• No results found

De grenzeloosheid van de nacht : een kwalitatief onderzoek naar de vorming en uiting van seksuele identiteit in de underground club scene

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De grenzeloosheid van de nacht : een kwalitatief onderzoek naar de vorming en uiting van seksuele identiteit in de underground club scene"

Copied!
36
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De grenzeloosheid van de nacht

Een kwalitatief onderzoek naar de vorming en uiting van seksuele identiteit

in de underground club scene

Reinier van ’t Hert 10448454 reiniervth@hotmail.com Faculteit der Maatschappij en Gedragswetenschappen Bachelorscriptie Sociologie Universiteit van Amsterdam Begeleider: Myra Bosman Tweede lezer: Anna Aalten Aantal woorden:12.791

(2)

Voorwoord

Voor u ligt mijn scriptie ‘de grenzenloosheid van de nacht’, een kwalitatief onderzoek naar de vorming en uiting van seksuele identiteit in de underground club scene. Deze scriptie is geschreven in het kader van de afronding van mijn bachelor sociologie. Aan de hand van het thema ‘gender & sexuality’ heb ik mij vanaf februari 2017 gericht op het onderzoeken van de underground club scene. Een onderwerp waarmee ik mijn passie voor muziek en mijn

interesse voor sociologie perfect kon combineren.

In de afgelopen maanden ben ik veel uit geweest, heb ik veel nieuwe mensen ontmoet en heb ik bovenal ontzettend veel nieuwe inzichten kunnen opdoen die relevant waren voor het onderzoek. Wel bleek het doen van onderzoek in het nachtleven zowel een fysieke als mentale uitdaging. Daarnaast zorgde mijn scriptie onderwerp voor het vervagen van de grens tussen vrijetijdsbesteding en het doen van onderzoek, dit was niet altijd even makkelijk. Deze scriptie voelde dan ook als een ultieme test van mijn vaardigheden als socioloog.

Ik wil mijn respondenten bedanken voor hun tijd en openhartigheid; mijn begeleider Myra Bosman voor alle tijd, energie en de positieve woorden als ik het gevoel had dat het nergens heen ging; mijn familie en vrienden voor hun steun, luisterend oor en inzichten; alle feestgangers met wie ik de afgelopen tijd heb gepraat, gedanst en geafterd en De Plek voor het bieden van een unieke locatie in Amsterdam waar de grenzeloosheid van de nacht in al zijn facetten naar voren kan en mag komen.

Ik wens u veel leesplezier toe, Reinier

(3)

Inhoudsopgave

1. Inleiding 4

2. Theoretisch kader 4

2.1 De ontwikkeling van de club 4

2.2 Mainstream en hip: culturele hiërarchieën 6

2.3 In- en uitsluiting: de rol van identiteit en heteronormativiteit in de club 7

3. Methode 10

3.1 Conceptualisering van de onderzoeksvraag 10

3.2 Dataverzameling 10

3.3 Methodologische inspiratie en uitdagingen in het nachtleven 11

3.4 Het combineren van kwalitatieve methodes 12

3.5 Validiteit en reflectie 13

4. De uitgaanservaring in de underground club scene 15

4.1 De underground cultuur: een onderscheidingsmechanisme 15

4.2 De preparty: Het startpunt van een transformatie 17

4.3 De club creëert de mogelijkheden 19

4.4 Het einde van de nacht, het begin van de afterparty 23

4.5 Belevingen, ervaringen en identiteit 24

4.6 Drugs als factor in seks en seksualiteit tijdens het uitgaan 28

5. Conclusie 31

6. Discussie 33

(4)

1. Inleiding

‘In the beginning, there was Jack, and Jack had a groove. And from this groove came the groove of all grooves. And while one day viciously throwing down on his box, Jack boldly declared "Let there be HOUSE!" and house music was born.’ (Rhythm Controll – My House, 1987).

Het is diep in de nacht, tijd doet er niet meer toe. De muziek staat hard, zo hard dat de lage frequenties je borst doen trillen. Om je heen staan bezwete schimmen van mensen die in het donker als een ritmische machine van links naar rechts bewegen. Het enige licht is een stroboscoop die af en toe aan gaat. Hoe vermoeider je raakt, hoe meer de muziek je mee lijkt te nemen, elke keer dat de DJ de bass weer open draait, voel je een nieuwe energiestroom door je lichaam. Naar huis gaan is geen optie meer, het wordt dansen totdat de muziek stopt en de lichten aan gaan.

Het is het eind van de jaren ’70 wanneer uit de ‘as van de disco’ house muziek

ontstaat. The Warehouse, een club in Chicago, stelt Frankie Knuckles aan als resident DJ. De muziek die Knuckles op die avonden draait, is op dat moment nergens anders te horen. De snelle manier van mixen in combinatie met niet eerder gehoorde edits van oude disco platen, maken The Warehouse al snel the place to be (Arnold, 2012)*.

Naast de muzikale ontwikkelingen was er nog iets anders gaande in house scene1, iets wat al jaren daarvoor begon in clubs als The Loft en Paradise Garage in New York. Deze clubs waren de eerste plekken waar het LHBTQ2 publiek veilig en vrij uit kon gaan (Forde, 2012). Ook Frankie Knuckles zag dit gebeuren: ‘My fondest memory is the mixed crowd. Racially, ethnically, sexually. That was the best thing (…) It was hip to act gay and hang out at gay clubs, but not actually be gay. You figure that one out!’ (Knuckles, geciteerd door Arnold, 2012). De club lijkt meer en meer in een plek te veranderen van vrijheid en grenzeloosheid.

2.1 De ontwikkeling van de club

Het woord ‘club’ is van groot belang voor het begrijpen van de verbintenis tussen de

nachtclubs en de eerder genoemde vrijheid en grenzenloosheid. Het woord club suggereert op * Dit is een zéér beknopte uitleg. De ontwikkeling van de house muziek/scene is op zichzelf al een hele scriptie waard, maar voor dit onderzoek minder relevant 1 groepering die zich kenmerkt door geheel eigen gedrags- en omgangsvormen en waarin een bepaald cultuurverschijnsel centraal staat. 2 Lesbi, Homo, Bi, Transseksueel, Queer

(5)

zichzelf al een mate van exclusiviteit. Niet iedereen krijgt zomaar toegang (Forde, 2012). De context van de club speelt zich buiten werk en privé af. Het zijn plekken van recreatie, plezier en waar identiteit zich vormt (ibid.). De clubs voor het LGBTQ publiek reguleerden

bijvoorbeeld zelf de toegang op basis van seksuele identiteit en gender kenmerken, wie er wel binnen kwam en wie niet werd besloten door de ‘door bitch’ en de bouncers (Forde, 2012). Deze vorm van selectie aan de poort had volgens Forde (2012) een belangrijk doel: het creëren van een plek waar je jezelf kon zijn en vormen van intimiteit konden ontstaan weg van de druk van heteronormativiteit3 (Forde, 2012). De clubs die exclusief of positief open stonden ten aanzien van LHBTQ publiek waren zowel fysiek als sociaal belangrijk voor zij die zich vaak buitengesloten, gemarginaliseerd, of onzichtbaar voelden in de

heteronormatieve publieke ruimte (ibid.). Vanuit dit perspectief biedt de club dus een unieke plek voor de feestganger. Heteronormativiteit is namelijk in beginsel overal. Het is altijd aanwezig in onze individuele en collectieve geest, sociale instituties, culturele gedragingen en kennis systemen (Yep, 2003).

Er is een sterke historische verbintenis tussen de LGBTQ gemeenschap en club cultuur (Garcia, 2014). Maar deze verbintenis lijkt door verschillende hedendaagse ontwikkelingen in de scene te worden vergeten (ibid.). Zo is het moderne publiek door de vercommercialisering van dansmuziek (en dan met name housemuziek) vooral hetero en wit, ver verwijderd van het LHBTQ publiek dat ooit, zwetend tot in ochtend in Chicago, de drijvende kracht was achter het ontstaan van de house (ibid.). De seksuele diversiteit en acceptatie in de club scene neemt de afgelopen jaren juist weer af (ibid.). Naast het historisch besef van het belang van de LHBTQ gemeenschap voor dansmuziek, pleit Garcia (2014) ook voor meer dan dat: ‘with the ongoing mainstreaming of electronic music culture, accompanied by a worldwide

conservative turn, the struggle for sexual diversity in dance music is more urgent than ever.’ (Garcia, 2014). Het draait niet alleen om de club als plek voor LHBTQ publiek, maar als plek waar seksuele diversiteit en identiteit in al z’n vormen kan ontstaan en bestaan.

Het alsmaar populairder worden zoals Garcia (2014) dat beschrijft van met name genres als house en disco heeft ertoe geleid dat anno 2017 elke grote stad een ruim aanbod aan nachtclubs heeft. In het centrum van Amsterdam liggen bijvoorbeeld, op steenworp afstand van elkaar, clubs als De Melkweg, Paradiso en Chicago Social Club waar

laagdrempelig kan worden gedanst op house, disco en alles ertussenin. Pas wanneer je je verder buiten het centrum waagt, kom je terecht bij clubs als Radion, De Plek en Shelter,

3 Heteronormativiteit: de verwachtingen, eisen, en beperkingen die worden geproduceerd wanneer

(6)

clubs die zich als meer ‘underground’ profileren. Door de muziek, het publiek en inrichting bieden deze clubs een hele andere ervaring dan de clubs in het centrum. Een ervaring die meer in overeenstemming lijkt met het oorspronkelijke idee van een club zoals eerder

beschreven in New York en Chicago. De Plek, een van die clubs, profileert zich bijvoorbeeld sterk als club waar iedereen geaccepteerd wordt en kan zijn wie hij/zij wil zijn. Zo stellen zij expliciet op hun site:

‘We verwachten een open houding van onze bezoekers ten opzichte van andere gasten, ongeacht hun afkomst, geslacht, seksuele geaardheid, godsdienst en leeftijd. We behouden ons het recht bezoekers die zich niet aan deze regels4 houden en/of agressief, baldadig, homofoob, transfoob, seksistisch, racistisch of validistisch gedrag tonen uit onze club te weren of te verwijderen. (…) De Plek ziet haar bezoekers graag in een eigenzinnige stijl en vindt het belangrijk dat mensen zich vrij voelen te dragen wat zij willen. (De Plek, 2016).

In minder dan een jaar heeft De Plek een vaste groep mensen voor zich gewonnen. Mensen die er zeer regelmatig te vinden zijn. Later in dit onderzoek zal aandacht worden besteed aan De Plek als onderdeel van de underground club scene in Amsterdam, maar eerst zal verder worden ingegaan op theorieën met betrekking tot het uitgaansleven.

2.2 Mainstream en hip: culturele hiërarchieën

Uitgaan (‘clubbing’) als activiteit en ervaring is in de wetenschappelijke literatuur in jaren 90 al vanuit verschillende perspectieven aan bod gekomen (Wright, 1998; Redhead, 1993; McRobbie, 1994; Rietveld, 1995). Hierbij ligt de focus op uitgaan als onderdeel van een subcultuur van de jeugd (McRobbie, 1994) of beschrijvingen van hoe uitgaan zou ‘voelen’. Zo beschrijft Rietveld (1995) het dansen op house tijdens een uitgaansavond: ‘As the dancer loses a sense of alienation, (s)he is ‘reborn’ in a world where only the music and its rhythm is the law’ (Rietveld, 1995, p. 8). Toch ontbreekt in deze literatuur nog een duidelijk theoretisch kader waar uitgaan als ervaring en sociale activiteit aan kan worden gekoppeld.

Sarah Thornton (1995) biedt wel een theoretische basis met betrekking tot uitgaan. Zij gebruikt het werk van Bourdieu (1984) over smaak, distinctie, en de verschillende vormen van kapitaal in de context van de club. Thornton (ibid.) vormt aan de hand hiervan haar eigen term ‘subcultureel kapitaal’ en verbindt dit aan het concept van de club. De club als

toevluchtsoord voor jongeren waar hun eigen regels gelden en vooral binnen maar tot op

(7)

zekere hoogte ook buiten deze plekken ‘subculturele distinctie’ significante gevolgen hebben (Thornton, 1995). Thornton (ibid.) schetst een beeld van wat in simpele termen de ‘in’ en de ‘out’ crowd kan worden genoemd. Thornton (ibid.) beschrijft club cultuur als smaak cultuur. Het publiek komt samen op basis van gedeelde muzieksmaak, maar vooral de voorkeur voor mensen met dezelfde smaak als die van hen. Er ontstaat een onderscheid aan de hand van kennis en begrip van de desbetreffende club cultuur. Hierbij ziet Thornton (ibid.) een

culturele hiërarchie ontstaan. Een onderscheid tussen het ‘hippe’ en de ‘mainstream’. Mensen die wél een idee hebben wat er zich afspeelt binnen de club en de culturele waarden die hierbij horen tegenover mensen die onwetend zijn.

2.3 In- en uitsluiting: de rol van identiteit en heteronormativiteit in de club

Naast de aandacht voor de club als een plek waar cultureel onderscheid ontstaat, ligt de focus in de literatuur ook op de sociale processen die er zich afspelen. Aan deze sociale processen wordt de vorming van identiteit gekoppeld (MacRae, 2006). Waar eerdere studies het uitgaan zien als een plek zonder grenzen, waar iedereen zich door elkaar heen beweegt (Henderson, 1993; Merchant & Macdonald, 1994), is recent onderzoek meer gericht op het idee dat er juist wel grenzen zijn in en tussen verschillende uitgaansscenes (MacRae, 2006). Bij MacRae (2006) komt een zelfde idee naar voren als bij Thornton (1995), een idee van ‘wij’ en ‘zij’. Mensen in de uitgaanswereld zoeken plekken op waar mensen komen waarmee ze zichzelf kunnen identificeren, die dezelfde kenmerken en culturele kennis hebben (MacRae, 2006). Maar het gaat hierbij niet alleen om mensen die soortgelijke kenmerken hebben, maar ook een soortgelijke manier van uitgaan en levensstijl. Deze manier van uitgaan richt zich op allerlei aspecten van het uitgaan zoals drugsgebruik, manier van dansen, en doel van de avond (ibid.).

Er blijkt een sterk onderliggend proces van identificatie en differentiatie in het uitgaansleven. Het idee van ‘de ander’ wordt gebaseerd op materiële middelen, culturele kennis en sociale netwerken. De ander heeft als belangrijkste doel het creëren van de eigen identiteit en een onderscheid maken, een proces van insluiten en buitensluiten (ibid.). Het insluiten en uitsluiten is met name voor de LHBTQ gemeenschap van belang. Het draagt bij aan de hechtheid van de gemeenschap en zorgt voor een veilige omgeving.

Aan deze ideeën over identiteit ligt het werk van Schutz (1970, 1973, Schutz & Luckmann, 1973) ten grondslag. Zijn werk is de brug tussen conceptuele kaders als die van Bourdieu (1984) en Strauss (1997) over respectievelijk smaak en identiteit. De betekenis die we geven aan de sociale wereld komt voort uit de interactie met elkaar. Onze identiteit staat niet zomaar op zichzelf, maar bestaat in relatie tot onze positie in de sociale wereld (Schutz, 1970). Hierin ligt de basis voor het onderzoeken van individuele ervaringen naar uitgaan en

(8)

identiteit. Ieder individu geeft op zijn/haar eigen manier betekenis aan de wereld om zich heen, en het is aan de onderzoeker om deze ervaringen zo compleet mogelijk te beschrijven. In dit geval zal het gaan om de ervaring van uitgaan en de betekenis die individuen hieraan geven in relatie tot seksuele identiteit binnen de sociale context van de underground club

Identiteit is een terugkerend begrip als het gaat om uitgaan. Malbon (1999) ziet deze relatie tussen uitgaan en identiteit ook. Het publiek kan een sterke invloed hebben op het individu. Hoe anderen zich gedragen, dansen en zich emotioneel open stellen op het feest draagt direct bij aan hoe het individu zichzelf ziet. Wie wel en wie niet bij die ervaring hoort, begint bij de deur van de club, maar speelt zich ook af binnen de ruimte zelf, op de dansvloer (Malbon,1999). Voor Malbon is uitgaan meer dan nachtelijk tijdverdrijf. Hij ziet uitgaan zowel als bijzonder als normaal. Het is voor veel mensen namelijk een ‘speciaal’ en

fundamenteel onderdeel van hun leven, van zowel fysieke als emotionele beweging (Malbon, 1999, p. 188). Uitgaan moet niet alleen gezien worden als ‘uit gaan’, maar als een beleving, als een complete ervaring die verder gaat dan het lichaam bewegen op muziek.

Wanneer wordt gefocust op het seksuele aspect van identiteit, lijkt er ook een proces te zijn van in- en uitsluiting. Seksuele identiteit wil zeggen hoe iemand over zichzelf denkt als het gaat om tot wie diegene zich emotioneel en seksueel voelt aangetrokken (Reiter, 1989). Dit binnen- en buitensluiten is een belangrijk onderdeel bij het ontstaan van een gemeenschap (Johnston & Longhurst, 2009). Hierbij kan het ook gaan om specifiek een gemeenschap waarbij seksualiteit een bepalende factor is. De club is een van de plekken waar dit proces mogelijk plaatsvindt (Johnston & Longhurst, 2009, p. 64). De vorming van een gemeenschap is niet gebonden aan tijd, maar kan juist op zowel korte als lange termijn ontstaan (Johnston & Longhurst, 2009;Thornton,1995). Dit kan dus ook specifiek één feest of zelfs één fase van een feest in een bepaalde club zijn.

Seksuele identiteit lijkt een cruciale rol te spelen in de club scene die sterk gericht is op LHBTQ publiek. De club is vanaf de jaren 70 een plek waar de LHBTQ gemeenschap zich gewaarborgd voelt (Forde, 2012), niet alleen door de locatie, maar ook hoe je daar binnen je seksualiteit kan uiten, door bijvoorbeeld te dansen (Hanne, 2010). Daarnaast heeft de club een belangrijke rol bij het vormen van groepen en gemeenschappen gebaseerd op gedeelde

seksualiteit (Malbon, 1999; Johnston & Longhurst, 2009). Volgens Malbon (1999) is het faciliteren van een plek waar seksuele identiteit vrij kan ontstaan en bestaan zelfs cruciaal. Hierbij gaat het niet zozeer alleen om individuele seksuele voorkeur, maar ook om het aspect van acceptatie en diversiteit. Ben je als feestganger ruimdenkend genoeg om iedereen binnen deze vier muren zijn eigen gang te laten gaan? Sta je open voor een plek waar de (seksuele)

(9)

grenzen van het dagelijks leven er niet toe doen? Dit brengt mij terug bij de eerdergenoemde heteronormativiteit, of beter gezegd, het ontbreken daarvan. Het zijn juist deze LHBTQ georiënteerde clubs die een plek willen bieden waar de dominante sociale normen geen rol spelen (Forde,2012). Tot nu toe is er aandacht besteed aan de verbinding tussen de club als locatie en seksuele identiteit, maar uitgaan werkt daarnaast ook op andere niveaus op het individu waardoor uitingen van seksuele identiteit mogelijk worden gemaakt. Deze

verschillende aspecten en de theoretische basis die aan elk van deze aspecten verbonden kan worden sluiten elkaar niet uit, maar zijn allemaal een stuk van de puzzel.

Wanneer verder wordt gekeken naar de verschillende niveaus waarop uitgaan werkt, is een aantal theoretische benaderingen te onderscheiden. Uitgaan is de transformatie van het individu van de dagelijkse persoon tot feestganger (Kent,2013). Dit kan gekoppeld worden aan The Presentation of Self in Everyday Life van Goffmann (1959). Het individu neemt een rol aan die in overeenstemming is met de sociale context. (ibid.) Naast de transformatie van het individu (Kent, 2013) spelen er zich in het nachtleven ook groepsprocessen af, processen die kunnen worden gekenmerkt als ‘neo tribalism’ (Goulding & Shankar, 2011). Er ontstaat een tijdelijke maar betekenisvolle gemeenschap die een belangrijke factor is in activiteiten die gekenmerkt kunnen worden als escapistisch (ibid.).

De club als locatie die bijdraagt aan de seksuele identiteit van de bezoekers, komt terug in de wetenschappelijke literatuur (Forde, 2012; Malbon, 1999; Johnston & Longhurts, 2009). Maar specifiek de rol van de underground club is hier niet in terug te vinden. Hoe de complete underground uitgaanservaring bijdraagt aan zowel de vorming als uiting van seksuele identiteit, is tot noch toe onderbelicht gebleven. Aan de hand van de

uitgaanservaring in de underground club scene zal ik deze verbinding verder proberen uit te lichten. Hoewel de LHBTQ gemeenschap vanuit een historische perspectief een sterke

verbinding heeft met de underground club scene, wil ik verder kijken dan alleen die groep. De focus ligt dan ook op hoe juist de underground ervaring van het uitgaan een facilitator is voor de vorming en uiting van de seksuele identiteit voor alle feestgangers die zich in deze scene begeven. Hierbij moet worden opgemerkt dat in deze context seksuele identiteit beschouwd wordt als iets dat fluïde kan zijn en niet een vaststaand kenmerk is van een persoon, maar waar een zekere flexibiliteit mogelijk is en dus aan verandering onderhevig is.

(10)

3. Methode

Voor het doen van onderzoek naar vorming en uiting van seksuele identiteit in de

underground scene richt ik mij op de uitgaanservaring in De Plek. Het gaat hierbij om het analyseren van verschillende aspecten van de uitgaanservaring en deze vervolgens te koppelen aan de vorming en uiting van seksuele identiteit.

3.1 Conceptualisering van de onderzoeksvraag

Al eerder is het idee van uitgaan als complete ervaring aangehaald. ‘Uitgaanservaring’ is dan ook een containerbegrip voor alle aspecten die bij het uitgaan betrokken zijn. Dit is het startpunt voor het onderzoeken van de vorming en uiting van seksuele identiteit in de

underground club scene. Faciliteren wil zeggen het mogelijk maken, het creëren en bijdragen aan. Vorming en uiting wil zeggen dat het niet alleen gaat om hoe mensen hun seksuele identiteit beleven maar ook op welke manier dit naar buiten wordt gebracht en verandert binnen de onderzochte setting. De setting wordt aangegeven met de woorden ‘underground’ en ‘club scene’. De club geeft de eigenschap van de locatie aan. Het woord ‘underground’ is in veel opzichten een problematisch begrip. Het is namelijk zonder verduidelijking geen goede afbakening voor de club scene die onderzocht wordt, omdat het idee van wat wél underground is en wat niet een grote mate van subjectiviteit bevat. Ik definieer underground hier volgens een eigen definitie: als muziek en de culturele aspecten van deze muziek waar een selecte groep mensen kennis van heeft en die gekarakteriseerd kan worden door een hoge mate van originaliteit en experimentatie. Ook wordt de underground niet of in zeer geringe mate beïnvloed door standaarden of rages zoals die gevormd worden door populaire media.

3.2 Dataverzameling

Om te onderzoeken hoe de uitgaanservaring verbonden is met seksuele identiteit is gekozen voor een kwalitatief onderzoek, omdat het uitgangspunt van kwalitatief onderzoek is het begrijpen van de sociale wereld door het beschrijven en analyseren van individuele

ervaringen. Hiervoor combineer ik twee methoden van waaruit ik mijn analyse zal maken: interviews en participerende observatie. In paragraaf 2.3 zal ik dieper ingaan op de

overwegingen voor het gebruik en combineren van de methodes. De interviews zijn afgenomen met mensen die naar feesten in deze specifieke scene gaan. In deze interviews stond de eigen ervaring van respondenten centraal. Om respondenten de ruimte te geven om hun eigen ervaring goed te beschrijven, werd gebruik gemaakt van semi-gestructureerde interviews. Een topiclist gaf sturing aan de onderwerpen die van belang waren voor het onderzoek, maar er was hierdoor wel genoeg ruimte voor flexibiliteit (Bryman, 2008).

(11)

Respondenten werden geselecteerd binnen mijn persoonlijke netwerk, mensen die ik eerder had ontmoet op feesten en kennissen van deze mensen. Ik heb bewust gekozen om geen selectie toe te passen wat betreft seksuele voorkeur omdat ik zo respondenten wilde

benaderen zonder enige mate van selectie met betrekking tot dit aspect. Ook omdat de focus van het onderzoek niet specifiek lag op LHBTQ publiek.

Het observatie gedeelte van het onderzoek heeft plaatsgevonden in een club in

Amsterdam. Er is gekozen om te focussen op één specifieke club. Deze focus heeft meerdere redenen: bekendheid met de locatie, toegankelijkheid, tijd en netwerk. De Plek is bekend terrein, ik kom er sinds de opening in januari 2016 met enige regelmaat, ik ben vertrouwd met het publiek en ben ook gewend om er nuchter en alleen heen te gaan. Dit werkt aan de ene kant in mijn voordeel bij contacten leggen met feestgangers en bij aspecten van de ervaring op en rond de dansvloer zo compleet mogelijk te beschrijven. Het nadeel is dat de scheidslijn tussen onderzoeker en feestganger dun is en dat respondenten mogelijk geneigd zijn om minder te vertellen omdat ze het idee hebben dat je toch wel weet wat ze bedoelen. Om die reden was het doorvragen na een antwoord van groot belang, zowel tijdens de interviews als tijdens gesprekken tijdens de observatie nachten.

3.3 Methodologische inspiratie en uitdagingen in het nachtleven

Garcia (2013) legt de basis voor een methodologische leidraad voor onderzoek in het

nachtleven. Etnografisch onderzoek voor de sociale wetenschappen heeft een robuuste basis in de literatuur, maar onderzoekers die zich richten op het nachtleven hebben tot nu toe altijd deze methoden moeten aanpassen voor het onderzoeken in dit veld (Garcia, 2013).

Er is een aantal uitdagingen als het gaat om veldwerk in het nachtleven (Garcia, 2013). De onderzoeker heeft namelijk met een aantal factoren rekening te houden. Om te beginnen is het belangrijk om het nachtleven te respecteren. De club is voor mensen een plek waar ze gebruik maken van de sociale en fysieke afstand ten opzichte van het ‘normale leven’. Als onderzoeker heb je rekening te houden met het feit dat sommige mensen hun nachtleven zien als een privé aangelegenheid, dat niet naar buiten gebracht hoeft te worden (ibid.). Naast voorzichtig zijn met bepaalde kennis en informatie, speelt een aantal andere zaken een belangrijke rol. Het opbouwen van vertrouwen is van belang, zeker in scenes die meer

‘underground’ zijn, ook zelf vertrouwd raken met de scene die je onderzoekt is daar onderdeel van. Zo krijg je makkelijker toegang tot belangrijke personen, evenementen, en groepen (ibid.). Naast de sociale normen en waarden van het nachtleven, zijn ook praktische zaken een mogelijke uitdaging. Zo zijn er de kosten (feesten/festivals kosten geld: toegang, drankjes, eten), maar ook het fysieke aspect (’s nachts, veel uren, dansen) (Garcia, 2013).

(12)

De observaties bestonden uit vier zaterdagen in De Plek. Elke avond was ik tussen 23:00 en 00:00 aanwezig, als de club net open was, om zo elke keer te starten met een vrijwel lege club en de opbouw van de avond in z’n geheel mee te kunnen maken. De avond eindigde meestal tussen 06:00 en 08:00, dit had vooral te maken met vermoeidheid. Soms was het feest dan nog niet ten einde, maar was het fysiek niet mogelijk om langer te blijven. Notities

werden opgeschreven gedurende de nacht in mijn telefoon. Dit waren voornamelijk

gedetailleerde beschrijvingen van specifieke situaties, anekdotisch materiaal dat voortkwam uit terloopse gesprekken met allerlei mensen op die avond, en soms ook vragen die bij me naar boven kwamen ter reflectie. Wanneer de nacht ten einde was en ik thuis aankwam, schreef ik een korte algemene reflectie op de nacht met enkele kenmerken. De observaties werden vervolgens binnen twee dagen volledig uitgetypt met zo veel mogelijk details.

De gedetailleerde beschrijvingen van Malbon (1999) dienen als belangrijke

inspiratiebron voor het zo compleet mogelijk bevatten en beschrijven van het uitgaan in de underground scene, dit komt ook terug in de manier waarop voor dit onderzoek data is verzameld: de interviews richten zich meer op de beschrijvende kant, terwijl de observaties voor een belangrijk deel om het bevatten van de nacht gaat. Naast het theoretische aspect hecht Malbon (1999) veel waarde aan de beleving van de uitgaansnacht. Door middel van interviews met feestgangers, maar ook het zelf meemaken van avonden uit van begin tot eind met hen, is geprobeerd een zo alomvattend mogelijk beeld te krijgen van het uitgaan. Van het naar de club gaan tot het dansen, de muziek, het drugsgebruik, elk aspect van de ‘consumptie’ van de nacht. Waar literatuur tot dan eigenlijk geen of te vage beschrijving gaf van de

daadwerkelijke ervaring van een uitgaansnacht, doet Malbon (1999) dit juist heel specifiek. Hij ziet uitgaan dan ook als een uitgaanservaring, die thuis begint bij de voorbereidingen en pas eindigt wanneer je weer in bed ligt (Malbon, 1999). Vanuit dit gedachtegoed vonden mijn observaties dan ook plaats. Het is een routine, iets normaals maar ook iets waar juist een diepere betekenis aan verbonden kan worden. Iets wat meer is dan alleen vermaak en waar diepere sociale processen, zoals de vorming en uiting van seksuele identiteit, zich kunnen afspelen.

3.4 het combineren van kwalitatieve methodes

Dataverzameling bestaat uit twee componenten, de interviews en participerende observatie. Hieruit zijn een aantal kerninzichten gehaald. Deze inzichten zijn vervolgens naast de

observaties gelegd en met elkaar vergeleken. De voornaamste reden voor het combineren van twee manieren van dataverzameling is dat het om een subjectieve ervaring gaat op een

(13)

mij als onderzoeker in het veld begeef en daardoor zelf onderdeel ben van de ervaring, helpt dit bij het krijgen van een completer begrip van de uitgaanservaring. Deze manier van participerende observatie kan worden beschreven als intensief. De onderzoeker probeert volledig ondergedompeld te raken en gaat actief en intensief met de betrokkenen om (Reulink & Lindeman, 2005).

De interviews hebben als doel het zo duidelijk mogelijk naar voren krijgen hoe de respondenten feesten op zulke plekken ervaren, wat voor betekenis zij geven aan die

specifieke ervaringen, en hoe deze ervaring betekenis heeft voor hun sociale leven, identiteit, maar bovenal seksuele identiteit. Wanneer bevindingen alleen gebaseerd zouden zijn op hoe anderen de uitgaansnacht ervaren en beschrijven, zou dit waarschijnlijk te kort doen aan wat er op zo’n plek allemaal gebeurt. Vandaar dat minstens net zo veel waarde is gehecht aan observaties. Hoewel in eerste instantie de insteek was om de observaties als ondersteuning te gebruiken, als het ware om te reflecteren op wat respondenten beschreven in interviews, is gedurende het onderzoek de rol van de observaties en gesprekken op de locatie steeds belangrijker geworden. Uiteindelijk hebben de observaties dan ook de basis gelegd voor de structuur van de analyse. De interviews werden gebruikt ter verduidelijking, om eventuele contrasten aan te geven, of voor bevestiging van de processen die zich afspeelden in de nacht.

Participerende observatie verschilt op verschillende manieren van gewone observaties (Spradley, 1980). Bij participerende observatie maakt de onderzoeker zelf onderdeel uit van de sociale situatie, maar hij moet daarnaast ook observeren. Ook moet de onderzoeker zich bewust van alle dingen die anderen als normaal zien en dit moet met een brede blik gebeuren. Er moet zowel aandacht worden besteed aan details als aan het geheel (ibid.). De onderzoeker moet zich kunnen bewegen tussen de perspectieven van de insider en de outsider (ibid.). Als het doel is om complete inleving te bereiken, is het belangrijk om de switch te kunnen maken tussen de beleving als insider en de analist (Jorgensen 1989, geciteerd door Bernard, 2011). Om deze switch te kunnen maken is daarom reflectie van belang (Spreadley, 1980).

In mijn eigen participerende observatie heb ik getracht deze aspecten constant in acht te nemen. Na elke observatienacht vroeg ik dan ook mezelf af hoe ik de volgende keer weer nieuwe stappen kon maken om succesvol deel te nemen aan de sociale situatie en toch de focus op het onderzoek te kunnen houden.

3.5 Validiteit en Reflectie

In dit onderzoek gaat het om de beleving van een specifieke groep mensen in een specifieke situatie. Er wordt alleen aandacht besteed aan hun beleving. Hiernaast komen mijn eigen observaties vanuit diezelfde belevingswereld. Wanneer ik niet de rol van onderzoeker

(14)

aanneem, maak ik zelf onderdeel uit van die wereld en deel ik in veel opzichten de visie van mijn respondenten. Hierin ligt dan ook een gevaar met betrekking tot objectiviteit en

tunnelvisie. Daarnaast moet worden gerealiseerd dat er limieten zijn met betrekking tot de hoeveelheid data die verzameld kan worden in een kwalitatief onderzoek van deze schaal.

(15)

4. De uitgaanservaring in de underground club scene

De kern van het onderzoek is de verbinding tussen de underground uitgaanservaring en seksuele identiteit. In de analyse zullen verschillende aspecten van deze uitgaanservaring naar voren komen. De aspecten spelen op hun eigen wijze een rol bij de vorming en uiting van seksuele identiteit. Er wordt aandacht besteed aan de setting en de beleving. Zowel het fysieke als mentale aspect van de underground uitgaanservaring.

4.1 De underground cultuur: een onderscheidingsmechanisme

De uitgaanswereld bestaat niet uit één grote groep mensen, er bestaan verschillende scenes, die gebaseerd zijn op gedeelde kenmerken, normen, waarden, gebruiken en kennis. Binnen zo’n scene zijn sub-scenes, die zich ook weer onderscheiden. Met de ‘underground scene’ wordt dan ook niet één specifieke sub-scene bedoeld, maar wordt er een invulling gegeven aan eigenschappen die al deze sub-scenes met elkaar gemeen hebben. Deze eigenschappen zijn verwant aan de definitie van de underground zoals die opgesteld is voor dit onderzoek: als muziek en de culturele aspecten van deze muziek waar een selecte groep mensen kennis van heeft en die gekarakteriseerd kan worden door een hoge mate van originaliteit en experimentatie. Ook wordt de underground niet of in zeer geringe mate beïnvloed door standaarden of rages zoals die gevormd worden door populaire media.

De definitie van de underground is van belang om te begrijpen binnen welke grenzen de onderzochte uitgaanservaring zich bevindt. Daarnaast is de underground in de meest letterlijke zin, het ondergrondse, het niet zichtbare, op zichzelf ook een aspect van de

uitgaanservaring wat een effect heeft op de vorming en uiting van seksuele identiteit. Jim ziet een duidelijke verbinding tussen de underground en het comfortabel voelen met zichzelf: ‘Ja dat minder toegankelijke, en dat je meer je best moet doen om het te snappen. Dat maakt het ook meer waard. En dan sta je met mensen die dat dus ook doen en dan voel je je meteen meer relaxt, veel vrijer.’

De toegankelijkheid heeft te maken met dat feesten vaak nauwelijks worden gepromoot, en relatief weinig mensen zijn bekend met de locatie en de muziek die er wordt gedraaid. Dit staat ook weer in verbinding met het beschikken over de juiste kennis, kennis van de muziek, de DJ’s, de locatie. Anders gezegd: het beschikken over het juiste subculturele kapitaal (Thornton, 1995). Dit zorgt ervoor dat mensen die wel over deze kennis beschikken zich sterker verbonden voelen met elkaar en zich meer op hun gemak voelen. Ruben verbindt ook deze underground kenmerken aan een mate van geslotenheid, maar daardoor ook vrijheid:

(16)

‘Juist doordat het minder bekend is bij mensen, weet je dat over het algemeen de mensen die er wel komen dezelfde dingen zoeken in een feest. En ja ook dezelfde dingen normaal vinden zoals dat mannen met elkaar zoenen op de dansvloer of leer aan hebben of vrouwen alleen hun BH of doorzichtige shirtjes met niks eronder. Omdat het echt zo’n kleine groep is, is dat makkelijker’

De mate van bekendheid heeft als gevolg dat er slechts een selecte groep mensen toegang heeft tot de scene. Deze groep mensen creëert een setting waarin een verschuiving plaatsvindt van wat als normaal gezien wordt, bijvoorbeeld wat vrouwen kunnen dragen op een feest of de mogelijkheid om als man openlijk met een andere man te zoenen.

Allereerst zijn de kenmerken die respectievelijk Jim en Ruben toeschrijven aan hun scene, de underground techno scene, overeenkomstig met de kenmerken van een niche cultuur (Thornton, 1995). Het is juist in zo’n niche cultuur waar het experimenteren met seks en ontdekken van seksualiteit kan bestaan (ibid.). Wanneer er een cultuur wordt gecreëerd waar een groep mensen bij elkaar komt die de waarden van de underground scene uitgedragen, dan is inherent aan zo’n plek de vrijheid om op een alternatieve manier om te gaan met seks en seksualiteit. Deze cultuur wordt niet per se alleen uitgedragen door de mensen die zich binnen de cultuur begeven, maar dit komt bij De Plek ook terug in het gevoerde beleid van de club. Voorbeelden hiervan zijn het plakken van stickers op de camera van je mobiele telefoon zodat er geen foto’s kunnen worden gemaakt of het geringe gebruik van sociale media om feesten onder de aandacht te brengen.

Wanneer respondenten gevraagd wordt naar hun ervaringen in de mainstream club cultuur, geven alle respondenten aan dat sinds ze uitgaan naar underground clubs er geen plek meer is voor mainstream clubs. Voor Dennis heeft dit verschillende redenen:

‘Die muziek doet me gewoon helemaal niks, dat vooral, maar er heerst ook een hele andere sfeer. Iedereen komt er alleen maar om dronken te worden, allemaal van die groepjes’

Ook Lara voelt niks voor het uitgaan naar wat zij als mainstream clubs beschouwt:

‘Nee daar ga ik echt nooit heen, de laatste keer kan ik me niet eens herinneren. Totaal niet mijn type muziek en publiek. Van die mannen in overhemden, vrouwen in jurkjes en hoge hakken en zo’

(17)

Zowel Dennis als Lara schrijven kenmerken toe aan de mainstream club die niet in

overeenstemming zijn met underground kenmerken. Deze kenmerken zijn deels gebaseerd op eigen ervaringen uit het verleden, maar bij Lara is ook te zien dat hoewel ze nooit in dit soort clubs te vinden is, ze wel een idee lijkt te hebben over wat zich daar afspeelt en hoe dit anders is dan de eigen club cultuur. Het noemen van dit soort kenmerken is een manier om een onderscheid te maken. Hoe de ‘ander’ verschilt van de eigen groep en hoe deze verschillen ervoor zorgen dat men zich daar niet op zijn gemak voelt. Dit staat in verbinding met MacRae (2006). Mensen gaan uit naar plekken waar ze zichzelf kunnen identificeren. Feestgangers zoeken mensen met gelijke kenmerken op. Zo is te zien hoe Dennis en Lara uitgaanslocaties vermijden waarvan ze het idee hebben dat er mensen komen die niet overeenkomen met hoe ze zichzelf zien en wat ze belangrijk vinden aan een feest.

4.2 De preparty: het startpunt van een transformatie

De uitgaansavond kent een bepaald startpunt. Dit is wanneer het plan om naar een feest te gaan realiteit wordt. Dit startpunt komt vaak overeen met het samenkomen van mensen op een vooraf afgesproken plek. Wanneer er uit wordt gegaan met vrienden is dit de plek waar er een sfeer wordt gecreëerd voor de rest van de avond, waar men in de stemming komt. Het is opwarmen vóór de avond, maar tegelijkertijd ook al een onderdeel van de uitgaanservaring. Voor alle respondenten is de preparty in bepaalde mate van belang voor de beleving van de avond. Voor Jim geeft het hebben van een preparty meer waarde aan de

uitgaansavond:

‘Meestal is het thuis en dan muziek luisteren en dan toch altijd wel een beetje kriebelig, zenuwachtig, zegmaar gewoon dat je er zin in gaat krijgen in plaats van dat je meteen vanuit werk erheen gaat en daar aankomt, dat maakt het iets specialer voor mij’.

Ruben voelt iets soortgelijks:

‘sowieso als ik met vrienden ga altijd van te voren afspreken, dat zijn de meest memorabele avonden als je het zo aanpakt’.

Wanneer de preparty ontbreekt doet dit dan ook tot op zekere hoogte afbreuk aan de sfeer. Zo geeft Lara bijvoorbeeld aan:

(18)

‘als ik meteen naar het feest ga, is het op zich prima, maar het kost wel meer moeite om er in te komen’.

Een steeds terugkerend onderdeel van de preparty is wat kan worden omgeschreven als een transformatie. Respondenten focussen in eerste instantie vooral op de ‘zin’ om te feesten, de mentale transformatie, maar daarnaast lijkt er ook sprake van een transformatie in fysieke zin. Dit komt naar voren in bijvoorbeeld het aantrekken van andere kleding die in

overeenstemming is met de sfeer in de club. Merel zegt hierover:

‘(…)en soms heb ik niet eens echt zin, maar dan gaan we chillen, trek ik wat anders aan, en dan is het plotseling van, ja, let’s go!’.

De fysieke verandering van outfit zorgt ervoor dat Merel meer zin krijgt in het feest. Ook dit kan een middel zijn voor het bereiken van de juiste stemming

De eerste fase van de uitgaansavond is ook de eerste stap in de uitdraging van een identiteit die meestal niet, of in geringe mate zichtbaar is in het dagelijks leven. De eerder genoemde fysieke en mentale transformatie lijkt in zekere zin op het aannemen van een alter ego. Lara ziet bij haarzelf een groot verschil tussen het leven doordeweeks en wat er in het weekend zich afspeelt:

‘Als ik uitga voel en gedraag ik me ook wel anders ja, die versie van Lara zie je niet op werk. Bijna niemand weet daar ook dat ik bijna elk weekend naar De Plek ga of wat daar überhaupt gebeurt’.

Voor Lara zijn het twee verschillende werelden, waarbinnen ze zich op een andere manier gedraagt. Ook Jim benoemt een verschil tussen zijn dagelijks leven en het uitgaan:

‘Het voelt wel een beetje als iets wat totaal af staat van het normale leven. Doordeweeks zie je ook mensen met totaal andere interesses. Dan praat je over andere dingen, zij kennen de Jim die naar feesten gaat niet. En op vrijdag gaat dan de knop om’

De preparty is een middel om comfortabel te worden met de normen en waarden, gedragingen en gevoelens die in overeenstemming zijn met de nacht. In de club, en zeker binnen een setting met een underground focus, gelden namelijk andere regels. De preparty kan worden

(19)

omschreven als een vast ritueel, iets dat erbij hoort. Het is het samenkomen van een groep mensen met hetzelfde doel. Hierbij horen ook bepaalde gebruiken die bij deze groep feestgangers (vrijwel) altijd aanwezig zijn. Er wordt door de aanwezige mensen een sfeer gecreëerd die in overeenstemming is met de sfeer op een feest. Onderdeel van het creëren van deze sfeer zijn met name muziek, het praten over verwachtingen van de avond, andere

uitgaansplannen voor andere weekenden en/of dagen, indrinken en het gebruik van drugs. Hoe respondenten het effect van de preparty omschrijven komt terug bij Kent (2013):

‘Getting ready’ is therefore a ritual where the individual knowingly creates a symbolic image of their body, an act which mentally and physically transforms them into a clubber and prepares them to enter the liminal space of the club.’ (Kent, 2013, p.82). De manier van voorbereiden werkt dus op verschillende niveaus, zowel fysiek als mentaal, en daarbij dus ook zowel voor de persoon zelf als wat hij uitdraagt naar zijn omgeving.

Het ritueel helpt bij de overgang naar een wereld waarin andere sociale normen gelden. Het losbreken van sociale normen en mechanismes zoals heteronormativiteit (Forde, 2012) en gender stereotypering. Het individu wordt een feestganger die een totaal nieuwe identiteit tot zich kan en mag nemen en wie de feestganger is als seksueel persoon en hoe hij die seksualiteit uit, is hier ook onderdeel van. Het is het begin van het vervagen van

persoonlijke en sociale grenzen.

Het idee van transformatie door de preparty kan worden gekoppeld aan the

presentation of self in everyday life van Goffmann (1990). Mensen presenteren zich op een bepaalde manier. De manier die bij hun aangenomen rol en dus hun vaak tijdelijke of alternatieve identiteit past. Een van de manieren om de aangenomen rol over te brengen is door middel van kleding. Hierdoor kunnen signalen worden overgebracht en iemands

identiteit geuit (Goffmann, 1990). Dit werkt in het nachtleven net zo als in het dagelijks leven. Dit zijn factoren helpen bij het overbrengen van de nieuwe rol, die van de feestganger (Kent, 2013). De preparty is dus de eerste stap in de alternatieve wereld van de nacht, waar een begin wordt gemaakt voor het aannemen van een alternatieve identiteit, of in ieder geval een

identiteit die in het dagelijks leven niet of minder vaak getoond wordt.

4.3 De club creëert de mogelijkheden

Wanneer er is voorbereid op het feest door middel van een preparty, wordt voor de

feestganger de avond voortgezet in de club. De rol die eerder is aangenomen, kan nu tot uiting worden gebracht. Bij de ervaring in de club spelen tal van factoren een rol. De ervaring is niet simpelweg dansen op muziek met mensen, het is een aaneenschakeling van allerlei details, waarvan sommige vast staan, en andere per avond verschillen. De belangrijkste thema’s

(20)

hierbij zijn de relatie tussen de sfeer en de inrichting van de club, , welke aspecten bepalend zijn voor de sfeer en hoe dit verbonden kan worden aan de mogelijkheden tot het vormen en uiten van seksuele identiteit.

Het eerste aspect is verbonden aan de inrichting. Een club heeft vaak meerdere ruimtes. Een dansvloer, rookruimte, toiletten, en eventueel ‘chill’ ruimtes en/of ruimtes voor randprogrammering. De inrichting is dan ook een van de centrale factoren die bijdraagt aan de sfeer, of anders gezegd het kader biedt waarbinnen sfeer kan worden gecreëerd , zo zegt Lara over de inrichting van de club:

‘(…) Er zijn wel veel dingen belangrijk daaraan. Het geluidssysteem natuurlijk, maar ook waar je kan chillen, waar je kan roken, hoe de bar werkt, extra dingen zoals kunst, maar ook zelfs de toiletten. Het is niet alleen de dansvloer, al die kleine dingen bij elkaar maken het tot wat het is’

Het zijn dit soort aspecten die als het ware samenwerken met de feestganger om een sfeer te creëren. Er ontstaat een wisselwerking tussen de club en de feestganger. Er worden handvaten geboden om de beoogde sfeer te bewerkstelligen, maar het is aan de feestganger in welke mate deze handvaten worden gebruikt. Dennis ziet dan ook niet de club maar de feestganger als belangrijkste factor in dit proces:

‘Kijk, natuurlijk draagt de club bij aan de sfeer, maar wij moeten er uiteindelijk wat van maken. Ik denk ook dat hoe rauwer de locatie, hoe meer er zegmaar wordt overgelaten aan het publiek. Dan zijn wij degene die er wat van moeten maken, dan is het ook gewoon oprechter, niet zo voorbedacht’

Wanneer Dennis het idee heeft dat de club zelf weinig invulling geeft aan de sfeer, verbindt hij hieraan een mate van oprechtheid. Er wordt dan een gewenste sfeer gecreëerd vanuit de intentie van het publiek, niet vanuit de intentie van de locatie. Hoewel Dennis niet direct de verbinding ziet tussen de rauwheid en van de club en de verbinding met de sfeer, lijkt dit op een locatie als De Plek wel degelijk een specifieke functie te hebben voor de sfeer.

Voor het begrijpen van de context van de club is de specifieke inrichting van De Plek van belang voor het begrijpen van de aspecten die bijdragen aan de sfeer. De entree is de ingang van een oud gebouw. Direct achter de ingang staan twee tafels. Bij deze tafels worden bezoekers gefouilleerd. Dan loop je door naar de kassa en kaartjes controle. Je loopt een soort

(21)

aula binnen. Hier bevindt zich de garderobe. Wanneer je rechts van de garderobe door twee grote zwarte klapdeuren loopt, zie je verder in de hal twee trappen naar beneden. Deze

trappen leiden je naar beneden waar de dansvloer en de grote bar zich bevinden. De dansvloer is een rechthoekige ruimte met een paar betonnen pilaren. Aan de zijkant bevinden zich kleine verhogingen. Voorin staat de DJ booth. Via de zijkanten kan je ook naast of achter de booth staan. De bar bevindt zich aan de andere kant van de ruimte een heel stuk van de dansvloer vandaan. Het is er donker, zo donker dat je nauwelijks meer kan zien dan degene die er direct naast je staat. Boven zijn een paar ruimtes, waarvan de meeste niet altijd open zijn. Een ruimte met een paar banken, aansluitend een rookruimte, een andere dansvloer die alleen open is tijdens speciale weekenden of op de zondag, twee verschillende gender neutrale

toiletruimtes, een darkroom en een binnentuin. De ruimtes zijn sober, simplistisch en ongepolijst.

Elk aspect van de locatie vervult ook weer een eigen rol in de ruimte. De dansvloer richt zich op de individuele en meer anonieme ervaring die vooral gericht is op de muziek. De ruimtes boven richten zich op de sociale ervaring. Hier wordt gepraat en gerelaxed. De

inrichting van de club is vergelijkbaar met het de ‘fronts’ van Goffmann (1959). De fronts zijn elementen van de opvoering, zoals een locatie, die de situatie creëren waarin de ‘acteur’ en het publiek zich bevinden (ibid.) Hoe sterk de club zich profileert heeft ook weer invloed op de rol die de bezoeker aanneemt in de sociale omgeving. De Plek programmeert op de vrijdag bijvoorbeeld hele andere artiesten dan op de zaterdag. De vrijdag is meer gericht op House en Disco, terwijl de zaterdag meer gericht is op Techno. Dit dwingt bezoekers tot op zekere hoogte dan ook om zich te schikken naar de sfeer die de respectievelijke genres met zich mee brengen. Ruben omschrijft het verschil tussen deze avonden als volgt:

‘(…)Vrijdag is gewoon vrolijker, meer casual , mensen komen minder snel voor specifieke DJ’s, het is gewoon wat laagdrempeliger denk ik dan zaterdag. Op de zaterdag komen meer de vaste bezoekers. De muziek is dan wat moeilijker, of ja hoe zeg je dat, je moet er meer je best voor doen om het te kennen. Dan zijn er ook gewoon meer leuke mensen, mensen die echt komen voor de ervaring en het ook snappen. De sfeer is dan veel vrijer, misschien ook wel duisterder en intenser, maar dat vind ik juist chill’

Alle eerder genoemde factoren spelen zijn van belang voor het aantrekken van mensen die samen met wat de club te bieden heeft de sfeer creëren . Maar in het geval van De Plek is hier nog een extra component aanwezig, iets wat volgens alle respondenten van cruciaal belang is

(22)

voor wat er zich binnen de muren afspeelt, namelijk is het deurbeleid. Lara zegt over het deurbeleid:

‘Ik ben tegen deurbeleid dat alleen gericht is tegen mensen die zich op een bepaalde manier kleden of toeristen zijn, ook omdat ik zelf uit het buitenland kom, als ik dan niet wordt binnengelaten omdat ik het niet in het Nederlands zei, maar ik denk wel dat het belangrijk is dat je weet wie er draait, wat voor muziek er wordt gedraaid. Op die manier laat je wel mensen binnen die weten wat voor sfeer en muziek ze moeten verwachten, zodat ze makkelijker opgaan in het publiek en een beter atmosfeer creëren’

Ook Jim ziet een zekere paradox in het deurbeleid maar ziet ook de rol ervan bij het bereiken van de gewenste sfeer:

‘Zo’n deurbeleid is een filter, je sluit zowel mensen uit als in, maar die uitsluiting creëert juist de sfeer die je wil hebben. Mensen die weten hoe het er aan toe gaat, die niet oordelen. Daardoor durf ik meer mezelf te zijn, er wordt niet geoordeeld als alleen mensen binnen zijn die op hetzelfde level zitten. Het zijn allerlei soorten mensen niet echt één type maar de sleutel is de ‘open-mindedness’. Daardoor ontstaat die sfeer van acceptatie en vrijheid, juist wat ik zoek’

Dit is het proces van in- en uitsluiting (Thornton, 1995) en creëren een zekere mate van exclusiviteit (Forde, 2012). Dit gebeurt door de muzieksoort, maar ook de verwachting van bezoekers dat ze snappen wat die muziek inhoudt. Het deurbeleid bewaakt de gecreëerde norm van de club, waar vrijheid en acceptatie, ongeacht iemands individuele kenmerken, van groot belang zijn. Pas wanneer feestgangers het gevoel hebben dat deze kernwaarde door iedereen aanvaard worden, durft men zich helemaal te geven. Op de avonden met de meest vrije en euforische stemming, is er ondanks individuele verschillen één grote gemene deler: Het maakt niemand uit hoe de ander eruit ziet of hoe de ander zich gedraagt, wat iemands afkomst is en tot wie iemand zich aangetrokken voelt. Er is sprake van een gedeeld bewustzijn (Durkheim, 1912). Dit is bijvoorbeeld op de dansvloer te zien. Iedereen is enerzijds individueel aan het dansen maar tegelijkertijd ook met z’n allen. Drinken en sigaretten worden gedeeld, niet alleen binnen de directe sociale kring, maar ook tussen mensen die elkaar net voor het eerst hebben ontmoet.

(23)

De inrichting en beleid van de club zijn bepalende factoren die ervoor zorgt dat er een sfeer ontstaat waar de feestganger zelf invulling kan geven aan de beleving. Hierdoor voelt de feestganger zich meer op zijn gemak om zich te uiten op een manier die past bij zijn eigen gevoel, ook al zouden deze uitingen normaal gesproken als ‘extreem’ of ‘apart’ worden gezien. Dit zorgt er dus ook voor dat seksuele identiteit hierbinnen zich kan vormen en uiten zonder dat normen en waarden van het dagelijks leven doorwerken op de feestganger. De Plek biedt in ieder geval de mogelijkheid aan de feestganger om deze ervaring te hebben. Dit is hoe de context van de underground club een bijdrage kan leveren aan de vorming en uiting van seksuele identiteit.

4.4 Het einde van de nacht, het begin van de afterparty

De nacht is niet eindeloos, het feest stopt, het weekend stopt. De lichten gaan aan en de laatste plaat is gedraaid. Meerdere respondenten beschrijven het moment dat er een zekere realisatie optreedt. Dit gebeurt vaak in de ochtend, aan het einde van een feest. Wanneer de feestganger buiten de club staat en het feest voorbij is, wanneer er weer de confrontatie is met de realiteit. Deze geforceerde verandering van setting wordt soms ook als problematisch ervaren. Zo zegt Tom:

‘(…)Vooral als we dan voor de club staan, dan kijk je elkaar echt zo aan van “pff”, nou dat was het weer. Binnen maakte het allemaal niet uit, en dan wordt je zegmaar gewoon

gedwongen om weer met het echte leven bezig te zijn, wat dan gewoon kut is dus dan ga je maar naar een after, ook gewoon om het uit te stellen, je wil gewoon in die wereld blijven.

Veel feestgangers hebben moeite met het einde, wanneer de ervaring stopt. Maar dit is niet alleen een moment van confrontatie met de realiteit, dit is voor feestgangers ook een moment van reflectie (Malbon, 1999). Voor de deur van de club wordt nagepraat, gelachen, en worden plannen gemaakt, voor nu, voor morgen, zelfs voor volgende week.

Sommige feestgangers gaan slapen, anderen zoeken een afterparty. Dit is meestal bij iemand thuis of een ander feest dat nog/al bezig is. De afterparty heeft een specifieke functie in de uitgaansnacht.

Jim: ‘(…) Ja de after is wel belangrijk, niet per se het belangrijkste voor mij, ik ken wel mensen voor wie dat wel zo is ja. Je leert daar gewoon mensen echt kennen die je alleen kent van feesten zegmaar. Dan heb je pas echt goeie gesprekken.

(24)

Sanne: Op zo’n after zie je iemands echte kant ofzo. Mensen die ik nauwelijks kende en dan ging afteren dan leer je ook een andere kant van iemand kennen, die je in De Plek niet ziet. (…) Je neemt daar gewoon meer de tijd voor elkaar enzo, dan gaat het allemaal wat dieper.

Sociale relaties worden verder uitgediept op de afterparty en dit gebeurt niet alleen op vriendschappelijk niveau, maar ook op het niveau van relaties en seks. Dennis geeft aan hoe de after na een nacht in De Plek hieraan bijdraagt:

‘Als je dan leuke mensen ontmoet op het feest, dan is het altijd van “wat doe je hierna”, en dan ga je samen afteren. Ja op zo’n after gebeuren dan soms wel dingen (…) Je weet dat je op een bepaald level zit qua muziek en feesten zegmaar, dan is het makkelijker om echt een connectie te maken en dan is het echt gezellig en ja het gaat dan soms wel ook los op zo’n after hoor, dat iedereen bij elkaar in bed eindigt.

Op de afterparty is er meestal een meer intieme sfeer. De sfeer van de club wordt op zekere hoogte doorgetrokken naar een setting met een kleine groep mensen maar de nadruk ligt op de sociale connectie in plaats van de muziek en het dansen.

Joris: ‘(…) Daar kan en mag alles pas écht, niks houdt je dan tegen, vooral als iedereen op het feest er al echt vol voor gaat, en dan kom je op de after aan met wat mensen en dan hou je gewoon die vibe ofzo. (…) Niet alleen qua drugs, maar van alles, toen heb ik ook voor het eerst iets met een jongen gedaan, terwijl ik eerst altijd in De Plek dacht van het kan opzich wel maar ik zie mezelf dat niet hier niet echt doen.’

De afterparty is bij uitstek een plek waar geëxperimenteerd kan worden. De sfeer in de club kan verschillende gevoelens en gedachten in de feestganger losmaken, maar niet voor alle feestgangers is dit de plek waar die ook tot uiting komen. Pas wanneer de veiligheid van bijvoorbeeld een woonkamer is opgezocht, komt dit naar boven. Hier kunnen seksuele grenzen worden overschreden en ontstaan nieuwe vriendschappen en liefdes.

4.5 Belevingen, ervaringen en identiteit

De beleving en ervaring die in De Plek plaatsvindt draagt voor veel feestgangers bij de realisatie dat persoonlijke gedragingen en het zijn van jezelf niet gebonden hoeft te zijn aan wat algemeen gezien wordt als normaal. Jim durft zich bijvoorbeeld door het uitgaan in de Plek ook daarbuiten op een manier te kleden waar hij zich comfortabel in voelt:

(25)

(…)Daar kan ik echt mezelf zijn, maar daardoor trek ik normaal nu ook andere kleren aan. Dan kom je erachter dat dat gewoon kan. Je hebt dan ook meer schijt aan wat andere mensen denken, omdat het daar wel kan. Ik hoef me niet te conformeren aan de rest’

Voor Jim is één van de manieren om te zichzelf te uiten zijn manier van kleden. De Plek helpt bij het comfortabel voelen van zijn manier van zijn persoonlijkheid uiten.

Meerdere feestgangers geven aan dat nachten in de Plek hebben bijgedragen aan de manier waarop ze zichzelf uiten. Voor Dennis heeft dit ook te maken met acceptatie:

‘Ik kwam erachter dat het oké was om gewoon precies te zijn hoe ik wilde zijn. Andere mensen hadden dezelfde obstakels, maar in De Plek kon ik daar soms echt goed met mensen over praten. Dat het gewoon prima is om als man vrouwelijk te zijn, op mannen te vallen en zo. Wat maakt het eigenlijk allemaal uit?’

Dit laat zien dat er in De Plek normen omtrent mannelijkheid een vrouwelijkheid en ook seksualiteit verschuiven. Er gelden andere standaarden, er zijn geen verwachtingen. Hier komt de ervaring van acceptatie en vrijheid weer terug. Het durven blootgeven, zowel in letterlijke als abstracte zin, heeft niet alleen betrekking op hoe wordt omgegaan met de eigen persoon, maar ook met anderen om de persoon heen.

Dani is door de weekenden in De Plek zich steeds comfortabeler gaan voelen over zijn eigen seksuele voorkeur:

‘Door De Plek heb ik uiteindelijk tegen mijn familie durven zeggen dat ik me aangetrokken voel tot jongens. Zij hadden hier verder geen moeite mee, maar het had vooral met mezelf te maken. Door mensen te ontmoeten in De Plek met dezelfde problemen en daarover te kunnen praten, leerde ik mezelf ook beter accepteren. Het is niet bijzonder of apart om op jongens te vallen, dat kan ook gewoon’

De Plek gaf hem de mogelijkheid om mensen te ontmoeten die tegen dezelfde soort

problemen aanliepen. Dit gaf hem de bevestiging dat zijn voorkeur voor mannen niet per se iets bijzonders was. Het veranderde de manier waarop hij naar zichzelf keek. Tom is door uitgaansnachten ook op een andere manier naar mensen om hem heen gaan kijken:

(26)

‘Ik leerde echt niet alleen over mezelf, wat en wie ik aantrekkelijk vond of wat ik normaal vond, maar alles om me heen werd ook zegmaar steeds normaler. Eerst lette ik heel erg op wat andere mensen aan hadden, hoe ze dansten en alles, maar dat begint dan steeds minder uit te maken. Je bent zo vaak op een plek zonder duidelijke grenzen zegmaar, dat wordt dan normaler en normaler. Natuurlijk ook door drugs, dat maakt alles net weer wat extremer ofzo, maar dan op een goede manier (…)

Het ontbreken van grenzen, of in ieder geval het ervaren van het gebrek aan grenzen, is een cruciale factor. Voor veel feestgangers is het dan ook meer dan een feest. Het is een

substantieel onderdeel geworden van hun leven, van wie ze zijn als persoon. Zo zegt Dennis: Ja je kan wel zeggen dat het heel belangrijk is voor mijn identiteit. Tegenwoordig heb ik bijna alleen nog vrienden die ik vaak zie die ik ken van feestjes. Mensen die dezelfde muziek vet vinden en die naar de feestjes willen en dan ook gewoon elk weekend als het kan. Ik kan nu eigenlijk niet meer zonder (lacht).

Het uitgaan wordt een fundamenteel onderdeel van het leven (Malbon, 1999). Meerdere respondenten geven in zekere mate aan hoe belangrijk het uitgaan is en dan met name uitgaan in De Plek. Sara voelt hierbij een gemeenschapsgevoel:

‘(…) je ziet er elke week dezelfde mensen, en ja veel mensen van gezicht en dan praat je een keer met ze of ga je naar een after met ze. Dan leer je steeds meer mensen kennen. Het voelt echt als zegmaar een speciale groep waar je bij hoort, een soort kleine gemeenschap. Eigenlijk iedereen zit op hetzelfde level. Maar daarbuiten heb je dan wel zegmaar je eigen leven, pas in De Plek voelt het weer alsof je verbonden bent met elkaar’

De feesten kunnen nieuwe sociale groepen tot stand brengen. Zeker op een locatie als De Plek, waar er elk weekend dezelfde mensen aanwezig zijn, kan een gevoel van verbondenheid ontstaan. Dit komt in veel opzichten overeen met wat Goulding (2011) beschrijft als

‘neotribalism’. Neo-tribes zijn meervoudig en meestal niet dominant in de levens van het individu. Het is slechts een tijdelijke ontsnapping van de dagelijkse stress. Lidmaatschap van een neo-tribe sluit ook niet ander lidmaatschap uit. Er is daarnaast ook sprake van een

(27)

Het vormen van een gemeenschap helpt dus bij de overgang naar een andere identiteit. De creëren van een tijdelijke groep waar andere regels gelden. Dit is met name in De Plek sterk aanwezig. Er heeft zich daar een groep gevormd die veel raakvlakken heeft, niet alleen als het gaat om muziek, maar ook wat als normaal wordt gezien. Binnen De Plek, maar al helemaal binnen de groep vaste bezoekers is het bijvoorbeeld normaal om te kiezen voor meer extravagante kleding, maar ook dat het niet uitmaakt tot wie je je aangetrokken voelt. Zo gaan feestgangers er regelmatig al niet vanuit dat je hetero bent. Er wordt bijvoorbeeld gevraagd ‘hou je meer van jongens of van meisjes’ of ‘vind je mannen of vrouwen leuker?’. Het lijkt er tot op zekere hoogte te ontbreken aan assumpties over seksuele voorkeur. Veel mensen in De Plek gaan al in eerste instantie uit van een zekere seksuele fluïditeit. Er is een groep ontstaan waarbij een van de gemene delers is dat seksuele voorkeur en identiteit aan verandering onderhevig is en hetero zijn niet de standaard is. Hier komt de gemeenschap met als gedeelde basis seksualiteit (Johnston & Longshurst, 2009), en ook het gebrek aan heteronormativiteit (Forde, 2012) in terug. Interessant is dat dit proces niet alleen binnen de vaste bezoekers zichtbaar is, maar het lijkt tot op zekere hoogte ook effect te hebben op feestgangers die minder regelmatig uitgaan naar De Plek. Een feestganger zegt hier over:

‘(…) Ik ben hier één keer eerder geweest, maar je voelt hier echt wel zo’n aparte sfeer zegmaar. Dat mensen meer doen waar ze zin in hebben. Je wordt gewoon minder bekeken, gewoon relaxed. Niet zo “zien en gezien worden”. Dat geeft een hele chille vibe waar je dan in mee wordt genomen.’

De sfeer lijkt aanstekelijk te werken. In eerste instantie wordt de sfeer gecreëerd door elementen van de locatie en het vaste publiek, maar het werkt ook door op mensen die

normaal gesproken niet of met minder regelmaat naar De Plek gaan. Toch moet er sprake zijn van een zeker balans. Zo is te zien dat op avonden waar er meer mensen zijn voor wie de ervaring in De Plek en de muziek geen bijzondere betekenis heeft, er ook een minder uitbundige en vrije sfeer hangt. Er wordt minder intens gedanst en het energie niveau op de dansvloer, maar ook boven, ligt een stuk lager. Deze nachten worden vooral veroorzaakt door de kwaliteit van de lineup5. Wanneer er DJ’s staan waar het lokale publiek niet voor wil komen, is het deurbeleid minder streng. Er worden bijvoorbeeld meer toeristen toegelaten en mensen die niet bekend zijn met de muziek, dit om te voorkomen dat de club leeg blijft op

(28)

deze avonden. Dit zorgt er vervolgens weer voor dat vaste bezoekers zich minder op hun gemak lijken te voelen. Men draagt bijvoorbeeld meer kleding en de outfits zijn meer in lijn met outfits die men in het dagelijks leven draagt. De darkroom is op dit soort avonden ook niet open. Dit contrast is pas te merken wanneer je meerdere avonden achter elkaar mee maakt. Dan is tot op zekere hoogte te zien, maar vooral te voelen, hoe dezelfde soort

uitgaansnacht op dezelfde plek een totaal andere invulling krijgt. Het feest staat op dit soort avonden minder af van de dominante sociale normen van het dagelijks leven. Dit laat zien dat hoe de locatie ook probeert bij te dragen aan het creëren van een sfeer, het toch uiteindelijk draait om de samenstelling van het publiek op de avond, hoe ‘ver’ er wordt afgeweken van wat normaal is, en in welke mate gender stereotypes en heteronormativiteit naar de

achtergrond verdwijnen.

4.6 drugs als factor in seks en seksualiteit tijdens het uitgaan

Wanneer aspecten van de uitgaanservaring worden toegelicht, is, zeker met de focus op de

underground, het onderwerp drugs onvermijdelijk. Tegelijkertijd is het ook een aspect waar de minste overeenstemming over lijkt te bestaan en de meningen zowel binnen als buiten de uitgaanswereld sterk verdeeld over zijn. Één ding staat in ieder geval vast: ‘ja er worden drugs gebruikt, allerlei soorten en hoeveelheden’. Het belang van drugs en de toegevoegde waarde ervan verschilt dan ook tussen respondenten. Voor Jim heeft het vooral met het ‘voelen’ van de muziek en energie te maken:

‘Kijk drugs speelt zeker wel een rol ja. Het is niet per se dat je niet zonder kan, maar ja dat gebeurt niet zo vaak, oké de laatste tijd wel iets meer, maar toch. (…) Het is wel een beetje normaal geworden, iedereen doet het. Dan wordt het een soort gewoonte, dat klinkt natuurlijk wel slecht maar het is wel zegmaar de standaard. (…) Ik doe het vooral voor het volhouden, als zo’n feest tot acht, negen uur duurt, en nog met een after erbij, ja dat kan je niet echt doen zonder iets van drugs. (…) Ja ook voor het voelen van de muziek. Dan is het echt van “nu snap ik het”. De ervaring is wel een stuk intenser, zeker’

Voor Lara heeft het vooral te maken met energie, maar ze merkt ook wel sociale voordelen: ‘Voor mij persoonlijk is het echt gericht op het lang volhouden, nog kunnen dansen in de ochtend, maar nee of het nou veel leuker is met drugs, nee, wel dat je misschien minder op hetzelfde level zit met mensen om je heen. Als mensen helemaal eraf liggen en jij niet, dat kan wel irritant zijn soms. Maar over het algemeen draagt het natuurlijk alleen maar bij aan de

(29)

sfeer. Hier (in De Plek) is het altijd gezellig, nooit ook maar iets van vechtpartijen of wat dan ook. Bij random clubs waar van die mensen helemaal dronken zijn en agressief worden, nee dank je’

Het sociale aspect, de intensere beleving, hoe het de sfeer losser en vrijer maakt, ziet Malbon (1999) ook gebeuren. Voor hem is het gebruik van drugs zoals ecstacy (MDMA) een expliciet onderdeel van het bereiken van bepaalde ervaringen, die van een verhoogd bewustzijn (ibid.). Dennis probeert deze ervaring van ecstacy te omschrijven:

‘(…) Maar ja ik kan prima zonder gaan, zoveel hou ik wel van de muziek, maar als je dan wat op hebt en je bent precies op die piek, en je voelt je echt lekker, en de muziek is goed, dan is het op dat moment echt gewoon puur die ervaring, dat alles klopt, dan kan ik niet eens aan iets anders denken dan aan hoe chill het is. Daarvoor doe je het wel, voor die momenten’

Het belang van drugs wordt in eerste instantie gebagatelliseerd, in ieder geval voor de gebruiker zelf. Wanneer men het over de groep heeft, over andere mensen die naar deze feesten gaan, pas dan verandert de perceptie van drugs. Danielle ziet dan ook zeker wel een keerzijde:

‘(…) Ja kijk, ik kan niet ontkennen dat er ook wel negatieve kanten zijn. Als je ziet dat sommige mensen elk weekend weer gebruiken, en dan maar door en door gaan. Ja… soms kijk ik dan ook naar mezelf van “waar zijn we allemaal mee bezig”. Maar ja dat besef je je niet zo vaak. (…) Dat je jezelf eigenlijk gewoon naar de klote aan het helpen bent’

Dit laat zien hoe drugs voor feestgangers verschillende voordelen hebben, maar dat er ook nadelen zijn. Toch is drugsgebruik een niet te onderschatten factor bij gedragingen in de club, ook op het gebied van seksualiteit. Er breekt op een bepaald moment op de avond een fase aan, waar het merendeel van de feestgangers in De Plek onder invloed is. Dit is ten eerste terug te zien op de dansvloer. Er wordt intenser gedanst, dichter op elkaar. Er is meer lichaamscontact en intimiteit. Dit uit zich in bijvoorbeeld knuffels en zoenen, maar bovenal een meer seksueel geladen manier van dansen. Dit is tot op zekere hoogte visueel

waarneembaar, maar nog belangrijker is dat het gevoeld kan worden, met name vooraan voor de speakers, waar veel vaste bezoekers te vinden zijn. Ten tweede is het ook boven zichtbaar

(30)

en voelbaar. Men zit dichter op elkaar in de rookruimte, zit op elkaars schoot en omarmt elkaar. Een feestganger zegt hierover:

‘(…)later op de avond als ik dan echt aan ben, dan wil ik gewoon veel liever mensen

aanraken, gewoon lekker knuffelen, zelfs al ken ik hem pas net (…) ja als ik niet aan de drugs zit dan hoeft dat echt totaal niet van mij.’

Drugs heeft een effect op de mate van intimiteit van feestgangers. Dit werkt ook door in de plekken van De Plek waar oppervlakkig lichamelijk contact overgaat in seks: de darkroom of de wc hokjes. Dit zijn de plekken waar opgebouwde seksuele spanning achter relatief gesloten deuren tot uiting komt. Dani geeft dan ook aan hoe deze plekken zich voor hem verhouden tot drugsgebruik:

‘Haha nee ik ben nog nooit nuchter geweest als ik in de darkroom was, dan blijf ik daar ver vandaan hoor. Dan ben je je veel te bewust van wat er daar verder gebeurt.’

Maar niet alleen voor de darkroom is een bepaalde persoonlijke grens die vaak pas wordt opgeschoven wanneer er drugs in het spel zijn, dit geldt ook voor de wc’s:

Joris: ‘Nee De darkroom is een stapje te extreem voor mij, maar ook als er iets in de wc gebeurt moet ik wel behoorlijk aan zijn hoor. Dat je je echt niet meer in kan houden en bent van “fuck it” ’

Het gebruik van drugs helpt bij het verschuiven van persoonlijke grenzen. Niet alleen kan er langer gefeest worden, is men socialer en wordt de muziek en het dansen intenser beleefd, ook seksuele grenzen verschuiven, in ieder geval tijdelijk. Uit verschillende gesprekken met feestgangers, zowel jongens als meisjes bleek dat De Plek de plek was waar een aantal voor het eerst durfde te experimenteren met intiem contact met mensen van hetzelfde geslacht. Voor sommigen was dit de uiting van een nieuwsgierigheid die al langer speelde, voor anderen kwam deze nieuwsgierigheid naar boven door nachten in De Plek. Drugservaringen hielpen bij het ontwikkelen van deze nieuwsgierigheid, maar ook bij het in de praktijk brengen ervan. Drugs worden gebruikt in een poging tot het triggeren, verlengen of intensiveren van de ervaring (Malbon, 1999). Het is met name dit triggeren wat een belangrijke factor is bij het experimenteren met seks en seksualiteit.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Steeds meer organisaties onderschrijven het belang van een inclusieve werkvloer waar ruimte is voor seksuele oriëntatie en gender identiteit.. Maar die is moeilijk te

We beoordelen de eerste norm als voldaan: in de gesprekken is aangegeven dat alle relevante organisaties (VluchtelingenWerk, de afdeling inkomen, Werkkracht en werkgevers) door

PREVALENTIE VAN (KENMERKEN VAN) GD BIJ MENSEN MET ASS EN VERSCHILLEN TUSSEN BIJ DE GEBOORTE TOEGEWEZEN MANNEN EN VROUWEN Onderzoek naar kenmerken van gd bij mensen met ass

One of the major tools that we used to inves- tigate the automorphisms of the finite groups was the fact that the elements of the general linear group were much more than just

Daarbij kunnen ook extremere beelden zitten dan er nu zijn, bijvoorbeeld een technologisch natuurbeeld, waarin natuur alleen nog maar volledig door de mens wordt bepaald, onder

De uitspraak van Adèle, oprichtster van Domo, geeft de belangrijkste bestaansreden van Domo weer: “Je kán zoveel doen door eenvoudigweg aanwezig te zijn en mensen het gevoel te

Hoe ouders denken over de relationele en seksuele opvoeding van hun kinderen, hoe de communicatie over seksualiteit tussen ouders en kinderen verloopt en welke opvoedingsdoelen

Bij een schending van de zorgverplichting om de wettelijke controle uit te voeren met inzet van deskundigheid staat het csqn-verband tussen de beroepsfout van de accountant en