolydora (lit. 1).
Conclusie
Demeesteaanhet Eemienterelateren fossielen uit de fasen 4totenmet8
zijn fragmentair
envertonenalle kenmerkenvantransport.Dit is
goed
voortestellen,
daar het materiaal uiteenookdestijds
actieve deltabetreft.Een
mogelijke
‘bio-zonering’
voorhet Laat-Eemienzou bestaan uit hetoptreden
vanTridonta horealis in fase8,eennogvolmarienesoort.Ineenlater stadium is het massal
optreden
van Cerastoderma edulemajor
eenvolgende
episode
in hetverondiepen
vande Noordzee door de nade-rende koudevanhet Weichselien.Interessante
‘bijvangst’
voormij zijn
enkelevuursteen artefacten(zie
linkerpagina,
onderstefoto).
Een hiervan bezit eenfraaie‘levallois’ kerntechniekbewerking.
Deze techniek wordtgedateerd
alsmesolithisch,eentijdvak
datgrofweg
overeenkomtmetEemienenWeichselien(lit. 5).
Ookeenaantal bottenvangrote vertebraten,o.a.mammoet,vergezellen
de doormij
verzameldeschelpenfauna’s (zie
bijvoorbeeld
het‘heiligbeen’
opde
linkerpagina).
In dit
pakket
hoortduidelijk
het Weichselien thuis. Gedu-rende dezeperiode
heeft het onderzoeksterrein boven detoenmalige zeespiegel gelegen. Ongetwijfeld
bevinden zich in het onderzochte materiaal ook zaken uit dezeperiode,
kennelijk
vanfluviatiele of terrestrische oorsprong. Om dittekunnenconstateren ontbrekenmij
tweezaken: voldoende kennisvan de materieenvoldoendegeld
om duredateringsonderzoeken
telaten doen.Datvoorhet verzamelenvandit materiaal
geenverre
toch-ten
nodig zijn,
bleekrecentelijk
voormij (lit.
2en7).
Bij graafwerken
achtermijn woning
tenbehoevevankabel-aanleg,
werd de sleufaangevuld
metaangevoerd
bouwzand. Hiervan heb ikeenliter of5uitgezeefd.
De molluskenin-houd komtovereenmet watik in fase 9vanhetstrandsup-pletie
materiaal aantrof: Lacunavincta,Oenopota turicula,
Mimachlamys
varius, Cerastoderma edulemajor
en Corbulagibba.
Materiaalafkomstig
vandezelfdewinput
als desuppleties.
Voor de liefhebbers
volgt
hierna nogeengecombineerde
soortenlijst
van mollusken uit allegenoemde
fases(zie
volgende pagina).
In dit onderzoek
zijn
de artikelenvanwijlen
onsmede-lid Van Urkvoormij
instructiefgeweest.In dejaren
’70 heefthij
desuppleties
van hetScheveningse
strandgevolgd
en62 AFZETTINGEN WTKG26 (4),2005 f r f f f f f f f f r f
_f_'
f ■ f ■J_'
T’
rT'
j_'
T'
T'
f'
f'
f'
j_'
rT'
rT'
T'
_f_'
T
f f f • ff_
T
Emarginula
iindet. Puncturella machina Diodoraapertura Gibbula cineraria Gibbula? magus: juv.
Littorina littorea Littorina saxatilis Lacuna vinctaHydrobia
spp.Cingula
semicostata Rissoa membranacea Rissoainconspicua
Rissoa parva Alvania carinata Alvania lactea Tornus subcarinatus Circulus striatus Caecum indet. Turritella tricarinatar s.l. Bittium reticulationCerithiopsis
tubercularis MarshalloraadversaEpitonium
clathrusEpitonium
clathratulumGraphis
albida Acliswalleri Eulimai sp.Crepidula fornicata
Euspira
alderi Naticacatena Ocenebra erinacea Buccinumundatum
Ferrissia wautieri Nassarius consociatus Nassarius pygmaeus Nassarius reticulatusOenopota
turriculaHaedropleura septangularis
Chrysallida
sarsiCrysallida spiralis
Turbonillacrenata Turbonillaindet. Odostomia eulimoides Odostomia unidentata Acteon tornalis Retusaalba Philineaperta Philinesp.
Bithynia i£
Theodoxusfluviatilis
Valvatapiscinalis
'T
'T
'T
'T
r'T
'T
'T
'i
'_f_
r r Succinea spp-Planorbis crista Planorbis SPP-Limneaispp. SuccineaSPP-Cochlicopa
i sp. ClausiliaJP;
Pupilla
muscorum ?Monacha SP-Columbella ;sp.
Aplexa hypnorum
ValloniaJ2;
Vertigo JPj
Antalisvulgaris
Dentaliumi£;
Nuculaisp.juv.
Microgloma guilonardi
Striarca lacteaGlycymeris glycymeris
Notolimea clandestinaMytilus
edulis MusculusJP;
Modiolulaphaseolina
Modiolus modiolus Unio< sp.Aequipecten opercularis
Flexopecten flexuosus
Mimachlamys
varius Anomiaephippium
Heteranomiasquamula
Ostrea edulis Lucinella divaricata Lucinidae sp. Montacutaferruginosa
MontacutasubstriataMysella
bidentata Kellia suborbicularisPseudopythina
macandrewiLepton
squamosumHemilepton
nitidumEpilepton
clarkiae?Leptonidae
_jP;
Altenaeumdawsoni Goodalliatriangularis
Tridonta borealis Tridontamontagui
Acanthocardia echinata Acanthocardia tuberculataT
T
T
T
rT
T
r rT
T
|
T
rT
Laevicardiumcrassum ParvicardiumSP-Cerastoderma edule edule
Cerastodermaedule
major
Cerastodermaglaucum
Mactra sultorum cinerea Mactra sultorumplistoneerlandica
Mactraglauca
Spisula elliptica
Spisula
solidaSpisula
subtruncata Lutraria lutraria Lutrariaangustior
Lutraria magna ErviliacastaneaAngulus fabulus
Angulus
tenuisAngulus
pygmaeus Macoma balthica Donax vittatus Solenmarginatus
Ensis americanus Ensis ensis Phaxaspellucidus
Garifervensis
Abra alba Abraprismatica
Scrobiculariaplana
Chamelea striatulaVenerupis
aurea senescensVenerupis senegalensis
Sphenia binghami
Mya
arenariaMya
truncata Corbulagibba
Corbiculafluminalis
Pisidiu i spp-Hiatella arctica Turneriajeffreysi
Gastrochaena dubia Petricolapholadiformis
Barnea candida Pholasdactylus
Zirfea crispata
ThraciapapyraceaPolyplacophora
f r fr= alleenrecent
aangetroffen,
f= alleenfossiel aangetroffen
Totaalsuppleties
Goeree - Voornef
Emarginula
indet. Succinea spp. Laevicardiumcrassumf Puncturella machina Planorbiscrista Parvicardium
sp.
f Diodoraapertura Planorbis spp. Cerastoderma edule edule
f Gihhula cineraria Limnea
spp. f Cerastoderma edule
major
f Gihhnla?
magus
juv.
Succinea spp. Cerastodermaglaucum
Littorina littorea
Cochlicopa
sp. Mactra sultorum cinereaLittorina saxatilis f Clausilia sp. f Mactra sultorum
f Lacuna vincta
plistoneerlandica
Hydrobia
spp. fPapilla
muscorum f Mactraglauca
r
Cingula
semicostata IMonacha sp.Spisula elliptica
Rissoa membranacea Columhella
sp.
Spisula
solidaRissoa
inconspicua
Aplexa hypnorum
Spisula
subtruncatar Rissoa parva Vallonia sp. Lutraria lutraria
f Alvania carinata
Vertigo
sp. Lutrariaangustior
Alvania lactea f Lutraria magna
Tornus subcarinatus f Antalis
vulgaris
Erviliacastaneaf Circulus striatus f Dentalium sp.
Angulus fabulus
Caecum indet.
Angulus
tenuisf Turritella tricarinata s.l. Nucula sp.
juv.
Angulus
pygmaeusf Bittiumreticulatum
Microgloma guilonardi
Macoma balthicar
Cerithiopsis
tuhercularis Striarca lactea Donax vittatusf Marshalloraadversa f
Glycymeris glycytneris
f Solenmarginatus
r
Epitonium
clathrus Notolimea clandestina r Ensis americanusr
Epitonium
clathratulumMytilus
edulis Ensis ensisGraphis
alhida Musculussp. Phaxaspellucidus
Adiswalleri Modiolula
phaseolina
f Garifen<ensis
r Eulima
sp. f Modiolus modiolus Ahra alba
r
Crepidula fornicata
f Unio sp. Abraprismatica
Euspira
alderi rAequipecten opercularis
Scrobiculariaplana
Naticacatena f
Flexopecten flexuosus
Chameleastriatulaf Ocenebra erinacea r
Mimachlamys
varius fVenerupis
aurea senescensBuccinum undatum f Anomia
ephippium
rVenerupis senegalensis
Ferrissia wautieri Heteranomia
squamula
Sphenia binghami
f Nassarius consociatus Ostrea edulis r
Mya
arenariaf Nassarius
pygmaeus f Lucinella divaricata f
Mya
truncataNassarius reticulatus Lucinidae
sp. f Corbula
gihha
Oenopota
turricula Montacutaferruginosa
f CorbiculaJluminalis
f
Haedropleura septangularis
Montacuta substriata f Pisidiu spp.f
Chrysallida
sarsiMysella
hidentata Hiatella arcticaf
Crysallida spiralis
Kellia suborbicularis Turneriajeffreysi
f Turbonillacrenata
Pseudopythina
macandrewi f Gastrochaena dubiaf Turhonilla indet.
Lepton
squamosum r Petricolapholadiformis
f Odostomia eulimoides
Hemilepton
nitidum Barnea Candidaf Odostomiaunidentata
Epilepton
clarkiae f Pholasdactylus
Acteon lornalis
'ILeptonidae
sp.Zirfea crispata
Retusa alba f Altenaeum dawsoni Thracia papyracea
Philineaperta f Goodallia
triangularis
Philinesp. f Tridontaborealis
Polyplacophora
Bithynia
sp f Tridontamontagui
f Theodoxus
jluviatilis
r Acanthocardia echinata Valvatapiscina
Us r Acanthocardia tuberculatabemonsterd
(lit. 6).
Veelvanwathij
daar vondkomtovereenmet watnu aanland is
gebracht
endebeschouwingen
diehij
daaraanwijdt onderschrijf
iktenvolle.Literatuur
1
Cadée,
G.C. & F.Wesselingh,
2005.- Van levendschelp-diernaarfossiele
schelp:
TafonomievanNederlandsestrandschelpen. Spirula
nr343.2
Cadeé, M.,
1999.- Tridonta borealis in bouwzandin de Randstad.Afzettingen
WTKG 20(2).
3
liopner
Petersen,G.,
2001.- Studieson some Arctic and Baltic Astartespecies (Bivalvia, Mollusca).
Bio-science, 52,
2001. MeddelseromGronland,
Copen-hagen,
The Danish Polar Center.4 Janse, A., 1999.- Tridontahorealis,het
begin?
Afzet-tingen
WTKG 20(4).
5
Stapert,
D..1980.- HetMiddenpaleoliticum
in Noord-Nederland. In: Voltooid verledentijd?
Intermediairbibliotheek,
uitg. Backhuys,
pp. 63-82.6
Urk,
vanR.M., 1981- 1982.-Aantekeningen
over debij
dezandopspuiting
teScheveningen
in 1975 aange-voerde mollusken. Meded.Werkgr.
Tert. Kwart Geol. vol. 18(4)
envol.19(1).
7
Wesselingh,
F., 1999.- Enkeleopmerkingen
naaraan-leiding
vanTridonta horealis in bouwzand in de Rand-stad.Afzettingen
WTKG 20(2).
*AntonJanse, G. van Voornestraat165, 3232 BEBrielle,