• No results found

‘Het is weer tijd om te bepalen waar het allemaal op staat’. Nederland en het wereldkampioenschap 1978 in Argentinië

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "‘Het is weer tijd om te bepalen waar het allemaal op staat’. Nederland en het wereldkampioenschap 1978 in Argentinië"

Copied!
63
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Het is weer tijd om te bepalen

waar het allemaal op staat.

Nederland en het Wereldkampioenschap 1978 in Argentinië

Masterscriptie

MA Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen Begeleider: Dhr. dr. N.G. Pas

Tweede lezer: Dhr. dr. R. van der Maar Student: Koen Snijders

Studentnummer: 10264701 Datum: 16-06-2016

(2)
(3)

2

Inhoud

Samenvatting ... 4

Introductie ... 6

Volksfeest van een junta ... 9

Op- en afgang van het Peronisme ... 9

Proceso de Reorganización Nacional ... 10

Operatie Condor ... 10

WK voetbal als politiek middel ... 11

Junta en de pers ... 14

Opkomst van mensenrechten op de politieke agenda ... 15

Bloed aan de Paal! Maatschappelijk Protest tegen het WK ... 18

Roep om aandacht ... 18

Bram en Freek ... 20

SKAN: bewustzijn kweken onder Nederlanders ... 23

De vakbond spreekt zich uit ... 24

Kein geloel, Fussball spielen: De KNVB reageert ... 27

Sportief succes ... 27

Stellingname ... 28

Rond de tafel ... 29

“Ik oefen daar mijn beroep uit” ... 30

Sympathie, steun en kritiek: Den Haag en het WK 1978 ... 34

Huiverig ... 34

PvdA: interne strijd ... 35

Buitenlandse steun ... 37

Steun van de Radikalen ... 39

Door en door fatsoenlijk ... 40

(4)

3

Geen steun van de regering ... 46

Uit handen van een dictator ... 48

Conclusie ... 51 Bibliografie ... 56 Secundaire literatuur ... 56 Televisie ... 57 Primaire bronnen ... 57 Krantenartikelen ... 60 Amigoe ... 60 De Leeuwarder Courant ... 60 De Telegraaf ... 60 De Waarheid ... 61

Het Vrije Volk ... 61

NRC Handelsblad ... 61

Nieuwsblad van het Noorden ... 62

(5)

4

Samenvatting

Deze masterscriptie richt zich op de maatschappelijke, sportieve en politieke discussie in Nederland rondom deelname aan het Wereldkampioenschap 1978 in Argentinië. Jorge Videla gebruikte de organisatie van het toernooi om zijn regime na de staatsgreep van 1976 van meer legitimiteit te voorzien en de verbondenheid van Argentinië te tonen. Daarnaast probeerde hij de opkomende kritiek met betrekking tot mensenrechtenschendingen naar de achtergrond te drijven.

In Nederland ontstond aan de hand van Neerlands Hoop van Freek de Jonge en Bram Vermeulen en hun ‘Aktie Argentinië’ een breed sociaal protest dat zich richtte op een boycot van het WK door het Nederlandse team. Organisaties als Amnesty International en SKAN sloten zich aan bij de actie en vroegen de KNVB en de politiek op om een statement te maken en zich door middel van een boycot van het WK uit te spreken tegen de

mensenrechtenschendingen in Argentinië.

Ondanks het protest besloot de KNVB af te reizen naar Zuid-Amerika om deel te nemen aan het toernooi. Daarmee volgde de voetbalbond het beleid van de FIFA. Ook de Nederlandse regering was niet tegen deelname van het Nederlands elftal. Binnen veel Nederlandse politieke partijen was discussie over stellingname ten opzichte van de

boycotactie. Zo sloot de PvdA zich na ingrijpen van de jongerenafdeling van de partij aan bij de actie, maar viel de steun in de praktijk tegen. De regering hield zich onder minister van Buitenlandse Zaken Chris van der Klaauw zoveel mogelijk buiten de discussie. De KNVB vroeg de overheid om extra veiligheidspersoneel en een persvoorlichter vanuit het ministerie van Buitenlandse Zaken, maar kreeg van de Minister nul op het rekest. Deelname was

volledig de verantwoordelijkheid van de KNVB volgens de regering. Er werd, op verzoek van de voetbalbond, advies gegeven over de opstelling van de afvaardiging in Argentinië, maar continu werd benadrukt dat dit advies een geheel vrijblijvend karakter had. De regering zag uit angst voor de publieke reactie af van het sturen van een eigen afvaardiging.

Binnen dit onderzoek is gebruik gemaakt van archieven van de Eerste en Tweede Kamer, het Kabinet minister-president, de KNVB, de PvdA, het ministerie van Buitenlandse Zaken en verscheidene kranten. De casus Argentinië biedt mogelijkheden om beter te kijken naar specifieke ontwikkelingen binnen de jaren ’70 als sociaal activisme en mensenrechten en kijkt tegelijkertijd naar de lastige relatie tussen sport en politiek in Nederland. Deze relatie is, afgaand op evenementen als de Olympische Spelen in Beijing en Sotsji en het

(6)
(7)

6

Introductie

Vanaf eind jaren ’60 kwamen in Zuid-Amerika vele militaire regimes aan de macht. Midden in de Koude Oorlog, met de angst voor communisme op het hoogtepunt, greep het leger in meerdere landen in om het communisme en socialisme in te dammen. In Argentinië kwam in 1976 Generaal Jorge Videla aan de macht na enkele jaren van onrust, waarin Isabel Peron het niet voor elkaar kreeg om de situatie van Argentinië op maatschappelijk en economisch gebied te stabiliseren. Gelijk na zijn aantreden begon Videla met een oorlog tegen ‘links terrorisme’: El Proceso. Onder deze ‘linkse terroristen’ vielen niet alleen overtuigde

communisten, maar iedereen die enigszins socialistische denkbeelden had. Opeens moesten vakbondsleden, professoren en journalisten vrezen voor hun welzijn. Er werd door de junta geen middel geschuwd en mensenrechten werden volop geschonden. Arrestaties,

ondervragingen, martelingen en verdwijningen waren aan de orde van de dag. In dit land was ook het Wereldkampioenschap voor 1978 gepland. En het zou uitgroeien tot een van de hoogste prioriteiten van het regime van Videla. Het was een

uitgelezen kans om de legitimiteit van de junta en de verbondenheid van het Argentijnse volk te tonen. Daarnaast kon de aandacht afgeleid worden van de groeiende kritiek op de

mensenrechtenschendingen in het land. In Nederland ontstond aan het begin van 1978 de matschappelijke ‘Aktie Argentinië’, bedacht door Freek de Jonge en Bram Vermeulen, die het niet konden verkroppen dat Nederland door deelname aan het WK onderdeel zou worden van de propaganda van het Videla-regime en af zou reizen naar een land waar de mensenrechten werden geschonden. Al snel raakten ook de KNVB en de politiek betrokken bij het debat en moesten zich uitspreken. De discussie in Nederland, die breed werd gevoerd, is het onderwerp van deze scriptie. De belangrijkste vraag die wordt behandeld is dan ook: Hoe zag de

maatschappelijke, sportieve en politieke discussie in Nederland rondom deelname aan het Wereldkampioenschap voetbal 1978 in Argentinië er uit? In vier verschillende hoofdstukken zal een uitgebreide weergave van de discussie weergegeven worden die Nederland in de eerste helft van 1978 in zijn greep hield.

Het eerste hoofdstuk staat in het teken van kadervorming. Op compacte wijze wordt een achtergrond geschetst van de gebeurtenissen in Argentinië in de jaren voor het WK. Het is belangrijk om te weten hoe de situatie in Argentinië, waar zoveel kritiek op ontstond, er uit zag en hoe die ontstaan was. Daarnaast wordt in het eerste hoofdstuk gekeken naar de

(8)

7 als Amnesty International werden de mensenrechten in de jaren ’70 een belangrijk opkomend thema, maar hun plaats in de samenleving en politiek was vaak onduidelijk.

In het tweede hoofdstuk wordt de opkomst van de maatschappelijke discussie beschreven. Neerlands Hoop zal een belangrijke plaats innemen, maar ook actiegroepen en andere betrokken organisaties worden behandeld. Zo was Amnesty International belangrijk, naast organisaties als het Solidariteitskomité Argentinië-Nederland (SKAN) en het CLAT. Juist de combinatie van de bekendheid van Neerlands Hoop en de inhoudelijke kennis van dergelijke organisaties maakten van de Aktie Argentinië de beweging die het was.

Vervolgens zal gekeken worden naar de reactie van de KNVB op de discussie die losbarstte. De voetbalbond voelde de druk vanuit de maatschappij om zich uit te spreken en om actie te ondernemen. Maar kon van een voetbalbond verwacht worden dat zij zich met zulke politiek gevoelige zaken bezig moest houden? Daarnaast werd er druk gezet op de spelers van het Nederlands elftal om met een statement te komen, terwijl zij alleen hun sport wilde beoefenen. Het elftal werd bovendien geleid door bondscoach Ernst Happel, die zijn eigen mening had en niet bang was deze te verkondigen.

In het afsluitende hoofdstuk staat de Nederlandse politiek centraal. Niet alleen de regering raakte namelijk betrokken bij de discussie rond het WK, ook binnen partijen ontstond debat over het toernooi en de actie van Neerlands Hoop. De VVD kreeg te maken met Kamerleden die het niet eens waren met het partijstandpunt, terwijl de jongerenafdeling van de PvdA zich verzette tegen de stellingname van de partijtop. Ook wordt uitgebreid ingegaan op de rol en positie van minister van Buitenlandse Zaken Chris van der Klaauw in het debat. Ook ontstond er discussie over de rol en uitspraken van de Nederlandse

ambassadeur in Buenos Aires, Donore van den Brandeler.

Veel informatie die gebruikt wordt in deze scriptie komt uit verschillende archieven in Nederland. Voor informatie over maatschappelijke discussie is krantenonderzoek gedaan via de online database van de Koninklijke Bibliotheek, Delpher. Kamerhandelingen uit de Eerste en Tweede Kamer zijn bestudeerd om het Kamerdebat te bekijken. Het partijarchief van de PvdA bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) is bestudeerd om de interne strijd in die partij een plaats te kunnen geven. In Den Haag zijn bij het Nationaal Archief de archieven van de KNVB en Kabinet minister-president bestudeerd en bij het ministerie van Buitenlandse Zaken is het archief ingezien voor meer informatie over het regeringsstandpunt en informatie over ambassadeur Van den Brandeler. Dankzij deze uitgebreide selectie aan archiefmateriaal is het gelukt om een zeer duidelijke weergave te geven van de discussie die breed gevoerd werd in Nederland.

(9)

8 Dit onderzoek gaat specifiek dan wel over het Wereldkampioenschap van 1978, veel aspecten zijn tegenwoordig nog net zo relevant als destijds. Het geeft een inkijk in

ontwikkelingen binnen de jaren ’70 als de opkomst van maatschappelijk activisme en de opkomst van mensenrechten op de maatschappelijke en politieke agenda. Ook tegenwoordig wordt sport gebruikt door landen om politieke doeleinden te bereiken, denk aan China en de Olympische Spelen in Beijing, Rusland en de Olympische Spelen in Sotsji. Daarnaast zullen wederom Rusland en Qatar de organisatie van het WK voetbal ongetwijfeld gebruiken om hun natie zo rooskleurig mogelijk weer te geven en de aandacht af te leiden van andere

aspecten. Critici zullen op hun beurt de grootse evenementen aangrijpen om extra aandacht op hun doel te vestigen. Net als Neerlands Hoop zullen zij de aandacht voor het toernooi

gebruiken om een debat te laten ontstaan. Dit was in 1934 zo toen Italië in eigen land Wereldkampioen werd en Mussolini zijn volk verenigde en twee jaar later toen Hitler de Spelen in Berlijn gebruikte voor politieke doeleinden. Het was zeker het geval toen het Wereldkampioenschap in 1978 plaats vond in een Argentinië dat wel wat goede PR kon gebruiken.

(10)

9

Volksfeest van een junta

Het Wereldkampioenschap voetbal vond plaats in een onrustig Argentinië. De politieke situatie in Argentinië, waar in 1976 Isabel Perón werd afgezet en een militair rechts regime aan de macht kwam, was niet nieuw voor het land. Argentinië bevond zich al decennialang in politieke onrust. Vanaf juni 1943 tot juni 1966, een maand voordat het WK aan Argentinië werd toegewezen, vonden maar liefst zes coups plaats en wisselden socialistische en autoritaire regeringen elkaar in rap tempo af.

Op- en afgang van het Peronisme

In die ruim twee decennia waren er twee sterke politiek krachten in Argentinië: het leger en het Peronisme. Het Peronisme, door grondlegger Juan Domingo Perón zelf omschreven als een derde weg naast communisme en kapitalisme, stond bekend om zijn antiamerikanisme en anti-Britse sentiment en ging uit van een sterk nationale economie en nationaal gevoel.1 Juan Perón was in 1943 al betrokken geweest bij de machtsgreep van Arturo Rawson, maar pas in 1946 kwam hij zelf via indirecte verkiezingen aan de macht als president. Na herverkiezing in 1952 werd hij in 1955 uiteindelijk zelf ook door een staatsgreep afgezet.2 In de volgende tien jaar werd het Peronisme vaak als verboden aangemerkt en namen in Argentinië de verschillen tussen het liberalisme en het socialisme sterk toe. Verschillende socialistische presidenten kwamen aan de macht, die vervolgens werden afgezet door militaire coups. De vele machtswisselingen zorgden voor een instabiele economie in het land en stijgende terreur tussen de verschillende partijen.

In juni 1966 kwam tijdens de revolución Argentina Generaal Juan Carlos Onganía aan de macht. De machtsgreep zou een periode inluiden waarin de verschillen tussen links en rechts verder groeiden. Na een onrustige periode werd Alejandro Lanusse in 1971 als president aangesteld om het land een meer democratische koers te laten varen. In 1973 later werden de eerste vrije verkiezingen gehouden in Argentinië sinds 1960. Deze werden

gewonnen door Hector Cámpora, die dienst deed als stroman van oud-president Perón. Later dat jaar keerde Perón uiteindelijk terug als president van Argentinië. Zijn doel als president werd om de kloof tussen links en rechts in het land te dichten.3 Hij zou hier niet in slagen, omdat hij ruim een jaar na zijn aantreden op 1 juli 1974 stierf. Onder de leiding van zijn

1 Cavendish, Richard, ‘Juan Peron overthrown. September 19th, 1955, History Today 55 (2005) afl. 9, p. 53. 2 Idem.

(11)

10 opvolgster en weduwe Isabel Perón ging het snel bergafwaarts in Argentinië, waar de inflatie met tientallen procenten per jaar toenam. Links en rechts kwamen nog meer tegenover elkaar te staan en de terreur in het land nam explosief toe. Vele linkse groeperingen wilde het machtsvacuüm gebruiken om met grof geweld de macht in Argentinië te grijpen. Vele

aanslagen en bombardementen van volgden om dit te verwezenlijken, maar uiteindelijk greep het leger hardhandig in.

Proceso de Reorganización Nacional

Op 24 maart werd Isabel Perón door middel van een militaire staatsgreep afgezet door een

junta, gevormd door de leiding van het leger, de luchtmacht en de marine. Als president werd

Generaal Jorge Videla naar voren geschoven. Jorge Rafael Videla werd in 1925 geboren in Mercedes, een kleine plaats iets ten oosten van Buenos Aires.4 Hij groeide op in een familie met een rijk verleden binnen het leger en de politiek. Zelf werkte hij zich in rap tempo op binnen het leger, studeerde aan de militaire universiteit in Argentinië en werd hoofd van de militaire opleiding. Vanaf 1970 tot de coup werkte hij zich van brigadegeneraal op tot leider van het Argentijnse leger. In 1975 benoemde Isabel Perón hem onder zware druk van de militaire top tot legerleider van Argentinië. Binnen het leger ontstond het plan om de macht in het verdeelde Argentinië over te nemen, de incapabele Perón te stoppen en de rust op zowel politiek als economisch gebied terug te laten keren. Vooral de politieke situatie en de acties van linkse terroristen waren de junta een doorn in het oog.

De junta begon gelijk na zijn aantreden het proceso de reorganización nacional. Een felle strijd tegen wat Videla 'links terrorisme’ noemde brandde los. Wat Videla en zijn medestanders als terrorisme omschreven was een breed begrip. In de praktijk kwam het erop neer dat vrijwel iedereen die zich verbonden tot socialistisch gedachtegoed gevaar liep. Dit waren dus niet alleen mensen die aangesloten waren bij een communistische partij, maar ook arbeiders die bij een vakbond aangesloten waren of studenten en professoren van de vele universiteiten.

Operatie Condor

De oorlog tegen links terrorisme voerde Videla niet alleen. Samen met vele andere Zuid-Amerikaanse rechtse militaire regimes werd aan het eind van 1975 Operatie Condor in het

4 Arcenaux, C.L., ‘Institutional Design, Military Rule, and Regime Transition in Argentina (1976-1983). An

(12)

11 leven geroepen. Het Condorsysteem was een samenwerking van rechtse autoritaire regimes die in Zuid-Amerika, voornamelijk in de jaren ’70, aan de macht waren gekomen. Condor richtte zich op de opsporing van links terroristen door heel Zuid-Amerika en het verkrijgen van informatie. In de praktijk kwam Operatie Condor neer op een zeer intensieve

samenwerking van de verschillende inlichtingendiensten. Operatie Condor werd bedacht door de Chileense president Augusto Pinochet en Manuel Contreras, de leider van de Chileense geheime dienst DINA.5

In november 1975 kwamen afgevaardigden van de inlichtingendiensten DINA (Chili), SIDE (Argentinië), La Téchnica (Paraguay) en SNI (Brazilië) in Santiago, Chili, bij elkaar om de opzet van de Condor te bespreken.6 De situatie in Argentinië was een van de directe

aanleidingen om Condor op te zetten. De Movimento de Izquierda Revolucionario (MIR), de Chileense communistische partij, was na de staatsgreep van Augusto Pinochet in 1973 vrijwel geheel verdreven uit Chili. Zij waren, net als vergelijkbare organisaties uit Paraguay en Brazilië, uitgeweken naar Buenos Aires. Tezamen riepen deze organisaties de Junta

Coordinador Revolucionario (JCR) in het leven, die de strijd aan moest gaan met de militaire

regimes in Zuid-Amerika.7 Manuel Contreras vond met Condor de manier om deze groeperingen ook buiten de Chileens grenzen te bestrijden.

De heftigheid waarmee de strijd tegen links terrorisme gelijk na de staatsgreep losbarstte in Argentinië is met deze ontwikkelingen in het achterhoofd niet verwonderlijk. Videla kon gelijk na zijn aantreden gebruik maken van een opsporingsdienst die als een huist stond. In Argentinië verdwenen in de jaren ’70 ruim 30.000 mensen. Vele tienduizenden meer werden opgepakt, ondervraagd en vaak gemarteld. De beginperiode van het Videla-regime staat bekend als de meest heftige periode in El Proceso. Juist de kracht waarmee het regime van start ging zorgde voor fel, wereldwijd, protest tegen de junta. Om de protesten te

weerleggen had Videla iets nodig om het Argentijnse volk te verenigen en tegelijkertijd zijn regering van legitimiteit te voorzien.

WK voetbal als politiek middel

Vlak na het begin van El Proceso nam de junta ook de organisatie van het

Wereldkampioenschap voetbal van 1978 over. Het toernooi zou al snel uitgroeien tot een van

5 Dinges, John, The Condor Years. How Pinochet and His Allies Brought Terrorism to Three Countries (New

York 2004) p. 10.

6 Dinges, The Condor Years, p. 10. 7 Ibidem, p. 89.

(13)

12 de hoogste prioriteiten van Videla. Oorspronkelijk lag de organisatie van het toernooi in handen van Generaal Omar Actis, voorzitter van het organisatiecomité EAM’78 (Ente

Auquártico Mundial 1978). Actis werd in augustus 1976 geliquideerd, naar verluid omdat hij

het oneens was met de manier waarop zijn vicepresident en onderdeel van de junta, Generaal Carlos Lacoste, het toernooi vorm wilde geven.8 De opvolger van Actis, Luis Merlo, was niet in staat om de organisatie goed te leiden, waardoor Lacoste zelf aan de leiding kwam te staan van de organisatie. Onder Lacoste ontwikkelde het WK zich al snel tot een eerste deadline van het Videla-regime. Het WK was de optimale manier om de hele wereld te laten zien hoe goed Argentijnen het onder de supervisie van Videla hadden. Een nieuwe wet zorgde ervoor dat het toernooi een nationaal belang werd waardoor vrijwel grenzeloze investeringen mogelijk werden en import voor het toernooi niet belast werden.9

Het WK voetbal was voor de junta bij uitstek geschikt om het Argentijnse volk te verenigen onder de nieuwe regering. De sport was voor vele Argentijnen een belangrijk onderdeel van hun nationale identiteit en iets wat hen onderling bond. Eduardo Archetti, een Argentijns historicus, heeft veel geschreven over de morele ambivalentie die te herkennen was bij veel Argentijnen ten opzichte van het WK. Hoe men ook over de junta dacht, voor veel mensen waren het toernooi en de goede prestaties van het Argentijnse team toch reden voor oprechte vreugde.10 Juist die ambivalentie en de kracht van voetbal in het Argentijnse

nationale gevoel was voor Videla de reden om het toernooi te gebruiken om de

eensgezindheid van zijn volk aan de wereld te tonen. Het bijzondere van sport is dat het, in tegenstelling tot de meeste andere aspecten van culturen, te meten valt. Alle deelnemende partijen zijn gebonden aan dezelfde regels. Dit zorgt ervoor dat er daadwerkelijk iemand als winnaar eindigt. Natuurlijk benadert iedere deelnemer een toernooi op zijn eigen manier, maar er is een duidelijk kader waarbinnen landen beoordeeld worden.11 Juist die nationale prestige maakt sport zo aantrekkelijk voor overheden om te gebruiken. Dat dit een behoorlijk prijskaartje had in het geval van Argentinië nam Videla op de koop toe.

In totaal investeerde de Argentijnse overheid ruim 650 miljoen gulden in de organisatie van het toernooi. Het overgrote merendeel van dit geld werd gebruikt om

8 Duke, Vic en Liz Crolley, Football, Nationality and State (Londen 2014) p. 112.

9 SKAN, Argentinië Bulletin no. 2 (1977), Kabinet Minister President, Nationaal Archief, Den Haag, 2.03.01,

10698.

10 Archetti, Eduardo P., ´Argentina 1978. Military Nationalism, Football Essentialism, and Moral Ambivalence’,

p. 133-147, in Tomlinson, Alan en Christopher Young ed., National Identity and Global Sports Events. Culture,

Politics, and Spectacle in the Olympics and the Football World Cup (New York 2006) p. 140/1.

11 Keys, Barbara J., Globalizing Sport. National Rivalry and international Community in the 1930s (Cambridge

(14)

13 buitenlandse bedrijven in te huren. Zo werd 20 miljoen gulden uitgetrokken om het

Amerikaanse reclamebureau Burson-Marsteller in te huren dat belast werd met de taak de communicatiestrategie in aanloop naar het toernooi te bepalen. Er werden speciale

informatiepakketten samengesteld voor buitenlandse journalisten met positieve informatie over Argentinië en de organisatie van het toernooi.12 Ook enkele Duitse bedrijven

profiteerden van de financiële injectie van de junta. Zo werd onder andere Siemens benaderd om ervoor te zorgen dat het WK van 1978 het eerste in de geschiedenis zou worden dat overal op de wereld in kleur te volgen zou zijn.13 Hermann Neuberger, voorzitter van de Duitse voetbalbond (DFB) en het organisatiecomité van de FIFA, was dan ook zeer tevreden met de voortgang van de organisatie: “Hoe men ook de politiek bekijkt, voor ons hebben zij grote voordelen gebracht… Wij hebben daardoor in ieder geval een partner met

doorzettingsvermogen gekregen die ook over de zo nodige financiële middelen beschikken.”14 Lacoste was op zijn beurt zeer tevreden met de Duitse hulp: “Wij krijgen van ginds iedere gewenste hulp. De Duitsers zijn hier geweest en wij hebben in Duitsland gekeken.” Critici lieten niet na te melden dat het zogenaamde doorzettingsvermogen van de organisatie niet alleen te zien was aan de voorbereidingen op het WK, maar ook aan de tienduizenden vermissingen in het land.15

Naar aanleiding van de band tussen de Duitse regering, voetbalbond en het Argentinië heeft altijd het idee bestaan dat de DFB actief achter de acties van de junta heeft gestaan en Videla hierbij gesteund heeft. Nils Havemann, politicoloog en historicus gericht op

sportgeschiedenis, probeerde deze mythe in een artikel uit 2014 te ontkrachten. Door de nauwe banden tussen de Duitse regering en de Argentijnse junta was het voor de DFB onmogelijk om zich kritisch op te stellen. Dit zou de bond op kritiek vanuit de regering komen te staan. Neuberger verklaarde dit als volgt: “In this discussion, the German Football Association stressed the global necessity to fight for the observation of human rights. But it asked them to consider that it would be an excessive demand for a sports organisation to be expected to exert an influence on political governments with the appearance and performance of the national team. With regard to the friendly attitude of the German government towards Argentina, it explained that sports cannot do the work of politicians and solve problems which

12 SKAN, Argentinië Bulletin no. 2 (1977), Kabinet Minister President, Nationaal Archief, Den Haag, 2.03.01,

10698.

13 Idem. 14 Idem. 15 Idem.

(15)

14 remain unsolved on the diplomatic field.”16 Of Havemann slaagt in het ontkrachten van de

mythe is de vraag. Het lijkt er inderdaad op dat de economische belangen voor de Duitse overheid zwaarder wogen dan de schendingen van de mensenrechten en dat kritiek van de DFB op deze kwestie slecht zou vallen. Hermann Neuberger zal als voorzitter van het organisatiecomité van het WK echter niet geprotesteerd hebben tegen de enorme kapitale injecties in de organisatie van het toernooi en zal zich als voorzitter van de DFB niet snel negatief tegenover de junta uitgelaten hebben die het toernooi organiseerde.

Junta en de pers

Ook de relatie tussen de pers en de junta in Argentinië werd in de aanloop van het toernooi van groot belang. Jerry Knudson betoogde dat een kritische pers in Argentinië zoals die onder Perón aan het begin van de jaren ’70 wel aanwezig was onder Videla ontbrak. Dit kwam door de politieke druk van Videla en de angstcultuur die na de staatsgreep de norm werd. Het ontbreken van zware kritiek had ook een economische inslag. Kranten in Argentinië waren uiteindelijk bedrijven die bovenal winst wilden maken. Een te kritische houding zou betekenen dat de overheid niet meer zou investeren in het bedrijf door middel van

advertenties en subsidies. Dit betekende dat het bedrijf achter de krant op termijn failliet zou gaan.17 Deze relatie tussen regime en pers maakte van die laatste een belangrijk instrument voor de junta. De weergave in de media van het WK was voor de junta een middel om de aandacht van een kapotte economie en mensenrechtenschendingen af te wenden.18

De pers had een specifieke rol in aanloop naar het Wereldkampioenschap. Door verschillende maatregelen creëerde de regering van Argentinië een situatie waarin de pers werd gebruikt om een positief beeld over de junta te schetsen en tegenstanders van het regime aan te vallen. Het werd de media al in april verboden om te schrijven over verdwijningen en stergevallen. Overtredingen werden streng aangepakt, wat zorgde voor de ontvoeringen van 21 journalisten. Daarnaast werd het verboden om negatief over het Argentijnse team te schrijven of over de voorbereidingen op het toernooi. Ook werd de pers gebruikt om tegenslagen in de voorbereiding af te schuiven op linkse terroristen. Zo werden

bouwongelukken neergezet als aanslagen van communisten om politieke tegenstanders

16 Havemann, Nils, ‘The Federal Republic of Germany and the 1978 Football World Cup in Argentina. Genesis

and Deconstruction of a Propagandistic Myth’, The International Journal of the History of Sport 31 (2014) afl. 12, p. 1509-1518, p. 1512.

17 Knudson, Jerry W., ‘Veil of Silence. The Argentine Press and the Dirty War, 1976-1983’, Latin American Perspectives 24 (1997) afl. 6, p. 93-112, p. 101.

(16)

15 negatief te belichten.19 Buitenlandse pers werd gewaarschuwd om zich niet in te laten met

subversieve groepen. Een Franse journalist die dit wel deed werd vijf uur vastgehouden door de junta.20

De junta wilde dat sportjournalisten zich alleen met sport bezig hielden en niet met het gebied dat zich tussen sport en politiek bevond. Aan maatschappijkritische sportjournalistiek zoals wij die in Europa gewend zijn had Videla geen behoefte. Door een angstcultuur te creëren hoopte hij journalisten uit zowel Argentinië als deelnemende landen binnen een door hem gevormd kader te laten bewegen waarin alleen over de pracht van het voetbal geschreven zou worden. Later in dit onderzoek zal blijken dat journalisten als Frits Barend en Henk van Dorp wel degelijk bang waren voor de situatie in Argentinië tijdens het WK en het feit dat zij wellicht geen kritische journalistiek konden bedrijven zoals zij gewend waren zonder in gevaar te komen.

Opkomst van mensenrechten op de politieke agenda

De jaren ’70 staan bekend als het decennium waarin mensenrechten op de politieke agenda kwamen. Door verschillende ontwikkelingen binnen media en technologie werd het mogelijk om dicht bij ontwikkelingen te staan die aan de andere kant van de wereld gebeurden. De opkomst van nieuwe organisaties als Amnesty International aan het eind van de jaren ’60 zorgde ervoor dat de druk op overheden toenam om in te grijpen en de mensenrechten als thema serieus te nemen. Organisaties als Amnesty zorgden er onder andere voor dat de maatschappij zelf actief bijdroeg en kritisch werd op de regering als deze daarin achter bleef.21

De eerste Nederlandse Minister van Buitenlandse Zaken die de mensenrechten prominent op de politieke agenda zette was Norbert Schmelzer (KVP). Na het aftreden van zijn voorganger Joseph Luns (KVP) werd in 1971 voor het eerst expliciet gesproken over mensenrechten binnen het Nederlandse Buitenlandse beleid.22 Dit kwam door de opkomst van

maatschappelijke organisaties als Amnesty International, maar ook door de opkomende

19 Smith, B. L., ‘The Argentian Junta and the Press in the Run-Up to the 1978 World Cup’, Soccer & Society 3

(2002) afl. 1, p. 69-78, p. 71.

20 Ibidem, p. 75.

21 Amnesty International, ‘Geschiedenis van Amnesty International’, www.amnesty.nl, laatst geraadpleegd op

30-3-2016.

22 Kuitenbrouwer, Maarten, ‘Nederland en Mensenrechten, 1795-1995’, p. 188. in Kuitenbrouwer, Maarten en

Marij Leenders ed., Geschiedenis van de mensenrechten. Bouwstenen voor een interdisciplinaire benadering (Hilversum 1996).

(17)

16 interesse voor het onderwerp in landen als de Verenigde Staten.23 Onder Schmelzer werden

mensenrechten een “integraal” onderdeel van het buitenlands beleid. Onder Max van der Stoel (PVDA), zijn opvolger vanaf halverwege 1973, bleef het een “wezenlijk” onderdeel van het beleid. In de praktijk bleken de mensenrechten lastig te plaatsen in het beleid. Hierdoor werden economische en politieke belangen in de praktijk vaak boven mensenrechten

verkozen, zoals dit ook in Duitsland het geval leek te zijn. Mensenrechten bleken vooral een prioriteit te zijn als het niet conflicteerde met andere belangen

Nederland had niet de positie en macht om op eigen initiatief in te grijpen tegen landen waar de mensenrechten werden geschonden, dus deed dit liever in samenwerking met andere landen of in navolging van een groot land wat tot sancties overging. Op sportgebied was de boycot van Zuid-Afrika het bekendst. Deze boycot was echter na dringend advies van de Verenigde Naties tot stand gekomen en er bestond een brede internationale concensus over. Overheden en sportbonden namen de het advies tot een boycot vervolgens over.24

Peter Malcontent omschrijft het Nederlands beleid op het gebied van mensenrechten als “selectief verontwaardigd”. Nederland kon niet overal ter wereld aanwezig zijn en actief proberen te situatie te veranderen. Daarom werkte de regeringen in de jaren ’70 met een “effectiviteitsprincipe”. Uit de grote lijst van landen waar mensenrechten geschonden werden focuste Nederland zich in zijn acties tegen gebieden waar de situatie ook daadwerkelijk veranderd kon worden. Het had geen zin om alleen maar aan te wijzen waar mensenrechten geschonden werden.25 Zo wordt vaak de vraag gesteld waarom Nederland tegen Chili een zeer

harde lijn aanhield met vele sancties, terwijl tegen Argentinië amper werd ingegrepen. Er was toch eenzelfde situatie in beide landen? Het kabinet-Den Uyl, met zijn socialistische inslag, had een zeer goede band met de partij van Salvador Allende, die in 1973 door Pinochet werd afgezet. Allende had in zijn jaren als leider van de socialistische partij nauwe banden met de PvdA opgebouwd en was zelf enkele malen in Nederland op bezoek geweest. Door de

samenwerking tussen de Allende-regering stelde de Nederlandse regering zich direct negatief op tegenover het Chileense regime door middel van economische sancties en politieke druk. De contacten in Chili maakten het mogelijk om op eigen initiatief actie te ondernemen en aan

23 Hellema, Duco, Nederland in de Wereld. De buitenlandse Politiek van Nederland (Houten 2010) p. 324. 24 De Heer, Wim, ‘Een Sportboycot is meestal Zinloos’, Trouw (16-08-2013) via www.trouw.nl, laatst

geraadpleegd op 30-03-2016.

25 Malcontent, P., ‘Nederland en de mensenrechten in de Derde Wereld, 1973-1981’, p. 297/8. In Kuitenbrouwer,

Maarten en Marij Leenders ed., Geschiedenis van de mensenrechten. Bouwstenen voor een interdisciplinaire

(18)

17 te sluiten bij andere landen die Chili sancties oplegden.26 Een dergelijke band was er niet met

Argentinië. Ook was er in Argentinië niet een omslag waar te nemen waar een periode van relatieve rust werd opgevolgd door een periode van zware agressie, zoals in Chili na het afzetten van Allende wel het geval was. In Argentinië was al decennialang veel terreur, die in de periode voor de staatsgreep van Videla, onder Juan en Isabel Perón, alleen maar verder was toegenomen. Hierdoor was de beeldvorming van de binnenlandse ontwikkelingen anders.27

De Nederlandse politiek zelf onderging in de periode rond het WK veranderingen. Eind 1977 eindigde het kabinet-den Uyl onder leiding van PvdA-leider Joop den Uyl en werd CDA-voorman Dries van Agt verkozen tot minister-president. Van Agt was in de vorige regering Minister van Justitie geweest. Op gebied van buitenlandse beleid veranderde er door de kabinetsverandering ook het een en ander. Max van der Stoel werd opgevolgd door Chris van der Klaauw (VVD). Waar Max van der Stoel de mensenrechten hoog op zijn lijst van prioriteiten had staan, was dit bij Van der Klaauw veel minder het geval.28 Economische belangen kregen vaak voorrang in het kabinet-Van Agt I.

Begin 1978, slechts twee maanden na de installatie van de nieuwe regering, barstte in Nederland een brede golf van protest los over de mensenrechtenschendingen in Argentinië. Specifiek richtte de kritiek, die kwam van maatschappelijke actiegroepen en organisaties, zich op de deelname van het Nederlands elftal aan het WK 1978. De maatschappelijke onrust kwam uit vele hoeken, maar kwam pas echt los na een initiatief van twee geëngageerde cabaretiers. Het debat dwong zowel de KNVB als de regering om stelling te nemen en zich uit te spreken over het WK en de relatie tussen sport en politiek.

26 Baehr, P. R., Monique C. Castermans-Holleman en Fred Grunfeld, ‘Human Rights in the Foreign Policy of the

Netherlands’, Human Rights Quarterly 24 (2002), afl. 4, p. 1004.

27 Idem.

(19)

18

Bloed aan de Paal! Maatschappelijk Protest tegen het WK

Voordat we de discussie binnen de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) en het politiek debat in de Eerste en Tweede Kamer in Nederland kunnen behandelen is het van belang om te kijken naar de maatschappelijke onvrede rond het Wereldkampioenschap die zich vanaf het begin van 1978 ontwikkelde in Nederland. Enkele grote organisaties als de FNV en Amnesty International spraken zich uit over de gebeurtenissen in Argentinië in relatie tot het voetbalfestijn wat daar gepland stond. Daarnaast was het Soldariteitskomité Argentinië Nederland zeer actief. Het bekendste voorbeeld van maatschappelijk protest is waarschijnlijk ‘Neerlands Hoop in Bange Dagen’, waarin het cabaret duo Freek de Jonge en Bram

Vermeulen opriepen tot een boycot van het WK. Dankzij Bram en Freek barstte de discussie in Nederland begin 1978 echt los, maar zij waren niet de eerste die publiekelijk en politiek vragen stelde over deelname aan het WK.

Roep om aandacht

Amnesty International hoorde bij de eerste organisaties die probeerden de schendingen van mensenrechten in Argentinië onder de aandacht te brengen. De organisatie, die in 1961 als een campagne van een jaar werd gestart door de Engelse advocaat Peter Benenson, was uitgegroeid tot een wereldwijde organisatie waarbinnen duizenden mensen probeerden

aandacht te vragen voor de situatie van politieke gevangenen wereldwijd. Binnen enkele jaren waren er landenkantoren ontwikkeld die aandacht vroegen voor het werk van Amnesty.29 In 1969 ontstond de Nederlandse tak van Amnesty International. De situatie in Argentinië was wereldwijd een belangrijk thema, maar al snel werden er ook specifiek acties ontwikkeld en publicatie uitgegeven in Nederland.

In het jaarrapport van de jaren 1975/1976 werd de zorgelijke situatie in Argentinië al benoemd door de organisatie. Bijzonder is dat het merendeel van dit verslag nog ging over de erbarmelijke staat van de mensenrechten onder Isabel Peron. De situatie na de staatsgreep was nog onduidelijk, al werd wel gewezen op aanwijzingen dat de junta op grote schaal

mensenrechten schond en werd de situatie van Chileense vluchtelingen in Buenos Aires uitgelicht.30

29 Buchanan, Tom, ‘Amnesty International in Crisis 1966-67’, Twentieth Century British History 15 (2004) afl.

3, p. 267-289, p. 268-9.

30 Amnesty International, The Amnesty International Report 1975/1976 (1976) p. 87. Online beschikbaar via: https://www.amnesty.org/en/documents/pol10/0001/1976/en/, laatst bestudeerd op: 19-04-2016.

(20)

19 Dat de situatie in Argentinië verergerd was sinds de militaire coup bleek in 1977. De nadruk van het jaarrapport van 1977 lag op het rapport wat Amnesty International in maart 1977 uitbracht naar aanleiding van informatie die vergaard was tijdens onderzoek en een tiendaags bezoek aan Argentinië van 6 tot 15 november 1976. De conclusie van dit rapport was dat het Argentijnse volk tijdens de staat van beleg die nog steeds gold werd beroofd van alle grondrechten. Ontvoeringen waren aan de orde van de dag en marteling was meer regel dan uitzondering. Het aantal verdwijningen werd op dat moment geschat op tussen de twee- en tienduizend mensen.31 Het rapport “Argentinië: verslag van een missie van Amnesty International van 6-15 november naar Argentinië” werd ook in het Nederlands vertaald en uitgegeven. In Nederland werd het verspreid onder de leden van Amnesty International en aangeboden aan politici en andere beleidsmakers. Op deze manier probeerde Amnesty het Nederlandse publiek te activeren om ook haar stem te laten horen en zich uit te spreken tegen de schendingen van mensenrechten in Argentinië.32

In het jaar van de ‘Mundial’ richtte Amnesty International zich specifiek op dit toernooi om opnieuw aandacht te vragen voor de vele gevangenen in Argentinië en de vele verdwijningen die nog voorkwamen. Het aantal verdwijningen werd in 1978 geschat op ruim vijftienduizend sinds de aanstelling van de junta twee jaar eerder.33 Op verschillende

manieren vroeg Amnesty aandacht voor het doel. Een belangrijke actie was het voorbereiden van rapporten door verschillende landenkantoren waarmee journalisten uit de land werden ingelicht over de situatie in Argentinië. Op deze manier waren journalisten voorbereid op wat zij tegen zouden komen als zij naar het Latijns Amerikaanse land afreisden voor de

Wereldbeker. Amnesty International hoopte dat journalisten verder zouden gaan dan hun normale weergave van een dergelijk toernooi, de ogen niet zouden sluiten voor de politieke misstanden in het land en juist zouden bijdragen aan de dialoog. In Nederland kregen

journalisten het rapport “Argentinië 1978: verdwijningen, martelingen, politieke moorden.”34

Amnesty stond aan de wieg van het maatschappelijk protest in Nederland tegen de verdwijningen en martelingen in Argentinië. Het Wereldkampioenschap was voor de organisatie een belangrijke gebeurtenis om opnieuw aandacht te vragen voor de positie van

31 Amnesty International, The Amnesty International Report 1977 (1977) p. 119. Online beschikbaar via: https://www.amnesty.org/en/documents/pol10/006/1977/en/, laatst bekeken op: 16-04-2016.

32 Amnesty International, Argentinië: verslag van een missie van Amnesty International van 6-15 november naar Argentinië (maart 1977), Archief Amnesty International Nederland, IISG, Plaatsingsnummer: 129/48.

33 Amnesty International, The Amnesty International Report 1978 (1978) p. 99. Online beschikbaar via: https://www.amnesty.org/en/documents/pol10/001/1978/en/, laatst bekeken op: 16-04-2016.

34 Amnesty International, Argentinië 1978: verdwijningen, martelingen, politieke moorden (1978) Archief

(21)

20 mensenrechten in het land, maar was niet het hoofddoel. Een duo dat zich wel specifiek op het voetbaltoernooi richtte slaagde er begin 1978 in om een actueel onderwerp te maken van de mensenrechtenschendingen in Argentinië en een onderwerp waar de KNVB en de politiek niet meer omheen konden.

Bram en Freek

Freek de Jonge had Bram Vermeulen op een dag opgebeld. Hij, Freek, had gegeten met iemand van Amnesty International en had gehoord over de situatie in Argentinië. Na een korte ontmoeting in café Schiller waren de twee het erover eens: dit konden ze niet zomaar voorbij laten gaan. Dit was de kans voor het geëngageerde duo om de situatie in Argentinië en relatie tussen sport en politiek eens goed aan de kaak te stellen.35

Op 25 januari 1978 was een advertentie te zien in meerdere landelijke kranten. De kop luidde: ‘Van Hanegem óók niet naar Argentinië?’ Met de oproep om diezelfde avond om 22:35 op Nederland 2 in te schakelen.36 Het betrof het begin van de “Aktie Argentinië” van geëngageerd cabaret-duo Neerlands Hoop. Zij riepen op tot een boycot van het

Wereldkampioenschap voetbal in Argentinië om een statement te maken tegen de

schendingen van mensenrechten in dat land door het Videla-regime. “Oranje kan iets bereiken in Argentinië door niet te gaan”, luidde het motto. Het duo was ervan overtuigd dat Videla de toernooi voor politieke doeleinden zou gebruiken op eenzelfde wijze als Hitler deed met de Olympische Spelen van 1936.37 Neerlands Hoop verwees naar de rapporten van Amnesty International waarin geschreven stond dat Argentinië de meeste politieke gevangenen ter wereld had en grove schendingen van de mensenrechten beging. Freek en Bram zagen geen verschil in de situaties in Argentinië en Chili en waren dan ook verbaasd over het aanzienlijke verschil in aanpak van de Nederlandse regering tegenover de twee landen. Zij besloten met hun actie hun nek uit te steken en de discussie in Nederland op gang te brengen.38

Al snel na het begin van de actie sloten andere organisaties zich aan bij de actie van Neerlands Hoop. Een bijzonder voorbeeld hiervan was de Stichting Sociale Marketing uit Middelburg. Deze landelijke werkgroep van maatschappijkritische reclamemakers sprak zich in het bijzonder uit tegen de activiteiten van het Amerikaanse reclamebureau

Burson-Marsteller, het reclamebureau dat door de junta was ingehuurd om het imago van de junta en

35 IKON

36 ‘Diversen’, NRC Handelsblad, 25-01-1978, p. 18.

37 Rözer, Marcel en Iwan van Duren, Voetbal in een vuile Oorlog. WK Argentinië 1978 (Rotterdam 2008) p.

65/6.

(22)

21 de organisatie van het Wereldkampioenschap te verbeteren. De stichting was tegen deze constructie: “Op basis van een budget van 50 miljoen gulden is dit reclamebureau al enige tijd bezig met de Argentijnse dictatuur “met een menselijk sausje” te overgieten. Het is niets anders dan een reclamecampagne voor een dictator.”39 Ze riepen de Nederlandse bevolking op

om zich financieel aan te sluiten bij een protest-advertentiecampagne die in de Amerikaanse pers gestart was.

Een van de eerste concrete acties van Neerlands Hoop was het schrijven van een brief aan de KNVB met negen vragen over het Wereldkampioenschap. Sommige vragen gingen over het formuleren van een standpunt en het meten van de welwillendheid van de sportbond ten aanzien van acties rondom het WK. Eén vraag is wat directer geformuleerd: “Realiseert de KNVB zich voldoende, dat een met bloed van het Argentijnse volk besmeurde Wereldcup geen pronkstuk zal zijn in de KNVB-prijzenkast en daar vier jaar lang als onomwonden bewijs van lafheid zal staan?”40

Dat niet iedereen zich klakkeloos aansloot bij de actie van Bram en Freek blijkt uit lezersinzendingen in De Telegraaf enkele dagen na de start van de boycotactie. Een lezer schreef: “De plannen van Neerlands Hoop zijn primair irreëel en secundair het toppunt van stupiditeit. Als het aan hen ligt gaan we binnenkort alleen nog maar naar sportactiviteiten in Oost-Europese landen.”41 In het Nieuwsblad van het Noorden werd hen verweten dat zij tegen

alles zijn wat rechts was. “Ze mogen blij zijn, dat het niet allemaal ‘links’ is wat de klok slaat.”42 Het duo werd neergezet als communistisch en hypocriet.

De ‘Aktie Argentinië’ maakte wel de discussie los die Vermeulen en De Jonge voor ogen hadden. Eind januari en begin februari werden de mannen uitgenodigd in Den Haag om met delegaties uit de Eerste en Tweede Kamer te praten over de actie.43 Zij spraken onder meer met de PVDA en de VVD over waarom zij vonden dat juist het WK een geschikte aangelegenheid was voor Nederland om zich uit te spreken tegen de junta. Begin maart vond zelfs een gesprek plaats tussen de regering, een afvaardiging van de KNVB en Bram en Freek. Daarnaast zat het met de selectie van het Nederlands Elftal om de tafel om de actie toe te lichten.44 Ook werden er verschillende bijeenkomsten en rally’s georganiseerd waar werd geprobeerd om het Nederlandse volk in te laten zien hoe serieus de situatie was. Daarnaast

39 ‘Reclamemakers tegen reclame rond het WK Argentinië’, De Waarheid, 28-01-1978, p. 3. 40 Idem.

41 Slik, C. A. van de(r), ‘Mensenrechten 2’, De Telegraaf, 31-01-1978, p. 5.

42 Deuling, Johan, ‘Voetballen in Argentinië’, Nieuwsblad van het Noorden, 03-02-1978, p. 15. 43 ‘Neerlands Hoop bij kamerfracties voor hun actie’, Leeuwarder Courant, 03-02-1978, p. 9. 44 ‘Spelers zien ‘praatpaal’ niet zitten’, Het Vrije Volk, 07-02-1978, p. 15.

(23)

22 trokken Bram en Freek vanaf februari de theaters in met hun voorstelling ‘Bloed aan de Paal’, waarin de boycot centraal stond. Tien theaters door het hele land werden aangedaan met de act.45 Voor zover de boodschap van het duo tijdens de voorstelling onduidelijk bleef, was daar het slotlied ‘Het is weer tijd om te bepalen waar het allemaal op staat’: “We gaan naar

Argentinië, waar dagelijks wordt gemoord. Maar daar is nu eventjes geen tijd voor zojuist heeft Rep gescoord. Zonder Cruijff in de finale, wie had dat verwacht. En op de eretribune zitten Wiegel en Van Agt.”46

28 april, toen het doel nog niet bereikt was en het er steeds meer op begon te lijken dat een boycot niet plaats zou vinden, werd uitgeroepen tot ‘internationale dag van de boycot’. Tienduizend handtekeningen werden aangeboden aan de KNVB en er werd plechtig beloofd dat de actie door zou gaan. Het aantal handtekeningen tegen deelname aan het WK zou uiteindelijk uitkomen op ruim zestigduizend, meer dan ergens anders.47 Over het verloop van de actie waren Bram en Freek tevreden. De discussie over sport en politiek werd breeduit gevoerd en de KNVB en de regering werden gedwongen om een standpunt in te nemen en na te denken over de problematiek. De publieke opinie was daarentegen nog niet genoeg

beïnvloed. Dit lieten ook de cijfers zien, slechts 29% van de Nederlandse bevolking was halverwege maart van mening dat het Nederlands Elftal niet af moest reizen naar Zuid-Amerika.48

Ook de internationale samenwerking tussen actiecomités en de internationale discussie die hier uit voortvloeide stemde Vermeulen en De Jonge tevreden. De verschillende acties werden zoveel mogelijk op Europees niveau gecoördineerd. In deelnemende landen West-Duitsland, Spanje en Italië probeerden actiegroepen ook een nationale discussie op gang te brengen. Ook in landen die zich niet plaatsten voor het toernooi, Denemarken, België en Zwitserland, werd gepleit voor een boycot van het toernooi. Zo werd ‘Bloed aan de Paal’ ook in België op TV uitgezonden.49 Een belangrijke organisatie was het COBA, het Franse actiecomité tegen het organisatiecomité van het Wereldkampioenschap. De voorzitter van COBA vond dat voetbalfederaties en regeringen tot een boycot over moesten gaan. Van spelers, in de praktijk werknemers, kon niet verwacht worden dat zij tegen hun werkgevers in zouden gaan. De actiegroepen uit verschillende landen kwamen verschillende keren bijeen, de

45 ‘Bram en Freek brengen ‘Bloed aan de Paal’’, Het Vrije Volk, 14-02-1978, p. 1.

46 Vermeulen, Bram en Freek de Jonge, ‘Het is weer tijd om te bepalen waar het allemaal op staat’, van het

album Bloed aan de Paal (1978).

47 ‘Boycotactie gaat door’, Nieuwsblad van het Noorden, 08-05-1978, p. 14.

48 ‘Bram en Freek maken 28 april tot Internationale Boycotdag’, Leeuwarder Courant, 17-03-1978, p. 13. 49 ‘Neerlands Hoop op Vlaamse TV’, Het Vrije Volk, 29-04-1978, p. 9.

(24)

23 eerste keer in Parijs. Begin mei kwamen de comités in Amsterdam bij elkaar. Dat het lastig was om de discussie echt aan te zwengelen in landen waarvan de nationale ploeg zich niet geplaatst had voor het toernooi bleek uit het ontbreken van enige discussie in landen als Engeland, waar de discussie slechts mondjesmaat aanwezig was. In Israël, waar een grote Argentijnse minderheid woonde, was in eerste instantie ook maatschappelijk protest en vraag om een boycot. Nadat duidelijk werd dat de Israëlische ploeg zich niet wist te plaatsen voor de eindronde bleek het moeilijk om de discussie rondom het WK actueel te houden en verdween deze dan ook.50

De ‘Aktie Argentinië’ kreeg zijn uiteindelijke doel, een boycot van de Nederlandse voetbalbond en de Nederlandse regering, niet voor elkaar. Dat betekende niet dat Bram en Freek stopten met hun acties. Onder de titel ‘Voetbal gaat door, de actie ook!’ organiseerden zij nog verschillende bijeenkomsten door het hele land. Een samenkomst was in de Jaap Eden Hal in Amsterdam waar een non-stop programma van zes uur plaatsvond. Bekend is ook het ‘uitzwijgen’ van de Nederlandse ploeg op Schiphol, waarbij actievoerders demonstratief op de vloer van Schiphol zaten in plaats van het gebruikelijke uitzwaaien van de equipe. De Nederlandse ploeg merkte hier weinig van, die was via een zijdeur naar het vliegtuig geleid.51

SKAN: bewustzijn kweken onder Nederlanders

De maatschappelijke discussie werd verder onder de aandacht gebracht door verschillende maatschappelijke organisaties. Een van de belangrijkste was het Solidariteitskomité

Argentinië-Nederland (SKAN). De organisatie werkte intensief samen met zowel Neerlands Hoop als Amnesty International in aanloop naar het WK. De samenwerking met Neerlands Hoop bleek van essentieel belang voor het SKAN. Al vanaf halverwege 1977 was het comité bezig om de aandacht van de KNVB en de regering te krijgen, maar zonder enig succes. Vermeulen en De Jonge zorgde voor de publiciteit die de organisatie nodig had.

Het geld dat door Bram en Freek verdiend werd met hun theatertour werd in overleg met het SKAN, CADHU (de Argentijnse commissie voor de rechten van de mens) en

Amnesty verdeeld onder organisaties die zich met Argentinië bezig hielden. Alleen de ‘Bloed aan de Paal’ tour van Neerlands Hoop leverde na aftrek van onkosten al ruim 75.000 gulden

50 Rein, Raanan en Efraim Davidi, ‘Sport, Politics and Exile. Protests in Israel during the World Cup (Argentina,

1978)’, The International History of Sport 26 (2009) afl. 5, p. 673-692, p. 677.

(25)

24 op.52 Dit werd onder andere geïnvesteerd in verdere acties van het SKAN en uitgaves van de

organisatie.

Het SKAN sloot zich niet alleen aan bij initiatieven als Neerlands Hoop, maar organiseerde zelf ook vele bijeenkomsten en protesten. Vooral jongeren konden zich identificeren met de doelen van het SKAN en kwamen massaal af op acties. Op 23 maart werd een protestdemonstratie georganiseerd in Amsterdam. De dag erna kwamen ruim 200 jongeren bijeen bij de Argentijnse ambassade in Den Haag om te protesteren tegen de junta van Videla. De meeste leuzen die werden geschreeuwd hadden te maken met Nederlandse deelname aan het WK.53

Inhoudelijk was het SKAN ook van groot belang. Veel van de informatie waar Bram en Freek zich op baseerden kwam direct van het comité. Zo verweten ze Joop den Uyl na zijn aanwezigheid in Hamburg bij de Internationale Sociale dat hij in de val van het Videla-regime was gelopen na zijn onderhoud met Simon Lazara van de Eenheidspartij, een socialistische partij uit Argentinië. Lazara had Den Uyl verzocht om niet over te gaan tot een boycot van het WK. Volgens het SKAN was na het natrekken van zijn antecedenten gebleken dat Lazara niet meer dan een verlengstuk van de junta was, die zijn bestaansrecht dankte aan het feit dat hij geen kritische lijn tegenover de junta aanhield.54

Het SKAN stelde elke paar maanden een Argentinië Bulletin op dat het verspreidde over zijn leden en aanhangers. Daarnaast probeerde de organisatie het bulletin bij politici en andere beleidsmakers te krijgen. Zo is in het Archief Kabinet Minister-President een kopie van het Argentinië Bulletin No. 2 (maart 1978) te vinden. De uitgave richt zich vrijwel geheel op de manier waarop Argentinië de organisatie van het toernooi heeft aangepakt en wat de politieke doelen van de junta zijn. Daarnaast wijdde het aandacht aan de groeiende

economische band tussen Argentinië en Nederland.55

De vakbond spreekt zich uit

Die economische relatie tussen Nederland en Argentinië is ook waar de Federatie

Nederlandse Vakbeweging (FNV) zich op richtte in zijn kritiek. Vaak werkte het samen met CLAT-Nederland, een overkoepelende vakbondsorganisatie die zich richtte op het

ondersteunen van vakbonden, arbeiders en boeren in de hele regio Latijns Amerika. Deze

52 ‘Bram en Freek maken 28 april tot Internationale Boycotdag’, Leeuwarder Courant, 17-03-1978, p. 13. 53 ‘Voetbal niet in Argentinië’, Het Vrije Volk, 25-03-1978, p. 9.

54 ‘Freek de Jonge: Den Uyl vloog in Junta-truc’, Het Vrije Volk, 11-02-1978, p. 5.

(26)

25 organisatie had vele contacten in Zuid-Amerika en kon informatie over de situatie in

Argentinië inwinnen.

Een thema waar beide organisaties zich ernstig zorgen over maakten was de groeiende economische relatie tussen Nederland en Argentinië sinds de junta van Jorge Videla de macht in Buenos Aires had gegrepen. In plaats van de economische banden verbreken of in ieder geval verkleinen met een dergelijk regime namen de economische contacten tussen Nederland en Argentinië vanaf 1976 toe. De bilaterale handel nam vanaf 1976 tot 1978 toe van 350 miljoen gulden tot ruim 1 miljard.56

Op 10 november 1977, twee maanden voor het begin van de ‘Aktie Argentinië’ stuurde het CLAT een brief naar de KNVB, gericht aan bondsvoorzitter W.A.G.M.

Meuleman, waarin het de nationale bond waarschuwde om niet als propagandamiddel van de junta gebruikt te worden tijdens de aanwezigheid in Argentinië. Het vroeg de KNVB om zich uit te spreken tegen het verdwijnen van de democratie in Argentinië en het verbod op

vakbonden en andere rechten voor arbeiders en boeren. Een democratischer Argentinië zou de veiligheid van de Nederlandse spelers beter kunnen garanderen dan een politiemacht of veiligheidsmaatregelen van het Argentijnse leger.57 De brief werd positief ontvangen door Dhr. Meuleman, die zeker het argument van de veiligheid van de Nederlandse spelers belangrijk achtte. Of de bond zich uit zou spreken tegen de Argentijnse regering zou

besproken moeten worden binnen de bondsvergadering. Een reactie op de brief werd op korte termijn beloofd.58

Deze reactie bleef echter uit. Toen de discussie naar aanleiding van de actie van Neerlands Hoop losbarstte, besloot het CLAT een tweede brief aan de KNVB te schrijven. Op hetzelfde moment werd ook een brief aan de fracties uit de Tweede Kamer gericht om hen op te roepen hun verantwoordelijkheid te nemen. De tweede brief aan de KNVB bevatte zes punten die het CLAT graag van de KNVB zag:

1. De Nederlandse delegatie doet niet mee aan de openingsceremonie;

2. Om misbruik van de junta te voorkomen ontwijkt de Nederlandse delegatie elke vorm van contact met de Argentijnse regering;

3. De KNVB dringt bij de Argentijnse regering aan op het belang van persvrijheid; 4. De KNVB neemt contact op met andere sportbonden om deze punten over te brengen;

56 CLAT, ‘Brief aan Tweede Kamer’, 13-02-1978, Archief PVDA, IISG, 2472-I.

57 ‘CLAT-Nederland: WK-voetbal niet gebruiken als propaganda voor diktatoriale regiem’, Amigoe, 10-11-1977,

p. 7.

(27)

26 5. De KNVB geeft een financiële bijdrage aan organisaties die de situatie in Argentinië

willen verbeteren;

6. De KNVB maakt haar beleid (punten 1 en 2) duidelijk aan de Argentijnse regering en spreekt zich uit tegen de schendingen van mensenrechten.59

Wat uit deze punten bleek en op meerdere momenten door het CLAT en de FNV werd uitgesproken was dat de beide organisaties niet uit waren op een boycot van het WK zoals Neerlands Hoop en het SKAN. Na overleg met Argentijnse vakbondsleiders kwamen de organisaties tot het besluit dat het toernooi en contact met Argentinië niet gemeden moest worden. De liefde van het Argentijnse volk speelde hierin volgens het CLAT een grote rol.60 Het zou in niemands voordeel werken om de Argentijnen dit toernooi af te pakken. In plaats van een boycot moest het toernooi volgens de FNV, waar ook de trainersvakbond (VVON) en de spelersvakbond (VVCS) bij aangesloten waren, door de voetbalbond, de regering en de journalistiek aangegrepen worden om de dialoog met Argentinië aan te gaan en zich uit te spreken tegen de schendingen van mensenrechten in het land.61

De druk op de KNVB kwam niet van slechts één kant. Organisaties als Amnesty International, actiegroepen als SKAN en CLAT, de FNV en initiatieven als Neerlands Hoop deden de druk op de KNVB enorm toenemen. Niet iedereen wilde dat de KNVB het toernooi zou boycotten, maar iedereen verwachtte wel dat de voetbalbond stelling zou nemen, zich uit zou spreken tegen de junta en, mochten ze afreizen naar Argentinië, actie ondernam om de situatie in het land onder de aandacht te brengen. Hoe ging de sportbond, met bestuursleden die verstand hadden van voetbal, niet van politiek en mensenrechten, om met deze druk?

59 CLAT, ‘Brief aan KNVB’, 13-02-1978, Archief PVDA, IISG, 2472-I.

60 ‘CLAT-Nederland: WK-voetbal niet gebruiken als propaganda voor diktatoriale regiem’, Amigoe, 10-11-1977,

p. 7.

(28)

27

Kein geloel, Fussball spielen: De KNVB reageert

Na het losbarsten van de maatschappelijke discussie in Nederland moest de KNVB zich aan het begin van 1978 uitspreken. Het Nederlands elftal, dat de verloren finale van het toernooi in en tegen het West-Duitsland van Gerd Müller vier jaar eerder nog verre van vergeten was, voelde de druk vanuit de samenleving om niet naar Argentinië af te reizen om zich te

revancheren voor dit verlies. In 1976 had de KNVB besloten dat het ondanks de staatsgreep van Videla af zou reizen naar Argentinië, maar dit was voor de felle kritiek die vanaf 1978 losbarstte. Dit hoofdstuk zal dieper ingaan op de reactie van de voetbalbond op het

maatschappelijk debat rond deelname aan het WK. Er zal gekeken worden naar het bestuur van de KNVB, maar ook naar spelers van het Nederlands elftal en de excentrieke bondscoach Ernst Happel.

Sportief succes

Na de uitschakeling op het EK 1976 in Joegoslavië door Tsjecho-Slowakije (de uiteindelijke winnaar) kon ‘Oranje’ zich richten op plaatsing voor het WK 1978. Hiervoor moest het in een kwalificatiepoule af zien te rekenen met Noord-Ierland, IJsland en buurland België. In

Reykjavik werd een nipte overwinning uit het vuur gesleept, maar in de Kuip kwam

Nederland in de tweede wedstrijd niet verder dan een 2-2 gelijkspel tegen het Noord-Ierland van een opgeleefde George Best. De twijfel over het afnemende Nederlandse voetbal en de opkomst van het Belgische voetbal zorgden voor een gespannen situatie. Het Belgische Club Brugge behaalde zeer goede resultaten in Europa onder leiding van Ernst Happel. Happel werd mede hierdoor in mei 1977 aangesteld als bondscoach, waardoor interim-bondscoach Jan Zwartkruis een stap terug deed en als assistent dienst deed. Happel, een Oostenrijker die met ADO, Feyenoord en Club Brugge grote successen behaalde als coach, stond bekend als een eigenzinnige trainer met een eigen mening. Onder leiding van Happel, die wegens belangenverstrengeling ontbrak in Amsterdam door het meespelen van verschillende Club Brugge-spelers, werd op 26 oktober 1977 na een reeks overwinningen kwalificatie veilig gesteld door het Nederlands voetbalelftal na een 1-0 zege op de ‘Rode Duivels’. Nederland kon zich gaan richten op het behalen van die zo begeerde wereldtitel. Binnen de KNVB bestond blijdschap over de plaatsing en werd het vizier nu gericht op het creëren van de beste

(29)

28 omstandigheden om in Argentinië te presteren.62 Slechts twee weken na de plaatsing voor het

toernooi kreeg de KNVB de brief toegestuurd van het CLAT over het politieke doel van het WK voor de junta.

Stellingname

In het vorige hoofdstuk bleek dat de KNVB de eerste brief van het CLAT niet beantwoordde, zoals het wel beloofd had in een reactie van Dhr. Meuleman. De veiligheid van de

Nederlandse spelers vond de sportbond wel belangrijk, maar de maatschappelijke druk op de sportbond was nog niet genoeg om zich in die periode bezig te houden met de vragen van het CLAT.

Brieven van organisaties als het CLAT, Amnesty International-rapporten en andere pogingen van professionele organisaties hadden niet tot gevolg dat de KNVB stelling nam. Het vuurwerk van de ‘Aktie Argentinië’ van Neerlands Hoop deed dit wel. De grote bekendheid van Freek en Bram en de publieke manier waarop zij hun actie voerden leidde direct tot grote druk op de KNVB. Een tv-uitzending was nou eenmaal wat moeilijker te negeren dan een brief. Een eerste publieke reactie vanuit de KNVB kwam van bestuurslid Ton Zwikstra op de dag na de eerste tv-uitzending van Neerlands Hoop. Hij meldde dat de

voetbalbond de actie die dag nog zou behandelen in de bestuursvergadering. De bond had natuurlijk veel aandacht voor de actie en het doel daarvan. Zwikstra zelf zou er bij het bestuur op aandringen om op korte termijn met een communiqué te komen.63 Uit notulen van de bestuursvergadering van die 27januari blijkt dat er binnen de KNVB op dat moment nog geen duidelijke strategie was ontwikkeld. Uit de opmerking dat er helaas al commentaar was gegeven op de actie voordat de voorzitter van het WK-bestuur, Dhr. Jacques Hogewoning, een reactie had kunnen geven blijkt dat Zwikstra voor zijn beurt had gesproken. Gelijk werd duidelijk gemaakt dat Dhr. Hogewoning in het geval van het WK de eerste spreker zou zijn.64

Op 30 januari sprak de KNVB zich als organisatie voor het eerst publiekelijk uit over de boycot. Het wees de acties van Neerlands Hoop en andere WK-acties van de hand. In een reactie liet de bond weten dat de principiële vraag volgens hen was of er deelgenomen kan worden aan voetbalwedstrijden in landen waar een totalitair regime aan de macht was. Als het

62 ‘Agenda's, toelichtingen en notulen van de bestuursvergaderingen van de (Koninklijke) Nederlandsche

Voetbalbond, 29 oktober 1977’, Archief Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB), Nationaal Archief, 2.19.123, 103.

63 ‘WK-voetbal zit PVDA niet lekker’, De Telegraaf, 28-01-2978, p. 3.

64 ‘Agenda's, toelichtingen en notulen van de bestuursvergaderingen van de (Koninklijke) Nederlandsche

Voetbalbond, 27 januari 1978’, Archief Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB), Nationaal Archief, 2.19.123, 104.

(30)

29 Nederlands elftal niet deel zou nemen aan het Wereldkampioenschap in Argentinië, zou het ook nooit meer een wedstrijd kunnen spelen in andere totalitaire landen. Zelfs niet in Europa. Dit was geen haalbaar toekomstperspectief en een selectieve opstelling richting Argentinië alleen wees de bond principieel af.65 Lidmaatschap van de FIFA en deelname aan toernooien die georganiseerd werden door de FIFA waren niet afhankelijk van de politieke stelsels in een dergelijk land. De bond meende zich niet in politiek te mengen en nam simpelweg deel aan evenementen die door de overkoepelende FIFA waren georganiseerd.

Rond de tafel

Maar hiermee was de kous nog niet af. Begin februari werd door acht Kamerleden van verschillende partijen een brief gestuurd aan de KNVB over de situatie in Argentinië met betrekking tot het WK. De bond werd gevraagd om na te denken over een boycot van het toernooi in Argentinië om de schendingen van mensenrechten onder de aandacht te brengen. De ondertekenaars van de brief waren: Relus ter Beek (PVDA), Hans de Boer (CDA), Laurens Jan Brinkhorst (D’66), Wim Keja (VVD, bekend als ‘de enige arbeider in de VVD’) Chel Mertens (D’66), Wim Meijer (PVDA), Joep Mommersteeg (CDA), Erica Verkerk-Terpstra (VVD).66 Binnen de bestuursvergadering werd fel gereageerd op het feit dat de brief op hetzelfde moment in de publiciteit kwam als dat hij de KNVB ter ogen kwam. Hierdoor werd de bond voor het blok gezet. Daarnaast was er volgens het bestuur sprake van eenzijdige en onzorgvuldige formulering van de brief.67

Besloten werd een reactie op de brief gelijktijdig naar de Tweede Kamerleden en het ANP te sturen om onjuiste publiciteit te voorkomen.68 De reactie van de KNVB werd in volledige vorm in het NRC Handelsblad van 20 februari gepubliceerd. Er werd nogmaals benadrukt dat de KNVB absoluut tegen totalitarisme was, maar dat een selectief besluit tegen Argentinië niet verstandig was. Er was in de afgelopen maanden al contact geweest met zowel minister Van der Stoel en minister Van der Klaauw waarbij een samenwerking met de

ambassadeur in Argentinië was opgezet voor overleg. Bijzonder is de felle reactie aan het eind van de brief: “Wij willen U niet onthouden dat wij uit Uw brief een zekere

vooringenomenheid ten aanzien van ons beleid hebben geproefd. Het is bovendien zo dat wij

65 ‘KNVB wijst WK-acties van de hand’, Het Vrije Volk, 30-01-1978, p. 13.

66 ‘Agenda's, toelichtingen en notulen van de bestuursvergaderingen van de (Koninklijke) Nederlandsche

Voetbalbond, 18 februari 1978’, Archief Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB), Nationaal Archief, 2.19.123, 104.

67 Idem. 68 Idem.

(31)

30 denken dat uw brief eerder een reactie is op recentelijk ontstane anti-Argentinië acties dan de bedoeling heeft een principiële discussie over de totale problematiek op gang te brengen. Hetgeen, naar onze mening, toch het geval moet zijn.”69 Toch sluit de KNVB af met een

uitnodiging om de kwestie verder toe te lichten in een toekomstig gesprek om de goede wil van de organisatie te tonen.70

Dit gesprek vond op 14 maart. Naast de acht Kamerleden waren ook Freek de Jonge en Bram Vermeulen aanwezig. Als gevolg van dit gesprek beloofde de KNVB om zich te beperken en in te houden in Argentinië. De bond zou afgaan op de adviezen van de

ambassadeur en een eventuele uitnodiging tot een privébijeenkomst met Videla afslaan.71 Een week eerder had de KNVB minister Van der Klaauw al gevraagd om extra

veiligheidspersoneel. De Minister had aangegeven dat hij ervoor openstond om Argentinië toestemming te vragen voor de KNVB om eigen veiligheidspersoneel mee te nemen (Argentinië had tot een verbod op extern veiligheidspersoneel besloten), maar niet om dit personeel vanuit de overheid te leveren.72 De West-Duitse regering was van plan om 100 scherpschutters mee te sturen met de nationale ploeg om de veiligheid te garanderen.73 Uiteindelijk reisden er negen Duitse scherpschutters mee.74 De Franse regering besloot geen extra personeel mee te sturen.75 Dit en het feit dat afgevaardigden van de overheid niet in

hetzelfde hotel mochten slapen als de afvaardiging van de KNVB op last van de Argentijnse organisatie staan centraal in de laatste bestuursvergadering van de KNVB op 20 mei.76 Alle

aandacht had enige invloed gehad op de beslissingen van de KNVB en de voorbereidingen op het WK, maar van een boycot was geen enkele sprake. Afwijken van de beslissingen van andere sportbonden werd niet concreet gedaan. Kon van de spelers verwacht worden dat zij die stap wel durfden te nemen?

“Ik oefen daar mijn beroep uit”

Toen de voetbalbond besloot om niet over te gaan tot een boycot van het toernooi wegens de schendingen van mensenrechten in dat land, was het nog altijd een optie dat de spelers uit

69 ‘KNVB antwoordt Kamerleden over Argentinië’, NRC Handelsblad, 20-02-1978, p. 10. 70 Idem.

71 ‘KNVB beperkt zich in Argentinië’, Het Vrije Volk, 15-03-1978, p. 5. 72 ‘Oranje zonder veiligheidsagenten’, NRC Handelsblad, 03-03-1978, p. 9.

73 ‘Bonn wil 100 scherpschutters meesturen naar Argentinië’, De Waarheid, 18-05-1978, p. 2. 74 ‘Westduitsers in onzichtbaar web’, NRC Handelsblad, 30-05-1978, p. 13.

75 ‘Geen speciale bescherming voor Franse WK-spelers’, Amigoe, 18-05-1978, p. 7.

76 ‘Agenda's, toelichtingen en notulen van de bestuursvergaderingen van de (Koninklijke) Nederlandsche

Voetbalbond, 20 mei 1978’, Archief Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB), Nationaal Archief, 2.19.123, 104.

(32)

31 eigen beweging besluiten dat zij niet willen voetballen in een dergelijke situatie. Dit was ook waar Neerlands Hoop zich op gedeeltelijk op richtte. Na de bijeenkomst van verschillende actiecomités in Parijs, eind februari, werd besloten om spelers actief te benaderen om niet deel te nemen aan het toernooi..77

Andere organisaties besloten om niet van de spelers zelf te vragen om zich terug te trekken. Het Franse COBA eiste niet van spelers om niet af te reizen naar Argentinië. Het zou onverantwoord zijn om van werknemers, want dat waren spelers, te eisen dat zij tegen het beleid van hun eigen voetbalbond in zouden gaan. Daarnaast was ook de FNV, waar de vakbond van profvoetballers (VVCS) en die van trainers (VVON) onderdeel van waren, tegen een boycot. De FNV wilde deelname aan het toernooi juist gebruiken om de aandacht op de schendingen van de mensenrechten te leggen. De KNVB antwoordde de organisatie dat het zich afwachtend en passief op zou stellen om geen onderdeel van de propaganda van het regime te worden.78

Van de bondscoach van het Nederlands elftal, Ernst Happel, hoefde ook niet verwacht te worden dat hij de spelers zou adviseren om niet te gaan of zelf enige twijfel zou hebben om af te reizen naar Argentinië. De Oostenrijkse coach, bekend om zijn gewaagde uitspraken en uitgesproken karakter, reageerde op 30 januari in het Vrije Volk op de actie: “Voor mij is deze actie grote flauwekul! Dit is weer typisch Hollands. Natuurlijk sta ik er niet achter. Het interesseert me helemaal niet. Wat hebben wij nu met de rechten van de mens te maken? Wat heeft sport met politiek te doen? Sport is sport en politiek is politiek. Dat moet zo blijven.”79

Oftewel: “Kein Geloel, Fussball Spielen.”80

Willem van Hanegem, die pas laat besloot niet naar Argentinië af te reizen omdat hij niet dacht een grote rol te kunnen spelen binnen het elftal, sprak zich voordat dit duidelijk werd uit in zijn column. In ‘Krompraat van Willem’ in de Telegraaf gaf hij aan ‘doodziek’ te worden van de kritiek van Freek en Bram en de manier waarop de spelers van Nederland werden neergezet als ‘landverraders die optreden in concentratiekampen.’81 Hij ging naar

Argentinië om te voetballen en bereidde zich ook op die manier voor. Wim Rijsbergen gaf aan dat de KNVB had besloten in Argentinië te voetballen en dat hij zich achter die beslissing

77 ‘Opponenten WK bundelen krachten’, NRC Handelsblad, 27-02-1978, p. 9.

78 ‘Agenda's, toelichtingen en notulen van de bestuursvergaderingen van de (Koninklijke) Nederlandsche

Voetbalbond, 23 maart, 1978’, Archief Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB), Nationaal Archief, 2.19.123, 104.

79 ‘In alle Ernst’, Het Vrije Volk, 30-01-1978, p. 13.

80 Boks, Jasper, ‘Kein Geloel, Fussball Spielen’, Helden Online, 20-05-2014, via: http://heldenonline.nl/columns/jasper-boks/kein-geloel-fussball-spielen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer men probeert om bij kleine fluctuaties in te grijpen, (door bijvoorbeeld bij een iets te lage waarde te proberen de waarde van het proces te verhogen) dan zal het middel

‘N ora had haar gren- zen al een paar keer verlegd, maar toen na het gebruik van armen en benen ook haar stem weg- viel, nam ze het voor haar onvermij delij ke besluit’, liet

Je hebt een gezinslid die een diagnose heeft gekregen van Lyme en/of andere infecties die door teken worden verspreid. Je hebt spierpijn die verspringt van de ene spier

Er zullen dus meer Vlaamse werklozen geschrapt worden; maar meer jobs komen daar niet van.. Het ACV vraagt afschaffing van artikel 80 over de schorsing van

Geen afwenteling van onze problemen op de derde wereld en op minderheden binnen onze grenzen, voorrang voor zwakke groepen en zwakke regio's in het werkgelegenheidsbeleid, een

Het mag duidelijk zijn dat de Taalcanon bedoeld is voor iedereen die geïnteresseerd is in taalkunde, in de discussies die op dat terrein gevoerd worden en in de inzichten die

Helemaal rechts in beeld zie je de leden van onze server en of ze al dan niet online zijn op Discord... Hoe kom ik in

eigen kring, mensen die succes kennen of de aandacht naar zich toezuigen, … Voor anderen ligt het veel moeilijker: mensen die anders zijn, die ons blijken nodig te