• No results found

International taxation of cross-border leasing income - DUTCH SUMMARY

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "International taxation of cross-border leasing income - DUTCH SUMMARY"

Copied!
25
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl)

International taxation of cross-border leasing income

Mehta, A.S.

Publication date

2004

Link to publication

Citation for published version (APA):

Mehta, A. S. (2004). International taxation of cross-border leasing income.

General rights

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulations

If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible.

(2)

Hoofdstukk 1: Inleiding

Uitt een vooronderzoek bleek, dat de aan leasing verbonden belas-tingvoordelenn één van de hoofdredenen vormen, waarom ondernemingen bijj de financiering van de aanschaf van activa leasing veelal verkiezen bo-venn het afsluiten van een conventionele lening. In grensoverschrijdende si-tuatiess worden deze belastingvoordelen vergeleken met binnenlandse lease-transactiess versterkt door de verschillen in de belastingwetgevingen vann de diverse landen. Zo kunnen bij een grensoverschrijdende lease-trans-actiee ("double dip") zowel de verhuurder (de "lessor") als de huurder (de "lessee")) vanwege de bijzondere aspecten van de belastingwetgeving in hunn land gerechtigd zijn om af te schrijven.

Dezee studie beoogt te onderzoeken hoe de partijen bij een grensoverschrij-dendee lease-transactie belastingvoordelen kunnen verkrijgen onder de van belangg zijnde belastingwetten1 en belastingverdragen van de Verenigde Staten,, Japan, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Nederland ("de ge-kozenn jurisdicties"). Verder beoogt de studie na te gaan of en hoe de ver-schillendee anti-misbruikbepalingen onder de relevante belastingwetten van dee gekozen jurisdicties voorkomen, dat partijen in een grensoverschrij-dendee lease-overeenkomst oneigenlijke belastingvoordelen verkrijgen. De studiee is daarom verdeeld in de volgende zeven onderdelen:

(i)) kenmerken van de lease-overeenkomst; (ii)) fiscale afschrijving op geleasde activa; (iii)) verantwoording/uitstel van inkomsten;

(iv)) lease-structuren en het effect van anti-misbruikbepalingen in de natio-nalee belastingwetgeving;

(v)) inkomenskwalificatie onder belastingverdragen;

(vi)) verdragsaspecten van bronheffing op inkomsten uit grensoverschrij-dendee lease-transacties;

(vii)dee vrijheden van het EG-Verdrag.

(3)

Hoofdstukk 2: Transactie/kenmerken van de lease-overeenkomst

Aangezienn de fiscale behandeling voor zowel de lessor als de lessee in de meestee jurisdicties afhangt van de kwalificatie van de transactie (als lease off verkoop), kan de kwalificatie worden gezien als het centrale thema bij hett belasten van lease-inkomsten.

Hett onderzoek wijst uit, dat de beginselen, die bij de kwalificatie tot uit-gangspuntt worden genomen in de belastingwetgevingen van de gekozen ju-risdicties,, uiteenlopen. De verschillen, die er in dit opzicht tussen de wetgevingenn van landen bestaan, zijn niet beperkt tot de juridische vorm dann wel economische realiteit van de transactie. Zelfs indien belastingsys-temenn voor kwalificatiedoeleinden aansluiten bij de economische realiteit vann de transactie, kunnen de parameters om een transactie als lease-over-eenkomstt te bestempelen verschillen.

Uitt de Amerikaanse jurisprudentie terzake blijkt, dat de Amerikaanse rech-terr een transactie veelal als lease aanmerkt, indien:

-- de lease-overeenkomst een koopoptie voor de lessee bevat, het bedrag vann de lease-termijnen, dat gedurende de leaseperiode moet worden betaald,, redelijk is en de prijs, waarvoor de lessee het "geleasde" acti-vumm kan kopen, niet onredelijk laag is;

-- de lease-overeenkomst geen koopoptie voor de lessee bevat, maar de lesseee het "geleasde" activum uiteindelijk van de lessor koopt, aange-zienn de koop in dat geval niet noodzakelijkerwijze inhoudt, dat de les-seee vóór de daadwerkelijke verkrijging als zodanig een juridische aanspraakk bezat om het betreffende bedrijfsmiddel te kopen;

-- in geval de lessee over een koopoptie beschikt, de vooraf bepaalde koopprijss is gebaseerd op dee verwachte waarde van het "geleasde" ac-tivum;; of

-- de lease-overeenkomst geen koopoptie voor de lessee bevat, de lessee verplichtt is om het "geleasde" activum terug te geven aan de lessor na hethet verstrijken van de oorspronkelijke of verlengde lease-periode, de lessorr aanzienlijke inkomsten verwerft uit het afgedankte en terugont-vangenn bedrijfsmiddel en hij steeds nauwkeurig bijhoudt waar het ge-leasdee bedrijfsmiddel zich bevindt.

Dee Amerikaanse rechter pleegt een lease-overeenkomst daarentegen te kwalificerenn als "een koop onder voorwaarden", indien:

(4)

-- de lessee op grond van de koopoptie gerechtigd is om het geleasde ac-tivumm aan het einde van de lease-periode te kopen tegen een prijs, die aanzienlijkk lager is dan de verwachte marktwaarde van het geleasde ac-tivum; ;

-- de lease-overeenkomst voor de lessee niet voorziet in een koopoptie of overdrachtt van het geleasde activum aan de lessee, maar hett geleasde activumm is toegesneden op het specifieke gebruik door de lessee, zodat hett weer in bezit nemen van het geleasde activum of het weghalen er vann bij de lessee voor de lessor een geringe hergebruikswaarde zou opleveren; ;

-- de lease-overeenkomst de lessee verplicht om het gehele risico van ver-liess of beschadiging van het geleasde activum te dragen, de totale ter-mijnenn gelijk zijn aan de kosten van het bedrijfsmiddel plus het rente-elementt en de economische gebruiksduur van het bedrijfsmiddel on-geveerr gelijk is aan de oorspronkelijke lease-periode;

-- de lease-overeenkomst de lessee een koopoptie geeft, de lease-ter-mijnenn die onder de lease-overeenkomst moeten worden betaald de marktwaardee van het activum overtreffen, de lease-termijnen die de ge-bruikerr betaalt in aanmerking worden genomen voor (of resulteren in eenn vermindering van) het bedrag van de prijs van de koopoptie en de prijss van de koopoptie van het geleasde activum aanzienlijk lager is dan dee verwachte marktwaarde van het geleasde activum op het moment, waaropp de koopoptie kan worden uitgeoefend.

Inn het Verenigd Koninkrijk is de kwalificatie van een lease-transactie veel-eerr gebaseerd op de juridische vormgeving dan op de economische realiteit, behalvee wanneer de lease-overeenkomst een koopoptie bevat, in welk geval dee transactie als een huurkoopcontract wordt beschouwd. Bijgevolg rijst hett kwalifïcatievraagstuk (d.w.z. lease of verkoop) niet, wanneer de lease-overeenkomstt geen koopoptie voor de lessee bevat.

Inn Duitsland en Nederland hangt de kwalificatie van een lease-over-eenkomstt voor fiscale doeleinden af van de vraag, wie de economische ei-genaarr van het geleasde activum is. Indien de lessor als de economische eigenaarr van het geleasde activum wordt beschouwd, wordt de transactie alss lease-overeenkomst gekwalificeerd. Indien de lessee echter de econo-mischee eigenaar van het geleasde activum is, wordt de transactie gekwalifi-ceerdd als verkoop van het activum door de lessor aan de lessee.

(5)

Hoofdstukk 3: Fiscale afschrijving

Bijj geleasde activa vormt de fiscale afschrijving in het algemeen een sub-stantiëlee aftrekpost bij de berekening van het belastbare inkomen van de lessorr (in het woonland). Gedurende de eerste jaren van een lease-periode overtreftt de fiscale afschrijving vaak de bruto inkomsten van de lease-ter-mijnen,, hetgeen voor de lessor resulteert in een fiscaal verlies (maar niet eenn daadwerkelijk financieel verlies). Het fiscale verlies biedt de lessor tweee voordelen:

(1)) de verplichting tot het betalen van belasting door de lessor over de lease-inkomstenn wordt uitgesteld tot een later jaar (d.w.z. een uitge-steldee belastingverplichting); en

(2)) de mogelijke verrekening van het fiscale verlies door de lessor of een groepsmaatschappijj met andere belastbare inkomsten.

Bijj grensoverschrijdende lease-transacties kunnen de lessor en de lessee zelfss nog grotere voordelen behalen (in vergelijking tot binnenlandse lease-transacties)) door de verschillen in de fiscale afschrijvingsregels in de be-lastingwetgevingenn van de diverse landen te benutten.

Uitt het onderzoek blijkt dat de geldende criteria voor het toestaan van fis-calee afschrijving verschillen. De diversiteit van de betreffende criteria kan alss een van de voornaamste drijfveren voor belastingplichtigen worden be-schouwdd om voor de financiering van activa (ook in grensoverschrijdende situaties)) leasing te gebruiken in plaats van conventionele middelen, zoals financieringg via leningen. Zo hangt in de Verenigde Staten, Duitsland en Nederlandd het toestaan van fiscale afschrijving over geleasde activa in sterkeree mate af van de economische eigendom dan van de juridische ei-gendom.. Als de lease-transactie als een "lease"-overeenkomst wordt ge-kwalificeerd,, mag de lessor fiscaal afschrijven op het geleasde activum. Als dee transactie daarentegen als een "koop"-overeenkomst wordt beschouwd, dann mag de lessee fiscaal afschrijven over het geleasde activum. Daarom is dee kwalificatie van de transactie in deze jurisdicties van doorslaggevend belangg om voor fiscale afschrijving in aanmerking te komen. In het Verenigdd Koninkrijk is de fiscale afschrijving meer op de juridische eigen-domm dan op de economische eigendom gebaseerd. Daardoor mag de lessor

(6)

fiscaall afschrijven ongeacht de vraag of het een financiële of operationele leasee betreft.2

Hett onderzoek omvat in hoofdstuk 3 tevens een analyse van de stimule-rendee en remmende factoren, die met fiscale afschrijving verband houden, aangezienn zij aanzienlijke invloed hebben op lease-transacties, die door be-lastingmotievenn zijn ingegeven.

Hoofdstukk 4: Verantwoording/uitstel van inkomsten

Dee lessor kan in het algemeen via belastinguitstel een aanzienlijk voordeel behalenn door "rear-loading"3 van de lease-termijnen.

Eenn onderzoek van de belastingwetten van de gekozen jurisdicties levert uiteenlopendee resultaten op. Zo bevatten de Internal Revenue Code (in sa-menhangg met de Regulations) in de Verenigde Staten en de Finance Act

19977 (Schedule 12) in het Verenigd Koninkrijk anti-misbruikbepalingen omm de belastingvoordelen van een overeenkomst met ongelijke lease-termijnenn ongedaan te maken. In Duitsland zijn dergelijke anti-misbruik-bepalingenn evenwel overbodig, omdat in het Duitse belastingrecht inkom-stenn volgens de aldaar algemeen aanvaarde boekhoudprincipes dienen te wordenn verantwoord naarmate ze worden genoten (on an accrual basis). Hett Nederlandse belastingrecht bevat daarentegen geen anti-misbruik-bepalingenn om te voorkomen dat een lessor een belastingvoordeel verkrijgt doorr de lease-termijnen voor een groter deel in een later gedeelte van de lease-periodee te ontvangen.

Ookk wordt vastgesteld, dat de belastingvoordelen die uit "rear-loading" van hett lease-contract kunnen worden verkregen, door de anti-misbruikbepalin-genn in het Verenigd Koninkrijk anders dan in de Verenigde Staten niet vol-ledigg worden uitgeband.

2.. Indien het lease-contract een optie voor de lessee bevat om het geleasde activum in dee toekomst te kopen, vormt de transactie een huurkoopcontract in welk geval de ge-bruikerr (in plaats van de lessor) gerechtigd is tot fiscale afschrijving, indien aan enkele anderee voorwaarden is voldaan.

3.. D.W.Z. door een groter deel van de totale lease-termijnen in het latere deel van de lease-periodee te ontvangen.

(7)

Hoofdstukk 5: Grenzen aan op fiscale drijfveren gebaseerde

grensoverschrijdendee nationale

anti-misbruikbepalingen n

Err kan worden geconstateerd, dat de belastingwetten van vele jurisdicties specifiekee beperkende maatregelen of anti-misbruikbepalingen bevatten ter bestrijdingg van aggressieve lease-transacties. Als gevolg van het dyna-mischh karakter van de financiële dienstverleningsindustrie zijn de spelers inn de leasing arena echter in staat gebleken om de transactiestructuren zo-danigg te innoveren, dat ze buiten de reikwijdte van deze specifieke beper-kendee of anti-misbruikbepalingen bleven, hetgeen er vervolgens onvermijdelijkk toe leidde, dat de nationale belastingwetten werden gea-mendeerdd om de aldus ontstane mazen te dichten.

Inn de Verenigde Staten bevat de IRC geen specifieke algemene anti-mis-bruikbepaling.. In dat land - een zogenaamde "common law" jurisdictie - is evenwelevenwel door de Amerikaanse rechter ter zake van leasing een uitgebreide jurisprudentiee ontwikkeld op het gebied van het ontgaan van belasting. In hethet Verenigd Koninkrijk worden de principes van belastingontwijking af-geleidd uit de leidende beslissing in W.T. Ramsay v. IRC en de daarop vol-gendee beslissingen. Deze anti-misbruikbeginselen gelden echter alleen in gevall van gekunstelde constructies en hebben geen invloed op gangbare commerciëlee constructies, zelfs niet indien ze voornamelijk worden opgezett om een fiscaal voordeel te behalen. In Duitsland gelden de anti-misbruikbepalingenn niet voor transacties, die vanuit economisch oogpunt reëell zijn, ook al is het verkrijgen van een belastingvoordeel het hoofddoel vann zulke transacties. In Nederland kan het fraus legis beginsel worden toegepastt in een situatie, waarin de belastingplichtige uitsluitend of hoofd-zakelijkk een transactie aangaat met het doel om een belastingvoordeel te verkrijgen,, dat in strijd is met de bedoeling van de wetgever. In zo'n situatie kann de transactie worden geherkwalificeerd om de fiscale behandeling in overeenstemmingg te brengen met de bedoeling van de wetgever en de eco-nomischee realiteit. Het fraus legis beginsel wordt evenwel niet toegepast op transacties,, waarbij de belastingplichtige een commercieel motief heeft. InvloedInvloed van wettelijke systemen

Eenn wettelijk systeem kan de fiscale gevolgen van een lease-transactie wezenlijkk beïnvloeden. Voor het doel van deze studie is een wettelijk sys-teemm in een beperkte context onderzocht om na te gaan, hoe in een jurisdic-tiee de bepalingen van een belastingwet op een gegeven transactie worden

(8)

toegepast.. Daarbij kan een wettelijk systeem meer geporteerd zijn voor een formalistischee benadering (formalistisch wettelijk systeem) dan voor een materiëlee benadering (materieel wettelijk systeem). In tegenstelling tot een binnenlandsee lease-transactie, die door één wettelijk systeem wordt beïn-vloed,, wordt een grensoverschrijdende lease-transactie beïnvloed door tweee of meer wettelijke systemen. Bijgevolg kan de invloed van wettelijke systemenn op grensoverschrijdende lease-transacties complexer zijn dan bij binnenlandsee lease-transacties het geval is; en tegelijkertijd kunnen de par-tijenn bij de transactie over meer mogelijkheden beschikken om belas-tingvoordelenn te verkrijgen uit fiscaal geïnspireerde lease-vehikels. Voor dee belastingplichtige, die de verschillen tussen de twee wettelijke systemen will benutten, is het niet nodig, dat één wettelijk systeem formalistisch is en hethet andere materieel. Het kan voor de belastingplichtige zelfs mogelijk zijn omm een voordeel te verkrijgen, indien beide wettelijke systemen materieel zijn.. Dat doet zich voor, wanneer vanwege de verschillen in de criteria voor hett toekennen van de economische eigendom zowel de lessee als de lessor inn hun respectievelijke jurisdicties als eigenaar van het geleasde activum wordtt aangemerkt. Het zij evenwel opgemerkt, dat, indien beide systemen formalistischh zijn, het voor de lessor en de lessee niet mogelijk is om tege-lijkertijdd een dergelijk voordeel te verkrijgen, aangezien slechts één van de tweee partijen (in het algemeen de lessor) als de wettelijke eigenaar van het geleasdee activum wordt beschouwd.

FiscaalFiscaal geïnspireerde transactiestructuren

Gedurendee de laatste decennia hebben belastingplichtigen verschillende vormenn van op belastingmotieven gebaseerde transactiestructuren uitge-probeerd.. Terwijl sommige structuren succesvol bleken voor het verkrijgen vann de beoogde belastingvoordelen, zijn andere verijdeld door rechterlijke uitsprakenn of daarop volgende wijzigingen in de anti-misbruikbepalingen inn de relevante belastingwetten. Zowel de aard van de betreffende transac-tiestructurenn als de relevante ontwikkelingen in de jurisprudentie en (anti-misbruik)) wetgeving worden in detail geanalyseerd in 5.4. De voornaamste conclusiess met betrekking tot de verschillende transactiestructuren kunnen alss volgt worden samengevat:

"Sale"Sale and leaseback" transacties

Hett accepteren van een "sale and leaseback" transactie hangt voor een groott deel af van het wettelijk systeem van de betreffende jurisdictie. Zo heeftt het Court of Appeals in het Verenigd Koninkrijk een "sale and finance leaseback"" transactie geaccepteerd, terwijl dergelijke transacties niet zijn

(9)

aanvaardd in de Verenigde Staten en Nederland vanwege het feit dat de in-herentee economische realiteit meer van financiële aard is dan dat sprake is vann werkelijke leasing.

Keten-lease-transacties Keten-lease-transacties

Omm de fiscale afschrijvingsbeperkingen in het Verenigd Koninkrijk met be-trekkingg tot buitenlandse leasing te omzeilen, hebben enkele "financial les-sors"" keten-lease-transacties opgezet. In BMBF (No. 24) v. Inland Revenue

CommissionersCommissioners betreffende een buitenlandse lease heeft het High Court in Engelandd echter tegen de belastingplichtige beslist en afschrijvingen niet

toegestaan.. Voorts is de keten-lease-structuur tenietgegaan, doordat in de Capitall Allowances Act 2001 uitdrukkelijk is bepaald, dat de verwijzing naarr een lease-overeenkomst in de relevante anti-misbruikbepalingen (ont-worpenn om buitenlandse lease-transacties te verijdelen) evenzeer gelden voorr "sublease".

"Double"Double dip" lease

OpOp grond van redenenen uiteengezet in 5.4.3.4. kan worden gesteld, dat een "doublee dip" lease-transactie niet als misbruik moet worden beschouwd zolangg het de kenmerken van een commerciële overeenkomst bezit, die doorr de partijen op grond van zakelijke overwegingen is gesloten. Om re-denenn genoemd in 5.4.4.3. geldt evenzo, dat, hoewel een gestaffelde ("two-tier")) "double dip" lease als een aggressievere transactie kan worden be-schouwdd dan een ("single-level") "double dip" lease-transactie, de effecti-viteitt daarvan voor een groot deel afhangt van de vraag of de tussengeschovenn vennootschap (sublease-verstrekker) kan bewijzen, dat ze eenn valide commerciële rol in de transactie heeft gespeeld.

Exploitatie-leaseExploitatie-lease met financiering van een derde met ongelijke lease-termijnen lease-termijnen

Err kan worden geconcludeerd, dat door de UK Finance act 1997 (Schedule 12,, Part 2) het belastingvoordeel van een financiële lease-overeenkomst, waarbijj een groot deel van de termijnen in een later jaar van de lease-periodee worden ontvangen, slechts gedeeltelijk wordt opgeheven, zulks in tegenstellingg tot de US IRC (Sec. 467, in samenhang met de Final Sec. 467 Regulations),, dat het belastingvoordeel van een lease met ongelijke lease-termijnenn afdoend neutraliseert.

(10)

Exploitatie-leaseExploitatie-lease met financiering via een derde zonder verhaalsrecht Dee conclusie kan eveneens worden getrokken, dat de beslissing van het

Housee of Lords in Ensign Tankers om de redenen, die worden behandeld in 5.4.5.3.3.,, niet moet worden beschouwd als een algemene in het Verenigd Koninkrijkk geldende regel, die alle lease-transacties met financiering zonderr verhaalsrecht treft, zulks in tegenstelling tot de US IRC (Sec. 465), waardoorr exploitatie-lease met financiering via een derde zonder verhaals-rechtt op doeltreffende wijze onmogelijk wordt gemaakt. Daarom kan wordenn gesteld, dat in het Verenigd Koninkrijk in de gevallen, waarin sprakee is van zuivere niet-verhaalbare loan attributes in plaats van joint ventureventure attributes, de lessor gerechtigd zou moeten zijn tot fiscale afschrij-vingg over de totale kosten van het geleasde activum.

DuitseDuitse exploitatie-lease met financiering via een derde en aangepaste exploitatie-leaseexploitatie-lease met financiering via een derde

Hoewell Art. 2b van de Duitse inkomstenbelastingwet het belastingvoordeel vann een Duitse exploitatie-lease met financiering via een derde opheft, is gebleken,, dat deze bepaling niet van toepassing is op de aangepaste Duitse exploitatie-leasee met financiering via een derde.

Schulddelgingsstructuren Schulddelgingsstructuren

Err kan worden geconstateerd, dat, terwijl een lease-contract dat voorziet in eenn volledige schulddelging in de Verenigde Staten naar alle waarschijn-lijkheidd zal worden geherkwalificeerd als een verkooptransactie, het Court off Appeals in het Verenigd Koninkrijk zo'n schulddelgingsstructuur on-langss als een lease-transactie heeft aangemerkt. Deze ontwikkeling onder-steuntt de veronderstelling van deze studie, dat de belastingplichtigen in formalistischee wettelijke systemen in vergelijking tot belastingplichtigen in materiëlee wettelijke systemen op basis van de wettelijke vorm van de trans-actiee meer mogelijkheden hebben om belastingvoordelen te verkrijgen.

Hoofdstukk 6: Verdragsimplicaties van de kwalificatie van de

lease-transactie e

Err wordt geconstateerd, dat hoewel het OESO 1992 Model Verdrag de ver-goedingg voor het gebruik of het recht van gebruik van industriële, commer-ciëlee en wetenschappelijke (ICW) uitrusting van de royalty-definitie uitsluit,, de meerderheid van de belastingverdragen, die door de OESO lid-statenn zijn gesloten, in de royalty-definitie nog steeds de zinsnede

(11)

"ver-goedingg voor het gebruik of het recht van gebruik van ICW uitrusting" bevat.. Met betrekking tot de zuivere "operational lease" transacties, is de kwestiee betrekkelijk eenvoudig: de vraag iss of de lease-termijnen onder het belastingverdragg al dan niet zijn aan te merken als royalty. De lease-ter-mijnenn voor operational lease van roerende zaken, die ICW uitrusting vor-men,, vallen onder het royalty-artikel, wanneer de vergoeding voor het gebruikk of het recht van gebruik van de ICW uitrusting in de royalty-defi-nitiee van het belastingverdrag is opgenomen. In andere gevallen vallen de operationall lease-termijnen gewoonlijk onder het verdragsartikel, dat de winstt uit onderneming regelt.

KwalificatieKwalificatie van finance lease onder belastingverdragen "Finance"" lease-transacties geven aanleiding tot ingewikkelde kwalifica-tiee vragen. De vraag is of zulke inkomsten royalty's, rente of winst uit ondernemingg vormen. Het antwoord hangt af van de vraag of de finance lease-transactiee als een zuivere lease-transactie, een verkoop onder voor-waardenn of op krediet dan wel als een lening moet worden beschouwd. Opgemerktt wordt (zoals uiteengezet in 6.4.1.), dat, wanneer een transactie inn de bronstaat als een lease-transactie wordt gekwalificeerd, de lease-ter-mijnen,, die de lessee aan de lessor betaalt, kunnen worden aangemerkt als betalingenn voor het gebruik of het recht van gebruik van het geleasde acti-vum.. Wanneer derhalve de vergoeding voor het gebruik of het recht van ge-bruikk van ICW uitrusting in de royalty-definitie van het van toepassing zijndee belastingverdrag is opgenomen, vormen de lease-termijnen betaald voorr ICW uitrusting in dergelijke gevallen royalty's. Anderzijds wordt ook opgemerkt,, dat, indien de lease-overeenkomst door het bronland als gevolg vann de onderliggende economische realiteit als een voorwaardelijke ver-koopp wordt beschouwd, het inconsistent zou zijn om de "lease-termijnen", diee de lessee aan de lessor betaalt als betalingen voor het gebruik of het rechtt van gebruik van het bedrijfsmiddel te bestempelen.4 In dergelijke gevallenn moeten de betalingen door de lessee aan de lessor voor de lease vann een "ICW uitrusting" onder het toepasselijke belastingverdrag niet als royaltyy worden gekwalificeerd, ook al maakt de vergoeding voor het ge-bruikk of het recht van gebruik van ICW uitrusting deel uit van de royalty-definitie. .

4.. Aangezien een betaling door de koper van een activum een betaling van de koop-prijss is en geen huur vormt.

(12)

Hett volgende vraagpunt is of een lease-termijn, die geen royalty onder een toepasselijkk belastingverdrag vormt, voor verdragsdoeleinden als rente kan wordenn gekwalificeerd. Het antwoord hangt af van de definitie van rente in hethet verdrag. Zoals uiteengezet in 6.4.2.3. wordt interest in de meeste van de 644 voor het doel van dit onderzoek onderzochte verdragen (t.w. 90%) ge-definieerdd als:

(a)) inkomsten uit schuldvorderingen van welke aard ook, al dan niet verzekerdd door hypotheek en al dan niet aanspraak gevend op een aandeell in de winst van de schuldenaar, en in het bijzonder, inkomsten uitt overheidsleningen en inkomsten uit obligaties of schuldbewijzen, daaronderr begrepen de aan zodanige leningen, obligaties of schuldbe-wijzenn verbonden premies en prijzen (gelijk aan de OESO definitie) [versie[versie A]\ of

(b)) in aanvulling op de inkomsten vermeld onder (a) hierboven, de in-komstenn die ingevolge de belastingwet van de bronstaat met inkomsten uitt geleend geld gelijk worden gesteld [versie BJ.

Vanwegee de in 6.4.2.4. genoemde redenen geldt, dat, indien een belas-tingverdragg de rentedefinitie van versie A bevat, de finance lease-termijnen voorr verdragsdoeleinden niet als rente moeten worden beschouwd. Met trekkingg tot de belastingverdragen, die de rentedefinitie van versie B be-vatten,, hangt de kwalificatie van finance lease-termijnen (als rente of anderszins)) af van de kwalificatie onder het nationale recht van het bron-land.. Onder de belastingverdragen, die de rentedefinitie van versie B be-vatten,, vormen de finance lease-termijnen rente, indien de Verenigde Statenn de bronstaat zijn (zie de uiteenzetting in 6.4.2.5.1.), terwijl de financee lease-termijnen niet als rente kunnen worden gekwalificeerd, indienn het Verenigd Koninkrijk de bronstaat is (zie de uiteenzetting in 6.4.2.5.2.).. Dit vraagstuk is niet van praktische betekenis in gevallen waarin Duitslandd of Nederland de bronstaat is, omdat de lease-termijnen, zelfs wanneerr zij als rente worden beschouwd, onder de nationale belastingwet-tenn van Duitsland en Nederland niet aan bronbelasting zijn onderworpen.

Hoofdstukk 7: Verdragsaspecten van grensoverschrijdende

leasingg in de bronstaat

Eenn overzicht van de voor deze studie geselecteerde belastingverdragen vertoontt opmerkelijke verschillen, die bij grensoverschrijdende lease-transactiess aanleiding kunnen zijn tot fiscaal geïnspireerde beslissingen. Hett verschil tussen de verdragsbepalingen, waarvan hiervoor sprake was,

(13)

kann een aanzienlijke invloed (voor- of nadelig) hebben op de fiscale gevol-genn van grensoverschrijdende lease-transacties. Om de voordelen van een bepaaldd belastingverdrag te verkrijgen5 zou een lessor uit een derde land in eenn van de verdragslanden een lease-maatschappij kunnen oprichten voor hett leasen van activa aan lessees, die in het andere verdragsland zijn geves-tigd.. In dit verband is het van belang op te merken, dat de motieven achter hett oprichten van een lease-maatschappij in buitenlandse jurisdicties met eenn gunstig netwerk van belastingverdragen ook door verschillende com-merciëlee (niet-fiscale) factoren kunnen zijn ingegeven, zoals aangegeven in 7.3.1.. Opgemerkt zij voorts, dat, indien een lease-maatschappij vanwege validee commerciële redenen in een jurisdictie buiten het woonland van de moedermaatschappijj wordt opgericht, het vraagstuk van verdragsmisbruik zichh niet voordoet. Indien een moedermaatschappij echter een lease-maat-schappijj in een ander land voornamelijk opricht met de bedoeling om ge-bruikk te kunnen maken van een gunstig netwerk van belastingverdragen vann dat land, kan zulk een manoeuvre leiden tot de constatering van "onei-genlijk"" gebruik (treaty shopping). Om de redenen genoemd in 7.3. wordt alss mening te kennen gegeven, dat de conclusie gerechtvaardigd is, dat een zodanigee in een derde land opgerichte lease-maatschappij echter aanspraak moett kunnen maken op de voordelen van de door dat land gesloten verdra-gen,, wanneer zij zelf actief substantiële ondernemingsactiviteiten uitoefent (zulkss in tegenstelling tot zuiver "papieren ondernemingen").

Voortss wordt zoals uiteengezet in 7.3.2.1.3. opgemerkt, dat de afwijking doorr de OESO van haar oorspronkelijke positie (in de 2003 versie van het Commentaar)) te ruim is en niet overeenstemt met de wezenskenmerken en dee context van het OESO Model Verdrag en de belastingverdragen.

ImplicatiesImplicaties van het ontbreken van het "uiteindelijke gerechtigde " vereiste onderonder belastingverdragen

OpOp basis van de in 7.4.1.7. vermelde argumenten wordt als mening te ken-nenn gegeven, dat de "uiteindelijke gerechtigde" bepaling in het OESO Modell Verdrag en de belastingverdragen veeleer een substantiële anti-trea-tyy shopping maatregel is dan enkel een nadere verduidelijking. Derhalve dientt in gevallen, waarin het royalty-artikel van het belastingverdrag

voor-5.. Bijvoorbeeld om de behandeling van lease-termijnen als royalty in de bronstaat te ontwijkenn overeenkomstig een belastingverdrag, dat de vergoeding voor het gebruik of hett recht van gebruik van ICW uitrusting van de royalty-definitie uitsluit, of om bron-belastingg op rente te vermijden, in gevallen waarin een bronstaat sommige "sale en lease-back"" transacties als financieringsovereenkomst behandelt, overeenkomstig een belastingverdrag,, dat de bronstaat niet toestaat om de rente te belasten.

(14)

ziett in een vrijstelling of een beperkte belastingheffing in de bronstaat zonderr verwijzing naar de uiteindelijke gerechtigde, zelfs een tussenge-schovenn ontvanger (gesteld dat hij inwoner is van de woonstaat) in aan-merkingg te komen voor een zodanige gunstige behandeling. In dit opzicht is,, zoals eveneens besproken in 7.4.1.7., naar voren gebracht, dat de af-wijkingg door de OESO in haar 2003 versie van het Commentaar op het Modell Verdrag niet in overeenstemming is met de interpretatieregels zoals dezee zijn vastgelegd in het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht.

"Limitation"Limitation on benefits" (LOB) bepalingen en lease-maatschappijen Bijj grensoverschrijdende lease-transacties kan het zich voordoen, dat een lease-maatschappijj gevestigd is in een land, dat een belastingverdrag met dee Verenigde Staten heeft, maar afgezien van de "active trade or business" testt niet in aanmerking komt voor een van de andere LOB-testen van dat verdrag.. In dat geval is zo'n maatschappij voor zijn verdragsgerechtigdheid geheell overgeleverd aan de nadere invulling van die "activities" test in dat verdrag. .

Zoalss aangegeven in 7.4.2. wordt de opvatting gehuldigd, dat de inkomsten uitt lease-transacties geacht kunnen worden verband te houden met een "ac-tivee trade or business" in de vestigingsstaat van de lease-maatschappij, in-dienn deze maatschappij zijn lease-activiteiten ontplooit vanuit zijn staat van vestigingg - waaronder wordt begrepen de tewerkstelling van managers en personeell in die staat voor het financieren, onderhandelen en uitvoeren van dee transacties in die staat - en de belangrijkste beleidsbeslissingen door dezee managers en hun personeel worden genomen (en niet door de moe-dermaatschappijj in een derde land). In zulk geval zou het door de lessor genotenn inkomen uit lease-transacties in aanmerking moeten komen voor eenn fiscale behandeling, die in overeenstemming is met het belastingver-dragg tussen zijn staat van vestiging en de Verenigde Staten.

Hoofdstukk 8: Het EG-Verdrag

EGEG vrijheid van diensten: leasing vormt een dienst

Hett HvJEG heeft in Eurowings Luftverkehrs AG v. Finanzamt Dortmund-UnnaUnna beslist, dat "leasing" een dienst vormt, die onder het bereik van de vrijheidd van diensten valt.6

(15)

BuitenlandseBuitenlandse leasing: afschrijvingsbeperkingen

OpOp grond van redenen die uitgebreid zijn besproken in 8.4., is als mening gegeven,, dat de afschrijvingsbeperkingen onder de Capital Allowances Act 20011 van het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot activa, die geleasd zijnn aan buitenlandse lessees, in strijd zijn met de EG vrijheid van diensten enn daarom onverenigbaar zijn met het EG-Verdrag. De activa, die zijn ge-leasdd aan lessees in andere EG-lidstaten moeten daarom kunnen worden af-geschrevenn naar het standaardpercentage, alsof zij waren geleasd aan lesseess binnen het Verenigd Konirikrijk. Het is tevens van belang om op te merken,, dat het recht dat lessors in het Verenigd Koninkrijk toekomt om af-schrijvingg naar het standaardpercentage te claimen voor activa, die worden gebruiktt voor lease in het buitenland, de leasingbranche in het Verenigd Koninkrijkk een buitengewone impuls zal geven.

VerenigbaarheidVerenigbaarheid van "group relief' regimes met het EG-Verdrag OpOp grond van de uitvoerig in 8.4.2. besproken redenen wordt het standpunt ingenomen,, dat het onthouden van "group relief' voor verliezen geleden doorr groepsmaatschappijen, die in een andere EG-lidstaat zijn gevestigd, onderr het "group relief' regime van het Verenigd Koninkrijk een inbreuk opp de vrijheid van vestiging vormt, en dat een zodanige behandeling der-halvee onverenigbaar is met het EG-Verdrag. Op grond van de EG vrijheid vann vestiging moet een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde groepsmaat-schappijj aanspraak kunnen maken op "group relief' voor verliezen, die zijn geledenn door een buitenlandse maatschappij van de groep, indien dat "re-lieff beschikbaar is voor verliezen van een binnenlandse groepsmaatschap-pij.. Het is tevens van belang om op te merken, dat dit belangrijke (positieve)) effecten zou kunnen hebben voor in het Verenigd Koninkrijk

gevestigdegevestigde groep vennootschappen, die zich bezighouden met leasingacti-viteiten,, zoals uiteengezet is in 8.4.2.1. Zoals besproken in 8.4.2. zou de ter

zakee van het "group relief' regime in het Verenigd Koninkrijk bereikte conclusiee evenzeer moeten gelden voor de "group relief' regimes in andere EG-lidstaten,, die een dergelijke tegemoetkoming niet kennen voor ver-liezen,, die zijn geleden door groepsmaatschappijen in de andere EG-lidsta-ten. .

(16)

Aanbevelingen n

WijzigingWijziging van de belastingwet van het Verenigd Koninkrijk ter zake van het belastenbelasten van finance lease-termijnen op "accrual basis"

Zoalss besproken in hoofdstuk 5 wordt het belastingvoordeel van "rear-loaded"" lease door de desbetreffende bepalingen van de belastingwetge-vingg van het Verenigd Koninkrijk7 niet opgeheven (zulks in tegenstelling tott IRC Sec. 467 in de Verenigde Staten), aangezien onder de betreffende bepalingenn het minimum belastbare inkomen verondersteld wordt gelijk te zijnn aan "de boekhoudkundige huurinkomsten" in de gevallen, waarin de boekhoudkundigee huurinkomsten de normale huur overschrijden.8

Hett standpunt is ingenomen, dat de belastingheffing van de bruto finance lease-termijnenn op "accrual basis" alleen afdoend kan worden opgelost doorr in de belastingwetgeving van het Verenigd Koninkrijk een op zich zelf staandd "mechanisme om inkomsten te herrekenen"9 op te nemen. Dit me-chanismee moet het bruto bedrag van de finance lease-termijnen bestrijken, hett moet gebaseerd zijn op de tijdswaarde van geld en het moet onafhan-kelijkk zijn van de boekhoudkundige behandeling van de inkomsten uit financee lease-termijnen onder the GAAP van het Verenigd Koninkrijk.

"Safe"Safe harbour" regelingen voor lease-transacties in het Verenigd Koninkrijk Koninkrijk

Vann de belastingwetten van de vijf jurisdicties, die ten behoeve van dit onderzoekk zijn onderzocht, bevat alleen de belastingwetgeving van het Verenigdd Koninkrijk geen "safe harbour" regels voor de fiscale behandeling vann lease-inkomsten. Opname van passende "safe harbour" regels in de be-lastingwetgevingg van het Verenigd Koninkrijk lijkt zeer aan te bevelen, voorall met het oog op de enorme hoeveelheid lease-transacties, de neiging vann belastingplichtigen om aggressieve fiscaal geïnspireerde transacties op tee zetten (bijvoorbeeld "sale en finance leaseback" transacties zoals in de BMBFBMBF zaak) en de neiging van de kant van de belastingautoriteiten om zulke transactiess te bestrijden. Hoewel het altijd mogelijk blijft voor belasting-plichtigenn om aggressieve fiscaal geïspireerde transacties op te zetten, die niett voldoen aan de criteria van de "safe harbour" regels en ook de moge-lijkheidd niet kan worden uitgesloten, dat belastingplichtigen deze transacties mett succes verdedigen voor de rechter vanwege het beperkte bereik van de

7.. Finance Act 1997, Schedule 12, Part 2.

8.. D.w.z. de huur, die onder de lease-overenkomst wordt ontvangen. 9.. Zoals in het geval van de de US IRC Sec. 467.

(17)

algemenee en specifieke anti-misbruikbepalingen, kan men zich toch voor-stellen,, dat vele belastingplichtigen, die afkerig zijn van risico's, er de voorkeurr aan geven om de transacties zodanig te structureren, dat ze in over-eenstemmingg zijn met die "safe harbour" regels. Hierdoor zou zekerheid wordenn verkregen met betrekking tot de fiscale behandeling van lease-trans-actiess en zouden voortdurende geschillen tussen belastingplichtigen en be-lastingdienstenn worden vermeden. Derhalve mag worden verwacht, dat door dee "safe harbour" regels het aantal aggressieve op belastingmotieven berus-tendee lease-transacties afneemt, terwijl het de belastingautoriteiten in de ge-legenheidd stelt om de aandacht te richten op een geringer aantal aggressieve transacties.. Daarom kan worden gesteld, dat de invoering van "safe har-bour"" regelingen in de belastingwetgeving van het Verenigd Koninkrijk bijdraagtt aan een vriendelijker klimaat voor lease-transacties (daaronder begrepenn de grensoverschrijdende transacties).

WijzigingWijziging van de Capital Allowances Act 2001 (UK) ter zake van

grensoverschrijdendegrensoverschrijdende lease-overeenkomsten met lessees gevestigd in de andereandere EG-lidstaten

Zoalss uiteengezet in hoofdstuk 3 bevat de Capital Allowances Act 2001 van hethet Verenigd Koninkrijk strenge beperkende bepalingen voor "plant or ma-chinery",, dat geleasd is aan een buitenlandse lessee, tenzij de lessee het be-treffendee activum binnen zijn onderneming in het Verenigd Koninkrijk gebruikt.. Vanwege deze beperkende bepalingen worden de afschrijvingen inn het algemeen gelimiteerd tot een percentage van 10%, dat in plaats komt vann het normale percentage van 25%, terwijl in sommige situaties in het ge-heell niet mag worden afgeschreven. Aan de hand van de in hoofdstuk 8 be-handeldee redenen is het standpunt ingenomen, dat de betreffende restrictievee bepalingen van de Capital Allowances Act 2001 een inbreuk vormenn op de vrijheid van diensten onder het EG-Verdrag. Deze restric-tievee bepalingen zijn om die reden onverenigbaar met het EG-Verdrag. Omm ongewenste procedures te vermijden en om de Capital Allowances Act 20011 in overeenstemming te brengen met het EG-Verdrag is het aan te be-velen,, dat een voorbehoud wordt opgenomen in de bovengenoemde restric-tievee bepaling van de Capital Allowances Act 2001. Het voorbehoud moet dee toepasselijkheid uitsluiten van deze restrictieve bepalingen in gevallen, waarinn de lessees inwoner zijn van andere EG-lidstaten. Een dergelijk voorbehoudd zou bijdragen aan een van de voornaamste doelstellingen van dee EG, namelijk het promoten van een interne markt, die wordt gekarakte-riseerdriseerd door de afschaffing van belemmeringen voor het vrije verkeer van dienstenn tussen de lidstaten.

(18)

Eenn dergelijk voorbehoud zou naast het honoreren van de verplichting, die hethet Verenigd Koninkrijk onder het EG-Verdrag heeft, gelijke kansen biedenn aan de lessors in het Verenigd Koninkrijk ten opzichte van lessors inn andere EG-lidstaten, hetgeen een gezonde concurrentie tussen de lessors binnenn de EG zou bevorderen.

WijzigingenWijzigingen van de "group relief' regimes in de belastingwetgeving van hethet Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Nederland

Zoalss besproken in hoofdstuk 8 kan een lessor in de eerste jaren van een lease-overeenkomstt een verlies leiden, omdat de fiscale afschrijving de inkomstenn uit de lease-termijnen te boven gaat. Een dergelijk verlies biedt dee lessor in het algemeen het voordeel van belastinguitstel, aangezien de lessorr de verliezen met andere belastbare inkomsten kan verrekenen. Een "groupp relief' regime bevordert in het algemeen uitstel van belasting, aangezienn de groepsmaatschappij met belastbaar inkomen verrekening kan claimenn van de fiscale verliezen, die door een andere groepsmaatschappij zijnn geleden. Een "group relief' regime geldt gewoonlijk echter alleen voor binnenlandsee ondernemingen; het strekt zich niet uit tot verliezen, die door eenn buitenlandse groepsmaatschappij zijn geleden. Een binnenlandse groepsmaatschappijj is derhalve niet gerechtigd om "group relief' te claimenn ter zake van verliezen, die zijn geleden door een tot de groep be-horendee lease-maatschappij, die in het buitenland is gevestigd.

Hett vorengenoemde beperkende aspect van de "group relief' regimes kan eenn groep ervan weerhouden om een lease-maatschappij in een andere lid-staatt op te zetten. Zoals in hoofdstuk 8 gedetailleerd is uiteengezet belem-merenn dergelijke beperkingen van een "group relief' regime in de belastingwetgevingenn van EG-lidstaten de EG vrijheid van vestiging (opgemerktt zij, dat de "group relief' regimes in de belastingwetgevingen vann alle drie voor dit doel onderzochte EG lidstaten een dergelijke restrictie bevatten). .

Omm de "group relief' regimes in de belastingwetgevingen van de lidstaten inn overeenstemming te brengen met het EG-Verdrag verdient het aanbeve-ling,, dat in deze regimes een uitzondering wordt opgenomen voor ver-liezen,, die zijn geleden door in andere lidstaten gevestigde groepsmaatschappijen.. Een dergelijke uitzondering leidt er toe, dat aan een inn een lidstaat gevestigde maatschappij op grond van het "group relief' re-gimee in zijn staat van vestiging "group relief' dient te worden verleend voorr de verliezen, die door een in een andere lidstaat gevestigde lease-maatschappijj (binnen dezelfde groep) zijn geleden.

(19)

Dee vorengenoemde wijziging van de "group relief' regimes in de belasting-wetgevingenn van de EG-lidstaten zou deze regimes niet alleen in overeen-stemmingg brengen met het EG-Verdrag, maar het zou ook de onwenselijke proceduress tussen groepvennootschappen en de belastingautoriteiten doen afnemen. .

VersterkingVersterking van het specifieke anti-misbruikregime in de belastingwetgevingbelastingwetgeving van het Verenigd Koninkrijk Zoalss is besproken in 5.3. beschikt een belastingplichtige in een formalis-tischh wettelijk systeem (zoals in het Verenigd Koninkrijk) in vergelijking mett belastingplichtigen in een materieel wettelijk systeem (zoals in de Verenigdee Staten en Duitsland) over meer mogelijkheden voordelen uit een transactiee te halen door de transactie in een juridische vorm te gieten, die hethet gewenste fiscale resultaat oplevert, althans voor zolang de transactie standd weet te houden onder de algemene of specifieke anti-misbruikbepa-lingen.. Daarom zijn de belastingautoriteiten in formalistische wettelijke systemenn veel meer afhankelijk van anti-misbruikbepalingen (algemene zowell als specifieke) dan belastingautoriteiten in materiële wettelijke sys-temen,, aangezien de juridische vorm van de transactie de fiscale gevolgen bepaaltt bij ontstentenis van een toepasselijke anti-misbruikbepaling. Zoals besprokenn in 5.2.2. laten de algemene anti-misbruik principes zoals die naarr voren komen uit W.T. Ramsay v. IRC en daaropvolgende rechterlijke uitsprakenn echter de lease-transacties, die niet gekunsteld of een schijnhan-delingg zijn, ongemoeid. Daarom kan het oneigenlijke belastingvoordeel, datdat wordt verkregen via aggressieve door fiscale motieven ingegeven lease-transacties,, die enige commerciële substantie bezitten, in het Verenigd Koninkrijkk praktisch alleen effectief worden bestreden door middel van een passendee specifieke anti-misbruikbepaling. Het is echter gebleken, dat de strekkingg van de bestaande specifieke anti-misbruik bepalingen terzake van aggressievee lease-transacties in de belastingwetgeving van het Verenigd Koninkrijkk nogal beperkt is in vergelijking met sommige andere belasting-systemen,, zoals dat van de Verenigde Staten. Daarom is opgemerkt, dat, in-dienn de wetgever beoogt om de belastingvoordelen van de aggressieve op belastingmotievenn gebaseerde lease-transacties ongedaan te maken, het specifiekee anti-misbruik regime moet worden versterkt door passende

(20)

bepalingenn op te nemen in de belastingwetten van het Verenigd Konink-rijk.10 0

VerenigdVerenigd Koninkrijk: de specifieke beperkende bepaling betreffende rente betaaldbetaald op financieringen zonder verhaalsrecht

Opp grond van de in 5.4.5.3.3. aangegeven redenen moet aan lessors onder hett geldende belastingrecht van het Verenigd Koninkrijk het recht worden toegekendd rente af te trekken ter zake van leningen zonder verhaalsrecht. Indienn de wetgever echter beoogt om de belastingvoordelen voor lessors ter zakee van rentebetalingen over leningen zonder verhaalsrecht te beperken, dann dienen er passende restrictieve voorzieningen in de belastingwetten vann het Verenigd Koninkrijk te worden opgenomen.

OpnameOpname van verduidelijkingen in belastingverdragen: aspecten betreffendebetreffende de kwalificatie van finance lease-inkomsten

Mett het oog op de grote bedragen, die in het geding zijn bij de "big ticket" grensoverschrijdendee finance lease-transacties, en de afhankelijkheid van hett van toepassing zijn van een bepaalde toedelingsbepaling in het verdrag bijbij de kwalificatie van de transactie, verdient het aanbeveling, dat de positie vann finance lease onder de werking van belastingverdragen wordt ver-duidelijkt.. Dergelijke verduidelijkingen zouden kunnen worden opgeno-menn in een protocol bij het belastingverdrag. Zo zou het in geval de nationalee belastingwet van een verdragsland finance lease kwalificeert als "voorwaardelijkee verkoop" wenselijk zijn om in het protocol bij het belas-tingverdragg nader aan te geven, dat het betreffende verdragsland (in zijn hoedanigheidd van bronland) een typische finance lease-transactie aanmerkt alss een "voorwaardelijke verkoop" en dat daarom de lease-termijnen onder eenn dergelijke transactie voor verdragsdoeleinden niet worden behandeld alss royalty. Evenzo zou het wenselijk zijn om een passende verduidelijking inn het belastingverdrag op te nemen, indien het belastingverdrag een versie (a)) definitie van de term rente bevat,11 omdat de finance lease-termijnen vanwegee de in 6.4.2.4. uiteengezette redenen geen "rente" vormen. In dat gevall zou in het protocol bij het verdrag een bepaling kunnen worden op-genomen,, waarin wordt duidelijk gemaakt, dat de finance lease-termijnen

10.. Het moet echter worden vermeld, dat de betreffende versterking van het specifiek anti-misbruikregimee andere aspecten moet betreffen dan het recht voor de lessors van het Verenigdd Koninkrijk om af te schrijven op activa, die geleasd zijn aan lessees, die in de anderee EG-lidstaten zijn gevestigd, en het recht voor een in het Verenigd Koninkrijk ge-vestigdee groepsmaatschappij om "group relief' te claimen voor verliezen, die door een groepsmaatschappijj zijn geleden, die in een andere EG-lidstaat is gevestigd.

(21)

voorr verdragsdoeleinden niet voor een deel als rente worden behandeld. Eenn andere passende oplossing zou kunnen zijn uitdrukkelijk in het proto-coll aan te geven, dat in het bronland de belastingheffing van finance lease-termijnenn uitsluitend wordt beheerst door de bepalingen van het artikel in-zakee de winst uit onderneming.

Err is aangegeven, dat, indien de positie van finance lease in de belastingver-dragenn op de hiervoor bedoelde wijze wordt verduidelijkt, iedere mogelijke onzekerheidd omtrent de belastinggevolgen van de finance lease-transacties zouu verdwijnen, hetgeen zou bijdragen aan de onderliggende doelstelling vann belastingverdragen, namelijk het wegnemen van belemmeringen voor dee internationale uitwisseling van goederen, diensten, kapitaal en techno-logie. .

(22)
(23)
(24)
(25)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The success of Tontines (ROSCAs or ASCRAs) and Village funds and the failure of the classic financial system (banks, insurance companies, official social security and

On dit de quelqu'un qu'il dispose d'une main dans une tontine quand il contribue dans celle-ci une fois Ie montant demandé périodiquement a chaque participant. Disposer de deux

Compte tenu du fait que nous n'avons pas eu la possibilité de disposer des signes graphiques correspondant a ces consonnes, nous utilisons dans Ie texte les majuscules pour

7-Est-ce que les conditions d'adhésion sont les mêmes pour tous les participants dans votre tontine..

Les cameleons de la finance populaire au Senegal et dans la Diaspora : dynamique des tontines et des caisses villageoises entre Thilogne, Dakar et la France?.

1-Oui 2-Non 8-Si oui, quelle est la nature des relations entre la caisse et ses répondants au niveau local et

Les cameleons de la finance populaire au Senegal et dans la Diaspora : dynamique des tontines et des caisses villageoises entre Thilogne, Dakar et la France?.

Article 8 : Tout membre de 1'Association (ou sa femme ou ses enfants s'ils resident en France) atteint d'une maladie mentale en France aura droit a un billet aller-simple