• No results found

Papierkeuze: hoe maak je als ontwerper de juiste papierkeuze

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Papierkeuze: hoe maak je als ontwerper de juiste papierkeuze"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Papierkeuze

Hoe maak je als ontwerper de juiste papierkeuze?

(2)

Françoise Cantrijn Januari 2008 Afstudeerscriptie Academie St. Joost Studierichting: Grafisch Ontwerpen scriptiebegeleider: Mark Schalken

(3)

Inhoud

1 Inleiding

2 Papier in het kort 2.1 Productieproces papier 2.2 Druktechniek 2.3 Uitleg termen 2.4 Milieu 2.5 Houtcertificaten en keurmerken 3 Papierleveranciers

3.1 Gesprek met papieradviseuse Fleur Zee

4 Drukkerij en Uitgeverij

4.1 Gesprek met Cia Franssens van drukkerij Raddraaier 4.2 Papierpraat

4.3 Gesprek met Trudy Dorrepaal van Lecturis

5 Ontwerpers

5.1 Gesprek met Hans Gremmen 5.2 Gesprek met Jaap van Triest

5.3 Gesprek met Maarten Stal van Smidswater

6 Samenvatting 7 Conclusie Bronnen Bijlagen: papiervoorbeelden

1 Inleiding

Mijn belangstelling voor papier was op de Academie ruimschoots aanwezig, maar werd pas echt zichtbaar tijdens het derde studiejaar. We kregen toen de opdracht om een non-lineair boek te ontwerpen. Daarbij heeft mijn papierkeuze een grote rol gespeeld. In deze opdracht versterkt het papier het ontwerp. Mijn belangstelling voor papier werd steeds groter, maar op de Academie wordt maar weinig aandacht aan dit onderwerp besteed. Dit was voor mij dus hét moment om me verder in papier te verdiepen. Meteen kwam de vraag boven: waar wil ik me precies in verdiepen? Daar hoefde ik niet zo lang over na te denken. Het moesten boeken worden. Maar ‘boeken’ is een heel ruim begrip. Bij romans speelt papiergebruik nauwelijks een rol. Wat hier vooral belangrijk is, is de leesbaarheid en het budget waar je als ontwerper mee te maken krijgt. En hoe komt de leesbaarheid het meeste tot zijn recht? Meestal wordt bij romans gebruik gemaakt van een ongestreken, crèmekleurige papiersoort, de zogenaamde goedko-pere bulkpapieren. Ik heb ook aan kunstboeken gedacht. Maar wat is eigenlijk een kunstboek? En wordt een kunstboek wel altijd uitgegeven? Een kunstboek kan ook een eenmalig project zijn, waarbij papier een heel grote rol speelt.

Uiteindelijk viel mijn keuze op de vormgegeven boeken die conceptueel ontworpen zijn, in de categorie non-fictie. Deze boeken vallen op door hun fraaie uiterlijk, die juist de aandacht krijgt door het opvallende formaat, de omslag en het binnenwerk waaraan bovengemiddeld veel tijd en geld besteed is. Een werkelijk mooi of goed ontworpen boek veroorzaakt genot, omdat je zoiets prachtigs in handen hebt. Welke rol speelt de papierkeuze hierin? Door welke factoren wordt deze keuze beïnvloed? En wat is hierin de positie van de grafisch ontwerper? Dat wil ik graag onderzoeken. Ook wil ik erachter komen welke invloed de drukkerij en de papieradviseur hebben en hoe de ontwerper in de praktijk met papierkeuze omgaat.

Het materiaal papier verdient meer dan alleen een puur technische benadering. Iedere papiersoort heeft door zijn samenstelling een bepaalde uitstraling. Als je het hebt over papierkeuze, dan zijn er twee denkrichtingen. Enerzijds is er de technische kant van het papier. Je zoekt papier uit op geschiktheid voor jouw specifieke doel. Je kijkt bijvoorbeeld naar gewicht, beschikbaar formaat, gestreken of ongestreken papier, vouwrichting, kleur, milieu en natuurlijk geld, een cruciaal onderdeel. Hierbij kun je de vraag stellen: waar moet ik allemaal op letten bij het kiezen van papier om tot een goed resultaat te komen?

De andere denkrichting vind ik veel interessanter. Het gaat dan om de esthetische keuze van de ontwerper voor specifieke soorten papier. Vanaf het begin van het ontwerppro-ces speelt papier dan een veel grotere rol, omdat de kenmerken van papier het concept

(4)

het beste kunnen realiseren. Het gaat hierbij om de emotionele motieven voor een bepaalde keuze. Als ontwerper moet je zoeken naar een balans in emotionele en func-tionele eigenschappen. Als je teveel nadruk legt op de emofunc-tionele (visuele) aspecten, kan het technische (functionele) resultaat tegenvallen. Omgekeerd mis je een bepaalde dimensie wanneer je uitsluitend functionele keuzes maakt.

Het maken van de juiste papierkeuze vraagt altijd een zeker voorstellingsvermogen. Wie de technische ins en outs van papier kent en optimaal gebruik weet te maken van het karakter van de soorten papier, kan dus het best haalbare bereiken door de papierkeuze te laten aansluiten op de functie die het papier bij een bepaalde opdracht moet vervul-len. Papier wordt in eindeloze variaties gefabriceerd met de fijnste verschillen in tint, oppervlakte, hardheid en zachtheid. De vormdraad kan de aantrekkelijkheid van het papier verhogen. Papier is een uiterst breed materiaal. De variaties zijn vrijwel eindeloos en het zijn niet alleen de visuele indruk, maar ook de tastbare eigenschappen die elk pa-pier uniek maken. Papa-pier is veel meer dan alleen maar oppervlak. Papa-pier kan gevoelens overbrengen die een extra dimensie aan het ontworpen boek toevoegen. Hoe vind je als ontwerper je weg hierin?

2 Papier in het kort

2.1 Productieproces papier

Het meeste papier wordt uit hout gemaakt. Hout bestaat uit vezels maar ook uit andere stoffen, zoals bindweefsel, hars, lignine en pectine. Hout, afkomstig uit speciale produc-tiebossen, is de voornaamste grondstof van papier. Voor iedere papiersoort wordt een verschillend proces doorlopen. Voor houthoudend papier gebruikt men een hoog per-centage houtslijp. Houtvrij papier is van celstof gemaakt. Celstof is vermalen hout dat in loog en zuur is gekookt. Hierdoor worden de bestanddelen die de levensduur van papier verkorten losgemaakt van de celstof en verwijderd. Na een aantal bewerkingen is deze celstof geschikt voor de productie van houtvrij papier, waarna het ingedikt en gedroogd wordt opgeslagen of vervoerd naar de papierfabriek.

De gebruikte celstof is mede bepalend voor de kwaliteit en het karakter van het papier. Men gebruikt celstof van naaldhout, loofhout en katoen. De meeste papiersoorten wor-den gemaakt op basis van celstof van naaldhout. In de papierfabriek worwor-den de pakken celstof opgelost in water en vervolgens worden de vezels in gradaties vermalen. Voor ruw papier wordt een korte maling gedaan en voor vetdicht of transparant papier een lange maling. Indien nodig worden kleurstoffen of andere bestanddelen die de eigenschappen van het eindproduct bepalen in de gewenste hoeveelheid toegevoegd. Nadat het meng-sel goed is gezeefd, is het geschikt voor productie.

Aan het begin van de papiermachine wordt het mengsel op een lopende band van zeef-doek gespoten. Het water zakt door de zeefzeef-doek, terwijl de vezels er bovenop blijven liggen. Doordat de lopende band constant licht heen en weer wordt geschud, hebben de vezels na korte tijd zoveel samenhang dat je al kunt spreken van een papierbaan. In deze natpartij wordt een belangrijke eigenschap van het papier bepaald, de zoge-naamde tweezijdigheid. Door de manier van ontwateren ontstaat er een verschil tussen de onder- en bovenkant, de zeef- en de viltzijde van het papier. De zeefzijde (onder-kant) van de papierbaan heeft tegen het zeefdoek gelegen en krijgt hierdoor een lichte zeefstructuur. De viltzijde (bovenkant) is qua structuur fijner dan de zeefzijde. Aan het eind van de natpartij loopt de nog zeer natte baan papier over op een lopende band van viltdoek. Deze vormt het begin van de perspartij. Hier wordt de papierbaan onder druk van een aantal cilinders gevoerd en zo nog verder ontwaterd.

De laatste fase is een samenspel van elkaar opeenvolgende verwarmde cilinders en droogvilten, de droogpartij. Aan het eind is het percentage water afhankelijk van de pa-piersoort teruggebracht van 99 tot ongeveer 7 procent. Nu kan men van papier spreken. Dit papier wordt op grote rollen gewikkeld en zal afhankelijk van het gebruikersdoel nog een of meerdere bewerkingen ondergaan.

Papier komt aan de rol van de papiermachine. De papierbaan heeft een vezelrichting of een looprichting, de richting van de vezels. De gesneden vellen van de papierbaan zijn daarom breedlopend of langlopend. De looprichting is terug te vinden in ieder gesne-den vel. Je kunt de looprichting controleren door met je nagel langs de rand van het papier te gaan (zoals je doet bij scherpe vouwen). De uiteinden van papiervezels maken de kortste golfslag. De looprichting moet parallel lopen aan de vouw, dus parallel aan de rug van boeken, anders breekt het papier op de vouw en ligt het drukwerk niet mooi open. Voor boeken is een onjuiste looprichting fataal. Boeken met een verkeerde looprichting herken je aan een golvende rug of vanaf de zijde gezien hol of bolstaande pagina’s. Het papier wordt op grote rollen gewikkeld en zal afhankelijk van het gebrui-kersdoel nog een of meerder bewerkingen ondergaan.

2.2 Druktechniek

Elke druktechniek heeft zijn eigen kenmerken. De belangrijkste druktechnieken zijn: offset, hoogdruk, diepdruk, zeefdruk, fotokopie en print. Omdat er bij offset veel mo-gelijkheden zijn gezien oplage, budget, levertijd en kwaliteit, is deze druktechniek de meest voorkomende in het drukken van boeken. Offset is een vlakdruk. Bij deze tech-niek liggen het drukkende en het niet drukkende gedeelte op een vlak.In offset neemt het drukkende gedeelte vet aan en stoot water af. Bij het niet drukkende gedeelte ligt het juist andersom. De term offset verwijst naar het feit dat de drukcilinder met de te drukken informatie niet in aanraking komt met het papier. De drukvorm (een speciaal met aluminium bewerkte plaat) wordt zo bewerkt, dat de te drukken partijen de vettige

(5)

inkt kunnen aannemen. Het drukbeeld wordt van de plaat overgezet op een rubberdoek en daarna op papier. Dat gebeurt, afhankelijk van oplage en gebruikte machines, op de rol of per vel.

2.3 Uitleg termen

Gesatineerd papier

Gesatineerd papier glanst. De glans van het papier is verkregen doordat het (gestreken) papier nabehandeld is. Druk en wrijving zorgen voor het glanzende resultaat. Het resul-taat van glans is dat afbeeldingen iets meer nadruk krijgen. Het glanzende oppervlak weerkaatst de kleuren beter.

Gestreken papier

Gestreken papier is voorzien van een laagje pigmenthoudend materiaal (chinaklei, krijt, talk en titaandioxide) dat zich met bindmiddel aan de papiervezel vasthecht. Met strijken verbeter je de bedrukbaarheid van het papier. Het maakt het basispapier egaler, waardoor de inkt minder snel in het papier dringt. Gestreken papier heeft de neiging om te breken bij het vouwen. Dit risico wordt groter naarmate het papier dikker is.

Gramgewicht

Gramgewicht is de maat voor het papiergewicht. Het wordt bepaald door de massa te delen door het oppervlak en het wordt uitgedrukt in g/m2. Deze aanduiding zegt niets over de dikte van het papier.

Houthoudend papier

Houthoudend papier heeft als basis mechanische pulp. Deze pulp bevat lignine, een stof die ervoor zorgt dat het papier in zonlicht snel vergeelt. Houthoudend papier wordt vaak gebruikt voor toepassingen met een korte levensduur en minder waarde, zoals kranten en tijdschriften. Deze soorten hebben meestal een betere opaciteit en opdik-kendheid dan de houtvrije papiersoorten.

Houtvrij papier

Houtvrij papier is papier gemaakt van uitsluitend celstof. Het papier bevat chemische pulp, cellulose. De vezels worden niet mechanisch fijngemalen, maar chemisch ontslo-ten, met een betere weerstand tot gevolg. Door de behandeling met chemicaliën wordt de lignine verwijderd.

Kunstdruk

Kunstdruk kan zowel houthoudend als houtvrij zijn. Het is een gestreken papier, waarbij op afzonderlijke strijkinstallaties aan beide zijden een glanzende, matte of gesati-neerde laag wordt aangebracht. Ideaal voor het weergeven van de druk tot in de fijnste details.

Looprichting

De ‘baan’ papier, zoals die op de papiermachine wordt gemaakt, bereikt soms hoge snelheden. Daardoor ontstaat de vezeloriëntatie, de richting waarin de meeste vezels in een vel liggen. Die oriëntatie is belangrijk, omdat daarmee kan worden bepaald wat de looprichting van papier is. Bij een rol papier is dit duidelijk. De looprichting van het papier is de lengterichting van de strook papier. Als een rol tot vellen is gesneden, is het moeilijker. Er zijn manieren om dit te controleren. Je kunt met je nagel langs de rand van het papier gaan, waarbij de uiteinden van de papiervezels de kortste golfslag maken. Mat papier

Matte papiersoorten zijn niet nabewerkt en glanzen dus een stuk minder. Doordat het papier minder glimt, straalt het drukwerk veel meer rust uit. Vooral voor drukwerk waarin veel tekst is opgenomen, is deze papiersoort aan te bevelen.

MC

MC staat voor ‘machine coated’. Dit duidt op een extra laagje dat op het papier wordt aangebracht, waardoor het oppervlak van het papier egaal wordt. In de volksmond wordt dan ook vaak gesproken van ‘glad’ papier. Doordat het papier gladder is, reflec-teert het de kleuren beter en je krijgt een meer sprekend drukresultaat. De aangebrach-te laag zorgt er ook voor dat het papier witaangebrach-ter en minder doorzichtig wordt. Deze gecoaaangebrach-te papiersoorten worden ook wel gestreken papiersoorten genoemd.

Ongestreken papier

Ongestreken papier heeft geen strijklagen en is volledig naturel. Vaak is het oppervlak gelijmd om de oppervlaktesterkte te vergroten. Ongestreken papier voelt natuurlijker aan en geeft vaak een specifieke uitstraling aan het drukwerk. Ongestreken papier is bij uitstek geschikt voor boeken, omdat het papier geen storende lichtreflecties weergeeft. Opaciteit

Opaciteit is de mate van doorschijnendheid. Het is een maat voor de hoeveelheid licht die wordt weerkaatst door het papier. Dus hoe hoger de opaciteit van papier, hoe min-der doorschijnend het is. Papier met 100% opaciteit is volkomen ondoorschijnend. De opaciteit is belangrijk bij het drukken. Bij papier met een lage opaciteit kan de drukinkt in het papier doordringen; het drukbeeld van de andere kant schijnt dan door het papier heen. Meestal geeft men de voorkeur aan papier met een hoge opaciteit, omdat dit de drukkwaliteit en de leesbaarheid ten goede komt.

(6)

Opdikking

Opdikking geeft het volume van het papier weer en laat zien hoe poreus of compact het papier is. Papier van dezelfde dikte is niet altijd even zwaar. Het ene papier heeft meer en het andere minder volume. Dit is weer het gevolg is van de gebruikte grondstoffen. Opdikkendheid wordt verkregen door het gebruik van speciale vezelstoffen. En indien het papier gesatineerd is, hoe zwaar het is gesatineerd. Opdikking is belangrijk bij het drukken van boeken en cruciaal voor de wijze waarop het uiteindelijke resultaat wordt gezien. Om de indruk te wekken dat het om een volumineus boek gaat, moet papier met een hoge opdikking worden gebruikt. Als er veel tekst in een boek moet worden ver-werkt, maar het boek moet toch dun blijven, is papier met een lage opdikking geschik-ter. Opdikkendheid wordt uitgedrukt in millimeters per 100 gram.

Silk

Silk geeft aan dat het papier een soort zijdeglans heeft. Het is iets minder glans dan het gesatineerde papier. Het zit tussen gesatineerd en mat in. Het wordt ook wel ‘licht gesatineerd’ genoemd.

2.4 Milieu

Het milieuaspect is sinds vele jaren een belangrijk onderwerp in de discussie over het maken van papier. Er dient met verschillende milieukwesties rekening gehouden te wor-den als het om papier en de productie ervan gaat. Het papier kan voor bijna 100 procent worden gerecycled om het effect van de papierindustrie op het milieu te minimaliseren. Daarbij komen vragen op als: welke invloed heeft de productie van papier op de bos-sen? Hoe wordt papier gerecycled? En wat is chloorvrij papier?

De meeste in Europa gebruikte papierkwaliteiten worden gemaakt op basis van cel-lulose. Dit wordt geproduceerd op basis van de vezels van bomen die afkomstig zijn uit speciaal aangeplante productiebossen. Die bossen worden op een zo natuurvriendelijk mogelijke manier onderhouden. Ook wordt steeds meer gebruik gemaakt van zaagsel en dunningshout voor de productie van cellulose. Het zaagsel is afkomstig van de houtver-werkende industrie. Het dunningshout komt vrij tijdens het onderhoud van de produc-tiebossen, ook van afvalhout uit de meubelindustrie en van zagerijen. Dit hout wordt tot chips verwerkt en vervolgens verkocht aan de pulpfabrikanten.

Van het totale houtverbruik ter wereld wordt twaalf procent gebruikt voor productie van papier. De meeste papierkwaliteiten worden gemaakt uit cellulose afkomstig van naald-hout en loofnaald-hout, waaronder ook eucalyptus, of een combinatie ervan.

Papier kun je hergebruiken, en dat gebeurt op grote schaal. Gerecycled papier is voor een groot gedeelte vervaardigd uit hergebruikt papier. Dit papier komt in de regel uit

twee verschillende groepen.

Post industrial waste (pre consumer waste): restanten en productieafval van drukkerijen en andere papierverwerkende bedrijven, zoals enveloppenfabrieken.

Post consumer waste: door de consument beschreven of gebruikt papier dat is inge-zameld bij de consument. Er zijn grofweg drie soorten post consumer waste: boven-, midden- en ondersoorten, die alledrie op hun beurt weer verder onderverdeeld zijn. Een papier/kartonfabriek vraagt altijd heel precies om een bepaalde categorie gerecy-cled papier, omdat zijn ontinktingsinstallatie op een bepaalde soort is ingesteld. Papier dat voor een bepaald percentage uit een van deze bronnen is samengesteld, noemt men gerecycled papier. Doordat de samenstelling van het ingezamelde papier altijd weer anders is, kan de kleur van dit papier soms wel enigszins variëren.

Om drukbaar gerecycled papier te maken, wordt oud papier met chemische middelen ontinkt, wat een duur en milieuonvriendelijk proces is. Dat gebeurt in een centrifugepro-ces, waarbij oplosmiddelen, zoals zeep en waterstofperoxide (die op zich onschadelijk zijn voor het milieu) worden gebruikt.

Schoon papier wordt vermalen, bij de pulpvoorraad gevoegd en opnieuw gebruikt. Dit soort hergebruik wordt uitval genoemd en het zorgt ervoor dat alles in dat proces maxi-maal wordt gebruikt. Zo wordt ook de grote hoeveelheid water die tijdens de productie wordt gebruikt, gezuiverd en steeds weer opnieuw gebruikt in min of meer gesloten systemen. Dat wil zeggen dat ze door het inventieve hergebruik van water, energie en grondstoffen vrijwel zonder uitstoot van afval in welke vorm dan ook produceren. Gerecycled papier kan niet oneindig gerecycled worden. Het papier kan een zes- tot zevental keren worden hergebruikt. Het verliest aan sterkte: de vezel wordt te kort, met als gevolg dat er voortdurend nieuwe houtvezels moeten worden toegevoegd. Vandaar dat gerecycled papier hoofdzakelijk wordt gebruikt voor inpakpapier of karton. Gerecy-cled papier wordt ook voor de productie van krantenpapier ingezet. In Nederland wordt voor dat papier alleen maar gerecycled papier gebruikt, tot soms wel 100 procent. Voor papier is de kwaliteit van de grondstof van zeer groot belang. Daarom is het essentieel ‘oud papier’ goed te sorteren. Krantenpapier levert namelijk een andere grondstof op dan wit kantoorpapier.

Bij het bleken worden gekleurde bestanddelen in de pulp zo volledig mogelijk afgebro-ken. Bleken is nodig om de optische kwaliteiten van papier en karton te verbeteren, maar ook voor het verwijderen van micro-organismen. Bij de papierproductie wordt de papierpulp gebleekt, in twee fasen en traditioneel door middel van chloor, dat zeer schadelijk is voor het milieu. Voor de bleking van papier tracht men nu geen of minder chloor te gebruiken.

(7)

ECF is elementair chloorvrij papier. Bij het bleken van de pulp wordt dan geen chloor meer gebruikt, maar nog wel chloorverbindingen, zoals chloordioxide en hypochloride, en waterstofperoxide of zuurstof. Dit is duidelijk aanzienlijk beter dan chloor, maar nog altijd aanzienlijk slechter dan het TCF-proces. TCF is totaal chloorvrij papier. Zowel in de eerste als in de tweede fase van het bleekproces wordt dan geen chloor gebruikt. Chloor wordt vervangen door zuurstof, waterstofperoxide of ozongas. Het nadeel van ECF en TCF is dat het papier minder wit en minder sterk is.

Er worden ook optische witmakers gebruikt (Optical Bleaching Agents: OBA). Omdat de mensheid op dit moment gek is op in- en inwit papier, hebben ze gedacht dat oma’s zakje blauw nog niet zo gek was. Ze voegen dus gewoon wat chemicaliën toe die onzichtbaar UV licht omzetten in zichtbaar licht. Hierdoor lijkt het papier lichter dan het eigenlijk is. Het kan niet zoveel kwaad, maar als het niet essentieel is, waarom zou je het dan doen? Je ziet ook regelmatig in de catalogi: OBA-free.

2.5 Houtcertificaten en keurmerken

Er zijn nogal wat milieucertificaten in omloop. Deze keurmerken geven de consument een garantie dat het product volgens goed gedefinieerde regels is geproduceerd, onaf-hankelijk van waar en voor wie. De bekendste keurmerken in Nederland zijn:

FSC (Forest Stewardship Council);

PEFC (Programme for the Endorsement of Forest Certification Schemes).

De keurmerken geven aan dat het hout dat in dit papier is verwerkt, uit goed beheerde bossen komt. Het gaat dus niet over alle andere ingrediënten van het papier.

Ook een drukkerij kan gecertificeerd zijn. De drukkerij kan beschikken over een Chain of Custody certificaat van FSC en/of PEFC. Dan is het mogelijk om na te gaan waar het velletje PEFC- of FSC-papier oorspronkelijk vandaan komt.

Nordic Swan is opgericht om één milieulabel te hebben voor alle producten uit Scandi-navische landen.

Ook voor de productie van papier zijn eisen opgesteld. Deze eisen stellen beperkingen aan de emissie in lucht, land en water tijdens het pulpen en produceren van papier. Der Blauwe Engel is het Duitse milieukeurmerk. Het is het eerste milieulabel ter wereld voor producten en diensten.

Voor papierfabrikanten zijn de milieuzorgsystemen: ISO 14.001 (internationale stan-daard) en EMAS nog belangrijk. Die leggen vast dat de fabrikant zich verplicht bepaalde milieumaatregelen te treffen en elk jaar verbeteringen op dat gebied door te voeren. EMAS bepaalt zelfs dat er jaarlijks een schriftelijke milieurapportage wordt gepubli-ceerd. Bedrijven die ISO of EMAS zijn gecertificeerd, zijn niet allemaal op een gelijk niveau. Omdat jaarlijks verbeterd moet worden, is het duidelijk dat een bedrijf dat al tien jaar bezig is, op een ander niveau werkt dan een bedrijf dat net een jaar gecertifi-ceerd is.

3 Papierleveranciers

Over de gehele wereld zijn er verschillende fabrikanten die papier produceren. De fabri-kant heeft een productiefunctie, maar heeft geen magazijn, verkoop of distributiecen-trum. Papierleveranciers verhandelen papier dat ze bij binnenlandse en buitenlandse fabrieken kopen. De groothandel is het magazijn voor de fabrikant en deze verkoopt en distribueert het papier. De papiergroothandel heeft dus een belangrijke rol in de weg die het papier aflegt. Via de groothandel krijgt de ontwerper of de drukker meer informatie over de bestaande papiersoorten. Groothandels promoten hun papier door monstercollecties uit te geven. Ze geven ook workshops of seminars en ze benaderen de drukker of ontwerper persoonlijk en geven uitleg over de papiersoorten. Een aantal bekende leveranciers in Nederland zijn: Proost en Brandt Bührmann Ubbens, Modo Van Gelder, Papyrus en Grafisch Papier.

3.1 Gesprek met papieradviseuse Fleur Zee

Ik heb een gesprek gehad met papieradviseuse Fleur Zee van Grafisch Papier. Grafisch Papier is een groothandel met verschillende creatieve papiersoorten in de collectie. Deze kopen ze in bij papierfabrieken over de gehele wereld, waaronder Italië, Zweden en Duitsland. Grote banken en verzekeringsmaatschappijen nemen rechtstreeks contact op met fabrieken en handelen zo over een prijs voor het door hen begeerde papier. Fleur vertelt me over de gang van zaken bij de papierafname van drukkerijen in Neder-land. De drukkerijen zijn de afnemers van de groothandel. Via de groothandel weten de drukkerijen en de ontwerpers welke papiersoorten er bestaan. De groothandels leveren promotiemateriaal, geven uitleg en motiveren ontwerpers. Grafisch Papier heeft een papieradviseuse in dienst om de vragen van ontwerpers en drukkers te beantwoorden. Fleur informeert ontwerpers over de papiercollectie, met als doel dat de ontwerper met het papier naar de drukker gaat en dat de drukker het papier bij Grafisch Papier afneemt.

(8)

Fleur bezoekt ontwerpers en ontwerpbureaus en is klankbord van Grafisch Papier. Ze neemt mee wat voelbaar is en ze kijkt wat de ontwerpers graag willen. De ontwerpers kunnen hierbij hun verlangens kenbaar maken. “Grafisch Papier kan daar meestal aan beantwoorden”, zegt Fleur. “We kunnen inhaken op wat de ontwerper wil en we denken mee in een project. Het is een groot voordeel dat wij de hele papiercollectie kennen. We hebben een adviserende rol en dragen passende alternatieven aan.”

Volgens Fleur zijn de eigenschappen van papiersoorten zeer belangrijk. “Voor welke doelgroep is het papier bestemd en wat is het gebruikersdoel? Dit zijn punten waarop ik advies kan uitbrengen en kan overtuigen. Afhankelijk van het concept en hoe je het beeld of de tekst wilt laten overkomen, kies je de papiersoort. Wat wil je uitstralen? Een bepaald soort papier kan door de coating een fijner detail geven en meer diepgang.” Fleur geeft aan dat de drukker hierin wel een grotere rol speelt dan de groothandel. Om de ontwerper een duidelijk beeld te geven heeft Grafisch Papier monstercollecties met bedrukte voorbeelden. Zo zijn de papiersoorten onderling met elkaar te vergelijken. De ontwerper kan bedrukte voorbeelden, monstervellen of dummy’s aanvragen via de paperdesk van Grafisch Papier.

Ontwerpers zijn heel belangrijk voor de groothandel, omdat zij bepalend zijn voor het papier dat wordt gebruikt. Welke invloed heeft Grafisch Papier op het papierontwerp? Fleur: “Papierfabrieken ontwerpen diversen papiersoorten. Grafisch Papier krijgt bij nieuwe of aangepaste papiersoorten proefvellen. Deze laten wij door drukkerijen en ontwerpers testen. Het komt dus voor dat de ontwerper en de drukker invloed hebben op de papiercollectie. Andersom gebeurt het ook dat er vanuit drukkerijen of ontwerpers vraag is naar een bepaalde soort. Dan gaan wij op zoek naar een fabrikant die dat papier wil maken. Dit gebeurt wel in een grote oplage. De papiercollectie binnen Grafisch Papier hangt samen met de vraag. Is er naar een bepaalde soort papier weinig vraag, of loopt de kwaliteit achteruit, dan kijken we of dit papier nog in de collectie blijft. Je kunt namelijk niet alles op voorraad houden.” Fleur adviseert ontwerpers en drukkers om hun papiercollectie op peil te houden. “De beste manier om echt op de hoogte te blijven, is door het lezen van vakbladen en mailings, door het archiveren van papiermonsters die je krijgt en door van tijd tot tijd contact op te nemen met de paperdesk.”

De trends die Fleur de afgelopen jaren ziet bij Grafisch Papier zijn: de ongestreken pa-piersoorten (waarbij Munken papier veel wordt toegepast) en de Zweedse soorten. Ook allerlei witnuances in papier zijn zeer gewild.

4 Drukkerij en Uitgeverij

4.1 Gesprek met Cia Franssens van drukkerij Raddraaier

Drukkerij Raddraaier is in 1979 ontstaan in de roerige tijden van de kraakbeweging in Amsterdam. De persen draaiden in die periode op volle toeren, maar na verloop van tijd kreeg de opgebouwde klantenkring sterk de behoefte aan een betere kwaliteit drukwerk. Wilde men door de maatschappij serieus genomen worden, dan moest de boodschap goed gepresenteerd worden. Deze gedachte sloot aan op de ontwikkelingen binnen de drukkerij. De drukkerij toont aan dat efficiënt produceren en kwaliteit niet ten koste hoeven te gaan van een gemoedelijke werksfeer, milieubewustzijn en persoon-lijke betrokkenheid bij elk product.

Ik heb een afspraak met Cia Franssens, medeoprichtster van drukkerij Raddraaier. De sfeer in de drukkerij is inderdaad gemoedelijk en de mensen die hier werken zijn nauw betrokken bij de inhoud. Ook is meteen duidelijk dat de samenwerking tussen druk-kerij en vormgever zeer belangrijk is. De ontmoeting met Cia is oriënterend en vooral informatief. We praten over de rol van het papier binnen het ontwerp. Al snel komt naar voren dat de drukker door de techniek een zeer belangrijke rol speelt in de bepaling van het papieraanbod.

“Een praktisch, veelvoorkomend probleem is dat de drukker het eindverhaal niet kent”, zegt Cia. Als voorbeeld haalt ze een ontwerp van een boekje aan. “Tijdens het ontwerp-proces zijn de meeste elementen al bepaald, zoals de vorm, het formaat, het gevoel dat je wilt uitdragen, de tint, de kleur, de katernen, de dikte van het papier en de uitstraling. Het ontwerp is dus klaar om naar de drukker te gaan, alleen de afwerking is niet in het proces meegenomen. Het probleem dat ontstaat, is dat er geen juiste ontwerpkeuze is gemaakt, de drukker is er niet van op de hoogte gebracht, waardoor het ontwerp niet optimaal is geweest. De drukker geeft de voorkeur aan voor twee aanwijzingen, de technische kant en het gevoel dat de ontwerper wil bereiken. Als dat niet bij de drukker bekend is, kan een adviserende rol van groot belang zijn.”

Cia geeft aan dat het heel belangrijk is om eerst na te denken over het doel en de doelgroep van je opdracht. “Aan de hand daarvan bepaal je het onderwerp, maar ook het papier. De punten die dan een rol spelen, zijn meestal subjectief. Daarna ga je naar de drukkerij om je subjectieve keuze om te zetten in een objectieve keuze. Welk papier komt overeen met de uitstraling die je gekozen hebt voor je klant? Zorg ervoor dat je aan de drukker een duidelijk beeld kunt laten zien van je ontwerp inclusief de afwerking.” De uitstraling van het papier, maar ook de leesbaarheid speelt een rol. Cia geeft als advies dat goede voorbeelden van papier te vinden zijn in bijzondere boeken en in het bedrukte aanbod van de papierleverancier. “Voor foto’s kies je een glanzend papier en

(9)

voor teksten een mat papier. Welk papier komt overeen met de uitstraling die je gekozen hebt? Vraag advies over de beperkingen van je keuze.“ Volgens Cia gaat het dan vaak over de volgende eigenschappen van papier: de opaciteit (bijvoorbeeld fotowerk dat de andere kant van de pagina verstoort), de vouwbaarheid (breken van inkt op de MC soorten) en het verkleuren van papier (houthoudend papier). “Opaciteit kan natuurlijk een bewuste keuze zijn, maar advies en papierkennis is wel op zijn plaats.”

“Vraag ook aan je drukker wat de marges zijn van het papier waar je voor gekozen hebt”, benadrukt Cia. “Van groot belang zijn namelijk de prijs en de leverbaarheid van papier. Welke papiersoort kan voldoen aan alle eisen? Om deze keuze te kunnen maken is een basiskennis van papier wel op zijn plaats. Papier kan een meerwaarde geven aan je ont-werp, daar moet je dan wel voor kiezen. De kwaliteit van het papier bepaalt mede hoe goed een foto of een volvlak gedrukt kan worden. Ook de weergave van je kleur wordt bepaald door het papier. Hoe glanzender je papier is, hoe briljanter je kleuren.” Cia vertelt over het werk van de orderbegeleider. Een orderbegeleider is het eerste aan-spreekpunt voor de ontwerper. De verantwoordelijkheid van de order van de ontwerper berust bij de orderbegeleider. De orderbegeleider zorgt ervoor dat de afspraken die gemaakt zijn, worden nagekomen, dat alle voorziene werkzaamheden op elkaar worden afgestemd en dat de uiteindelijke productie juist wordt geleverd. Ook geeft de orderbe-geleider (gevraagd, maar ook wel ongevraagd) adviezen over de te gebruiken papier-soorten en de wijze van afwerken. Hij onderhoudt de contacten met leveranciers en klanten. Goede communicatieve eigenschappen zijn onontbeerlijk, zeker als er zich pro-blemen voordoen bij de afwikkeling van een order. Eventueel vraagt hij voor (onderdelen van) de opdracht offertes aan. Indien meerdere offertes voor hetzelfde zijn aangevraagd, worden die door de orderbegeleider vergeleken en beoordeeld op bruikbaarheid. Bin-nen de drukkerij onderhoudt de orderbegeleider de contacten met de prepress en de drukkers. Verder bespreekt hij alles wat nodig is voor de juiste verwerking van de order.

4.2 Papierpraat

In het eerste halfjaar van 2006 werd – mede op initiatief van drukkerij Raddraaier – ge-start met Papierpraat, om een antwoord te vinden op de vraag op welke wijze papierge-bruikers goed kunnen worden geadviseerd om tot een (milieu)bewuste keuze van papier te komen. Er is veel informatiemateriaal over milieu aanwezig, maar het is onderling niet vergelijkbaar en daardoor niet goed werkbaar. De houtcertificaten, zoals FSC en PEFC, bieden onvoldoende soelaas, omdat zij zich richten op duurzaam bosbeheer. Maar de aspecten van duurzaamheid, zoals emissies naar lucht en water, transport, energie, chemicaliën en water komen in de houtcertificaten niet aan bod. Ook de milieuzorgsy-stemen, zoals EMAS, ISO 14.001, SIMZ, geven (al dan niet in combinatie met een van de houtcertificaten) geen sluitend antwoord op alle vragen. Ten slotte kennen ook de productcertificaten zoals Der Blaue Engel en Nordic Swan hun beperkingen.

Papierpraat wil een wisselwerking van informatie brengen tussen de papierfabrieken, de papierleveranciers, de grafische sector en zijn klanten en wellicht ook semi-overheden

en anderen. Door meer en betere informatie kunnen meer (milieu)bewuste keuzes voor papier gemaakt worden. Besloten werd om toe te werken naar een website, die in eerste instantie de grafische sector en zijn klanten in staat moet stellen een bewuste keuze te maken voor een zo geschikt mogelijke papiersoort voor een bepaalde opdracht. Sindsdien zijn er gesprekken gevoerd met organisaties uit de sectoren bosbeheer, beroepsorganisaties, papierfabrieken, brancheorganisaties, papierleveranciers, on-derzoeksbureaus, certificeringbureaus, landelijke informatiepunten, maatschappelijke organisaties, chemie en gentechnologie.

Tijdens een eind november 2006 gehouden symposium bleek dat bij veel aanwezigen kennis over (onderdelen van) de diverse onderwerpen ontbrak. Men vond ook dat de aanwezige informatie niet gemakkelijk toegankelijk is en te versnipperd wordt aangebo-den. Pas als duidelijk is hoe het hele proces in elkaar zit, kan een site worden gebouwd waarop mensen vanuit de hele sector gedegen informatie kunnen vinden. Nu, na ander-half jaar werk, is er pas een inventarisatie klaar van wat die keten behelst.

“Bewustzijn van duurzaamheid betekent dat je weet wat er zowel aan het begin als aan het eind gebeurt”, aldus Cia Franssens van drukkerij Raddraaier. “Het is niet mogelijk om uit te sluiten dat er in de grafische sector gebruik gemaakt wordt van grondstof-fen, maar er kan wel zo verantwoord mogelijk mee worden omgegaan. Pas als mensen zich echt betrokken voelen, gebeurt er wat en daarbij gaat het om méér dan financieel voordeel.” Eind februari 2008 zal het eerste concept van de website van Papierpraat worden besproken. “Hopelijk is de website het startsein voor het ontstaan van een netwerkorganisatie waarin papierfabrieken, groothandels, drukkerijen, afwerkbedrijven, ontwerpers en opdrachtgevers elkaar vinden. Papierpraat kan alleen maar bestaan als alle partijen meewerken. Het mooiste zou zijn als Papierpraat uit dat netwerk gevoed gaat worden met ervaringen, kennis en kunde. Dan ontstaat een website die leeft en die steeds bijgewerkte informatie levert. De verantwoordelijkheid voor het milieu is een gedeelde verantwoordelijkheid.”

(10)

4.3 Gesprek met Trudy Dorrepaal van Lecturis

Ik heb een afspraak met Trudy Dorrepaal op haar kantoor in Eindhoven. Trudy is drukwer-kadviseur bij Lecturis en heeft daarvoor bij papierleverancier Proost en Brandt gewerkt. Lecturis is een uitgeverij/drukkerij, gevestigd in Eindhoven. Het bedrijf staat bekend om de mooie boekproducties. Dit was voor mij aanleiding om daar met een papieradviseur over te spreken.

Trudy verwelkomt me in een spreekkamer. Ze heeft een aantal boeken meegenomen die als uitgangspunt dienen voor ons gesprek. Trots vertelt ze over de producten die Lecturis drukt, zoals boeken, jaarverslagen, magazines en kwaliteitsbrochures. De meeste klanten van Lecturis zijn grafisch ontwerpers, niet alleen uit Nederland, maar ook uit Engeland.

De papiervraag vanuit Lecturis behelst speciale papiersoorten, onder te verdelen in huis-stijlen, boeken en omslagen. Trudy: “De drukker koopt zijn papier bij degene met wie hij de beste papierafspraak heeft. De ontwerper bepaalt zijn papierkeuze en wij als drukker proberen de ontwerper daar in te sturen. Het komt heel soms voor dat een ontwerper een bepaalde papiersoort van een leverancier wil hebben waar wij als drukkerij geen prijsafspraak mee hebben. Dan is het de drukker die het papier bestelt. Maar dan moet je er als ontwerper wel rekening mee houden dat de prijs hoger ligt, omdat de marges daar niet van toepassing zijn. Niet de drukker, maar de ontwerper betaalt dan extra.” “Als de ontwerper een papiersoort zoekt die er niet is, adviseert de drukker in een ande-re gelijkwaardige papiersoort”, zegt Trudy. “Er is zoveel keus dat je er altijd wel uitkomt. Soms is een ander papier duurder of moeilijk te krijgen. Dan zoek je naar een alternatief. We zorgen er dan altijd wel voor dat we een monster hebben, zodat de ontwerper weet hoe het papier eruitziet.”

Trudy vertelt dat papiergroothandels voor bepaalde papiersoorten dezelfde naam gebruiken. “Dan kan je ook dezelfde kwaliteit verwachten. Papiergroothandels willen het liefst hun eigen merk, zodat zij alleen dat papier verkopen. Papiercollecties zijn ingedeeld op soort: gestreken papier, ongestreken papier, briefpapier, tekst/omslag en karton. Er gaat een lange tijd overeen voordat je een nieuwe collectie ontwikkelt. Hoe zet je de collectie in de markt en voor wie is deze bestemd? Vaak wordt er alleen maar naar drukkers gekeken. Dit zijn namelijk de directe klanten van de papierleverancier.” Als voorbeeld van een andere indeling haalt ze de papiercollectie van Proost en Brandt aan. “Voor een grafisch ontwerper is papier een van de belangrijkste dragers van zijn ontwerp. Het is het materiaal voor het idee dat hem voor ogen staat. Vanuit dit punt kiest de ontwerper zijn papier, op gevoel zoekend naar het karakter van de papiersoort die het dichtst bij zijn idee komt. Deze specifieke manier van zoeken vraagt om een

over-zichtelijk aanbod en een duidelijke voorlichting. Deze indeling die door Anthon Beeke is bedacht,is gebaseerd op de tactiliteit van het papier, het aanvoelen. De papiersoor-ten zijn niet meer verdeeld in ongestreken en gestreken, maar zijn nu gerangschikt oplopend op tactiliteit, van ruw naar glad.

De papiercollectie wordt benaderd vanuit de ontwerper die op een meer emotionele en avontuurlijke wijze op zoek gaat naar het papier.”

Waar je als ontwerper op moet letten, laat Lecturis aan de hand van papiermonsters zien. Ook door het aanhalen van gedrukte boeken als voorbeeld, krijg je een veel beter beeld van de mogelijkheden en beperkingen. Trudy: “Ontwerpers worden door de druk-ker op ideeën gebracht voor een bepaalde papierkeus. De papiergroothandel speelt niet zoveel in op de ideeën van de ontwerper en haalt net zo gemakkelijk een papier uit de collectie om de simpele reden dat het niet verkoopt. De papierfabrikant maakt het papier dan niet meer.”

Volgens Trudy worden bijzondere papiersoorten steeds belangrijker? “Je ziet dat er veel aandacht is voor individuele aspecten die goed passen bij specifieke emoties. Het is heel belangrijk dat je weet waar je naar toe wilt, dat je papiersoorten ontwikkelt die echt nieuw zijn en een toegevoegde waarde hebben. De papierfabrikanten kunnen gebruik maken van een trendwatcher die inspiratie vindt tijdens het bezoeken van beurzen, tentoonstellingen en bijeenkomsten.” De ervaring die Lecturis heeft op het gebied van trends toont Trudy aan de hand van enkele boeken en een aantal papiersoorten. In het papier Biotop zitten geen optische witmakers. Promail is een papiersoort in de wittrend en de papiersoort Job van Arctic volume wordt veel in kunstboeken gebruikt.

Als Lecturis de vraag krijgt van de ontwerper wat de meest geschikte papiersoort is voor een bepaald concept, treedt de drukker op als adviseur. Dit proces gaat vooraf aan een bezoek aan de ontwerper. Aan de hand van voorbeelden kan de ontwerper zijn keuze maken. Vaak wordt vooraf een digitale plotproef gemaakt die voor een gestreken papier goed te benaderen is. Voor een ongestreken papiersoort wordt meestal een persproef gemaakt, omdat je dan precies de kleurenweergave ziet. De mensen van Lecturis wer-ken graag met ontwerpers die hen uitdagen. Trudy: “Andersom dagen wij onze klanten uit met innovatieve technieken en materiaaltoepassingen of een combinatie ervan, waarbij we het experiment niet uit de weg gaan?).” Milieu is ook een kwestie waar reke-ning mee wordt gehouden. Trudy geeft aan dat Lecturis ISO gecertificeerd is.

(11)

5 Ontwerpers

Om meer te weten te komen over papierkeuze had ik boeken en gerelateerde artikelen over papier gelezen en ik had de scriptie Harmonie op papier van Felix Janssen, en Papier bedrukking van Peter Jacobs bestudeerd. Ik had een papierbijeenkomst van Gra-fisch Papier bezocht en gesprekken gevoerd met drukkerijen en een papieradviseur. Nu wilde ik meer weten over de papierkeuze van ontwerpers. Daarom heb ik drie gesprek-ken gevoerd met ontwerpers. Hierin stonden de volgende vragen centraal:

Hoe kijk je als vormgever naar papier en welke eisen stel je aan papier? Papierkeuze draagt je concept. Hoe kan papier je concept verbreden? Ben je bekend met de eigenschappen van papier?

Wat zijn je ervaringen met risico’s met papier?

Hoe maak je je verlangens op papiergebied kenbaar en welke eisen stel je aan papier? Hoe kom je tot een bepaalde papierkeuze?

Hoe vind jij je weg in alle papiermogelijkheden?

Komt het voor dat je een bepaalde papiersoort in gedachte hebt en dat je deze niet kunt vinden? Hoe los je dit op?

Wat wil je als ontwerper communiceren met een bepaalde papierkeuze? Welke signalen verwacht je van de ontvanger?

Sta je in het ontwerp stil bij de beperkingen in het papiergebruik?

Papier functioneert als drager, maar kan het ontwerp ook ondersteunen en versterken. Voel jij dat ook zo?

Wat is jouw ervaring met de dienende functie van papier?

Papier kan een gevoel oproepen. Welk gevoel is dat bij jou? Geef je dat mee in je ontwerp? Welke emotionele eigenschappen zijn voor jou belangrijk in een ontwerp?

Wat wil je als ontwerper communiceren met een bepaalde papierkeuze?

Hoe kan je als ontwerper de klant overtuigen van de meerwaarde van een bepaalde duurdere papiersoort?

Welke rol speelt de drukkerij voor jou?

Heeft een orderbegeleider invloed op jouw ontwerp/papierkeuze? Hoe is de samenwerking?

Heb je een voorkeur voor een papiersoort? Gebruik je vaak dezelfde soorten? Laat je de papierkeuze ook wel eens aan het toeval over?

Vormgevers bepalen de papierkeuze, je kunt wel zeggen dat ze trendsetter zijn. Hoe zie jij dit? In hoeverre neem je het aspect milieu mee in je proces?

5.1 Gesprek met Hans Gremmen

Op een dinsdagmiddag had ik in Amsterdam, aan de Amstel, een gesprek met ontwer-per Hans Gremmen. Ik werd hartelijk ontvangen in zijn studio, die hij deelt met twee andere ontwerpers. Mijn oog viel meteen op de enorme boekenwand, waar ik geïnteres-seerd naar keek. Ik zag heel veel prachtig vormgegeven boeken. Wat een genot om naar te kijken. Ik had Hans van te voren mijn vragen doorgemaild en we begonnen meteen te praten over het ontwerpen van boeken. In heel zijn verhaal kwamen al mijn vragen over papierkeuze ruimschoots aan bod.

Hans ging na zijn studie aan het Grafisch Lyceum naar de Kunstacademie Sint Joost. Na deze studie ging hij in Arnhem verder studeren aan de Werkplaats Typografie. Direct daarna begon hij als zelfstandig ontwerper, eerst in Arnhem, nu in Amsterdam. Zijn grootste bezigheid is het ontwerpen van boeken, waar het onderwerp papierkeuze helemaal op aansluit. Ik leg hem uit dat ik me in mijn scriptie toespits op goed vormge-geven boeken. Het gaat dan om boeken die de aandacht trekken door het formaat, de uitgesproken typografie en het papiergebruik. De boeken die ik als voorbeeld aanhaal, zijn de non fictie boeken van de selectie bestverzorgde boeken.

“De selectie van bestverzorgde boeken heeft altijd een functioneel gehalte”, aldus Hans. “Als iets een uitgesproken keuze is, in papier bijvoorbeeld, dan maakt het de selectie interessant. Het is voer om een boek te evalueren om de gekke druktechniek

(12)

of het bijzondere papiergebruik. Heb je het over een goed verzorgd boek, dan moeten de criteria allemaal op zijn plaats vallen. Je moet niet het papier kiezen om het gekke papier, maar je moet zoeken naar een aanleiding om dat papier in te zetten.” Hans be-paalde voorkeur voor papierkeuze is soms wel uitgesproken, maar niet altijd. Sommige soorten voelen als ‘wauw’, dat heb ik nog nooit gezien! Hans: “Als je gek papier inzet, moet je zoeken naar een aanleiding om het te kunnen gebruiken. Soms moet je wel een paar jaar wachten tot er een goed boek voorbijkomt waarbij je deze papiersoort kunt toepassen. Probeer zo schoon te blijven dat je materiaal gaat inzetten om het materiaal dat past bij wat je wilt.”

Volgens Hans ligt de toepassing van de papiersoort aan de opdracht. “Een grove papier-soort, waar ik wel een voorkeur voor heb, kun je niet in een fotoboek toepassen. Je moet openstaan voor datgene wat je daadwerkelijk gaat maken.” Hij haalt een voorbeeld aan over papierkeuze. “Ik ben bezig met het ontwerpen van een magazine naar aanleiding van een foto-expositie. Het moet voelen als een glossy magazine, met 150 grams glossy, houthoudend papier. Het moet een beetje warm aanvoelen. Dit papier wordt alleen gebruikt voor de foto’s. De tekst komt op ruw papier. Het voelt alsof je er doorheen glipt. Dat je meteen bij de teksten of bij de foto’s kan komen. Er wordt geen rekening gehouden met de opaciteit. In dit ontwerp wordt de achtergrond heel erg zwart en dit zal ongetwijfeld mee gaan spelen op de achterkant. Ik merk dat fotografen hier erg gevoelig voor zijn, omdat dingen dan gaan doorschijnen.”

Om dit discussiepunt te voorkomen, gebruikt Hans in zijn ontwerp veelal de rechterpagi-na’s. “Anders ben ik heel snel beperkt in mijn keuze van papier. Op deze manier vang ik het probleem op. Of ik probeer de fotograaf ervan te overtuigen dat het een boek wordt en geen tentoonstelling voor aan de wand. De consequentie van het boek is dat het een huid heeft. Het is een visueel ding. Je kunt moeilijk een kinderboek maken met heel dik karton. Het kan wel, maar dan wordt het grappig en is het niet meer serieus. In fotoboe-ken schijnt het papier altijd wel iets door. Papier is daarin heel belangrijk, maar even zo belangrijk is hoe het boek als object voelt.”

“De papierkeuze is net zo belangrijk als het lettertype”, vindt Hans. “Als ik nadenk over een boek, dan denk ik enerzijds aan wat de opmaak kan bijdragen aan de grafische keuzes en anderzijds denk ik aan het papier. Daarom maak ik altijd dummy’s, en ik zit er in eerste instantie altijd naast. Het is moeilijk om de juiste papierkeuze te maken. Als je erover na gaat denken, begint het al met het bepalen van het gewicht. Wordt het 135 of 150 grams papier? En hoe ziet het resultaat eruit? De grootte van de papiermonsters of de dummy speelt ook een grote rol, want gevoel kun je niet op een klein stukje papier krijgen. Een 80 grams papier op een klein stukje is heel anders dan op een A4.” Hans plaatst zijn papiergebruik bij voorkeur in een colofon. “Dat is gemakkelijk na te lezen en ook wel een service aan andere ontwerpers. Papier verandert heel snel. Neem

bijvoorbeeld Artic Volume van Munken. Het papier wordt anders, het wordt witter en gladder gemaakt en het wordt steeds meer doorsnee. Dit heeft te maken met standaar-disering. Er is een tweestrijd gaande tussen ontwerpers en drukkers. Ontwerpers vinden het papier mooi, prettig en het heeft een soort over structuur. Maar de drukkers zijn hier niet dol op. Het papier drukt niet gemakkelijk en het laat sporen na in de pers. Maar het resultaat is enorm, het papier heeft een heel mooie huid. De drukkers zijn de afnemers, en zijn er genoeg drukkers die het papier niet geschikt vinden. Dan is de fabriek in staat het papier aan te passen. Ontwerpers zien liever dat de fabriek een nieuwe papier-soort maakt. Commercie wint het van de kwaliteit. Dat maakt het voor een ontwerper moeilijker. Als ontwerper heb je een goed papier gevonden en dan gaat het papier uit de handel. Dan moet je naar alternatieven zoeken die je bij je eerste proces al eens had bekeken, maar die het toch niet helemaal waren of waarvan de kwaliteit net iets minder was. Daar moet je dan op terugvallen, of je moet iets nieuws verzinnen. Dat is ook weer leuk, want anders blijf je teveel hangen in dezelfde gezonde manier van doorontwik-kelen.”

Hij maakt zelf zijn papierkeuze uit de collectie van Bührmann Ubbens en die van Gra-fisch Papier. Dat doet hij om praktische redenen. Hij heeft namelijk alle papiermonsters van beide in zijn studio. “Zij hebben door de jaren heen heel veel papierkennis ontwik-keld, je weet op welke manier ze werken, ze kennen de voor- en nadelen en alle ins en outs van papier, je begint affiniteit met bepaalde papiersoorten te krijgen, je kent de mogelijkheden met papier en je kunt goed een inschatting maken van je budget.” Het komt ook voor dat hij de drukker zelf een papier laat kiezen. “Gegevens die van belang zijn, zijn bijvoorbeeld hoeveel grams, houtvrij en druktechniek. Welk papier er dan gekozen wordt, is niet het belangrijkste. Bij sommige boeken maakt het gewoon niet zoveel uit. Het hoeft niet exact die witsoort te zijn, toeval regisseert. Soms is het heel fijn om uit te gaan van toeval. Om te kijken hoe het loopt. Wat voor papier ligt er nog bij de drukker? Een restant kun je gebruiken als je een kleine oplage moet maken met weinig budget. Dan zie ik het niet eens als toeval, maar als efficiënt gebruik. Een voorbeeld hiervan is een boek uit een boekenreeks waarbij een soort houding wordt ingenomen. De reeks moet ogen als een pocket. Ik heb aan de drukker omschreven wat ik dacht wat een pocket was en hij heeft er papier bij gezocht. Daarbij is de papierkeuze een gemakkelijke keuze, een gestandaardiseerde keuze. Je bent hierin wel precies, want je hebt duidelijk een ding voor ogen, dat zich niet uit in de exacte benadering van 115 grams maar gewoon bulk romandruk papier.”

Hans heeft wel eens discussies met opdrachtgevers en fotografen. “Met fotografen discussieer ik bijvoorbeeld over de opaciteit en het gebruik van gestreken of ongestre-ken papier. Een foto op gestreongestre-ken papier wordt scherper. Wat ik belangrijk vind, is dat je in je achterhoofd moet hebben wat je totaalontwerp wordt. Soms is de foto minder toegankelijk als deze op heel glimmend papier gedrukt wordt, maar als je dezelfde foto

(13)

op ongestreken papier drukt, kom je veel meer in de foto. Dit is overigens niet altijd het geval. Het is wel mijn persoonlijke keuze en ik wil de fotograaf hiervan overtuigen. Bij de papierkeuze begin je vooraan in het ontwerpproces. Je beargumenteert de papierkeuze als totaal en als onderdeel van het geheel. In het ontwerp neem je ook altijd de techni-sche aspecten mee en je probeert na te denken of de papierkeuze die je maakt de beste oplossing is.”

Volgens Hans is de samenwerking met een drukker heel belangrijk. “Het is prettig als je een band hebt. Dat je ontwerpkeuzes kunt delen, bijvoorbeeld over detaillering, papier en het juiste gevoel van papier. Kwaliteit is een rekbaar begrip, als je een drukker goed kent, weet je wat je beiden bedoeld met ‘een goed boek’. Je spreekt dezelfde taal. De drukker is in veel stadia betrokken bij het ontwerp. Hij weet waar ik naar op zoek ben. We maken een tijdsplanning en spreken het traject door. Met behulp van voorbeelden komen we tot een keuze. De drukker denkt mee over een niet standaard ontwerp. En het is mogelijk om te experimenteren.”

Met papieradviseurs van leveranciers heeft Hans niets. “Het is bijna altijd zo dat zij juist datgene mooi vinden waar ik helemaal niets mee heb. Het is voor mij helemaal niet interessant of er nu gouden of zilveren spikkels in de papiersoort zitten. De adviseur wil ontwikkelingen delen, maar ik zit daar als grafisch ontwerper niet op te wachten. Als het voor mij relevant is, dan vind ik het zelf wel. In monstercollecties zitten heel bruikbare papieren. Daarom moet je de monstercollectie wel compleet hebben, dat in ieder geval. Ik heb liever met de drukker contact over de kwaliteiten en gevoelens van papier.” “Verlangens op het gebied van papier ontdek ik door in mijn boekenkast te kijken. Dat is mijn bron van inspiratie. Ontwerpers die voor mij als referentie dienen, zijn Willem Sand-berg, Jan van Toorn, Wim Crouwel en Dick Elffers. Zij hebben mooie boeken gemaakt. Het is moeilijk om die papierkeuzes terug te vinden. Bij benadering kom je in de buurt van de papierkeuze, maar je moet daar wel mee uitkijken. In die tijd was het heel goed ge-maakt met de technieken van toen. Maar je moet nu niet iets retro’s gaan maken wat er heel erg op lijkt. Je moet naar de vorm zoeken die bij benadering hetzelfde gevoel geeft van directheid, maar die wel van NU is. Anders ben je aan het kopiëren. Iets wat toen erg low budget was, is nu uiterst geforceerd.”

Toen ik Hans vroeg of milieu een rol speelt in zijn papierkeuze, kreeg ik een kort en duidelijk antwoord: “Nee.” Hij zegt: “Milieu is een prettige bijkomstigheid, maar laat je je keuze daarvan afhangen? Mijn streven is om een goed boek te maken en daar hoort goed gekozen papier bij. Het is een ander verhaal als je opdrachtgever bewust met het milieu bezig is, zoals Greenpeace. Dan zit het in je concept om op een milieuvriendelijke manier met papier om te gaan. Bijna alles heeft tegenwoordig een keurmerk. Als ontwer-per moet je je hier niet achter verschuilen. Je krijgt dan zo’n boek wat een beetje lelijk is, maar het is in ieder geval wel milieuvriendelijk gemaakt. Ik vind dit een tenenkrommend

argument. Je had dan beter moeten zoeken, of je had een boek met minder pagina’s moeten maken. Behalve als het milieu met het onderwerp te maken heeft. Dan is het meer een conceptuele keuze dan een milieutechnische keuze. Ik vind het meegenomen dat drukkerij Raddraaier met het milieu bezig is. Voor mezelf geldt dat ik geen overbo-dige dingen maak. En de dingen die ik maak, moeten goed zijn. Ze moeten zelfs urgent genoeg zijn om daar papier en inkt aan te verspillen. Daar moet je goed over naden-ken.”

Miscelleaneius papiersoort ACO

(14)

5.2 Gesprek met Jaap van Triest

Ik heb een gesprek gevoerd met Jaap van Triest aan de Prins Hendrikkade in Amsterdam. In een prachtig, monumentaal pand is zijn ontwerpstudio gevestigd. Je ziet hier letterlijk alleen maar boeken, tot aan het plafond. Een boekenverzameling die geen einde kent. Jaap begint het gesprek met veel technische aspecten die te maken hebben met het bedrukken van papier. Deze informatie heb ik meegenomen in het hoofdstuk Papier in het kort. Hij legt de technische aspecten uit aan de hand van voorbeelden. Hieruit blijkt zijn sterke interesse in alle processen van het ontworpen boek. Hij is een ontwerper die zichtbaar nadenkt over papiertoepassingen binnen een boekontwerp: hij kent een belangrijke waarde toe aan papier als factor.

Hoe krijg je een gegeven het meest optimaal gedrukt? En wat zijn de effecten van de pierkeuze op de druk? Door het stellen van deze vragen komt Jaap tot een bepaalde pa-pierkeuze. Hij kijkt daarbij naar de oorspronkelijke kwaliteiten van papier: de vezel, de doorschijnendheid, hoe het papier aanvoelt, of het buigt (als je een pagina omslaat, of hoe soepel het boekblok als geheel aanvoelt) en vooral hoe de drukinkt zich erop gedraagt. “Er zijn heel veel varianten in papier”, zegt Jaap. “Maar in mijn keuze komt het neer op een paar groepen in ongestreken en lichtgestreken papiersoorten, en alleen als het niet anders kan in gestreken papier. Op gestreken papier komen in offsetdruk de beelden beter uit. Alleen de heel goede drukkers weten op ongestreken papier een goed resultaat te bereiken. Ongestreken papier ‘zuigt’, waardoor de rasterpunt zich verbreedt. En alleen als je daar goed op anticipeert, krijg je prachtige afbeeldingen in kleur. Op machinecoated papier kun je prachtig drukken. De vezelstructuur wordt afgedekt door er een laagje kalk op te walsen, wat prachtige drukresultaten oplevert in zwartwit en kleur. Maar de materiaalervaring is minimaal: je ziet geen papiervezel, de druk blijft er als het ware ‘bovenop’ liggen.”

Jaap probeert ruw papier in romandruk, de structuur van papier zoals men vroeger in boeken gewend was, met de huidige offsettechniek te verbinden. “Dit papier is juist uit-stekend geschikt voor allerlei verschillende oppervlakken. Ik houd oprecht van die off-setdruk. We hebben al tientallen jaren genoeg machinecoated (mc) papier gezien. Wat kan ik er aan bijdragen om de beleving van de oorspronkelijke papierkwaliteiten terug te krijgen: een oppervlak waar iets van de vezelstructuur in te beleven valt, en niet doods is weg geplamuurd onder een laagje kalk waar je nagels glimmende sporen op achterla-ten. Ik probeer de papieruitdrukking zo te krijgen, dat de pagina natuurlijk aanvoelt en de afdruk van tekst en afbeeldingen optimaal is en niet door glimmend papieroppervlak (ik gebruik nooit gesatineerd) of nagelkrassen wordt gehinderd.”

“Om een goede keuze te maken, moet je als ontwerper technisch goed voorbereid zijn. Je moet weten wat je wilt, en door goed overleg met de drukker kom ik tot een keuze. Een drukker en in elk geval de papierleverancier heeft de toegevoegde kennis tot zijn beschikking die mij kan helpen met deze keuze.”

Inspiratie haalt hij uit eerder ontworpen boeken met Willem Sandberg en Karel Martens als grote voorbeeld. “Ik kijk goed en ga op zoek naar bepaalde papiersoorten die erop

(15)

lijken. Mijn voorkeur gaat uit naar een licht gestreken papier, met als voordeel dat licht gestreken papieren veel meer naturel zijn. Het toplaagje is niet zo dik, het papier kan veel hebben en geeft een prachtige offsetdruk. Hoe scherp kan ik rasterpunten op dit papier drukken? Hoe helder zijn de kleuren? En hoe zwart kunnen de beelden worden? Dit zijn eisen die ik stel bij mijn papierkeuze. De keuze maak ik het liefst op basis van bedrukte monstervoorbeelden. Ik ben daar erg blij mee. Je krijgt een veel beter beeld van wat je wilt. Aan blanco voorbeeldvellen heb je minder. Je kunt vellen met bedruk-king beter vergelijken en controleren op doorzicht. Als er geen voorbeelden zijn, kun je aan de drukker voorbeelden met bedrukking vragen. De drukker bedrukt zo een paar monstervellen van de gewenste soort met iets waar hij mee bezig is.”

Volgens Jaap hebben mensen van de papierhandel een adviserende rol. “Ze zoeken uit of mijn wensen te vervullen zijn en ik kan hen speciale vragen stellen. Soms gaan we met elkaar om de tafel zitten om aan mijn speciale wensen tegemoet te komen, bijvoorbeeld speciale aanmaak van een papiersoort of een afwijkend formaat. Geld en tijd spelen altijd een grote rol. Ruim voor het drukken moet er worden uitgezocht of en hoeveel van het gewenste papier op voorraad is, met het juiste gramgewicht, de juiste tint en de juiste looprichting.”

Uit ervaring weet hij dat je als ontwerper altijd in je eigen monstercollectie, maar ook bij de leverancier moet checken of het papier nog leverbaar is. “Alles wat je in de collectie vindt, kan ‘opgeheven’ of veranderd zijn. Dacht je eindelijk klaar te zijn met zoeken, dan moet je opnieuw beginnen.”

Milieu speelt in zijn ontwerpen nauwelijks een rol. “Dat heeft de papierleverancier al voor mij gedaan. Die maakt dit kenbaar in het papieraanbod, zuurvrij en ongebleekt. De drukkerijen houden zich daar volop mee bezig. Onbewust ben ik wel met milieu bezig. Dat doe ik in de keuze die ik voor papier maak. Ik kies graag voor een licht gestreken papiersoort en neem aan dat die ook minder milieubelastend is, omdat deze maar een keer gestreken is. Ik denk altijd na over het productieproces. Wat is het maximale wat ik uit de offsetplaat en het drukvel kan halen? Zo minimaliseer ik de hoeveelheid papieraf-val. Ik heb wel eens een heel extra boekje kunnen maken door de rand van de drukvel-len van een andere productie te benutten.”

Boek Fort a/d Drecht op ongestreken houtvrij offset

(16)

5.3 Gesprek met Maarten Stal van Smidswater

Ik heb een afspraak gemaakt met Maarten Stal, die als vormgever bij Smidswater in Breda werkt. Smidswater is gevestigd aan de Willemstraat in een prachtig, monumen-taal pand. Het bureau bestaat sinds 1970 en is één van de eerste ontwerpbureaus van Nederland, gevestigd in Den Haag en sinds het voorjaar van 2007 gevestigd in Breda. Ik heb gekozen voor Smidswater, omdat dit bureau veel boeken ontwerpt. Een daarvan is het Havenboek, over het ontstaan van en de terugkeer van de haven in Breda. Het Havenboek vertelt een verhaal. Hoe laat je dit op een goede manier zien? “In het ontwerp hebben we geprobeerd om grenzen op te zoeken”, vertelt Maarten. “Tevens moest het een traditioneel boek worden voor alle lagen van de bevolking. In overleg met de opdrachtgever is bedacht dat in het boek een scheiding te zien moest zijn. Mede door de papierkeuze is een duidelijke tweedeling aanwezig. Door de beeldverhalen op glan-zend papier Hello Gloss te drukken en het tekstgedeelte op Hello Silk, is de scheiding gemaakt. De papierkeuze kwam voort uit het concept. Het belangrijkste in het boek was, dat de beeldverhalen eruit moesten springen. Door te zoeken in de papiermogelijkhe-den, zijn we bij de Hello Gloss gekomen. De foto’s moesten haarscherp zijn, ze moes-ten knallen en het gevoel geven van een echt fotoboek. Het tekstgedeelte moest rust uitstralen. We wilden het lekker leesbaar houden, vandaar de keuze voor mat papier. De omslag moest iets bijzonders worden. Dat is in het concept meegenomen. Toen we twee proeven lieten maken bij verschillende drukkers, die overigens goed waren gelukt, stuitten we op een groot probleem. De kosten zouden enorm hoog worden. Op advies van drukkers zijn we tot een goedkopere, bijzondere oplossing gekomen. Door het laten maken van proeven kom je erachter dat bepaalde onderdelen uit je concept niet reali-seerbaar zijn. De rol van de drukker was erg belangrijk. De drukker heeft veel gesprekken gevoerd en advies gegeven en ook contact gelegd met de afwerkers.”

Proefdrukken voor de papierkeuze ervaart hij als zeer prettig. “Als de drukker een aantal verschillende soorten papier door de pers haalt en ze dan naast elkaar legt, dan zie je dat sommige kleuren niet goed overkomen of dat zwart niet echt zwart is, maar de grijze kant op gaat.” Inspiratie voor papier krijgt hij door de papierleveranciers en vanuit de papiercollecties. Hierbij is gevoeligheid voor trends ruimschoots aanwezig. “Ik wil graag iets nieuws uitproberen en ik wil kijken hoe dat werkt. Drukkers kunnen bij de papier-keuze een adviserende rol spelen. Maar ook uit bestaande boeken komen papier-keuzes voort. We achterhalen dan waar het papier vandaan komt.”

Maarten laat een ander boek zien, een publicatie van de haven van Rotterdam voor een galafeest. “Het boek moest een erg glossy uiterlijk en een gladde uitstraling hebben. We hebben er papier bij gezocht dat aan deze criteria voldeed: Curious Metallic. Deze papiersoort is er in allerlei kleuren en er kan heel goed op worden gedrukt. De foto’s zijn open en de kleur blijft goed. Het is zeer acceptabel papier. Dit soort papier wordt niet

vaak gebruikt in boeken, maar voor een exclusieve gala-uitgave is het een uitdaging om iets uit te proberen. Ook laat het budget dit toe.”

Budget is erg belangrijk. Maarten: “Als ontwerper wil je het maximale uit je ontwerp ha-len. Bij het Havenboek was er een papier in gedachte, maar dit was veel te duur. Daarom zijn we vergelijkbaar papier gaan zoeken met dezelfde uitstraling. Soms moet je conces-sies doen aan papiersoorten. Je probeert je opdrachtgever te overtuigen. Je probeert iets te maken wat bij het imago van de opdrachtgever past. Papier heeft ook een rol in de visuele uitstraling, het concept wat erachter zit, maar ook in de tactiliteit van het papier (wat je in handen hebt). De opdrachtgever neemt het concept aan, maar de prijs speelt een belangrijke rol. Als bijvoorbeeld papier in een bepaald ontwerp twee keer zo duur is en het blijkt zo te zijn dat een vergelijkbare papiersoort dezelfde kwaliteiten heeft, dan ga je voor de andere soort. Als blijkt dat de kwaliteit niet is te evenaren, dan is het van belang dat je de opdrachtgever overtuigt van de meerwaarde. Je kunt prachtige voorstel-len doen, maar uiteindelijk moet de opdrachtgever betavoorstel-len.”

“Je ontwerpt als grafisch ontwerper iets voor de ontvanger” zegt Maarten. “Hoe gaat de ontvanger dit beleven? Als het een uitbundig boek moet zijn met beeld, dan houd je daar met je papierkeuze ook rekening mee. Toeval wil ik liever niet gebruiken. Soms kan het niet anders, dan heeft de opdrachtgever een bepaalde papiersoort voor ogen. En als dit voor jou een nieuwe soort is, dan is het wel afwachten, mede omdat er niet altijd tijd is om proefdrukken te laten maken en omdat het budget dit niet toelaat. Je laat je ver-rassen door het papier.” Er zijn ook risico’s bij een papierkeuze. Maarten geeft een voor-beeld van een publicatie die op heel dun papier was gedrukt. “Het papier was te dun om te drukken. De zuigertjes van de drukpers konden de vellen niet een voor een pakken. Hier kom je pas achter als het drukproces bezig is. Door een technische oplossing is het drukproces toch doorgegaan, mede omdat de ontwerper er op stond. Het boekje van Breda Photo is ook op heel dun papier gedrukt. Door te experimenteren op de kantoor-printer, kwamen we erachter dat je wel degelijk op dit soort papier kunt drukken.” Milieu is volgens Maarten een aspect dat pas meegenomen wordt als de opdrachtge-ver er om vraagt, dus vanuit de gedachte van de klant. “We kijken dan of het past bij het ontwerp. Wel houden we rekening met het papierafval. We benutten het papier zo gunstig mogelijk, zodat er zo min mogelijk afval is. Maar ik kies een papiersoort uit om zijn kwaliteit en de doelgroep. Het is meegenomen als het dan een milieuvriendelijkere papiersoort betreft.”

(17)

spread uit Havenboek op Hello Gloss

spread uit Havenboek op Hello Silk Cover Havenboek

(18)

6 Samenvatting

Vanaf het begin van het ontwerpproces bij vormgegeven boeken speelt papier een grote rol, omdat de kenmerken van papier het concept het beste kunnen realiseren. Als ontwerper ben je op zoek naar de juiste balans tussen de emotionele en functionele eigenschappen. De vraag die centraal staat is: hoe maak je als ontwerper de juiste papierkeuze?

Het maken van de juiste papierkeuze vraagt altijd een zeker voorstellingsvermogen. Van groot belang is kennis. Wie de technische ins en outs van papier kent en optimaal gebruik weet te maken van het karakter van de papiersoorten, kan het best haalbare bereiken door de papierkeuze te laten aansluiten op de functie die het papier bij het ontwerp moet vervullen.

In mijn scriptie ben ik kort ingegaan op het productieproces van papier en op milieu-aspecten. Aan de orde kwamen aspecten als grondstof, vezelrichting en druktechniek. Als je over papier praat, ontkom je niet aan vaktermen. Daarom heb ik de belangrijkste termen op een rij gezet. Het milieu is sinds vele jaren een belangrijk onderwerp. Ik heb dan ook onderwerpen besproken als recycling, het bleekproces en houtcertificaten. Via de papierleverancier krijgen ontwerpers en drukkers meer informatie over de bestaande papiersoorten. Papierleveranciers promoten hun papier door monstercol-lecties uit te brengen, ze geven uitleg en ze motiveren ontwerpers. Ontwerpers zijn heel belangrijk voor de papierleveranciers, omdat ze bepalend zijn voor het papier dat wordt gebruikt.

De samenwerking tussen drukkerij en ontwerper is ook belangrijk. Technisch gezien speelt de drukker een belangrijke rol in de bepaling van het papieraanbod. De order-begeleider is binnen de drukkerij het eerste aanspreekpunt voor de ontwerper. De verantwoordelijkheid van de opdracht van de ontwerper berust bij de orderbegeleider. Op initiatief van Drukkerij Raddraaier is Papierpraat opgericht. Hierin wordt een manier gezocht om papiergebruikers goed te adviseren om tot een (milieu)bewuste keuze van papier te komen.

Om meer te weten te komen over de papierkeuze van ontwerpers, heb ik uitvoerig ge-sproken met drie ontwerpers: Hans Gremmen, Jaap van Triest en Maarten Stal. Hans Gremmen geeft aan dat de toepassing van de papiersoort aan de opdracht ligt. Hij zoekt naar een aanleiding om een bepaalde papiersoort in te zetten. Voor hem is papierkeuze net zo belangrijk als het lettertype. Hij geeft aan dat de grootte van het papiermonster of de dummy van groot belang is om een juist beeld van een papiersoort te krijgen, want gevoel kun je niet op een klein stukje krijgen. Verlangens op het gebied

van papier ontdekt hij door in de boekenkast te kijken. Dat is zijn bron van inspira-tie. Milieu speelt geen rol in zijn papierkeuze. Milieuvriendelijk papier is een prettige bijkomstigheid, maar hij laat daar niet zijn keuze vanaf hangen. Een ander verhaal is het als de opdrachtgever bewust met milieu bezig is. Dan zit het in het concept om op een milieuvriendelijke manier met papier om te gaan.

Jaap van Triest maakt zijn papierkeuze aan de hand van de volgende criteria: hoe krijg je een gegeven optimaal gedrukt en wat zijn de effecten van de papierkeuze op de druk? Volgens Jaap zijn de oorspronkelijke kwaliteiten van papier: de vezel, opaciteit en tactiliteit en vooral hoe de drukinkt zich erop gedraagt. Hij vindt dat je technisch goed voorbereid moet zijn om een juiste keuze te maken. Door goed overleg met de drukker komt hij tot een keuze. De drukker en papierleverancier hebben volgens hem toege-voegde kennis om te helpen met deze keuze. Inspiratie haalt hij uit eerder ontworpen boeken. Hij bekijkt ze goed en gaat op zoek naar bepaalde papiersoorten die erop lij-ken. Hij maakt een keuze op basis van bedrukte monstervoorbeelden. Hij geeft aan dat het belangrijk is om bij monstercollecties altijd te checken of het papier nog leverbaar is. Milieu speelt voor hem nauwelijks een rol. Dat heeft de papierleverancier al gedaan en het is zichtbaar in het aanbod. Ook de drukkerij houdt zich volop mee bezig met milieuaspecten. Onbewust is Jaap er wel mee bezig in de papierkeuze die hij maakt. Hij denkt ook na over het productieproces. Wat is het maximale wat hij uit de offsetplaat en het drukvel kan halen?

Voor Maarten Stal heeft papier vooral een rol in de visuele uitstraling, het concept wat erachter zit en de tactiliteit. Papierkeuze komt volgens hem voort uit het concept. Als voorbeeld neemt hij het Havenboek. In dit boek is een duidelijke scheiding te zien door het gebruik van glanzend en mat papier. De rol van de drukker is voor hem belangrijk. De drukker denkt mee in het proces, adviseert en legt contacten met de afwerkers. Milieu is een aspect dat wordt meegenomen vanuit de gedachte van de klant.

(19)

7 Conclusie

Hoe maak je als ontwerper de juiste papierkeuze? Deze vraag staat centraal in mijn scriptie. We hebben gezien dat de kwaliteit en het karakter van papier van essentieel belang zijn bij het zoeken naar de juiste papiersoort. Om een goede keuze te maken, moet je als ontwerper technisch goed voorbereid zijn. De toepassing van de papiersoort ligt aan de opdracht. Je moet openstaan voor datgene wat je daadwerkelijk gaat maken. De papierleveranciers brengen het papieraanbod vanuit een commercieel oogpunt aan de man. Hierbij worden de nieuwste trends en ontwikkelingen gepromoot. Je kunt je als ontwerper hierdoor laten inspireren. Een andere interessante bron van inspiratie is je ei-gen boekenkast. Je kunt je wensen van daaruit kenbaar maken aan de papierleverancier, die met zijn adviserende rol en toegevoegde kennis gaat zoeken naar de mogelijkheden op papiergebied. Uit de gesprekken die ik gevoerd heb, kan ik concluderen dat wij als ontwerpers zeer belangrijk zijn voor de papierleverancier, omdat wij bepalend zijn voor het papiergebruik.

Dat drukkerijen een grote rol spelen bij het tot stand komen van je ontwerp, blijkt uit de technische kennis en ervaring die zij in huis hebben. Advies en goede begeleiding, dat is waar het om draait binnen de drukkerij.

Milieu is een veel besproken punt. Uit de gesprekken blijkt dat je daar als ontwerper nauwelijks mee bezig bent. Je streeft ernaar om een goed vormgegeven boek te maken en daar hoort een goed gekozen papiersoort bij. Milieu gaat pas een wezenlijke rol spe-len als de opdrachtgever erom vraagt. Het zit dan in je concept.

Het schrijven van deze scriptie heeft me inzicht gegeven in de rol van de papierleveran-cier, de drukkerij en de ontwerper bij de keuze van papier. Tijdens de gesprekken met ontwerpers was ik zeer geïnteresseerd in de wijze waarop ontwerpers de weg vinden in alle papiermogelijkheden. Het maken van de juiste papierkeuze vraagt altijd om een zeker voorstellingsvermogen. Van groot belang is de kennis. Wie de technische ins en outs van papier kent en optimaal gebruik weet te maken van het karakter van de papier-soorten, kan het best haalbare bereiken door de papierkeuze te laten aansluiten op de functie die het papier bij het ontwerp moet vervullen.

Dat je als ontwerper technisch goed voorbereid bent, is dus van groot belang. De drukker speelt daarbij een grote rol. Hij heeft de toegevoegde kennis tot zijn beschikking die kan helpen bij de keuze van het papier. Als het goed is, ontstaat er een band tussen drukker en ontwerper. Een drukker kan de ontwerper sturen. Als ontwerper moet je alvorens een keuze te maken de specifieke eigenschappen van het papier onderzoeken of testen. De drukker adviseert hierin, stuurt en maakt waar nodig proefdrukken. Het gaat erom wat je wilt. Als je dat weet, kun je het laten maken. Als je iets wilt bereiken, moet je iemand daarvan overtuigen, ook de drukker.

Als ontwerper ben je op zoek naar een aanleiding om een bepaalde papiersoort in te zetten. Daarbij draait het om de visuele uitstraling.

Ik, als aankomend grafisch vormgever, heb door het schrijven van deze scriptie de ins en outs van het ontwerpproces gezien. Ik heb geleerd dat je niet op het laatst een papier uitkiest, maar dat je bewuste keuzes maakt. Papierkeuze komt voort uit je concept. Je begint vooraan in het ontwerpproces. Je beargumenteert de papierkeuze als totaal en als onderdeel van het ontwerp. Het is daarbij heel belangrijk dat je technisch goed voor-bereid bent. Ook moet je ruimschoots gebruik maken van de mogelijkheden die er zijn. Daarbij kunnen de papierleverancier en de drukker door hun kennis en ervaring een adviserende rol hebben. Dat is voor een beginnende ontwerper van groot belang. Deze mensen willen je graag advies geven, want daaruit ontstaat een goed bedacht ontwerp en uiteindelijk een mooi vormgegeven boek.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het directielid dat dit onderzoek heeft ingesteld staat voor de taak de aandeelhouders te overtuigen van de wenselijkheid om als eerste bedrijf over te stappen op een meer

© Malmberg, 's-Hertogenbosch | blz 1 van 4 Argus Clou Natuur en Techniek | groep 7/8 | Je ziet het niet, maar het is er wel?. ARGUS CLOU NATUUR EN TECHNIEK | LESSUGGESTIE |

Dit onderzoek toont aan dat taaltraining niet voor iedereen voordelen biedt, maar dat een kleine groep ouderen met een hogere intelligentie baat heeft bij de training, en wel met

 Derdens: Die besluit (Artikel 12 van die notule gedateer 12 Februarie 1859) om kennis te gee aan die President en die Uitvoerende Raad oor die ontstaan van die Gereformeerde

Aangezien jonge kinderen per kilogram lichaamsgewicht een aanzienlijk hoger percentage melk in het voedselpatroon hebben dan volwassenen, en er in de melk niet alleen residuen

Furthermore, an interesting result was obtained from the rankings per stakeholder group. The following table highlights how the different stakeholder groups perceive communication and

Daar is lang niet iedereen even goed in.’ Een voorbeeld is hoe wij kennis uitwisselen met organisaties in de.. Stichting Odion is een zorgorganisatie die ondersteuning biedt aan

• Privacy van vrije sector appartementen met bijbehorende tuin, dit betekent dat er geen verbindingsbruggetje voor wandelaars komt naar de Rijsdijk.. • Voor de beschoeiing willen