UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl)
UvA-DARE (Digital Academic Repository)
Labour Market Transitions of Individuals in Eastern and Western Europe
Grogan, L.A.
Publication date
2000
Link to publication
Citation for published version (APA):
Grogan, L. A. (2000). Labour Market Transitions of Individuals in Eastern and Western
Europe. Tinbergen Institute Research Series.
General rights
It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons).
Disclaimer/Complaints regulations
If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible.
A p p e n d i xx B
Samenvattingg in het
Nederlandss (Summary in
Dutch) )
Inn dit proefschrift worden zowel herleide als structurele vorm modellen ge-bruiktt om een aantal aspecten van het arbeidsmarkt verleden van individuen tee analyseren. De vier onderwerpen die hierbij behandeld worden, zijn {i) dee arbeidsmobiliteit tussen sectoren en de instroom in en uitstroom uit de werkloosheid,, (ü) de invloed van demografische factoren ten aanzien van werkloosheidsduren,, (iii) veranderingen in de loonstructuur en de verdeling vann lonen in de overheidssector en het bedrijfsleven en (iv) het verklaren vann de beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen met behulp van een algemeenn evenwichtszoekmodel. Zowel de herleide als de structurele vorm modellenn worden geschat met behulp van enquête gegevens afkomstig van huishoudenss in het Verenigd Koninkrijk en Rusland. De resultaten worden inn een internationale context geplaatst door gebruik te maken van enquête gegevenss van uiteenlopende Oost- en West-Europese landen. Er wordt in het bijzonderr aandacht besteed aan het belang van de arbeidsmarktregulering, enn de instituties die daarbij een rol spelen, op het uiteindelijke arbeidsmarkt gedrag.. Hierbij wordt er onderscheid gemaakt in een aantal demografische determinantenn van veranderingen in het individuele inkomen en arbeids-marktpositie.. Deze determinanten worden vervolgens vergeleken met die van anderee landen.
Inn een inleidend hoofdstuk wordt een aantal karakteristieken van arbei-177 7
178 8 SAMENVATTING SAMENVATTING
dsmarktparticipatiee in Oost- en West-Europa gepresenteerd.
Inn hoofdstuk 2 worden de stromen van werknemers in Rusland onder-zocht.. Hierbij wordt er gebruik gemaakt van informatie omtrent de ver-strekenn baanduren van de Russian Longitudinal Monitoring Survey (RLMS) uitt de jaren 1994-1996 en van retrospectieve antwoorden op vragen omtrent werkervaringg uit de Institute for Labor Relations Research (ISITO) enquête uitt het jaar 1998. Hierbij is gebruik gemaakt van zogenaamde competing
risksrisks modellen met meerdere uitstroom mogelijkheden. Daarnaast wordt er
onderscheidd gemaakt in verschillende mobiliteitspatronen tussen sectoren en inn de werkgelegenheidssituatie. In vergelijk tot West-Europa wordt er een relatieff hoge mate van mobiliteit tussen banen gevonden. Deze resultaten staann haaks ten opzichte van de algemene opvatting dat de lage reële lonen dee reallocatie van werknemers in Rusland heeft verminderd.
Hoofdstukk 3 is geschreven in samenwerking met Gerard van den Berg vann de Vrije Universiteit van Amsterdam. In dit hoofdstuk wordt een peri-odiekk terugkerende enquête gebruikt om de factoren van werkloosheidsduur inn Rusland te achterhalen. Hierbij wordt in lijn met de voorschriften van het ILO,, de internationale organisatie voor arbeidsmarktonderzoek, een viertal groepenn individuen onderscheiden. Deze groepen geven de relatie weer die de individuenn met de arbeidsmarkt hebben. We schatten het duurmodel voor dezee verschillende groepen. Hierbij vinden we dat de factoren, die een rol spelenn op de duur een verrassende samenhang vertonen, ongeacht de werk-loosheidsdefinitiess en model specificaties. Hierdoor is het ondanks de prak-tischee meetproblemen, die met dit onderzoek gepaard gaan, toch mogelijk omm probleemgroepen aan te wijzen.
Hoofdstukk 4 richt zich op de verklaring van veranderingen in de loon-structuurr en veranderingen in de relatieve omvang van de Russische overheid tussenn de jaren 1992 en 1998. Er worden grote verschillen tussen beide jaren gevonden.. De lonen waren in beide jaren gemiddeld hoger bij de overheid dann in het bedrijfsleven. Door gebruik te maken van een aanpassing op het endogenee switching regression model, vinden we dat het grootste deel van de beloningsverschillenn toe te schrijven is aan de opbouw van de sectoren. We vindenn deze resultaten ongeacht de methode waarop we het vraagstuk van dee achterstallige loonbetaling behandelen.
Hoofdstukk 5 is geschreven in samenwerking met Audra Bowlus van de Universityy of Western Ontario. Hierbij wordt een algemeen
evenwichtszoek-SUMMARYSUMMARY IN DUTCH 179 9
modell geschat dat rekening houdt met de mogelijkheid van non-participatie. Loonverschillenn tussen gelijkgeschoolde mannen en vrouwen worden opgedeeld inn een deel dat het gevolg is van zoekgedrag en een deel dat het gevolg is vann productiviteitsverschillen tussen banen. We concluderen dat verschillen inn zoekgedrag een belangrijke rol spelen in de verklaring van loonverschillen tussenn laaggeschoolden in het Verenigd Koninkrijk. De loonverschillen tussen hooggeschooldenn kunnen echter maar voor een zeer klein deel worden toegeschreven aann verschillen in zoekgedrag. Voor beide groepen geldt echter dat produc-tiviteitsverschillenn de belangrijkste rol spelen bij de bepaling van de be-loningsverschillen.. Tevens vinden we dat de zoekfricties in het Verenigd Koninkrijkk lager zijn dan in de Verenigde Staten. Deze bevinding is evenwel voornamelijkk te verklaren uit de lage mate van baanvernietiging.
Hoofdstukk 6 vat mijn bevindingen samen en biedt suggesties voor mo-gelijkk toekomstig onderzoek.
F F
Thee Tinbergen Institute is the Netherlands Research Institute and Graduate Schooll of Economics, which was founded in 1987 by the Faculties of Economicss and Econometrics of the Erasmus University in Rotterdam, the Universityy of Amsterdam and the Free University in Amsterdam. The Institutee is named after the late Professor Jan Tinbergen, Dutch Nobel Prize laureatee in economics in 1969. The Tinbergen Institute is located in Amsterdamm and Rotterdam. If available, trade editions of the books which aree published in the Tinbergen Institute Research Series can be ordered throughh Thela Thesis, Prinseneiland 305, 1013 LP Amsterdam, the Netherlands,, phone: +3120 6255429; fax: +3120 6203395. The following books recentlyy appeared in this series:
170.. J.E. LIGTHART, Environment, imperfect markets, and public finance. 171.. R. PAAP, Markov trends in macroeconomic time series.
172.. J.H. ABBRTNG, Essays in labour economics.
173.. J.P. COHEN, Utility: a real thing. A study of utility's ontological status. 174.. G.A.R. VAN HOESEL, Beyond export-led growth: the emergence of new
multinationalmultinational enterprises from Korea and Taiwan.
175.. H.HJ. ZEBREGS, International capital movements and technology in
economiceconomic development.
176.176. M.F. CORNET, Game-theoretic models of bargaining and externalities.
177.. M.N. BOUMAN, Environmental costs and capital flight. 178.. L. PENG, Second order condition and extreme value theory.
179.. P.W.C. KONING, Structural empirical analysis of labor market frictions,
jobjob search and wage formation.
180.. C.W.M. NAASTEPAD, The public sector budget and macroeconomic
performance:performance: A real-financial CGE analysis with portfolio choice with referencereference to India.
181.. S.T.M. STRAETMANS, Extreme financial returns and their
comovements. comovements.
182.. J.P. KOOIMAN, Topics in the Economics of Environmental Regulation. 183.. P.P.A.A.H. KANDELAARS, Material-product chains: Economic models
andand applications.
184.. N. VAN GIERSBERGEN, Bootstrapping dynamic econometric models. 185.. K.M. SCHILSTRA, Industrial relations and human resource
management:management: A network approach.
186.. H. SUPRATIKNO, Competitive strategy, production organization and
inter-firminter-firm collaboration. A case study of subcontracting arrangements in threethree manufacturing firms in Indonesia.
187.. J. GOUWENS, Interne consistentie in personeelsmanagement: Naar een
typeringtypering van HRM in grote bedrijven in Nederland.
188.. F. POT, Continuity and change of human resource management: A
comparativecomparative analysis of the impact of global change and cultural continuity onon the management of labour between the Netherlands and the United
States. States.
189.. M.J. KLEIJN, Demand differentiation in inventory systems. 190.. J.F.M. SWEEGERS, Coordination, cooperation and institutions. 191.. P. A. DE HEK, Economic growth and fluctuations: A theoretical enquiry. 192.. J. MEIJAARD, Decision making in research and development: A
comparativecomparative study of multinational companies in the Netherlands and the UnitedUnited States.
193.. K.P.B. OLDENKAMP, Derivatives in portfolio management.
194.. C M . M P . WETZELS, Squeezing birth into working life. Household panel
datadata analyses comparing Germany, Great Brittain, Sweden and the Netherlands. Netherlands.
195.. J.M. VAN LEEUWEN, Armoede en koopkrachtongelijkheid; theoretische
beschouwingenbeschouwingen over het effect van inkomensafhankelijke prijzen.
196.. P. FRIJTERS, Explorations of welfare and well-being.
197.. J.A. CABRAL VIEIRA, The evolution of wage structures in Portugal
1982-1992. 1982-1992.
198.. M.J. SMITS, Technology choice and the role of institutions. The case of wheat
andand the input market in Pakistan.
199.. M.T. KÖGEL, Services and economic growth.
200.. D.J.C. VAN DIJK, Smooth transition models: Extensions and outlier robust
inference. inference.
201.. E. KAPER, Panel effects in consumer research - Statistical models for
underreporting. underreporting.
202.. K. SADIRAJ, Albania: Transition to a market economy.
203.. A. RANASINGHE, A pearl of great price: The free education system in Sri
Lanka. Lanka.
204.. P.J. VAN DER SLUIS, Estimation and inference with the efficient method of
moments:moments: With applications to stochastic volatility models and option pricing.
205.. P.G.W. ALDERS, Family ties in an aging world. Causes and consequences of
fertilityfertility shifts.
206.. P. VAN HASSELT, Dynamics of price formation in financial markets.
207.. K. VERWEIRE, Performance consequences of financial conglomeration with an
empiricalempirical analysis in Belgium and the Netherlands.
208.. P.W.T. GHIJSEN, Labour and technology in Japan. An analysis of labour
adjustmentadjustment and technological change.
209.. E. DRISSEN, Government decisions on income redistribution and public
production.production. A political-economic general equilibrium approach.
210.. J. SPREEUW, Heterogeneity of hazard rates in insurance.
211.. G.T. POST, Finding the frontier: Methodological advances in data envelopment
analysis. analysis.
212.. L.D. MEIJERS, Ruimtelijke netwerken van de zakelijke dienstverlening. 213.. R.P. PLASMEIJER, Maintenance optimisation techniques for the preservation
ofof highways.
214.. J. TUINSTRA, Price dynamics in equilibrium models. 215.. P.A. GROENENDIJK, Essays on exchange rate dynamics.
216.. S.M. DE BRUYN, Economic growth and the environment: An empirical
analysis. analysis.
217.. Y. SCHIPPER, Market structure and environmental costs in aviation. A
welfarewelfare analysis of European air transport reform.
218.. E. VAN GAMEREN, The internal economics of firms. An investigation into
thethe labour mobility within firms.
219.. A.J. DUR, Political institutions and economic policy choice.
contingentcontingent valuation.
221.. E.C. VAN DER SLUIS-DEN DIKKEN, Management learning and
development:development: The role of learning opportunities and learning behavior in managementmanagement development and career success.
222.. A.J.H. PELS, Airport economics and policy: Efficiency, competition and
interactioninteraction with airlines.
223.. B. VAN DER KLAAUW, Unemployment duration determinants and policy
evaluation. evaluation.
224.. F. MEDDA, The assembled city: Analyses of multiple urban dimensions. 225.. A.F. TIEMAN, Evolutionary game theory and equilibrium selection. 226.. R.R.P. KOUWENBERG, Dynamic asset liability management.
227.. J.S. SIDHU, Organization mission, business domain orientation and
performance:performance: A conceptual and empirical inquiry.
228.. G. ROMIJN, Economic dynamics of Dutch construction.
229.. M.C. VERSANTVOORT, Analysing labour supply in a life style perspective. 230.. J.JJ. GROEN, Testing multi-country exchange rate models.
231.. C.F.A. VAN WESENBEECK, How to deal with imperfect competition:
introducingintroducing game-theoretical concepts in general equilibrium model of internationalinternational trade.
232.. M.L. NDOEN, Migrants and entrepreneurial activities in peripheral
r r
