• No results found

Een onderzoek naar online tools die leraren op weg helpen in het aanreiken van leerstof

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een onderzoek naar online tools die leraren op weg helpen in het aanreiken van leerstof"

Copied!
60
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

EEN

ONDERZOEK

NAAR

ONLINE

TOOLS

DIE

LERAREN

OP

WEG

HELPEN IN HET AANREIKEN VAN

LEERSTOF

Aantal woorden: 11.185

Flore Dequeker

Studentennummer: 01905896

Promotor: Prof. dr. Evelien Opdecam

Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van de Educatieve Master in de “Economie” Academiejaar: 2019 – 2020, Educatieve Masteropleiding

(2)

Voorwoord

Deze masterproef werd geschreven in het kader van de opleiding Educatieve Master in de Economie aan Universiteit Gent. Eerst en vooral wil ik Universiteit Gent, Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen en de Faculteit Economie en Bedrijfsadministratie bedanken om mij de kans te geven dit onderzoek te doen.

Vervolgens graag een speciale dankuwel aan mijn promotor Evelien Opdecam, die me niet alleen gedurende het volledige jaar heeft ondersteund bij de vele vragen rond de opleiding, maar ook steeds opbouwende feedback gaf over het proces van deze masterpoef.

De medestudenten van deze opleiding wil ik zeker ook bedanken. Enerzijds voor het invullen van de enquêtes maar ook voor de feedback op deze masterproef. Ze stonden klaar voor allerlei soorten vragen en we steunden elkaar het ganse jaar door.

Uiteraard wil ik ook nog de respondenten van mijn onderzoek bedanken die me heel veel informatie hebben gegeven over alle mogelijke online tools en hun ervaringen.

Tenslotte kan ik uiteraard mijn omgeving niet vergeten. De steun van vrienden en familie maakten het mogelijk deze masterproef tot een goed einde te brengen.

(3)

Inhoudsopgave

Voorwoord ... I Inhoudsopgave ... II Lijst van figuren ... III Lijst van tabellen ... III Lijst van bijlagen ... III COVID-19 preambule ... IV Abstract ... V

1 Inleiding ... 1

2 Literatuurstudie ... 2

2.1 Lijst met definities ... 2

2.2 Context ... 2

2.3 De coronacrisis en het effect op afstandsonderwijs ... 3

2.4 Ondersteuning van leerkrachten ... 3

2.5 Meerwaarde van het gebruik van online tools in het onderwijs ... 5

2.6 Online tools vs. papieren leermiddelen ... 8

3 Methodologie ... 10

4 Resultaten... 11

4.1 Extra informatie omtrent enquête ... 11

4.2 Overzicht online tools ... 11

4.3 Demografische kenmerken ... 13 4.4 Onderzoeksvragen ... 15 5 Discussie ... 24 5.1 Algemeen ... 24 5.2 Voor- en nadelen ... 24 5.3 Website ... 26 5.4 Toekomstig onderzoek ... 29 6 Conclusie ... 30 7 Literatuurstudie ... 31 8 Bijlagen ... 33

(4)

Lijst van figuren

FIGUUR 1: WELKE LEERMIDDELEN WORDEN GEBRUIKT TIJDENS UW LESSEN? 8

FIGUUR 2: GESLACHT 13 FIGUUR 3: LEEFTIJD 13 FIGUUR 4: ERVARING 13 FIGUUR 5: VAKGEBIED 14 FIGUUR 6: GRAAD 14 FIGUUR 7: STUDIERICHTING 14

FIGUUR 8: GEBRUIK ONLINE TOOLS VOOR DE CORONACRISIS 17

FIGUUR 9: GEBRUIK ONLINE TOOLS TIJDENS DE CORONACRISIS 17

Lijst van tabellen

TABEL 1: VOOR- EN NADELEN BESCHIKBARE WEBSITES 4

TABEL 2: ONDERZOEKEN MET SIGNIFICANT POSITIEF EFFECT 7

TABEL 3: ONDERZOEKEN ZONDER SIGNIFICANT OF NEGATIEF EFFECT 7

TABEL 4: WAT IS VOLGENS U DE MEERWAARDE VAN PAPIEREN LEERMIDDELEN TEN OPZICHTE VAN DIGITALE

LEERMIDDELEN? 8

TABEL 5: WAT IS VOLGENS U DE MEERWAARDE VAN DIGITALE LEERMIDDELEN TEN OPZICHTE VAN PAPIEREN

LEERMIDDELEN? (MAXIMAAL 3 ANTWOORDEN) 9

TABEL 6: KENMERKEN PAPIEREN EN DIGITALE LEERMIDDELEN 9

TABEL 7: BIJKOMENDE UITLEG BIJLAGE 2 12

TABEL 8: KEN IK 16

TABEL 9: VOOR- EN NADELEN GESELECTEERDE ONLINE TOOLS 19

TABEL 10: WELKE TOOL ZOU JE AANRADEN? 20

TABEL 11: WELKE TOOL ZOU U AFRADEN EN WAAROM? 21

TABEL 12: NIET TEVREDEN OVER DEZE TOOL 21

TABEL 13: IK NEEM DEZE TOOL MEE NAAR DE TOEKOMST 22

TABEL 14: SAMENVATTING ONDERZOEKSVRAAG 23

TABEL 15: BELANGRIJKE VOOR- EN NADELEN ONLINE TOOLS 25

TABEL 16: LINK TUSSEN MEERWAARDE PAPIEREN LEERMIDDELEN EN NADELEN ONLINE TOOLS 26 TABEL 17: LINK TUSSEN MEERWAARDE DIGITALE LEERMIDDELEN EN VOORDELEN ONLINE TOOLS 26

Lijst van bijlagen

BIJLAGE 1: ENQUÊTE ONLINE TOOLS BIJLAGE 2: OVERZICHT ONLINE TOOLS

(5)

COVID-19 preambule

Het thema van deze masterproef was nog niet beslist wanneer de coronacrisis begon. De coronacrisis werd dan ook gebruikt als inspiratie voor deze masterproef. Het heeft dus niet enkel deze masterproef beïnvloed, maar ook bepaald.

Deze preambule werd in overleg tussen de student en de promotor opgesteld en door beide goedgekeurd.

(6)

Abstract

De coronacrisis heeft ervoor gezorgd dat leerkrachten verplicht werden om online tools te gebruiken. In dit onderzoek merken we ook duidelijk een verschuiving van de intensiteit van het gebruik van online tools voor en tijdens de coronacrisis. Daarom willen we met dit onderzoek nagaan welke online tools leerkrachten nu precies gebruiken en wat hun ervaringen hiermee zijn. We deden dit op basis van een onderzoek bij 55 leerkrachten.

Het onderzoek heeft geleid tot een overzicht van online tools die gebruikt worden door leerkrachten en de voor- en nadelen die ze daarbij ondervinden. Er werd een link gevonden tussen de voor-en nadelen van de verschillende online tools. Deze link leidde tot een tabel met elementen die voor leerkrachten belangrijk zijn wanneer ze gebruikmaken van een online tool.

De ervaringen gedeeld in dit onderzoek delen we graag met (toekomstige) leerkrachten en daarom werd een website ontwikkeld waarin negen online tools worden voorgesteld. Deze zijn voorzien van algemene informatie over de online tools, interessante links en enkele voor- en nadelen. Vier van de voorgestelde online tools zijn voorzien van zelfgemaakte tutorials en bij de andere vijf vindt u tutorials gemaakt door derden terug. Overige conclusies uit dit onderzoek die interessant zijn voor (toekomstige) leerkrachten hebben we verzameld op een aparte pagina ‘Tips & tricks’.

(7)

1 Inleiding

Het gebruik van online tools bij leerkrachten was tot enkele maanden geleden eerder beperkt. Uit een Nederlands onderzoek (Woldhuis, Rodenboog, Heijnen, & Fisser, 2018) blijkt dat de voorkeur van leerkrachten nog altijd uitgaat naar papieren leermiddelen. In principe is dit geen probleem. Afhankelijk van de school, hadden leerkrachten zelf de keuze om papieren of digitale leermiddelen aan te bieden. Niemand werd verplicht om deze online tools te ontdekken.

In 2020 werden we geconfronteerd met de COVID-19 pandemie. Wereldwijd was afstandsonderwijs nog de enige manier om leerstof over te brengen naar leerlingen (Credit Suisse , 2020). De pandemie dwong leerkrachten om aan de slag te gaan met online tools. Niet enkel in België werden we met deze crisis geconfronteerd. 166 scholen over de hele wereld hebben de deuren gesloten, wat een impact heeft op 1,52 miljard kinderen (United Nations, 2020).

Deze pandemie heeft ook een effect op de toekomst van het onderwijs. Bijvoorbeeld, minister van Onderwijs Ben Weyts geeft aan dat hij afstandsonderwijs structureel wil verankeren in het secundair onderwijs door leerling één dag in de week via afstandsonderwijs les te geven. Daarom werd beslist om 35 miljoen euro extra te investeren in ICT-middelen in het Vlaams onderwijs (Grommen, 2020). Credit Suisse, een financiële dienstverlener die het rapport ‘Educational technology. Coronavirus and beyond’ heeft opgemaakt, voorspelt niet enkel in België maar wereldwijd (2020) grotere investeringen in technologie in het onderwijs (Credit Suisse , 2020).

Als student in de Educatieve Master Economie maakten we kennis met online tools in verschillende vakken. Verschillende tutorials werden tijdens deze coronacrisis aangeboden en ook kregen we van de Universiteit Gent een duidelijke gids rond afstandsonderwijs (Vakgroep onderwijskunde, 2020). Leerkrachten werden via verschillende kanalen ondersteund (Onderwijs Vlaanderen, Klascement, Onderwijskoepels…). Deze bronnen geven informatie over heel veel verschillende tools. Dat er zoveel verschillende tools bestaan doet ons speculeren dat het voor leerkrachten niet eenvoudig is om deze informatie te verwerken. In deze zee van tools, kwamen we op het idee om dit te vereenvoudigen voor (toekomstige) leerkrachten. Zo werd de basis gelegd voor deze masterproef en onderstaande onderzoeksvragen:

- Welke online tools zijn bekend bij leerkrachten?

- Welke online tools worden er gebruikt voor het economieonderwijs? - In welke mate gebruiken leerkrachten momenteel online tools? - Wat vinden leerkrachten van de online tools die ze gebruiken?

- Welke informatie rond online tools is nuttig voor toekomstige en startende leerkrachten, of voor leerkrachten met weinig kennis over online tools?

Om het antwoord op deze vragen te delen met het grote publiek werd een website ontwikkeld. Aan de hand van deze website krijgen leerkrachten toegang tot mijn ervaringen rond het gebruik van online tools, gecombineerd met de ervaringen van leerkrachten. Dankzij een enquête bij 55 leerkrachten konden we deze ervaringen capteren en gebruiken als basis voor de website. Enkele andere websites waar online tools worden voorgesteld, worden gebruikt ter inspiratie voor de opmaak van deze website. Met deze website willen we echter het onderscheid maken door geen overload aan online tools aan te bieden, maar enkele diegene die we zelf hebben kunnen uittesten en waarvan andere leerkrachten aangeven dat deze in de praktijk goed werken.

(8)

2 Literatuurstudie

In deze literatuurstudie gaan we na in welke omstandigheden online tools kunnen worden gebruikt binnen het onderwijs. Vervolgens bekijken we kort het effect van de coronacrisis en de ondersteuning die leerkrachten momenteel krijgen en verwachten rond het gebruik van online tools. Daarna gaan we op zoek naar de meerwaarde van het gebruik van online tools, papieren en digitale leermiddelen. We

sluiten af met het gebruik van papieren en digitale leermiddelen in Nederlandse scholen. Deze literatuurstudie bevat voor het grootste deel literatuuronderzoek van bedrijfseconomische vakken. Vooraleer we starten met de literatuurstudie vindt u een lijst met van de meeste courante termen uit deze masterproef. Deze vakspecifieke termen zijn niet voor iedereen bekend. Onderstaande lijst met definities helpt u doorheen deze literatuurstudie.

2.1 Lijst met definities

Online tools Online tools verwijzen naar elk programma, app of technologie die via een internetconnectie toegankelijk is. (Moon, 2020)

Afstandsonderwijs Afstandsonderwijs is een onderwijsvorm waarbij studenten niet fysiek aanwezig zijn tijdens de instructie- en evaluatiefase. (Vakgroep onderwijskunde, 2020)

Contactonderwijs Traditionele vorm van onderwijs, met directe interactie tussen leerling en leerkracht-docent. (Taalunie, 2020)

Synchroon onderwijs Bij synchroon afstandsonderwijs gebeurt de communicatie tussen de leraar en leerlingen gelijktijdig (i.e. in real-time). Binnen afstandsonderwijs betekent dit dat de gebruikte onderwijstools toelaten gesproken en/of videogebaseerde communicatie tot stand te brengen (Vakgroep onderwijskunde, 2020)

Asynchroon onderwijs Bij asynchroon afstandsonderwijs gebeurt de communicatie tussen de leraar en de leerlingen niet gelijktijdig. Hierbij worden instructie, opdrachten, oefeningen etc. online aangeboden en vervolledigen leerlingen op eigen tempo de uitgestippelde leerroute. (Vakgroep onderwijskunde, 2020)

Digitale leermiddelen Digitale leermiddelen: leermiddelen waarvoor een elektronisch apparaat (pc, tablet of ander device) nodig is om ze te gebruiken. (Een gescand artikel uit een krant dat als pdf op de elektronische leeromgeving staat is dus een digitaal leermiddel; een word-bestand dat wordt geprint en in de klas wordt uitgedeeld is een papieren leermiddel). (Woldhuis, Rodenboog, Heijnen, & Fisser, 2018)

Differentiëren Op een goede manier kunnen omgaan met de verschillen tussen de leerlingen. (Berben, 2013)

2.2 Context

Zowel in afstandsonderwijs als in het contactonderwijs kunnen online tools gebruikt worden. Volgens de Vakgroep Onderwijskunde aan de Universiteit Gent (2020) kan afstandsonderwijs (zie definitielijst)

(9)

gelijktijdig (i.e. in real-time). Binnen afstandsonderwijs betekent dit dat de gebruikte onderwijstools toelaten gesproken en/of videogebaseerde communicatie tot stand te brengen. […] Bij asynchroon (zie definitielijst) afstandsonderwijs gebeurt de communicatie tussen de leraar en de leerlingen niet gelijktijdig. Hierbij worden instructie, opdrachten, oefeningen etc. online aangeboden en vervolledigen leerlingen op eigen tempo de uitgestippelde leerroute”. Bij contactonderwijs worden de lessen gegeven in een onderwijsinstelling.

Een andere mogelijkheid om online tools op een efficiënte manier toe te passen is binnen het concept ‘flipping the classroom’. Yamarik (2019) legt uit dat bij ‘flipping the classroom’ het leerproces wordt omgedraaid. De leerlingen bekijken lesvideo’s buiten de klas en de klastijd wordt gebruikt om te oefenen, experimenteren en andere actieve leermethodes toe te passen. We kunnen dit ook bekijken in de termen van de taxonomie van Bloom, die de verschillende denkniveaus bij de lerende onderscheid. De lagere niveaus (herinneren, begrijpen) buiten de klas worden opgenomen zodat tijdens de les kan worden gefocust op de hogere niveaus (toepassen, analyseren, evalueren en creëren) onder begeleiding van de leerkracht (Quadakkers & Swennenhuis, 2016). Zowel Yamarik (2019) als Zhang Hang (2019) deden onderzoek waarbij ‘flipped-classrooms’ werden vergeleken met de traditionele vorm van lesgeven. In het algemeen kon worden geconcludeerd dat een ‘flipped-classroom’ ervoor zorgt dat de leerlingen meer interesse tonen en een hogere academische prestatie neerzeten.

Aan de hand van bovenstaande literatuur kunnen we concluderen dat online tools gebruikt kunnen worden in verschillende contexten: zowel in afstands- als contactonderwijs, synchroon als asynchroon onderwijs, of bij het toepassen van ‘flipping the classroom’.

2.3 De coronacrisis en het effect op afstandsonderwijs

Door de coronacrisis werden leerkrachten en leerlingen wereldwijd gedwongen om met deze online tools aan de slag te gaan met afstandsonderwijs (Credit Suisse , 2020). Dit was volgens Credit Suisse (2020) een onvoorzien experiment voor een snelle adaptatie naar online leren, gecombineerd met een enorme investering in hardware, software en training om deze digitale omgevingen te implementeren. Maarten Dejonckheere, leerkracht secundair onderwijs, vertelde in De Standaard over het effect van de coronacrisis: ‘Het was zeker en vast een uitdaging, want niemand was hierop voorbereid. Paniek kon je het niet noemen, maar de onwetendheid was groot’ (Dejonckheere, 2020). De leerkrachten staken de koppen bij elkaar en hadden in zo’n korte periode nog nooit zoveel bijgeleerd over online tools. Niet enkel in België werden we met deze crisis geconfronteerd. 166 scholen over de hele wereld hebben de deuren gesloten, wat een impact heeft op 1,52 miljard kinderen (United Nations, 2020).

2.4 Ondersteuning van leerkrachten

In België gaven instanties zoals Onderwijs Vlaanderen (Onderwijs Vlaanderen, 2020), KlasCement (KlasCement, 2020) en Klasse (Klasse, 2020) ondersteuning aan leerkrachten tijdens deze pandemie voor de aanpak rond het afstandsonderwijs. Ook Facebookgroepen werden gebruikt om materiaal en ervaringen te delen. Daarnaast bestaan er verschillende websites die een overzicht geven van online tools voor het onderwijs. Hieronder vindt u enkele terug.

(10)

Todays teaching tools –

www.todaysteachingtools.com

(van der Spoel, 2020)

Deze Nederlandse website werd ontwikkeld door Irene van der Spoel. Haar doel is om collega's te helpen om vrij beschikbare digitale leermiddelen (zie definitielijst) in te zetten. Hiervoor probeert ze zo veel mogelijk vrij toegankelijke informatie te publiceren die docenten kunnen gebruiken om digitaal vaardiger te worden, en om hun lessen digitaler te maken. Ze voorziet een lijst van online tools binnen volgende categorieën: Quizzes/testing/games, Presentations, Videos/cartoons, Brainstorm/organising, Lesson series, Studying, Creative creations, Online collaboration en Others. Vervolgens gaat ze dieper in op bepaalde online tools rond de thema’s Formatief toetsen, Informatie geven, Input verzamelen (brainstormen) en Online samenwerken. Hier geeft ze per tool ook nog een beknopte uitleg en een eigen tutorial. Vervolgens worden ook drie verschillende determinatietabellen getoond op de website die werden ontwikkeld door de Irene van der Spoel zelf. Deze tabellen dienen als zoekkaart voor beginner-leerkrachten om ze te begeleiden in de keuze van online tools. Op de website staat ook een pagina met advies over onder andere de keuze van toestellen, differentiatie (zie definitielijst) en formatief toetsen. Tenslotte vindt u ook haar online cursussen en publicaties terug.

Edshelf -

edshelf.com

(Edshelf, 2020)

Edshelf is een website met een breed aanbod aan online tools die kunnen gebruikt worden in het onderwijs. Ze worden onderverdeeld in categorieën waaronder ook per vak. Op de website kunt u ‘shelves’ maken waarbij u zelf een map maakt en online tools verzamelt. De maker kiest zelf de naam van deze map. Via de zoekfunctie kunt u de mappen raadplegen die werden gemaakt door andere leerkrachten. Als u bijvoorbeeld mappen wilt zoeken met een verzameling van online tools die kunnen gebruikt worden binnen het thema economie, kunt u via de zoekfunctie ‘economics’ intypen. Op deze website wordt dus de praktijkervaring van de leerkrachten zelf gedeeld.

Digitale didactiek -

www.digitaledidactiek.be

(BE-ODL, sd)

Via deze website willen de makers de leerkrachten tonen wat de mogelijkheden zijn binnen digitale didactiek. U doorloopt er verschillende modules om zo kennis te maken met digitale didactiek. Een van die modules is ‘ontwikkeling’ waar u een overzicht vindt van online tools voor elk type leerobject. Als we de voor- en nadelen van deze websites naast elkaar plaatsen komen we tot tabel 1. Met categorisatie wordt bedoeld dat de tools worden gecategoriseerd waardoor er een beter overzicht is.

Voordelen Nadelen

Onderwijstools.be

-

Categorisatie

-

Veel informatie per tool

-

Geen informatie over gebruiksvriendelijkheid

Today teaching tools

-

Tools worden gecategoriseerd waardoor er een beter

overzicht is

-

Determinatietabel

-

Veel tips

-

Eigen tutorials

-

Geen informatie over gebruiksvriendelijkheid

Edshelf

-

Categorisatie

-

Mogelijkheid om zelf een 'shelf' te maken.

-

Ervaringen van leerkrachten worden gedeeld

-

Geen informatie over gebruiksvriendelijkheid

Digitale didactiek

-

Ze voorzien een 'wegwijs' doorheen de website

-

Geen informatie over gebruiksvriendelijkheid

(11)

We zien bij nadelen telkens hetzelfde nadeel terugkomen, namelijk dat er geen informatie over de gebruiksvriendelijkheid van de tools wordt gegeven. Hebben de makers van deze website zelf ervaring met deze tool of kan worden bevestigd dat ze gebruiksvriendelijk zijn? Daarnaast zien we bij de voordelen drie keer de categorisatie terugkomen. Deze zorgt ervoor dat er een overzicht is van de online tools en dat er gerichter kan worden gezocht.

Online is er dus veel informatie te vinden over online tools. Maar ondanks al deze informatie vragen we ons af: ‘Welke online tools zijn bekend bij leerkrachten?’ Als leerkracht (in opleiding) is het niet evident om te weten welke online tools nu het makkelijkst zijn en het meest gebruikt worden. Zo komen we tot de volgende onderzoeksvraag: ‘‘Welke online tools worden er gebruikt voor het economie onderwijs?’.

Om ervoor te zorgen dat de informatie omtrent online tools op een duidelijke manier worden gepresenteerd focussen we ons ten slotte nog op deze onderzoeksvraag: ‘Welke informatie rond online tools is nuttig voor toekomstige en startende leerkrachten, of voor leerkrachten met weinig kennis over online tools?’

2.4.1 Welke ondersteuning is gewenst?

In het leermiddelenmonitorrapport van Nederlandse scholen die werd opgemaakt door Woldhuis et al. (2018) gaan ze na op welke wijze leerkrachten en leidinggevende in het Nederlandse onderwijs omgaan met leermiddelen, zowel in primair (lager) als voortgezet (secundair) onderwijs. In deze literatuurstudie worden enkel de resultaten van leerkrachten in het secundair onderwijs vermeld. Hier gaat het niet enkel om het economieonderwijs.

Een van de vragen in dit onderzoek gaat na welke ondersteuning gewenst is bij het zoeken en vinden van leermiddelen. 27% van de leerkrachten secundair onderwijs geeft aan geen ondersteuning nodig te hebben. Aan de leerkrachten die wel ondersteuning wensen, werd gevraagd van wie ze deze ondersteuning verwachten. Opvallend hier is dat ongeveer 25% verwacht dit te krijgen in de lerarenopleiding. Verder verwacht 69% dit te krijgen van educatieve uitgevers. Vervolgens 39% van niet-commerciële organisaties en ongeveer 25% van schoolbegeleidingsdiensten en onderwijsadviesbureaus.

2.5 Meerwaarde van het gebruik van online tools in het onderwijs

We weten ondertussen dat er veel informatie beschikbaar is omtrent online tools. Maar heeft het gebruik van deze online tools nu een meerwaarde in het klasgebeuren? We gaan aan de hand van enkele onderzoeken na wat het effect is van internetgebruik in de klas en het gebruik van online tools. Daarnaast bekijken we ook wat de leerkracht zelf geeft als meerwaarde van digitale of papieren leermiddelen.

Argarwal en Day (Agarwal & Day, 1998) onderzochten het effect van internetgebruik in de klas bij bachelor- en masterstudenten economie. Enerzijds zorgt de beschikbaarheid van internet tijdens de les ervoor dat de communicatie tussen student en leerkracht verbetert, anderzijds zorgt het ervoor dat economische data en reële situaties van de theorie gemakkelijker kunnen worden voorgesteld en de theorie zo beter kan worden overgebracht. Deze ‘real-life’ ervaring zorgt voor een beter inzicht in de theorie en een actieve lesvorm. Beide aspecten verhogen de kwaliteit van het onderwijs. Men

(12)

een onderzoek uit 1998 waardoor de focus hier echt ligt op het gebruik van internet en niet per sé van het gebruik van online tools.

Ook Self (2013) ging op zoek naar de meerwaarde van het gebruik van online tools in de klas, meer specifiek in een bacheloropleiding in het vak ‘Principles of Macroeconomics’. De algemene verwachting volgens Sels is dat leerlingen meer moeite steken in hun leerproces wanneer online tools worden toegepast. De inspanningen van de studenten wordt op twee manieren gemeten. Als eerste is het werken aan online huiswerk een verplichte inspanning. Deze wordt namelijk beoordeeld en de cijfers van de studenten worden beïnvloed als ze het online huiswerk niet maken. Een tweede manier om de inspanning te meten is door te kijken of de leerlingen de website vrijwillig hebben bezocht, in de wetenschap dat er geen direct cijfer aan dat werk verbonden was. De resultaten geven aan dat de cijfers van de leerlingen op het online huiswerk geen significante invloed hebben op de algemene examencijfers of eindexamencijfers. Aan de andere kant blijken leerlingen die de software gebruiken om vrijwillig te oefenen het beter te doen in het algemeen en/of in het eindexamen. In die zin lijkt het vrijwillig online werken een positief effect te hebben op de examencijfers.

Vervolgens werd door Self (2013) ook een vergelijking gemaakt tussen studenten met een andere achtergrond. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen zwakkere studenten, die bij de start van het onderzoek een lage GPA score hadden en sterkere studenten. Het bleek dat zwakkere studenten significant voordeel hadden als ze dit extra werk vrijwillig doen. Wat we niet kunnen zeggen uit de resultaten van dit onderzoek is of het doen van extra online vrijwilligerswerk de sleutel tot succes is of dat het gewoon extra werk is dat helpt om de cijfers te verbeteren. De online tool biedt echter wel een effectieve manier om vast te stellen welke leerlingen eventueel extra werk verrichten. We kunnen dus niet concluderen dat het toevoegen van de online component heeft geleid tot een beter resultaat, hoewel het wel een unieke manier is om de inspanning te meten. Wel is gebleken dat het toevoegen van extra werk een significante impact heeft op de cijfers, vooral voor de zwakkere studenten. In tabellen 2 en 3 vatten we de resultaten samen van het literatuuronderzoek van Self voorafgaand aan haar eigen onderzoek. Alle onderzoeken gaan opnieuw over het economieonderwijs. In tabel 2 vindt u een overzicht van de onderzoeken met een significant positief effect op de leerresultaten en in tabel 3 de onderzoeken zonder of met een negatief significant effect. Deze worden aangevuld door de resultaten van Self (2013) en Argarwal en Day (1998).

Onderzoeken met significant positief effect

Lass et al. (2007) Significant positief effect van online quizzen op de resultaten van de eindexamens.

Emerson en Mencken (2009) Online huiswerk heeft een positief effect op eindresultaten. Dahlgran (2008) Online huiswerk verhoogt de resultaten dankzij een verhoging van

de studietijd.

Johnston (2004) Studenten appreciëren het gemak, flexibiliteit en de feedbackmogelijkheden van online huiswerk.

Dillard-Eggers et al. (2008) De feedback op online huiswerk verhoogt de studieresultaten. Lindquist en Olson (2007) De feedback op online huiswerk verhoogt de tevredenheid van de

studenten van het resultaat en creëert een positieve ervaring van het leren.

(13)

-

Beter inzicht in de theorie

-

Actieve lesvorm

-

Eindresultaten verhogen

- Attitude van masterstudente verhoogt

Self (2013) - Leerlingen die software gebruiken om vrijwillig te oefenen, doen het beter.

- Zwakkere studenten hebben significant voordeel bij extra vrijwillig werk.

Tabel 2: Onderzoeken met significant positief effect

Onderzoeken zonder significant of negatief effect

Doorn et al. (2010) Er is een positief effect van verplicht online huiswerk maar er is geen verschil met verplicht papieren huiswerk.

Lee et al. (2010) Een positief effect bij het gebruik van een online huiswerktool ‘Aplia’, maar dit positief effect was niet het gevolg van het gebruik van online methoden.

Byron and Liedholm (2002) Russel (2006)

Carter en Emerson (2012)

Bij een onderzoek waarbij drie verschillende lesmethodes werden vergeleken (traditioneel, online video en een combinatie van de twee) werd er geen significant verschil gevonden tussen de methoden.

Harter en Harter (2004) Studieresultaten werden vergeleken over vier semesters. Tijdens het tweede semester werd er een klaswebsite aangeboden met online quizzen. Dit had geen positieve impact.

Gratton-Lavoie en Stanley (2009)

Online lesgeven had een licht negatief effect op studieresultaten.

Argawal en Day (1998) Geen positief effect in leerlingenattitude van bachelor studenten. Self (2013)

-

Geen significante invloed van (verplicht) online huiswerk op

examenresultaten.

- Geen duidelijkheid of de positieve resultaten te wijten zijn aan het digitale aspect van het extra werk.

Tabel 3: Onderzoeken zonder significant of negatief effect

We zien bij de resultaten waar geen of een negatief significant effect is terugkomen dat het gebruik van een online tool niet de reden is voor betere studieresultaten. Bij de resultaten met een positief significant effect zien we verschillende keren terugkomen dat online tools een indirect effect hebben op de studieresultaten. Bijvoorbeeld via feedbackmogelijkheden, de perceptie van leren die verhoogt, de communicatie die verbetert. Dit zijn de redenen voor betere leerresultaten. Het is dus belangrijk om in het achterhoofd te houden dat de online tools zelf niet altijd een positief significant effect

(14)

2.6 Online tools vs. papieren leermiddelen

We bekeken de meerwaarde van het gebruik van online tools in het onderwijs. Daarop aanvullend gaan we nog even dieper in op het leermiddelenmonitorrapport van Nederlandse scholen van Woldhuis et al. (2018). Wat is de voorkeur van de leerkracht zelf? Werken ze liever met papieren of digitale leermiddelen?

In figuur 1 kunnen we zien welke leermiddelen leerkrachten gebruiken, digitale of papieren. We kunnen de digitale leermiddelen in deze masterproef vergelijken met online tools. We zien dat ongeveer 50% voornamelijk papieren leermiddelen gebruikt, aangevuld met digitale leermiddelen. Ongeveer 1/3e geeft aan evenveel papieren als digitale leermiddelen te gebruiken. We kunnen

concluderen dat de papieren leermiddelen dus nog steeds op kop staan in Nederland.

Figuur 1: Welke leermiddelen worden gebruikt tijdens uw lessen?

In datzelfde onderzoek werd de mening van de leerkrachten gevraagd over de meerwaarde van papieren en digitale leermiddelen. Waarom maken ze dus de keuze tussen online tools of papieren leermiddelen? In onderstaande tabel (tabel 4) staat welke meerwaarde leerkrachten toekennen aan papieren leermiddelen. Daarnaast gaven ze ook aan welke meerwaarde digitale leermiddelen met zich meebrengen (tabel 5). Telkens mochten ze maximaal 3 antwoorden aanduiden.

Wat is volgens u de meerwaarde van papieren leermiddelen ten opzichte van digitale

leermiddelen?

Papieren leermiddelen doen het altijd 69%

Met papieren leermiddelen zijn leerlingen minder snel afgeleid 35% Papieren leermiddelen werken prettiger omdat ze tastbaarder zijn 32% Voor papieren leermiddelen is geen dure infrastructuur nodig 21% Papieren leermiddelen zijn makkelijker zelf te maken 21% Niet alle leerlingen kunnen thuis gebruik maken van digitale leermiddelen 18%

Anders 12% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Alleen papieren leermiddelen Voornamelijk papieren leermiddelen aangevuld met digitale

leermiddelen Ongeveer de helft papieren leermiddelen de helft digitale leermiddelen Voornamelijk digitale leermiddelen aangevuld met papieren leermiddelen Alleen digitale leermiddelen

(15)

Wat is volgens u de meerwaarde van digitale leermiddelen ten opzichte van papieren

leermiddelen?

Digitale leermiddelen bieden meer variatie in leeractiviteiten 52% Met digitale leermiddelen kan ik beter differentiëren 51% Met digitale leermiddelen kan ik leerlingen beter zelfstandig laten werken 44% Digitale leermiddelen zijn aantrekkelijker voorleerlingen 41%

Digitale leermiddelen besparen mij nakijkwerk 17%

Digitale leermiddelen kunnen de leerinhoud beter overbrengen 10% Ik zie geen meerwaarde ten opzichte van papieren leermiddelen 8%

Anders 8%

Tabel 5: Wat is volgens u de meerwaarde van digitale leermiddelen ten opzichte van papieren leermiddelen? (maximaal 3 antwoorden)

Als we de twee leermiddelen naast elkaar zetten komen we tot tabel 6 die het onderscheid weergeeft tussen papieren en digitale leermiddelen. We zien dat leerkrachten vooral de voorkeur geven aan papieren tegenover digitale leermiddelen omdat er minder tijd nodig is om ze te maken, de afleiding voor de studenten is lager, het is goedkoper en toegankelijker voor de leerlingen.

Anderzijds geven leerkrachten de voorkeur aan digitale middelen omdat de leerlingen meer zelfstandig kunnen werken, er minder nakijkwerk is, er veel meer kan worden gedifferentieerd en dat er meer variatie is in de werkvormen.

Papieren Digitale

De tijd om te maken Weinig Veel

Zelfstandigheid van leerling Laag Hoog

Afleiding Weinig Veel

Infrastructuur Goedkoop Duur

Nakijkwerk Veel Weinig

Differentiatie Weinig Veel

Variatie Weinig Veel

Toegankelijkheid voor leerlingen Hoog Laag Tabel 6: Kenmerken papieren en digitale leermiddelen

We zien dus waarom leerkrachten de voorkeur geven aan digitale (online tools) of papieren leermiddelen in Nederland. Maar welke redenen hebben leerkrachten in België om te kiezen voor een online tools? Wat vinden leerkrachten belangrijk in hun keuze naar online tools? Zo komen we tot deze onderzoeksvraag: ‘Wat vinden leerkrachten van de online tools die ze gebruiken?’.

(16)

3 Methodologie

Om de onderzoeksvragen van deze masterproef te beantwoorden, werd een onderzoek gedaan bij leerkrachten secundair-, hoger- en volwassenonderwijs.

Vooraleer een enquête werd opgemaakt, werd er een kleine poll geplaatst in de facebookgroep van de opleiding Educatieve Master Economie om reeds een overzicht te krijgen van de online tools die worden gebruikt tijdens de stageopdrachten. Op die manier kon beter worden ingeschat welke online tools zeker aan bod moesten komen in de enquête.

De enquête werd vervolgens opgemaakt met Qualtrics en werd na enkele testen rondgestuurd via volgende kanalen:

- Facebookpagina’s:

o Educatieve Master Economie 2019-2020 (56 leden) o Educatieve Master [2019-2020] [UGent] (186 leden) o Lesideeën secundair onderwijs (19.106 leden) o Leerkrachten Economische vakken (1.232 leden) - Mail naar stagementoren

- Mail naar vakdidactisch team Economie – Universiteit Gent

- Contact met leerkrachten Sint-Janscollege Poperinge (eigen school middelbaar)

55 enquêtes werden ingevuld. De antwoorden werden manueel verwerkt en gecodeerd in Excel. Nadien werden samenvattende tabellen opgemaakt waarbij rekening gehouden werd met de frequentie van de antwoorden (turven van de antwoorden).

Nadat de resultaten werden verwerkt, werden negen online tools geselecteerd om uit te werken in een website. Deze selectie gebeurde op basis van aanbevelingen, voor- en nadelen opgesomd in de enquêtes en andere opmerkingen in de enquête. Ook werden eigen ervaringen meegenomen in de selectie. Voor 4 van de 9 besproken online tools werden zelf tutorials ontwikkeld.

De website werd ontwikkeld met het gratis programma Wix. Er werd als basis een template gekozen waarvan achteraf nog verschillende zaken zoals lettertype en kleuren werden aangepast.

De tutorials werden gemaakt met behulp van Screencast-O-Matic en Video-editor. De audio en video werden opgenomen met Screencast-O-Matic en de video werd bewerkt met Video-editor.

(17)

4 Resultaten

In dit onderdeel worden de resultaten van dit onderzoek voorgesteld. Vooraleer de resultaten voor te stellen, bekijken we nog wat extra informatie omtrent de enquête die belangrijk is voor het interpreteren van de resultaten. Vervolgens bekijken we een overzicht die werd opgemaakt van de online tools die werd voorgedragen door de respondenten. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van de demografische kenmerken van de respondenten. Tenslotte beantwoorden we de onderzoeksvragen.

4.1 Extra informatie omtrent enquête

De volledige enquête kunt u terugvinden in bijlage 1. In de resultaten zal regelmatig verwezen worden naar vraagnummers. Deze kunt u telkens terugvinden in deze bijlage.

Om verwarring te vermijden in de enquête, werd bij verschillende vragen de term ‘online tools’ gespecifieerd als: ‘alle digitale mogelijkheden die kunnen gebruikt worden om uw les te ondersteunen, zowel in afstandsonderwijs als tijdens uw les (bijvoorbeeld video's, powerpointpresentaties, online werkbladen of toetsen, platformen, leerpaden...)’.

Bij het verwerken van de resultaten kon worden geconcludeerd dat een van de vragen niet eenduidig was, namelijk vraag Q2.6 (bijlage 1, p.4–5). Hieronder vindt u een overzicht van de ‘fouten’ in deze vraag.

- ‘Ken ik’: In sommige gevallen werd de kolom ‘ken ik’ niet ingevuld, ook al hadden ze deze tool wel gebruikt. Dit werd manueel aangepast in de resultaten dus kan gebruikt worden voor de onderzoeksvraag: ‘Welke online tools zijn bekend bij leerkrachten?’.

- ‘Synchroon – asynchroon’: dit werd in enkele ingevulde enquêtes op een foutieve manier geïnterpreteerd. Dit werd bijvoorbeeld af en toe aangeduid in combinatie met ‘in de les’, terwijl het hier enkel gaat over afstandsonderwijs. Dit kan niet verder worden gebruikt in de resultaten.

- ‘In de les’: Dit werd in enkele enquêtes op een foutieve manier geïnterpreteerd. Enkele respondenten duidden dit aan bij de tool ‘smartschool live’, terwijl hier eigenlijk bedoeld werd ‘contactonderwijs’. Dit was dus een betere formulering geweest. Dit kan niet verder worden gebruikt in de resultaten

4.2 Overzicht online tools

Om de onderzoeksvragen te beantwoorden, werd een overzicht gemaakt van de online tools die werden voorgedragen in de enquêtes. Op basis van de antwoorden werd een Excel tabel opgemaakt en manueel aangevuld indien nodig. Dit overzicht vindt u terug in bijlage 2. De antwoorden werden in sommige gevallen gebundeld.

In tabel 7 wordt per kolom uitgelegd hoe deze tabel in bijlage 2 tot stand is gekomen. Kolom A – I vindt u terug van bladzijde 1 – 2. Kolom J – N vindt u terug op pagina 3 – 6.

(18)

Kolom Naam Totstandkoming

A. Online tool Alle online tools die werden vermeld in de enquête vindt u terug in deze kolom.

B. Ken ik Aantal respondenten die bij de vraag Q2.6 bij deze online tool hebben aangeduid ‘ken ik’.

C. Ken ik % Percentage respondenten die bij de vraag Q2.6 bij deze online tool hebben aangeduid ‘ken ik’.

D. Tevreden Aantal respondenten die bij de vraag Q2.6 bij deze online tool hebben aangeduid ‘ik ben tevreden over deze tool.

E. Niet tevreden

Aantal respondenten die bij de vraag Q2.6 bij deze online tool het vakje ‘ik ben tevreden over deze tool’ niet hebben aangeduid maar wel hebben aangegeven dat ze deze hebben gebruikt. (manueel verwerkt) F. Aan te raden Aantal respondenten die bij de vraag Q.2.10 ‘Welke tool zou u

aanraden’ deze online tool hebben vermeld. (manueel verwerkt) G. Af te raden Aantal respondenten die bij de vraag Q.2.11 ‘Welke tool zou u afraden

en waarom’ deze online tool hebben vermeld. (manueel verwerkt)

H. Gebruik in de toekomst

Aantal respondenten die bij de vraag Q.3.3 ‘Welke online tools neemt u mee naar de toekomst?’ deze tool hebben vermeld. (manueel verwerkt)

I.

Gebruik in de toekomst - reden

De redenen waarom de respondenten deze online tool zouden gebruiken in de toekomst, aangegeven in vraag Q.3.3 (manueel verwerkt)

J. Voordelen

De voordelen die de respondenten hebben vermeld bij deze online tool in vraag Q2.8. Indien dit antwoord meerdere malen werd gegeven staat er een cijfers tussen haakjes naast vermeld. (manueel verwerkt)

K. Nadelen

De nadelen die de respondenten hebben vermeld bij deze online tool in vraag Q2.8. Indien dit antwoord meerdere malen werd gegeven staat er een cijfers tussen haakjes naast vermeld. (manueel verwerkt)

L. Weinig

Aantal respondenten die bij vraag Q2.9 ‘Geef aan hoeveel tijd u hebt moeten investeren om de online tools die u hierboven omschreef te leren kennen.’ ‘Weinig’ hebben aangeduid bij deze online tool. (manueel verwerkt)

M. Gemiddeld

Aantal respondenten die bij vraag Q2.9 ‘Geef aan hoeveel tijd u hebt moeten investeren om de online tools die u hierboven omschreef te leren kennen.’ ‘Gemiddeld’ hebben aangeduid bij deze tool. (manueel verwerkt)

N. Veel

Aantal respondenten die bij vraag Q2.9 ‘Geef aan hoeveel tijd u hebt moeten investeren om de online tools die u hierboven omschreef te leren kennen.’ ‘Veel’ hebben aangeduid bij deze tool. (manueel verwerkt)

(19)

4.3 Demografische kenmerken

Vooraleer de onderzoeksvragen te beantwoorden, gaan we na wat de demografische kenmerken zijn van de respondenten.

In totaal namen 55 leerkrachten (in opleiding) deel aan deze enquête. Daarvan zijn er 46 vrouwen en 9 mannen (figuur 2). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 39 jaar. In figuur 3 ziet u een gedetailleerder overzicht van de leeftijd.

Figuur 3: Leeftijd

We zien vervolgens in figuur 4 de ervaring van respondenten in het onderwijs. Ongeveer 30% van de respondenten heeft minder dan 5 jaar ervaring.

Figuur 4: Ervaring 14 8 14 12 7 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 - 25 26 - 35 36 - 45 46 - 55 56 - 65

Leeftijd

17 6 4 13 5 4 2 4 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 0-4 5-9 10-14 15-19 20-24 25-29 30-34 35-39

Ervaring

46 9

Geslacht

V M Figuur 2: Geslacht

(20)

Figuur 5: Vakgebied Figuur 6: Graad Figuur 7: Studierichting 22 14 7 12 11 0 5 10 15 20 25

Economische vakken (economie, handel, verkoop, ...) Wetenschappen en technologie (biologie, chemie, fysica,

informatica, wiskunde, ...)

Cultuurwetenschappen (geschiedenis, kunstvakken, godsdienst, aardrijkskunde...)

Talen Andere

Duid aan in welk vakgebied u les geeft/zal geven.

9 31 36 2 0 5 10 15 20 25 30 35 40

1e graad 2e graad 3e graad Ander

Duid aan in welke graad u les geeft.

26 25 19 1 9 3 0 5 10 15 20 25 30

ASO TSO BSO BuSo A-stroom B-stroom

(21)

4.4 Onderzoeksvragen

We gaan op zoek naar een antwoord op de onderzoeksvragen uit onze literatuurstudie.

4.4.1 Welke online tools zijn bekend bij leerkrachten?

In de enquête kregen de respondenten een tabel met 14 online tools die vooraf werden geselecteerd (vraag Q2.6). Deze 14 online tools werden bepaald op basis van een poll op de Facebookpagina van Educatieve Master Economie. In vraag Q2.6 konden de respondenten bij elke tool ‘ken ik’ aanduiden. Dit wil zeggen dat ze dit niet per sé gebruikt hebben. Vervolgens vulden ze zelf de tabel aan met gekende online tools. In tabel 8 vindt u een overzicht van de online tools die minimum 2 keer werden aangeduid bij de vraag ‘ken ik’. De online tools die zijn gearceerd in het grijs zijn de 14 online tools die door de onderzoeker zelf werden opgesomd. De andere online tools werden aangevuld door de respondenten.

Online tool ‘Ken ik’ (aantal keren aangeduid) Ken ik (% ten opzicht van totaal ingevulde enquêtes = 55)

Kahoot 52 95% Bookwidgets 45 82% Google forms 42 76% Prezi 38 69% Mentimeter 30 55% Screencast-o-matic 27 49% Socrative 24 44% Padlet 23 42% Powtoon 21 38% Educaplay 15 27% Powerpoint 12 22% MS Teams 12 22% EdPuzzle 12 22% Nearpod 11 20% Flipgrid 9 16% Loom 7 13% Wizer.me 6 11% Smartschool 5 9% Smartschool live 5 9%

(22)

Zoom 2 4%

Plickers 2 4%

Klascement 2 4%

Tabel 8:'Ken ik

4.4.2 Welke online tools worden er gebruikt voor het economie onderwijs?

De vragen Q2.3 ‘Welke online tools gebruikte je voor de coronacrisis’ en Q2.5 ‘Welke nieuwe online tools gebruikte je tijdens de coronacrisis’ werden verwerkt met de antwoorden van de respondenten die ‘economische vakken’ geven. In totaal waren dit 22 respondenten.

Hier worden enkele elementen uit de antwoorden gehaald. Tussen haakjes wordt aangeduid hoeveel respondenten dit antwoord hebben gegeven.

De online tools Powerpoint (15), Kahoot (13), Videofragmenten (o.a. Youtube) (6) en Bookwidgets werden reeds regelmatig vóór de coronacrisis gebruikt. Digitaal bordboek , Mentimeter, Google classrooms en Socrative werden door meer dan 1 iemand aangeduid als online tools die reeds voor de coronacrisis werden gebruikt.

Onderstaande lijst van online tools werden éénmalig vermeld als tool die reeds voor de coronacrisis werden gebruikt.

- Educaplay - Powtoon

- Prezi - Serious Games

- EDPuzzle - Wezooz

- Odoo - Xerte

- Peardeck - Zelfgemaakte website

- PollEverywhere

Bookwidgets kreeg duidelijk veel nieuwe gebruikers tijdens de coronacrisis (12). Ook Smartschool (4) en Google Forms (3) werden frequenter gebruikt tijdens de coronacrisis. De online tools Instructiefilmpje, Screencast-o-matic, Wizer.me, Bitly, Flipgrid, Learning apps en OCB programma werden aangegeven als nieuwe tools die pas werden gebruikt tijdens de coronacrisis.

4.4.3 In welke mate gebruiken leerkrachten momenteel online tools?

We weten uit de literatuurstudie dat de voorkeur in Nederland nog altijd gaat naar het gebruik van papieren leermiddelen in het secundair onderwijs. Via dit onderzoek gingen we na welke evolutie er is in het gebruik van online tools voor en tijdens de coronacrisis.

We zien aan de hand van figuur 8 en 9 dat er wel degelijk een verschuiving is in het gebruik van online tools. Er is een verschuiving van 33% (voor de coronacrisis) naar 76% (tijdens de coronacrisis) van respondenten die aangeduid hebben dat ze veel gebruik maken van online tools.

(23)

Figuur 8: Gebruik online tools voor de coronacrisis

Figuur 9: Gebruik online tools tijdens de coronacrisis

4.4.4 Wat vinden leerkrachten van de online tools die ze gebruiken?

Om deze onderzoeksvraag te beantwoorden worden verschillende vragen uit de enquête samengevoegd. Deze antwoorden werden manueel verwerkt en de antwoorden werden gebundeld. De vragen worden één voor één besproken hieronder. Een samenvatting vindt u in punt 4.4.4.6.

- Q2.8 Wat zijn de voordelen van deze tool?

- Q2.8 Wat zijn de nadelen van deze tool?

o Q2.9 Geef aan hoeveel tijd u hebt moeten investeren om de online tools die u hierboven omschreef te leren kennen.

- Q2.10 Welke tool zou u aanraden?

- Q2.11 Welke tool zou u afraden en waarom?

- Q2.7 Was u tevreden over deze tool? 2% 9% 26% 31% 33% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35%

Nooit Zelden Af en toe Regelmatig Veel

Ik gebruikte reeds online tools vóór de coronacrisis

2% 2% 4% 16% 76% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%

Nooit Zelden Af en toe Regelmatig Veel

(24)

behoren bijvoorbeeld ook video's, powerpointpresentaties, online werkbladen of toetsen, platformen, leerpaden, ...) Gelieve de tool waarmee je dit gemaakt hebt te noteren.’

De respondenten mochten dus zelf online tools aangeven en bijhorende voor- en nadelen. Een overzicht van alle voordelen staat in kolom J in bijlage 2. Alle nadelen staan in kolom K in bijlage 2. De antwoorden werden gebundeld.

In tabel 9 worden alle voor- en nadelen gegeven die werden opgesomd voor de tools die werden opgenomen op de site die we ontwikkeld hebben. Waarom deze tools werden opgenomen op de site, vindt u in punt 10.3.4.6.

Online tool Voordelen Nadelen

Bookwidgets - Veel verschillende

mogelijkheden/vraagtypes (11) - Verbetering achteraf mogelijk (6) - Integratiemogelijkheden (smartschool zonder login voor lln) (3)

- Lln. krijgen snel feedback (3) - Gebruiksvriendelijk (3) / werkt vlot - Resultaten kan je overzichtelijk bekijken (2)

- Praktisch / simpel in gebruik (2) - Lln. kunnen in eigen tempo werken / individueel (2)

- Is een leuke werkvorm/toffe manier om te oefenen (2) motivatie (1)

- In het Nederlands - Handige tutorials

- Facebook gebruikersgroep voor hulp - Grote gebruikersgroep

- Mogelijkheid om te delen met collega's - Geeft goed beeld van wat lln goed en minder goed kunnen.

- Tijdsintensief om te maken (5) - Lay-out moeilijk aan te passen (3) /Formules zijn moeilijk te typen - Rekent af op exacte spelling bij vrije woordkeuze (2)

- Steile leercurve

- Zoveel keuze in manieren, ik mis goede opleiding en voorbeelden - Soorten vragen in quiz niet duidelijk - Praktisch: (Lln. moet over

pc/smartphone beschikken + internet) - Niet voor alles geschikt

- Geen aanklikbare links

- Beperkt in het opladen van eigen video's op vlak van bestandsgrootte.

Flipgrid - Geen gedoe met de uploadzone - gemakkelijk filmpjes maken in veilige omgeving

- Sommige lln. durven niet

Kahoot - Spelelement dus hogere motivatie (tof, leuk) (14)

- Eenvoudig/gemakkelijk in gebruik zowel in de les als het maken zelf (3)

- Competitie is leuk (3)

- Kan je voor verschillende doeleinden gebruiken: inleiding, evaluatie van de leerstof, … (2)

- Werkt vlot / gaat snel (2) - Vergroot betrokkenheid van lln. - Je polst op een leuke manier de kennis van de lln.

- Je kan gebruik maken van reeds

- Niet mogelijk om in

afstandsonderwijs te gebruiken (4) - Praktische problemen (2) (wifi nodig, soms werkt het niet op de

smartphone)

- De lln. kunnen zichzelf een andere naam geven (2)

- Beperkingen indien niet betalend (tijdslimiet, je kan resultaten niet controleren) (2)

- Je kan enkel kiezen voor meerkeuzevragen

(25)

- Interactief - Zit goed in elkaar

Mentimeter - Lln. moeten eerst zelf nadenken en dan pas zien ze het antwoord van anderen (waardoor ze weer extra inspiratie vinden)

- Iedereen wordt betrokken bij brainstorm

- Grote variëteit aan slides - Interessant om bv. informatie te verzamelen bij lln. (woordwolk) - Snel te maken

- Mooi design

- Mogelijk via smartphone - Interactief

- Verschillende vraagsoorten

- Beperkingen door betalende functies (4)

- Minder mogelijke interacties - Geen namen bij wordcloud en de meeste andere vraagtypes

Powerpoint - Gemakkelijk in gebruik (5) - Overzichtelijk (4)

- Makkelijk ter ondersteuning van de les, - Makkelijk om filmpjes te embedded - Goede tool om instructies in te spreken - De audio-opnames zijn gemakkelijk op bepaalde zaken mondeling te

verduidelijken.

- Duidelijk uitleg visueel zichtbaar maken - Te gebruiken in de les én via

afstandsonderwijs. - Kende ik al

- Ruime mogelijkheden

- Opnemen per dia, aantekeningen maken, animaties

- Biedt goede structuur, mogelijkheid tekst in te spreken

- Je kan de uitleg inspreken en de lln. kunnen deze bekijken wanneer ze willen - Gemakkelijk te presenteren

- Grote bestanden om door te sturen (4

- Je bent niet zeker dat de lln. ze beluisteren. (ppt opnames)

- Mogelijkheden om interactief te zijn met je lln. zijn beperkt.

blijft een Powerpoint, niets vernieuwend

- Lay-out

- Lln. moet over pc met internet beschikken

- Je kan geen stukjes van een opname op 1 dia wissen

- Geen/weinig interactie (2)

- Moeilijk om to the point te blijven, voor afstandsonderwijs minder geschikt tenzij met spraakopname bij - De eerste keer is wat zoeken.

Powtoon - Gebruik wijst zichzelf uit

- Leuke op maat gemaakte animaties

- Beperkt in gratis versie (2) - Tijdsintensief

Prezi - Werkt vlotter dan Powerpoint - Je kan enkel filmpjes van Youtube integreren, geen linken.

Socrative - Aangenaam bij

woordenschatoefeningen - Lln. kan zelfstandig aan de slag - Gemakkelijk bereikbaar

- Achteraf een document per ll.

- Weinig opmaak - Linken werken niet

(26)

4.4.4.2 Welke tool zou u aanraden?

Hieronder vindt u in tabel 10 de online tools die werden aangeduid in volgorde van frequentie bij de vraag ‘Welke tool zou u aanraden?’. Zie ook kolom F in bijlage 2.

Online tool ‘Deze tool raad ik aan’ Online tool ‘Deze tool raad ik aan’

Bookwidgets 17 Economy academy 1

Powerpoint 6 EDPuzzle 1

Kahoot 5 E-mail 1

MS Teams 5 Formative 1

MS Forms 3 Google formulieren 1

Smartschool 3 Leerpad 1

Google classrooms 2 Mentimeter 1

Loom 2 MS Whiteboard 1

Screencast-o-matic 2 Nearpod 1

Smartschool live 2 Peardeck 1

Socrative 2 Smartschool

leerpaden 1

Weebly 2 Thinglink 1

Wezooz 1

Wizer 1

Tabel 10: Welke tool zou je aanraden?

4.4.4.3 Welke tool zou u afraden en waarom?

Hieronder vindt u in tabel 11 een overzicht van de online tools die worden afgeraden samen met de reden hiervoor. De frequentie hier is lager dan bij de vraag ‘Welke tool zou u aanraden?’. Zie de antwoorden ook in kolom G van bijlage 2.

Online tool ‘Welke tool zou u afraden en waarom?’ Bookwidgets 3

Smartschool 3 Kan de grote capaciteit niet aan, werkt niet voor grotere bestanden. Overbelasting Smartschool

Mentimeter 2

Omdat je maar een aantal slides kan maken. Is ideaal voor in een les te peilen naar meningen. Maar dit kan veel vlotter op een gewone manier.

Padlet 2

Capisj 1

Educaplay 1 Omdat het niet zo veel functies heeft en het is allemaal in het Engels (moeilijk voor leerlingen?).

(27)

Powerpoint

opnames 1 Genereert té grote bestanden

Powtoon 1 Ooit mee begonnen. Snapte er weinig van. Veel opties betalend. Prezi 1 Te veel tijd om te maken

Wizer.me 1

Xerte 1 Moeilijk om te leren kennen (zeker voor mensen met weinig ict ervaring)

Tabel 11: Welke tool zou u afraden en waarom?

4.4.4.4 Was u tevreden over deze tool?

Vervolgens werd bij vraag 2.6 gevraagd om een vakje aan te duiden indien men tevreden was over de tool. Aangezien het overgrote deel van de respondenten had aangeduid tevreden te zijn over de tools die ze reeds hadden gebruikt, werd beslist om te turven welke online tools ze niet hebben aangeduid. Zo kwamen we tot tabel 12. Zie ook kolom E in bijlage 2.

Online tool ‘Niet tevreden over deze tool’

Kahoot 8 Prezi 4 Screencast-o-matic 4 Powtoon 3 Bookwidgets 2 Google forms 2 Mentimeter 2 Socrative 2 Padlet 2 Educaplay 2 EdPuzzle 1 MS Teams 1 Nearpod 1 Wizer.me 1 Zoom 1 Xerte 1

Tabel 12: Niet tevreden over deze tool

(28)

Online tool

Ik neem deze tool mee naar de

toekomst

Online tool

Ik neem deze tool mee naar de toekomst Bookwidgets 23 Powtoon 1 Kahoot 3 Nearpod 1 Mentimeter 3 Flipgrid 1 MS Teams 3 Wizer.me 1 Loom 3 Smartschool 1 Screencast-o-matic 2 Quizlet 1 Socrative 2 Zoom 1 Powerpoint 2 MS Forms 1 Google classroom 2 H5P 1 PollEverywhere 1 Wooclap 1

Tabel 13: Ik neem deze tool mee naar de toekomst

Ook gaven sommige respondenten aan waarom ze deze online tools in de toekomst zouden gebruiken. Enkele algemene opmerkingen:

- Vijf respondenten gaven aan dat ze in de toekomst zeker de online tools verder zouden gebruiken omdat ze er nu toch hebben mee leren werken.

- Bij de online tools Powerpoint, Loom en Screencast-O-Matic gaven zeven respondenten aan dat ze na de coronacrisis nog steeds instructievideo’s zelf zullen maken aan de hand van deze online tools. Zo kunnen leerlingen deze achteraf opnieuw bekijken of kunnen zieke leerlingen de les makkelijk inhalen.

- Een respondent gaf aan dat we momenteel leven in digitale tijden en dat je merkt dat leerlingen hier graag mee werken.

- Een andere opmerking was dat het gebruik van de online tools ervoor zorgt dat differentiatie makkelijker is toe te passen.

Alle antwoorden op deze vraag per online tool vindt u terug in kolom H en I van bijlage 2.

4.4.4.6 Samenvatting

Bij het verwerken van de vragen uit punt 4.4.4 moet er rekening worden gehouden dat de leerkrachten zelf de online tools hebben aangegeven en dat deze niet werden gekozen uit een lijst. Enkel de vraag ‘Bent u tevreden over deze tool?’ was verwerkt in vraag Q2.6 waarbij wel een lijst werd gegeven met 14 online tools. Daarnaast moeten we ook rekening houden met de overlap tussen de vragen. De respondenten kunnen zowel de tool afgeraden hebben als niet tevreden zijn over de tool. Deze twee vragen mogen dus bijvoorbeeld niet opgeteld worden. Aangezien er heel veel verschillende online tools werden vermeld, wordt hieronder een samenvatting gegeven van de meest voorkomende. In tabel 14 vinden we een selectie van online tools die werden genoemd in de enquête met de uitkomst van de vragen 4.4.4.2 – 4.4.4.5.

(29)

Aangeraden Toekomst Niet tevreden Afraden Bookwidgets 17 23 2 3 Powerpoint 6 2 0 1 Kahoot 5 3 8 1 MS Teams 5 3 1 0 Loom 2 3 0 0 Screencast-O-Matic 2 2 4 0 Socrative 2 2 2 0 Google Classroom 2 2 0 0 Mentimeter 1 3 2 2 Powtoon 0 1 3 1 Prezi 0 0 4 1

Tabel 14: Samenvatting onderzoeksvraag

Bookwidgets is de tool die doorheen al deze vragen het meest wordt aangeraden (17). Daarnaast nemen ook 23 van de respondenten deze tool mee naar de toekomst. Deze tool wordt echter ook drie keer afgeraden en twee respondenten geven aan niet tevreden te zijn over deze tool. Daarop volgt Powerpoint, die zes keer wordt aangeraden en waarvan twee respondenten deze tool meenemen naar de toekomst. Kahoot en MS teams worden door vijf respondenten aangeraden en beiden worden ook door drie respondenten meegenomen naar de toekomst. Kahoot is wel de tool waarvan acht keer werd aangeduid dat ze hier niet tevreden over zijn. Deze wordt eenmaal zelfs afgeraden omdat het volgens de respondent te veel gericht is op snelheid.

Loom en Screencast-O-Matic zijn twee gelijkaardige tools die beiden twee keer worden aangeraden en daarnaast respectievelijk drie en twee keer worden meegenomen naar de toekomst. Vier respondenten hebben bij Screencast-O-Matic echter wel aangeduid dat ze niet tevreden zijn over deze tool. Zowel Socrative als Google Classroom werden twee keer aangeraden en twee keer meegenomen naar de toekomst. Mentimeter wordt meegenomen door drie respondenten naar de toekomst en één keer aangeraden. Deze wordt ook twee keer afgeraden en twee respondenten geven aan hier niet tevreden over te zijn.

Tenslotte bekijken we nog de online tools Powtoon en Prezi die door niemand werd aangeraden. Daarnaast wordt Powtoon wel éénmalig meegenomen naar de toekomst. Over Powtoon en Prezi zijn respectievelijk drie en vier respondenten niet tevreden en beiden worden eenmalig afgeraden.

4.4.5 Welke informatie rond online tools is nuttig voor toekomstige en startende

leerkrachten, of voor leerkrachten met weinig kennis over online tools?

(30)

5 Discussie

In de discussie bekijken we eerst en vooral enkele algemene opmerkingen uit het onderzoek. Vervolgens gaan we dieper in op de voor- en nadelen die werden gegeven aan de online tools in het algemeen. Een belangrijk deel van deze discussie volgt hierop, waar we bekijken hoe de website tot stand is gekomen. Ten slotte eindigen we met enkele ideeën rond toekomstig onderzoek.

5.1 Algemeen

In de literatuurstudie zagen we een voorspelling van vele investeringen in technologie in het onderwijs door de coronacrisis. Daarnaast werd ook aangegeven dat leerkrachten werden gedwongen door de coronacrisis om online tools te gebruiken, ook al ging de voorkeur duidelijk uit naar papieren leermiddelen volgens het onderzoek van Woldhuis et al. (2018). Dat het gebruik nu verplicht wordt door de coronacrisis merken we ook in ons onderzoek. Er is een verschuiving van veel gebruik van online tools voor de coronacrisis van 36 % naar 76 % tijdens de coronacrisis.

Daarnaast zagen we dat bij het gebruik van online tools in het economieonderwijs de respondenten reeds voor de coronacrisis veel verschillende online tools hebben vermeld waarvan ze gebruik maakten. Daaruit kan worden geconcludeerd dat de respondenten de online tools nu veel intensiever gebruiken aangezien ze ertoe werden verplicht en dat ze eindelijk de tijd hadden om deze online tools te ontdekken. Dit kan een positief effect hebben op het gebruik van online tools in de toekomst. Dit werd ook aangegeven bij de vraag ‘Welke online tools neemt u mee naar toekomst (na de coronacrisis) en waarom?’ waar vijf respondenten vertelden dat ze de tools verder zullen gebruiken omdat ze er nu toch hebben mee leren werken.

5.2 Voor- en nadelen

Uit de vraag waarbij de respondenten voor- en nadelen gaven bij de online tools die ze gebruiken, kunnen enkele interessante conclusies worden getrokken over wat belangrijk is voor een leerkracht als ze een online tool gebruiken. We starten met enkele voordelen die terugkomen in verschillende online tools. Een overzicht hiervan vindt u terug in tabel 15.

Eerst en vooral viel het op dat leerkrachten meer instructiefilmpjes willen maken en dit ook willen blijven doen na de coronacrisis. Bij de tools waarmee u zo’n instructiefilmpje kan maken, zoals Screencast-O-Matic, Loom en Powerpoint, werd drie keer aangegeven als voordeel dat het maken van een instructiefilmpjes heel nuttig is omdat leerlingen achteraf de les kunnen herbekijken. Daarnaast geeft een respondent wel aan dat u niet zeker bent dat de leerlingen de filmpjes bekijken. Hier kunnen we ook de link leggen met het concept ‘flipping the classroom’ uit de literatuurstudie. Leerkrachten kunnen deze instructiefilmpjes gebruiken om deze voor de les aan de leerlingen te bezorgen om tijdens de les te kunnen focussen op oefeningen.

Vervolgens viel op dat het spelelement regelmatig wordt vermeld als positief punt (Educaplay, Kahoot, Bookwidgets). Daarnaast is de mogelijkheid tot interactie in een tool is ook heel belangrijk. Bij Powerpoint wordt bijvoorbeeld het gebrek aan interactie als nadeel beschouwd.

Wat leerkrachten ook handig vinden voor een online tool is de mogelijkheid om automatisch te verbeteren én makkelijk feedback te geven (Bookwidgets, Google Forms). Het wordt bijvoorbeeld bij Educaplay als een nadeel beschouwd als er geen mogelijkheid tot het geven van feedback is. Daarnaast vinden respondenten online tools die de kans geven om te differentiëren en waar veel verschillende mogelijkheden zijn zeer interessant (Bookwidgets, Mentimeter, Powerpoint).

(31)

bijvoorbeeld niet en wordt benoemd als nadeel. Dit bevestigt de literatuur die vertelt dat online tools in verschillende contexten kunnen worden toegepast.

Gebruiksvriendelijkheid is ook zeer belangrijk voor de respondenten en daarnaast is een mooie lay-out altijd een meerwaarde. Ook wanneer het visuele wordt geprikkeld, ziet men de meerwaarde. Tenslotte vinden de respondenten het zeer positief als een tool ook geïntegreerd kan worden in Smartschool. We gaan vervolgens verder met enkele nadelen die worden opgesomd bij meerdere online tools. Volgens verschillende respondenten kunnen belangrijke features van bepaalde online tools niet gebruikt worden zonder dat hier voor betaald moet worden. Dit wordt meerdere keren vermeld als nadeel bij bijvoorbeeld Kahoot, Bookwidgets, Mentimeter en Screencast-O-Matic. Praktische problemen worden ook verschillende malen aangehaald, bijvoorbeeld de nood aan laptops en wifi. Verschillende tools worden negatief bevonden door het feit dat ze tijdsintensief zijn. Bij Bookwidgets geven bijvoorbeeld tien respondenten aan dat hier veel tijd in kruipt, zeven respondenten duiden ‘gemiddeld’ aan en twee ‘weinig’. Kahoot is het tegenovergestelde waardoor dat ‘gemakkelijk te maken’ als positief wordt gezien. Voor Nearpod, Smartschool leerpad en Bookwidgets werd aangegeven dat het moeilijk is om de tool te ontdekken. Dit hangt samen met ‘tijdsintensief’ wat beide als nadeel worden beschouwd.

In tabel 15 vatten we nog even de belangrijkste voor- en nadelen samen van online tools. Voordelen van online tools Nadelen van online tools

Spelelement Beperkte functie indien gratis

Interactie Praktisch:

- Problemen met wifi - Nood aan veel toestellen Automatisch verbeteren

Eenvoudig feedback geven

Differentiëren Tijdsintensief

Gebruiksvriendelijk

Veel verschillende mogelijkheden binnen 1 tool Zowel mogelijk voor afstands-als contactonderwijs Mooie lay-out

Visueel

Geïntegreerd met Smartschool.

Tabel 15: Belangrijke voor- en nadelen online tools

In dit onderzoek werd niet gevraagd naar het onderscheid tussen papieren en digitale leermiddelen maar toch leggen we de link met het onderzoek van Woldhuis et al. (2018) waar de meerwaarde van zowel digitale als papieren leermiddelen werd besproken. We zien namelijk een link tussen de voor- en nadelen die hierboven opgesomd worden in tabel 15 en de vragen rond de meerwaarde van zowel digitale als papieren leermiddelen (zie 2.5). Deze link vindt u terug in tabel 16 en 17.

(32)

Wat is volgens u de meerwaarde van papieren

leermiddelen ten opzichte van digitale leermiddelen?

Nadelen van online tools

- Papieren leermiddelen is geen dure infrastructuur nodig

-

Niet alle leerlingen kunnen thuis gebruik maken van

digitale leermiddelen

Praktisch:

- Problemen met wifi

- Nood aan veel toestellen

- Papieren leermiddelen zijn makkelijker zelf te maken

- Met ieder digitaal leermiddel moet je weer leren omgaan

Tijdsintensief

Tabel 16: Link tussen meerwaarde papieren leermiddelen en nadelen online tools

Wat is volgens u de meerwaarde van digitale

leermiddelen ten opzichte van papieren leermiddelen?

Voordelen van online tools

-

Digitale leermiddelen bieden meer variatie in

leeractiviteiten

-

Met digitale leermiddelen kan ik beter differentiëren

Differentiëren

- Digitale leermiddelen besparen mij nakijkwerk Automatisch verbeteren Tabel 17: Link tussen meerwaarde digitale leermiddelen en voordelen online tools

5.3 Website

Vervolgens bekijken we hoe de website tot stand is gekomen die een antwoord biedt op de onderzoeksvraag ‘Welke informatie rond online tools is nuttig voor toekomstige en startende leerkrachten, of voor leerkrachten met weinig kennis over online tools?’. Aangezien hier zowel het onderzoek, de literatuur en eigen ervaringen in werden samengebracht, bespreken we dit in de discussie.

De website werd geïnspireerd op de reeds bestaande websites die werden gegeven in punt 8.3 van deze masterproef. Er werden bepaalde keuzes gemaakt bij het ontwikkelen van deze website. Waarom deze keuzes werden gemaakt, omschrijven we hieronder. We kijken eerst naar enkele keuzes die werden genomen in het kader van de volledige website. Vervolgens gaan we na waar rekening mee moest worden gehouden bij de selectie van de inhoud van de tools. Daarnaast ontdekken we welke tools werden gekozen en we sluiten af met een overzicht van de verschillende pagina’s op de website en de reden waarom deze gekozen werden.

5.3.1 Keuzes omtrent de website

Er werd gekozen voor een website om onderstaande redenen:

- In de literatuurstudie zagen we dat 25 % van de respondenten in het onderzoek van Woldhuis et al. (2018) verwachten dat ze ondersteuning krijgen binnen de lerarenopleiding rond leermiddelen. Deze website geeft die ondersteuning en kan volgende jaren gebruikt worden in de lerarenopleiding. Hieruit kan dus worden geconcludeerd dat de onderzoeksvraag van deze masterproef een vraag is vanuit het werkveld en dat verwacht wordt dat ondersteuning wordt aangeboden in de lerarenopleiding.

- Een website is gemakkelijk toegankelijk, niet alleen voor leerkrachten in opleiding. De lay-out van de website werd zo simpel mogelijk gehouden om het overzicht te behouden.

(33)

Ten slotte werd de website ook aangepast om op een mobiele telefoon en een tablet te kunnen worden getoond.

5.3.2 Selectie online tools

In de lijst van voor- en nadelen van de beschikbare websites met informatie rond online tools zagen we als gemeenschappelijke nadeel dat er geen informatie werd gegeven over de gebruiksvriendelijkheid van die tools (punt 2.3). Daarom werd er gekozen om slechts negen tools voor te stellen op de website waarvan de gebruiksvriendelijkheid kon worden bevestigd door het onderzoek of door eigen ervaring van de onderzoeker. Vier van deze negen tools werden geselecteerd door de gebruiksvriendelijkheid die werd bevestigd uit eigen ervaring. Dit werd daarnaast ook bevestigd in het onderzoek. De overige vijf tools werden in het onderzoek gezien als gebruiksvriendelijk en daarom ook voorgesteld. De vier tools die werden gekozen op basis van eigen ervaringen zijn Bookwidgets, Powtoon, Prezi en video-editor. Deze worden alle vier uitgebreid besproken en krijgen een aparte pagina op de website. De overige vijf tools die worden voorgesteld, werden samengevoegd op een pagina ‘Andere tools’. Deze selectie is Powerpoint, Kahoot, Flipgrid, Mentimeter en Socrative. Aangezien deze site ook bedoeld is voor stagairs, werd ervoor gekozen enkel tools toe te voegen waarvan een gratis versie beschikbaar is. Bij de selectie werd ook rekening gehouden met de conclusies rond de voordelen uit tabel 15.

5.3.3 Keuzes omtrent de inhoud van de tools

Tutorials

Regelmatig werd als nadeel vermeld dat een tool tijdsintensief is of moeilijk om te leren kennen. Om te vermijden dat ze te veel tijd moeten steken in het leren kennen van de tools, worden zelfgemaakte tutorials aangeboden voor de vier belangrijkste tools en door de onderzoeker goedgekeurde tutorials gemaakt door derden werden toegevoegd bij de vijf andere tools. Vooraleer zelf de tutorials te maken, werden er reeds verschillende tutorials bekeken om na te gaan hoe dit wordt aangepakt. Bij Bookwidgets werd gekozen om meerdere video’s te maken wegens de vele informatie die beschikbaar is rond deze tool. Aan de hand van de afbeeldingen links kunnen bezoekers gerichter zoeken naar het soort vraag die ze nodig hebben.

Categorisering

Verder zagen we in tabel 1 dat de categorisering van de online tools een voordeel was. Voor de ontwikkeling van deze website werd hierover ook nagedacht maar er werd geconcludeerd dat er niet genoeg tools vermeld worden om deze categorisering toe te passen. Indien deze website zou worden uitgebreid, is de categorisering zeker noodzakelijk.

Interessante links

Op de website ‘onderwijstools.be’ worden de tools uitgebreid besproken en worden er interessante links aan toegevoegd. Vandaar de keuze om ook op deze website interessante links toe te voegen per voorgestelde tool.

Afbeelding

Tabel 2: Onderzoeken met significant positief effect
Figuur 1: Welke leermiddelen worden gebruikt tijdens uw lessen?
Tabel 5: Wat is volgens u de meerwaarde van digitale leermiddelen ten opzichte van papieren leermiddelen? (maximaal 3  antwoorden)
Tabel 7: Bijkomende uitleg bijlage 2
+7

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The addition of a new luatex option for graphics-related packages (luatex-def on CTAN) has required updates to the configuration files to select a default option and these

Op de website van Pharos staan de belangrijkste gezondheidsadviezen in de talen Turks, Tigrinya, Engels, Arabisch, Pools, Farsi en Chinees.. Website Gezond

Daarna heb ik in een landelijke survey onder leraren Nederlands onderzocht wat zij weten en denken over online geletterdheid en wat de consequenties ervan zijn voor hun

Uit de enquête blijkt de stelling “Door het advies denk ik meer na over hoe mijn kind zich voelt ” met 60,9% te scoren op (zeer)mee eens en er blijkt een nog niet significant

Wencke geeft aan dat ook binnen haar team eerst wat koudwater- vrees heerste, maar dit was al snel geen issue meer. “Wij kwamen om te helpen bij het waarde leveren aan

Although the technological properties of new online navigation tools perhaps fit research- ers’ usage preferences, they clash with the epistemological requirements of

Sinds 2019 werken vijf gemeenten, Rijkspartijen en ngo?s in de pilot LVV samen om duurzame oplossingen te vinden voor vreemdelingen zonder recht op verblijf en opvang..

KennisKamer om in gesprek te gaan over de gevolgen van de coronacrisis en bijbehorende maatregelen voor de zichtbaarheid en de aanpak van ouderenmishandeling.