• No results found

(mee)Doen: design your own cover

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "(mee)Doen: design your own cover"

Copied!
38
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

(mee)DOEN

Design

your

own

cover

(2)

Scriptie van Judith Klauwers Grafische ontwerpen St.joost Breda 07|08

(3)

(mee)DOEN

Voorwoord

Voorwoord

Zolang ik me kan herinneren ben ik gefascineerd door beelden om mij heen. Tijdens het lezen van een krant of tijdschriften screen ik het docu-ment altijd eerst door op beelden. Trekt een beeld mijn aandacht, dan ga ik mij in de tekst verdiepen. Dat beelden mij meer vertellen dan woorden, vindt zijn oorsprong in mijn dyslexie.

Het alfabet bestaat uit zesentwintig verschillende tekens, die in verschil-lende volgorde een andere betekenis krijgen. Dat is voor mij geen vanzelf-sprekendheid. Ik ben een zogeheten beelddenker; voor mij is het lezen van een tekst eigenlijk een grote diashow. Dit gebeurt in een heel hoog tempo, waarvan ik me niet bewust ben en dit kan ook bij mij tot verwarring leiden tijdens het lezen. Als er bijvoorbeeld geschreven staat: “Piet zit te vissen bij de rivier” kan ik dit vertalen in beelden en interpreteren als “Piet zit te hengelen bij de beek”, dus ongeveer dezelfde betekenis, maar wel met een andere inhoud.

Mijn passie voor beelden gaat zelfs zover, dat ik er mijn beroep van wil maken, beeldmaakster, grafisch ontwerpster. Ik behoor tot de jongste generatie ontwerpers, die met de computer is opgegroeid. Na mijn eerste spelletjescomputer Commodore heb ik nu gekozen voor een Apple G5 met een gebruiksvriendelijke interface.

Volgens de onderzoekers van media Savvr 6 behoor ik tot de

Yahoo-gene-ratie ofwel de Google-geneYahoo-gene-ratie. ‘Zij weet wat ze doet en doet het allemaal tegelijk . Zij heeft aandacht voor alles, maar zelden volle aandacht voor iets. Zij heeft een eigen laptop en een eigen televisie en zet die die apparaten aan zodra ze op haar eigen kamer komt; houdt contact met vrienden door

middel van het mobieltje, mail en msn. Creert een eigen vriendennetwerk op internet via ‘Hyves, profile en blogs.’ Ik kan me in deze beschrijving helemaal vinden.

Dat er in onze maatschappij heel veel beelden in omloop zijn is wel zeker, zij vervullen een belangrijke rol. Door de beelden blijft de wereld om ons heen begrijpbaar, zij geven ons inzichten. Ik merk dat mijn fascinatie voor beelden door steeds meer mensen gedeeld wordt. Een paar uitspraken van viendinnen; ‘Moet je deze foto op mijn mobieletje zien’ ‘ Heb jij je hyves profile al gepimpt?’ ‘ Ik heb mijn eigen postzegels ontworpen voor de kerst’. Ik zie overal om mij heen dat de visuele geletterdheid steeds groter wordt. Naast professionele beelden-makers, gaan nu ook de kijkers hun eigen beelden creeren en plaatsen deze massaal in het publieke domein. Wie zijn deze mensen, (kijkers van de beeldcultuur) die na hun werk niet languit op de bank gaan liggen, maar hun computer aanzetten en filmpjes gaan maken, muziek componeren, bloggs bijhouden, foto’s bewerken? Waar komt deze drang vandaan? Waar komt de behoefte vandaan om beelden te creeren? Welk doel dienen deze beelden? Wie zijn de makers?

Als bijna afgestudeerd grafische ontwerpster vraag ik me af: Wat is mijn werkterrein tussen al die participerende kijkers? Verdwijnt de ontwerper naar de achtergrond? Wat is mijn rol? Hoe kan ik de dialoog aangaan met de kijker? Hoe kan ik de participerende kijker toelaten in mijn ontwerpen? Reden genoeg om van deze vraagstelling mijn scriptieonderwerp te maken.

(4)

(mee)DOEN

Mijn vraagstelling: De kijker participeert steeds meer in de beeldcultuur wat betekent dit voor de grafisch ontwerper?

Voorwoord

07 08

(5)

(mee)DOEN

Inleiding

In hoofdstuk 1 beschrijf ik wat ik in deze scriptie bedoel met de participa-tie van de kijker. Ik vraag me af waar die participaparticipa-tiedrang vandaan komt. In Hoofdstuk 2 beschrijf ik een aantal ontwikkelingen in de samenleving die van invloed zijn geweest op het ontstaan van de wens van de kijker om invloed uit te oefenen op de beeldcultuur. Verschillende maatschappelijke en technologische ontwikkelingen die met elkaar samenhangen en bein-vloeden hebben daarbij een rol gespeeld. Ik ga even terug in de tijd om uit te komen bij het nu.

In hoofdstuk 3 beschrijf ik de participatie van de kijker in de beleveniseco-nomie van nu, waarin de ervaring van de kijker centraal staat.

De eerste generatie is de experience-economie, de tweede generatie de co-creatie.

Omdat de ervaring centraal staat in de beleveniseconomie beschrijf ik in hoofdstuk 4 hoe het ervaringsproces in elkaar zit en waarom ervaringen van belang zijn voor de kijker. Ik ga in dit hoofdstuk ook in op het per-soonlijke ervaringsproces omdat de co-creatie daarop inspeelt.

In hoofdstuk 5 ga ik in op de taak en de rol van de grafisch ontwerper en over de ruimte die de grafisch ontwerper kan bieden om de kijker te laten participeren bij zijn ontwerp proces. Ik beschrijf drie vormen en laat wat voorbeelden de revue passeren.

In hoofdstuk 6 beschrijf ik de Ikea Case, een grote spelers in onze beeld-cultuur, die ons de indruk geeft dat de kijker zelf ontwerper is. Ik laat zien welke marketingstrategie daarvoor ingezet wordt en in hoeverre de kijker werkelijk participeert in het ontwerp.

Mijn conclusies beschrijf ik in hoofstuk 7.

Inleiding

(6)

(mee)DOEN

Voorwoord Inleiding 1.0 Paticiperen definitie 2.0 Veranderende samenleving 2.1 Open samenleving 2.2 Individualisme 2.3 Prive en publiek 2.4 Media 2.5 Authenticiteit 2.6 Globalisering 2.7 Identiteit 3.0 Experience 3.1 Experience-economie 3.2 Co-creatie 4.0 Ervaring 4.1 Evaringsproces

4.2 Betekenisvolle persoonlijke ervaring 5.0 Ontwerp

5.1 Rol van de ontwerper 5.2 Paticipatie in het ontwerp 5.3 Mentale participatie 5.4 Creërende participatie 5.5 Platforum creëren 6.0 Case 6.1 IKEA 7.0 Conclusie Bronvermelding

Inhoudsopgave

pagina 05 09 13 15 15 16 17 18 19 21 21 31 31 33 45 45 47 49 49 51 51 52 53 61 61 71 75

(7)

(mee)DOEN

1.0 Participeren definitie

par·ti·ci·pe·ren 1 deelnemen, deelhebben => meedoen 35

Participatie is deelnemen, deelhebben; het meedoen. In deze scriptie ga ik de participatie van de kijker bespreken in relatie tot de beeldcultuur. Ik beperk me tot de moderne westerse samenleving.

Het gaat mij om de betrokkenheid van de kijker bij beslissingen over de vormgeving van hun eigen leefomgeving, de beeldcultuur. Lange tijd is het veld van de beeldcultuur beheerst door de professionals, maar de kijker wint steeds meer terrein.

Max Bruinsma zegt hierover: ‘Eén van de interessantste ontwikkelingen in de westerse cultuur is dat steeds meer kijkers deelnemen aan de beeldcul-tuur. Ze zijn niet alleen kijkers, maar ook lezers en ook steeds vaker auteurs. Er ontstaat, met andere woorden, een steeds breder gedeelde visuele gelet-terdheid. Met dat laatste bedoel ik dat beelden steeds vaker en steeds meer, ook door niet-professionele beeldmakers worden gebruikt om een gedach-te, een idee, een mening, een argument uit te drukken; onder woorden te brengen, zou je vroeger gezegd hebben.

We kennen de uitdrukking ‘onder beelden brengen’ nog niet, maar het zal niet lang meer duren. Het woord ‘visualiseren’ is hier een voorbode van. Hiermee wordt iets anders bedoeld dan het aloude ‘in beeld brengen’, wat letterlijk ‘onder ogen brengen’ betekent. Visualiseren is voorstellen. Iets wat er niet is in beeld voorstelbaar en begrijpbaar maken. 9

Je kunt je afvragen waar deze participatiedrang vandaan komt? Volgens mij heeft ‘het willen meedoen’ te maken met verschillende ontwikkeling in onze westerse samenleving. Ik denk dat het voor ontwerpers van belang is hiervan kennis te hebben en inzicht te hebben in de elementen die daarbij een belangrijke rol spelen; met dat inzicht kan je beter aansluiten bij de kijker. Daarom beschrijf ik in het volgende hoofdstuk kort de veranderin-gen in de samenleving van de afgelopen eeuw tot nu toe. 6

Participatie definitie

(8)

(mee)DOEN

2.0 De veranderende samenleving

De maatschappij en de burger (de kijker) hebben de afgelopen jaren vele verandering ondergaan. ‘Verandering is het waar het in de samenleving en in

het leven om draait. Het bestaan staat gelijk aan permanente verandering’ zoals

filosoof Zygmunt zo mooi zegt. 6

De beeldcultuur is een weerspiegeling van deze verandering. Er zijn veel invloeden die daar mee samenhangen en ik ga in het kort een paar onder-delen beschrijven, die naar mij idee van belang zijn.

2.1 Open samenleving

We zijn van een gesloten naar een open samenleving gegroeid. Van een overheid, die autoriteit had en de regels opstelde en de burger, die niet veel had in te brengen, naar een horizontale samenleving, waarbij de burger inspraak heeft en er gevraagd wordt naar zijn mening en behoeftes. Dorien Pessers, een bekend rechten filosoof beschrijft dit gegeven mooi in haar opinie katern in de NRC:

De overheid heeft in de loop van de vorige eeuw een ingrijpende gedaan-teverwisseling ondergaan. Het is geen hierarchische, autoritaire en forma-listische overheid meer, die vanuit de hoogte gebiedt of verbiedt, maar een overheid die gedoogt, luistert en interactief is. De overheid wil zorgzaam zijn en richt zich meer en meer op een gelijkwaardige verhouding tus-sen burgers. De overheid stelt tegenwoordig kaders van regels en wetten op, waarin de burger kan particieren. De burger wordt als een consument, cliënt, student of cultuurliefhebber uitgenodigd zelf ‘achter het stuur’ te gaan zitten en met behulp van persoonsgebonden budgetten, vouchers en

‘rugzakjes’ het aanbod van publieke diensten te sturen. 13

Dit betekent dat wij als burgers zelf keuzes mogen en moeten maken en dat wij ook verantwoordelijk zijn voor de gevolgen van die keuzes. Wij krijgen steeds meer ruimte om ons eigen leven vorm te geven in een wereld, waarin we omkomen in keuzes en opties.

Welke zorgverzekeraar neem je bijvoorbeeld? Welk pakket kies je ? Welke dokter kies je en als je bij de dokter bent wordt er vaak ook eerst gevraagd: ‘Wat denk je er zelf van?’

De burger is hierdoor mondiger geworden en heeft een groter vertrouwen gekregen in zijn eigen kunnen en durft te gaan participeren. Het on-wankelbare vertrouwen in de professionals is afgenomen. Mensen willen meedoen op machtsposities. De huis-, tuin- en keukenpolitiek van de LPF is een voor de hand liggend voorbeeld.

2.2 Individualisme

Wat je als persoon, als individu belangrijk vindt, wordt steeds belangrijker in de huidige maatschappij.

Er is een verschuiving van collectiviteit, de massa naar een samenleving waarbij het individu en zijn behoeften meer centraal staat.

“Jezelf worden was het hoogste doel aan het eind van de twintigste eeuw. Het IK-tijdperk was oorsprokelijk in 1975 bedacht door de Amerikaanse journalist Tom Molfe in The My Dacade en was de finale bekroning van de moderne tijd. Alles had de mensheid al meegemaakt; de industralisatie, de massamedia, het nazisme, het kapitalisme en het socialisme. Aan het einde van onze lange, barre exodus uit de donkere middeleeuwen, de totale venietiging door een kernoorlog dreigde, de aarde raakte op, de economie was stuk en ondekten we onzelf. 6

Het individualisme gaat uit van een zekere zin van autonomie ‘eigenheid’. We willen niet langer dat er keuzes voor ons gemaakt worden en willen zo min mogelijk grenzen opgelegd krijgen. We willen onszelf kunnen zijn in alle situaties.

We gaan steeds meer waarde aan onze privacy hechten. Iedereen trekt zich terug in zijn eigen cirkel, achter zijn eigen grens. Hoe gaan we met elkaar om? In de steden kennen de buren elkaar vaak niet meer en men spreekt

De veranderende samenleving

(9)

(mee)DOEN

elkaar niet meer aan op straat. Als je de weg niet meer weet, vraag je dat niet aan een onbekende op straat, maar bel je iemand op die het even voor je opzoekt.

Door communicatieapparatuur wordt het individualisme versterkt. Heel veel mensen met oordopjes van de iPod sluiten zich af van de anderen.c pag.25.

Wij zoeken niet meer direct fysiek contact, wij onderhouden onze contac-ten met mobiele telefoons en stellen ons voortdurend op de hoogte waar iedereen is en wat ze aan het doen zijn.

Aan de andere kant willen wij ons toch ook wel verbonden voelen met anderen. We willen nog steeds tot groepen behoren, maar nu zoeken we de contacten zelf uit, en worden minder bepaald door voorgeschreven familie-banden en de directe omgeving.

We bouwen aan netwerken die voor ons zelf betekenis hebben en iets toe-voegen aan ons leven. Dit soort relaties zijn vaak vluchtig en vrijblijvend. Deze flexibele sociale contacten vinden we in de moderne virtuele net-werken, MSN, blogs, mail, chatboxen, discussieplatforms en Second Life waar je ook wordt uitgedaagd om creatief te zijn, om een wereld te helpen creëren. Centraal staat de ontmoeting op zichzelf, het delen van kennis en betrokkenheid.

Aan de andere kant zien we ook een tendens naar de massa, de massa-evenementen. Een goed voorbeeld is het driedaagse muziekevenement Low-Lands, waar ik zelf dit jaar een van de 60.000 bezoekers was. c.pag.26

De massa wil worden vermaakt en tegelijkertijd zijn eigen keuzes daarin maken. Een uniek individu tussen duizenden andere unieke individuen, een vorm van de vrijetijdseconomie in een wereld waarin iedereen druk, druk, druk is en minder vrije tijd heeft, wil hij die vrije tijd op een betekenisvolle manier invullen.

2.3 Prive en publiek

Een ander element van de open samenleving is dat de publieke en privé grenzen steeds meer vervagen. Ik heb hiervoor beschreven dat wij ons terugtrekken in onze eigen privécirkel, maar van de andere kant komen er steeds meer privézaken in de openbaarheid.

“I want to have it now, and I want to have it all.” (Gentse filosoof Koen

Raes) Dat is de houding van mensen die zich op straat of op tv precies

hetzelfde gedragen als thuis. Ze hebben niet het geringste vermoeden dat zij in hun rol van burger andere verantwoordelijkheden hebben dan thuis, als privé-persoon.’ Persoonlijke gevoelens worden niet meer afgeschermd voor anderen, maar juist uitdrukkelijk in de openbaarheid gebracht. Dorien Pessers: ‘Zij lijden onder de tirannie van het persoonlijke.’ 14

Gesprekken die vroeger binnenshuis bleven worden nu op straat besproken. In de trein word ik regelmatig geconfronteerd met persoonlijke gesprekken van mensen die tegenover mij bellen met hun mobiele telefoon. Ik weet dat haar moeder een week op vakantie gaat, haar vriendin vreemd is gegaan en dat ze zelf denkt dat ze een geslachtsziekte heeft opgelopen. Ook op tele-visie zoals bij Big Brother en de Gouden Kooi zien we het dagelijks leven, inclusief de intieme momenten van de deelnemers. De prive beelden bleven vroeger binnenshuis, maar worden tegenwoordig in grote mate publiek en wereldkundig gemaakt. We leven in een culuur waarin uiterlijk vertoon vooropstaat.

2.4 Media

Door de nieuwe technologie hebben wij naast de gedrukte media zoals kranten tijdschriften, andere ingangen gekregen tot informatie en kennis; internet en televisie zijn de belangrijkste voorbeelden. Het wereldnieuws, oorlogen, de beursgang, natuurrampen en terroristische aanslagen zijn 24 uur per dag te volgen en/of op te zoeken, het heeft ons leven drastisch veranderd.

Door de nieuwe technologie en communicatie middelen is de wereld steeds transparanter geworden, het heeft gezorgd voor de democratisering van de informatie en daarnaast voor een informatieovervloed. Tegenwoordig lijkt het wel zo te zijn dat je zonder media bijna niets meer weet en mee maakt. Wij willen alles wel meemaken en dit zie je ook aan de manier waarop we met de media omgaan, wispelturig, alles door elkaar de zogenoemde zapcultuur.

Internet is een grote open bron van kennis, waar iedereen uit kan putten. Op elk moment van de dag, overal ter wereld, gratis, elke dag weer anders en voortdurend in beweging. Wat dat betreft is het een goede

De veranderende samenleving

(10)

(mee)DOEN

afspiegeling van onze maatschappij.

Het is een open medium, een communicatieplatform, waar iedereen ook nog eens zijn deel aan toe kan voegen. Iedereen kan zijn eigen website creëren, waarvan hij zelf de inhoud bepaalt. Je kunt discussiëren op platfo-rums. Iedere willekeurige bezoeker kan informatie toevoegen en bewerken, bijvoorbeeld bij Wikipedia, hierdoor is het niet zeker is dat de informatie betrouwbaar is. Wie controleert de inhoud? Bij Wikipedia zijn dit de ge-bruikers zelf. (google en rss plug-in helpen ons daarbij)

In de eigentijdse samenleving is het voor iedereen steeds meer noodzakelijk om zelf journalist te zijn; we leven in een redactionele maatschappij, waar ons overleven afhankelijk is van het effectief en doelmatig vinden, evalue-ren, bewerken, aanpassen en doorsturen van informatie. 6

Door de opkomst van digitale media en fotografie wordt het beeld mak-kelijk manipuleerbaar en reproduceerbaar. De beelden bestaan uit pixels en zijn hierdoor te tonen op diverse media. Digitale beelden hoeven niet te worden afgedrukt maar kunnen worden getoond op beeldschermen en is bijna kosteloos voor de gebruiker. Beelden zijn steeds vaker niet meer fysiek aanwezig maar worden opgeslagen op geheugen kaarten of cd-roms. Het zorgt voor een bepaalde vrijblijvendheid; een beeld hoeft niet meer defini-tief te zijn. Appletje Z de knop <undo> een bewerking vanuit de computer is een mogelijkheid die langzaam maar zeker ook in het dagelijkse leven is geslopen. Een handeling hoeft niet definitief te zijn omdat alles terugge-draaid kan worden. Elke handeling krijgt daardoor iets voorlopigs, alles is een poging, want alles mag nog over gedaan worden. 10

Door de nieuwe technologie, media en doe-het-zelf software heeft iedereen makkelijk toegang tot nieuwe middelen om beelden te creeren, publiceren en distibueren. Hierdoor ontstaan er nieuwe verhoudingen waarbij kijkers van de beeldcultuur zich als een maker gaan gedragen. De geindividuali-seerde beeldconsument is aan de macht; niet alleen consumeert hij precies die media die hij wil, ook creëert hij zijn eigen media. Als hij wat te melden heeft dan kan hij dit binnen enkele minuten publiek maken.

2.5 Authenticiteit

Onder invloed van de continue stroom aan beelden zijn we er in zekere zin immuun voor geworden. We verlangen naar authenticiteit, ook in onze

beelden, beelden van de straat, ruw en onversneden, alsof we het zelf mee-maken. De geindividualiseerde beeldconsument wil niet opgelegd krijgen welke beelden hij wel en niet belangrijk zou moeten vinden, of zou mogen zien.

‘Massamedia worden sceptisch bekeken of zelfs gewantrouwd, de

(echtheids)waarde van berichten en beelden wordt betwijfeld. Alles kan alles zijn: is het wel echt? We weten dat de huidige media geen kristalheldere vensters zijn, maar strategische communicatiekanalen.’ Felix Janssen 34

Een foto zegt meer over de fotograaf dan over de werkelijkheid, wij denken dat we heel veel weten, inzicht hebben over onze wereld. Maar deze wereld is geschapen vanuit een perspectief, een kader van een beeldmaker. Net zo als elk artikel in de krant vanuit de visie van een journalist is geschreven. Wij richten ons steeds meer op onze eigen kennis en de een op bronnen. Geen voorgekookte informatie meer! Het is steeds gewoner om een camera of een telefoon met camera op zak te hebben. In de journalistiek wordt daar dankbaar gebruik van gemaakt.

Rotterdam, 31 mei. Het bekendste Nederlandse voorbeeld van een nieuws-waardige foto die met een mobieltje werd genomen is de foto van Theo van Gogh, vlak nadat hij werd doodgeschoten en neergestoken in Amsterdam op de Linnaeusstraat in november 2004. Een voorbijganger, mijnheer Bos-kama, nam met zijn mobiele telefooncamera vanuit zijn auto een foto van de dode Van Gogh met twee messen in zijn lichaam. Nadat hij op Teletekst had gelezen dat het om Theo van Gogh ging, verkocht hij het beeld aan De Telegraaf., die de foto op de voorpagina plaatste. Tien jaar geleden zou Boskma geïnterviewd zijn als ooggetuige; door zijn camera was hij nu zelf de maker van het nieuws geworden. 11 c pag. 27

Amateurfotografie is getuigenfotografie; het is de ware ellende op tele-foonformaat, deze beelden voorzien naar mijn idee in een behoefte van veel kijkers. De kijker wil geen mooie en esthetische fotografie, hij wil meer! Hij wil dichterbij komen; dichterbij dan een ooggetuige kan niet. De kwaliteit doet er dan niet zo toe; het gaat om de echtheid. ‘Minder is Meer’

Het draait om participatie; eenrichtingsverkeer van de media word als leugen gezien. c pag. 28

De veranderende samenleving

(11)

(mee)DOEN

2.6 Globalisering

Ook de landsgrenzen worden opener; binnen Europa kun je nu vrij reizen. Het wordt steeds normaler om aan de andere kant van de wereld op vakantie te gaan, een ander voorbeeld van de vrijetijdseconomie. Zelf ben ik voordat ik deze studie begon een jaar op reis geweest naar Australië. De mensen in het straatbeeld daar verschillen niet zoveel met die van hier. De grote concerns, die de dienst uitmaken in de westerse samenleving zijn daar ook actief; over globalisering gesproken!

‘De huidige tijd wordt vaak ‘het tijdperk van de globalisering’ genoemd. De aarde wordt steeds kleiner is ook een veel gehoorde kreet. Globalisering be-tekent dat mensen wereldwijd steeds meer met elkaar in verbinding staan. Bij het begrip globalisering denken veel mensen meteen aan de toenemen-de wereldhantoenemen-del. Maar globalisering betekent niet alleen dat hantoenemen-delswaar, maar ook media, politieke ideeën, mensenrechten makkelijker hun weg vinden over de wereldbol. Politieke systemen, economieën en culturen heb-ben steeds meer invloed op elkaar, alsgevolg van technologische innovaties en toenemende vrijhandel. Landsgrenzen vervagen en mensen reizen meer dan ooit hierdoor. 22

Globalisering leidt tot een grote uitwissing op verschillende vlakken maar ook een steeds grotere eenheidsworst.

Gelijkheid is een contradictie, in een wereld waarin iedereen zich wil onderscheiden.

2.7 Identiteit

Zoals ik al heb geschreven willen mensen zich onderscheiden van anderen in hun omgeving, een identiteit ontwikkelen en benadrukken. Wij willen ons eigen leven vorm geven. Mensen ontlenen hun identiteit steeds vaker aan commerciële producten. De consument is aan de macht!

Hij voelt zich vrij om steeds een wisselende groep te kiezen om toe te behoren; een groep waarbij hij zich op dat moment (in die levensfase) of op dat ogenblik (van de dag) prettig voelt. Iedereen leeft in verschillende werelden met verschillende visies, maar worden wel door elkaar beinvloed. Iedereen leeft immers door en met elkaar. 3

De commerciële producten met dezelfde functie lijken steeds meer op elkaar. Om zich te onderscheiden willen producenten emoties los krijgen

bij de doelgroep om hun te verbinden aan het product. Zij gaan een imago creëren waar emoties aan vast zitten, waardoor iemand zich aangetrokken voelt tot het product. Door bijvoorbeeld Nike schoenen aan te trekken neem je het imago (sportief, dynamisch en jong) over, die bij dit product horen. De betekenis van een product voor de consument is belangrijker dan het fysieke product zelf. Daarom is het merk, de sfeer erom heen, de associaties die het product oproept zo belangrijk geworden.

De mens wil met zijn eigen identiteit naar buiten treden, zichzelf laten zien en daarin gezien worden. Welk beeld heeft de mens van zichzelf? Hoe wil hij gezien worden? Hoe wil hij door belangrijke anderen gezien worden? Toon mij je Flickr-album of Hyves d pag. 29 pagina en ik zeg je wie je bent.

Grote groepen mensen hebben zelfgemaakte digitale foto’s op die site’s gezet, in vrijwel alle denkbare categorieen, in lengte, breedte en diepte doorzoekbaar voor iedere bezoeker. Deze beelden zijn onze identiteit op het internet en een onderdeel van onze beeldcultuur.

‘Visual culture does not depend on pictures themselves but the modern tendency to picture or visualize culture. Visual culture is new, preciseley because of its focus on the visual as a place where meaningare created and contested.’

Nicholas Mirzoeff 1

Descartes zei: Ik denk dus ik ben, maar sinds enige tijd lijkt het niet meer zo belangrijk wat je denkt, het gaat om je image, het beeld dat je oproept. Ontwikkelingen als bijvoorbeeld MTV, het wereldwijde massa medium, dat draait om beeld en klank, vormt daarvoor het bewijs. Het lijkt erop dat mijn identiteit niet langer is wat ik ben, maar hoe ik vorm geef aan mijn bestaan. 15 c pag. 30

We hechten steeds meer waarde aan welke signalen er uitgaan naar mijn omgeving. Maar welke signalen komen er nu eigenlijk nog binnen? We worden overspoeld met signalen, de mooie imagoplaatjes uit de reclame komen niet meer binnen bij de nieuwe mediaconsument. De zappende nieuwe media consument kijkt niet meer naar de boodschappen van de producenten, alles gaat in flitsen voorbij.

Het leven van het hedendaagse individu vraagt om een permanente staat van paraatheid van het wakende bewustzijn, die voorkomt dat er allerlei

De veranderende samenleving

(12)

(mee)DOEN

gebeurtenissen langs de lijnen van gelijkheid en op basis van gewoontevor-ming of gewenning in het geheugen worden opgeslagen en dus tot ervaring worden. (Benjamin) 4

Losse opzichzelfstaande gebeurtenissen zullen niet bij ons blijven en niet worden opgeslagen. De producenten moeten georganiseerde gebeurtenissen creëren, zodat die tot ervaringen zullen leiden.

Conclusie

De maatschappij is opener en horizontaler geworden waardoor de kijker meer ruimte heeft gekregen om te gaan participeren. De technologische ontwikkelingen bieden nieuwe mogelijkheden en versterken de participa-tie dit is o.a. in de beeldcultuur te zien in de enorme toename van beelden. Mensen zijn opzoek naar wie ze zijn, zijn zich steeds meer bewust van hun eigenheid. Willen hun eigen keuzes maken en deze naar buiten uitdragen. En willen in toenemende mate invloed hebben op de vormgeving van hun leven.

In het volgde hoofdstuk ga ik veder in op de samenleving en de economie waarin de ervaring en de participatie van de kijker centraal staat.

De veranderende samenleving

(13)

25 c Indivualisme tec hnologie , tr ein c Lo wlands, Biddingshuiz en 26

(14)

c Theo van Gogh, Linna eusstr aat, 2004 c O ver al c amer a’s, A mster dam 27 28

(15)

d Hy ves, vr iendensite c Har ajuku Identiteit? 29 30

(16)

(mee)DOEN

persoonlijk op ‘gewoon doen’. De slagzin is een vondst van Dan Wieden; “According to company legend, it came out of a meeting in 1988 between Nike

and the advertising agency Wieden and Kennedy, in which Dan Wieden reputedly said: You Nike guys, you just do it.”

De boodschap voor de werknemers van Nike?

“What’s past is past. We know what we have to do. Let’s just go get it done. Let’s kick some ass.” 21

Een uitspraak die al twintig jaar oud is maar helemaal in de experience economie past.

De Nederlandse grafische ontwerper Felix Janssens gaat in de tegenaan-val met zijn : UN - plug / BE - invisible / DO - not move affices. Ewan Lentjes hierover; ‘Wat te doen wanneer de wereld jou beïnvloedt, maar jijzelf

buiten spel staat?’ luidt, in kleiner corps de vraag. Ga onder in de massa, zo licht Janssens toe, niet om verloren te gaan maar om in een zelf gekozen verban-ning te bepalen hoe en met wie je verbonden wilt zijn. De affiches roepen op tot ontkenning, het onzichtbaar worden voor alle commerciële en calculerende netwerken. Een vorm van bewust ontsnappen, gestoeld op het fundament van de persoonlijke integriteit.’ 12 j pag. 37

Een kritische vraag, zijn zij wel zo vrij, als we denken?

‘Just do it’ wordt in optima forma uitgedragen in Nike Town c pag. 40,

beleve-nis-winkelen. De Londen-vestiging opende in 1999 zijn deuren met een oppervlakte van 6.500 m2; een plek voor inspiratie en informatie. Het biedt eerste klas service met 350 personeelsleden, mogelijkheden om te beleven en plezier in sport te hebben. Bekende sporthelden komen geregeld langs en verzorgen clinics. Daarnaast wordt er natuurlijk ook de gehele collectie schoenen, kleding etc. getoond en verkocht!

Andere voorbeelden van de experience economie zijn de Hardrock Cafés, Heineken Experience c pag. 39, Thema Restaurants en het muziekevenement

als Low Lands dat ik eerder heb genoemd. Een belevenis, toegevoegd aan een product heeft voor de klant een hogere toegevoegde waarde en…..ze betalen er graag voor.

De producenten nodigen ons uit om een moment van ons leven te vieren met en willen ons het gevoel geven dat het product daar onderdeel van

Experience

3.0 Experience

We leven nu in een beleveniseconomie; dit is een economie die in hoofd-zaak draait om het verhandelen van belevenissen. Bij armoede houden mensen zich bezig met eten, drinken en een dak boven hun hoofd; de eerste materiële levensbehoeften. In onze welvarende maatschappij is het voor de meeste mensen geen probleem om de eerste levensbehoefte te bevredigen; er is zelfs sprake van overvloed. Momenteel wordt er meer ingespeeld op de psychische behoeften.

Het idividu is tegenwoordig opzoek is naar identiteit en authenciteit. Mensen willen zich vrij voelen de eigen regie hebben en zich met mensen verbinden en genieten. Het is de vraag of de meeste mensen werkelijk afwijkend willen zijn van de grote groep, het normale. Gaat het niet eerder om in illusie? Zijn wij wel echt vrij? En bestaat er authenticiteit? Of is dit een illusie die wij ons zelf voorhouden, die wordt verkocht door de

producenten. We hebben behoefte aan een goed verhaal en zijn bereid daar voor te betalen.

3.1 Experience economie

In de eerste generatie experience economie zagen we, dat producenten zich richten op groepsevenementen en retailconcepten. Het bedrijf bepaalt het aanbod en de klanten gaan beleven. Het brengt de consument plezier, ont-spanning en een positieve ervaring ten behoeve van de vrije consumenten, die op zoek gaan naar nieuwe avonturen en uitzonderlijke ervaringen. De nadruk ligt vaak op het beleven en het doen. Nike is een mooi voorbeeld met ‘Just do it’ c pag. 38. In hun reclame- campagne roepen ze de consumenten

(17)

(mee)DOEN

consument zonder hem niet had gekunt. Er zijn verschillende participatie niveau’s in de huidige co-creatie beeldcultuur. Ik beschrijf het model Huub Vulink van VODW die deze beschreef in de tekst co-creatie maakt tot ambassadeur, van consumer naar producer. 21

1. Selector Traditional product-testing & research

De producent legt enkele productideeën voor aan de consument. Deze wordt ge-vraagd te kiezen welk idee in de markt gezet moet worden. Dit is te vergelijken met traditioneel marktonderzoek en concepttesten.

Iedereen is vast wel is aangesproken op straat, ik al meerdere keren, om mee te doen voor een onderzoek. Welke chips smaken het lekkerst, ziet er het best uit.

2. Personaliser Personalisation of standard products

Consumenten kunnen bepaalde onderdelen van standaardproducten zelf aanpas-sen. Vaak gaat het hier om kleuren of stijlen, de keuzemogelijkheden zijn meestal vastomlijnd.

Het begint eigelijk al met de keuze van je eigen ringtoon op je mobiele telefoon, je eigen liedjes op je iPod. En je iPod voorzien van eigen hoesje en eigen tekst laten ingraveren.

Ook in de beeldcultuur zien we dit verschijnsel terug, bij de Postbank kun je je eigen bankpas ontwerpen c pag. 41, bij Penguin je eigen boekomslag en bij

Nike je eigen schoenen. Het personaliseren, custumizen van het product door onderdelen een eigen invulling te geven en details toe te voegen. ‘Just do it... yourself ’. De kijker mag eerst een keuze maken voor de basis: De schoen, je kunt kiezen verschillende elementen om de schoenen te voorzien van een andere kleuren in zowel, stof, veter en zolen. Het Nike-logo een eigen kleur te geven, of de schoen te personaliseren met een woord of zin. Het sluit helemaal aan bij de consumenten van nu ‘Ik ben geen deel van massacultuur en wil mijn eigen leven vormgeven’. 30 i pag. 42

3. Inspirator Idea generation for product (directions)

De producent lanceert een ideeënwedstrijd. Consumenten kunnen hun ideeën insturen en de producent of de consumenten zelf kiezen een winnaar. Vaak wordt het winnende idee in productie genomen.

De Hema heeft al jaren lang een ontwerpers design-wedstrijd waarbij ook

Experience

uitmaakt; alsof de ervaring niet zonder dit product kan. Er groeit kritiek tegen deze benadering; de consument raakt er door verveeld en vindt het vaak te vlak en te commercieel.

3.2 Tweede generatie (co-creatie)

De experience-economie wordt door veel consumenten inmiddels als commercieel en onpersoonlijk ervaren. De tweede generatie, de co-creatie richt zich daarom op het individu en neemt als uitgangspunt de persoon-lijke en sociaal-culturele waarde.

Een goede definitie van co-creatie is ‘Een open en continue samenwerking tussen organisaties en consumenten om producten, diensten, ideeën, infor-matie en beleving te definiëren en te creëren. De consument wordt actief betrokken bij een of meer stadia van het ontwikkelingsproces, waardoor producten ontstaan die een unieke persoonlijke ervaring opleveren.’ 21

De aandacht van de producent, die gericht was op het eigen product en de verkoop hiervan is nu verschoven naar de vraag; wat wil de consument met mijn product? De producenten gaan een dialoog aan met de consument. Zij nemen een actieve houding aan en nodigen de consumenten uit zich ook actief op te stellen.

Dit betekent naast luisteren ook inlevingsvermogen, eerlijk en open zijn en betrokkenheid tonen naar de consument. Wat houdt de consument bezig? Wat zijn de behoeftes? De consument in de verschillende stadia van het ontwikkelingsproces betrekken, kan een product net dat beetje extra geven om betrokkenheid te creëren. De consument krijgt hierdoor meer invloed op de ontwikkeling van producten en diensten.

De consument is tegenwoordig goed geinformeerd, ge-netwerkt, actief, globaal en op zoek. Vanuit deze actieve houding zoekt hij zelf contact met de producenten, waardoor ze in feite samen met bedrijven nieuwe waarde creeeren. Ook krijgt hij een steeds sterkere wil om zelf te creeren; wil pro-ducten waaraan zelf is meegewerkt. De I-pod, waar de eigen muziek-keuze kan worden geprogrameerd is daar een voorbeeld van.

Maar ook in de beeldcultuur zijn voorbeelden te over: denk aan de post-zegels van TNT, waarbij de consument de postzegel kan voorzien van een eigen beeld. Dit leidt tot nieuwe verhoudingen, waarbij gebruikers zich gedragen als makers. De producent creert de mogelijkheden, wat de

(18)

(mee)DOEN

LEGO creaties ontwerpen, die ook daadwerkelijk besteld kunnen worden. Als de klant besluit zijn eigen creatie naar LEGO te uploaden en dus te bestellen, krijgt hij er ook een customized verpakking omheen, met de afbeelding van zijn eigen creatie! De producent van LEGO kan besluiten om het ontwerp van de klant in productie te nemen en ook werkelijk in de winkels te verkopen. De klant wordt dan met foto en naam vermeld op de verpakking. c pag. 44

De gemaakte ontwerpen worden gedeeld met de online communicatie van LEGO, waar meer dan twee miljoen mensen zich hebben aangemeld. De ontwerpers kunnen elkaar daar ontmoeten, stimuleren en kennis delen. 26

Conclusie

Mijn stelling gaat over de kijker die participeert; bij co-creatie is dit een van de belangrijkste uitgangspunten, want dat levert een belangrijke betekenisvolle persoonlijke ervaring op. Wat is er dan zo belangrijk aan ervaren? Waarom willen mensen dit zo graag? Wanneer wordt deze als betekenisvol ervaren?

Ervaren is een begrip, waarvan iedereen eigenlijk wel denkt te weten wat het is. Maar als je je er over buigt zit het toch ingewikkeld in elkaar. Ik heb me hier wat verder in verdiept, omdat ik graag wil weten hoe ik zou kun-nen aansluiten bij het participatieproces als ontwerper.

Experience

klanten ideeën kunnen insturen en het winnende idee wordt opgenomen in het assortiment. Ook bij El Hema, de tijdelijke tentoonstelling van Medi-amatic, maakt gebruik van dit principe. Het begon met een samenwerking tussen Nederlandse- en Arabische typografen om tot 5 nieuwe Arabische fonts te komen; dit groeide uit tot de tentoonstelling El HEMA. Een Arabische HEMA met o.a. Arabische chocolade letters en Halal rookwor-sten. De producten werden deels, net als bij de ‘echte’ HEMA h pag. 43 door

inzendingen van kijkers gekozen en in de tentoonstelling opgenomen maar ook een programma-format zoals het Beste Idee Van Nederland zie ik dit terug.

4. Participant Collaboration on equal base

Consumenten worden betrokken in meerdere fases van het ontwikkelingsproces. Er bestaat een intensieve en vaak langdurige samenwerking tussen de consument en producent.

Bijvoorbeeld BMW deed bij de ontwikkeling van hun nieuwe product, BMW-connected drive, een informatiedienst voor zijn klanten op basis van een call-center en online service. De BMW rijder werden betrokken tijdens het gehele ontwikkelingsproces. Ze kregen materialen en werden verschil-lende keren op het hoofdkantoor ontvangen voor sessies met ingenieurs van BMW.

5. Creator Product creation by consumers facilitated by a company

De producent verschaft consumenten een platform waarop zij zelf hun eigen pro-ducten kunnen ontwikkelen. Er bestaat een mogelijkheid dat bepaalde propro-ducten ook door de producent in ontwikkeling worden.

Naast You-Tube waar iedereen zijn filmpjes kan uploaden en flickr waar afbeeldingen kunnen worden geplaatst is LEGO een goed voorbeeld. De gekleurde kunststofblokjes waarmee iedereen zijn eigen werelden kan creëren. Het is natuurlijk altijd al een modulair opgebouwd product geweest en leent zich dan ook perfect voor Co-creatie. Blokjes met aan de bovenkant ronde noppen en hol aan de onderzijde, waardoor blokjes aan elkaar verbonden kunnen worden.

Lego is met zijn tijd mee gegaan en heeft online de ‘developers kit’ ontwik-keld voor hun klanten. LEGO biedt gratis software aan waarmee de klan-ten hun creaties kunnen gaan ontwerpen. Gebruikers kunnen hun eigen

(19)

j Affiice

, Be in

visible Un plug Do not mo

ve , F elix Janssen c Just do it, N ike 37 38

(20)

c Heineke exper ience , A mster dam c N ikeT own, lo nden 39 40

(21)

c Ont wer p je eig enbankpas, P ost bank i Ont wer p je eien sc hoenen, N ike 41 42

(22)

h El Hema o nt wer pw edsr tijd, door L aetitia de Veth c LEGO , ‘de velopers kit ’ 43 44

(23)

(mee)DOEN

de menselijke ervaring. Duurzaamheid verdient daarbij allesbehalve de kwalificatie van natuurlijkheid of authenticiteit. Alles wijst erop dat duur-zaamheid nu juist het resultaat is van een bepaalde organisatiewijze van cultuur en samenleving. Individuele ervaringen, gebeurtenissen of hande-lingen worden opgenomen in een omvattend cultureel kader, dat duur moet uitdrukken, een vorm van tijdsbeleving die niet toekomst gericht is, maar een nieuwe handeling opneemt in het continuüm, waarin het (gezag van het) verleden telkens weer wordt bevestigd. Kortom een aaneenschakeling van rituelen, feesten, gebeurtenissen die steeds in een andere vorm terug komen’. 4

John Dewey (1859 –1952 Amerikaanse filosoof), beschrijft de ervaring in 1938 als: ‘De ervaring als de som van alle interacties van mensen met hun omgeving en anderen. Belevenissen zijn daarmee een subset van een ervaring; ze zijn context gebonden’.5

Anna Snel onderzoekster bij het European Center for the Experience Economy definieert het als: ‘Ervaren is een continu interactief proces van doen en ondergaan, van actie en reflectie, van oorzaak en gevolg, dat een betekenis heeft voor een individu, een ander beeld van de wereld en/of voor zichzelf krijgt’.5

Zoals hierboven beschreven is de herhaling van groot belang in het erva-ringsproces. Eigenlijk is de ervaring de som van alle belevenissen. Als je als ontwerper wilt aansluiten bij de participatiebehoefte van de kijker is dat de ingang die je hebt bij een belevenis. Als ontwerper zou je een georgani-seerde reeks belevenissen moeten creëren om in het gebied van de ervaring terecht te komen, bijvoorbeeld door een open ontwerp te maken waarin de kijker kan participeren. Door een actieve participerende rol van het individu creëert hij zijn eigen belevenissen die daardoor tot een ervaring worden. (hier kom ik later nog op terug.) Bij co-creatie gaat het juist om deze persoonlijke unieke ervaringen.

Ervaring

4.0 Ervaring

Hoe ontstaat een ervaring bij de mens? Als ik aan een ervaringsproces denk, dan gaat het bij mij om een gebeurtenis, die een bepaald gevoel op-roept; de sfeer is van belang en de mensen die er bij betrokken zijn, iets dat je bij blijft, waar soms een souvenir bij hoort en die ervaring kan positief of negatief zijn.

Ik wil toch wel meer weten over het ervaringsproces en heb daarnaar een onderzoek gedaan.

4.0 Ervaringsproces

Doormiddel van onze zintuigen doen we indrukken op van de wereld om ons heen. Deze indrukken leiden tot emoties als angst, woede, vreugde en verdriet, die hebben we als individu nodig om met de buiten wereld om te kunnen gaan. Mensen bestaan uit emoties en deze emoties kunnen vervol-gens tot een belevenis leiden. 5 Wat is het verschil tussen een belevenis en

een ervaring?

Volgens mij is een belevenis eenmalig en wordt snel weer vergeten, terwijl een ervaring duurzaam is en je bij blijft. Walter Benjamin (1892-1940) cultuurfilosoof heeft de moderne ervaringswijze uiteengezet,

‘De moderne ervaringswijze; het element van duurzaamheid (cruciaal voor de traditionele ervaring) verliest aan belang ten opzichte van het element shock (te begrijpen als een eenmalige onderbreking van het gangbare, lineaire tijdsverloop) en dat van de belevenis (de gelijksoortige herhaling van geïsoleerde momenten in een homogene en lege tijd). Duurzaamheid, shock en belevenis behoren als vormen van tijdelijkheid of tijdsbesef tot

(24)

(mee)DOEN

Ervaring

4.2 Betekenisvolle Persoonlijke Ervaring

Hoe kom je in contact met de individuele ervaringen? Vooral persoonlijke ervaringen zoals geboorte, trouwen, kinderen krijgen, afstuderen zijn naar mijn idee belangrijk in je leven. Deze ervaringen geven je leven daadwer-kelijk vorm. De persoonlijke emoties die daarbij horen is het werkterrein, waar de commercie en de marketing strategieën je graag willen beïnvloe-den.

Prahalad en Ramaswamy, professoren in de bedrijfskunde, hierover: ‘De betekenis zal voor klanten van bedrijven nog verder toenemen als de leef- en gebruiksomgeving van de klant centraal wordt gesteld en daarin thema’s worden geadresseerd zoals mobiliteit, gezondheid, ontplooiing en ontspanning, die werkelijk van betekenis zijn voor de klant. Het zal dan niet gaan om het aanreiken van kant en klare oplossingen, maar om het sa-men met de klant construeren van een context waarin deze leeft, ervaart en betekenis geeft aan zijn leven. Het individu geeft betekenis aan zijn leven, het bedrijf ondersteunt daarbij tegen betaling. Aandacht gaat daarbij uit naar een actieve rol van de consument op basis van zijn individuele behoef-ten, die voor hem persoonlijk, sociaal-culturele en economische waarden vertegenwoordigen’. 5

Veel producenten hebben hun merk centraal staan en gaan voorbij aan wat de consument wil. Als je samen met de individuele consument ontwerpen wil creëren, zal je je in de individuele consument moeten gaan verdiepen; zijn gedrag moeten bestuderen en je verplaatsen in de belevingswereld van de ander en een vertrouwensband opbouwen.

Het doel als ontwerper is het individu de mogelijkheden te bieden, zodat ze zelf kunnen participeren en een bijdrage leveren aan de betekenisgeving van het individu. Uitgangspunt is niet de klant tevreden te stellen maar de voorwaarde te scheppen voor een betekenisvol leerproces en dus ervaring. De communicatie over en weer tussen ontwerper en klant, die ervoor zorgt dat de klant zijn eigen unieke ervaring creëert.

Het is de interactie die er voor zorgt dat het individu zijn eigen ervaring creëert,dus ook de fijnkorreligheid (intensiteit) van een gebeurtenis wordt zelf bepaald. 16

(25)

(mee)DOEN

catie. Zij werken met teksten, beelden en symbolen, die soms afzonderlijk, maar meestal in combinatie worden gebruikt voor een effectieve overdracht van informatie. Terwijl het beroep zich oorspronkelijk, voornamelijk con-centreerde op het vormgeven van gedrukte media, kent de huidige grafische ontwerper een reeks van activiteiten binnen de verschillende media en organisatiemodellen.

De rol van de grafisch ontwerper is door de toegenomen complexiteit van de samenleving en de communicatie stromen veranderd. Het werk van de grafisch ontwerper is daardoor ook complexer geworden.

Het gevolg hiervan is dat, om tot een optimale vorm van communicatie te kunnen komen, de ontwerper niet alleen in het uitvoerende traject moet kunnen functioneren, maar ook in de strategische conceptvorming. Hier-mee wordt bedoeld het (mede)bepalen van de redactionele formule: welke informatie aan welke groeperingen is gericht en met welke intentie. Dit betekent dat de ontwerper met betrekking tot de inhoud, doelstelling en vorm van communicatie voldoende competent moet zijn. 8

Een mooie beschrijving van de redactionele ontwerper komt van Jan van Toorn. Hij beschrijft de grafisch ontwerper als ‘visuele journalist’. De gra-fisch ontwerper doet net als een journalist, redactioneel onderzoek om een verhaal te schrijven; het zoeken vanuit verschillende bronnen, het ordere-nen en vervolgens je eigen mening en inzichten aan je bevindingen kop-pelen, komt overeen. Hij wil dat de kijker door zijn ontwerpen tot naden-ken wordt gezet. Hij vindt dat je een duidelijk standpunt moet innemen waarop de kijker kan reageren en tot eigen inzicht kan komen. Hij gaat in plaats van een monoloog, een dialoog aan met de kijker en er is sprake van participatie met de kijker. 18

Een ander kijk op het redactioneel ontwerpen komt Wim Crouwel. Hij wil zijn eigen intrepretatie, smaak en stijl buiten beschouwing laten. Hij ontwikkelt systemen die louter een functioneel doel hebben, maar in mijn ogen is het onmogelijk om een neutrale houding aan te nemen: met elk ontwerp doe je een uitspraak.

Het is een artistiek proces waarin de ontwerper bepalend is. De invulling van de rol is volgens mij gekoppeld aan de persoonlijkheid van de grafisch ontwerper; aan zijn kwaliteit als vakman, kennis van/over communicatie, inzicht in proccesen, onderzoekskwaliteiten, visuele begaafdheid,

inlevings-Ontwerp

5.0 Ontwerp

In het hoofdstuk veranderde samenleving is beschreven hoe de participatie-drang is ontstaan in de beeldcultuur. We leven nu in het co-creatie-tijdperk, waarbij het ervaringsproces van de klant centraal staat. In het samenspel tussen klant en ontwerper wordt er gecreëerd. Het ervaring proces van de klant heb ik belicht. Hoe zit het met de andere partij in dit proces n.l. de ontwerper?

Grafische ontwerpen is met een bepaald doel communiceren in de beeldcultuur. Het is goed om te beseffen, dat tegenwoordig alles om ons heen communicatie is geworden. Ontwerp is overal om ons heen, alles is ontworpen, alle spullen in ons huis zijn ontworpen, de politiek, ons eten, kleding. Design is niet meer exclusief, maar voor iedereen toegankelijk. Het is een taal geworden; een taal, die niet alleen door de grafisch ontwerper wordt gesproken, maar door een brede groep professionals en daarnaast ook door de kijker!

Wat is de rol van de grafisch ontwerper en hoe kun je die rol invulling geven?

5.1 Rol van ontwerper

Er is geen eenduidige rol voor de ontwerper te benoemen, de ontwerper als redacteur, als regisseur, als dienaar van de publieke zaak, als criticus en als theoreticus. Het bedroepsprofiel van de grafisch ontwerper ziet er volgens St. Joost alsvolgt uit:

Grafisch ontwerpers zijn deskundigen op het gebied van visuele

(26)

(mee)DOEN

De antwoorden waren divers, al kwamen er natuurlijk ook overeenkomsten in voor. De interpretatieruimte is er altijd in elk beeld en biedt de ontwer-per dus een ruimte om de kijker te kunnen laten particiontwer-peren.

Max Bruinsma zegt: ‘ Het is niet aan de ontwerper zelf om de verbanden vast

te leggen, dat doet de kijker op zijn eigen wijze, het gaat niet om de medede-ling op zich, maar om de mogelijke verbanden en verwijzingen, connotaties en hiërarchieën die in de mededeling ligt besloten. Vormgeven aan de complexiteit is soms belangrijker dan de mededeling zelf.’ 10

Een flexibel open ontwerp stimuleert de participatie en krijgt pas betekenis in de hoofden van de kijkers. De complexiteit zit nu in jezelf! Ik heb twee sprekende voorbeelden gevonden.

In het ontwerp ‘Cultuur Nacht’ van ontwerpbureau NLXL worden veel betekenissen door elkaar heen gebruikt waardoor er vele verschillende verhalen kunnen ontstaan. g pag. 55 Het tweede voorbeeld is van de DESIGN

POLITIE ‘Interpolis’, een eenvoudig, gestileerd ontwerp die betekenis krijgt door de onderdelen te combineren in het ontwerp, een soort spel, een raadsel. Met als uitkomst? b pag. 56

5.4 Creërende participatie

Met creërende participatie bedoel ik het door de kijker zelf scheppen en actief meedoen in de beeldcultuur. Hierin kan de ontwerper en de produ-cent de kijker verschillende rollen toebedelen, die rol kan groot of klein zijn. De toegang tot het ontwerp wordt door producenten aangeboden op internet of in de retail.

De ontwerper zet kaders uit waarbinnen de kijker zich vrij kan gaan bewe-gen. De kijker kan bestaande ontwerpen aanpassen ‘knutselen’ naar eigen smaak, zijn persoonlijke voorkeur. Hierdoor ontstaan nieuwe beelden en vormen, die in de samenkomst van ontwerper en kijker tot stand komen. Je kunt je afvragen of dit echt nieuwe beelden en vormen zijn: het zijn vastge-legde processen waarin de kijker een zeer kleine ruimte toebedeeld krijgt. Op de crèche waar ik werk als studentenbijbaan, dragen veel kinderen tegenwoordig T-shirts met hun eigen naam op de rug. Het is volgens mij helemaal hip en ideaal voor iemand als ik die snel namen vergeet! Er zijn nog tal van ander voorbeelden te noemen van, trui, schort, onderbroek,

Ontwerp

vermogen en interactieve vaardigheden met de klant en daar komt nog bij: Wil je als ontwerper een diende rol aannemen naar de opdrachtgever of wil je je eigen visie naar voren brengen? Hoe stel je je op als ontwerper ten opzichte van de opdracht, opdrachtgever en het publiek?

Mentale- en het creerende- en platform-participatie zijn drie vormen, waarop de grafische ontwerper kan inzetten. Hier zit de speelruimte van de kijker en de maker.

5.2 Participatie in het ontwerp

Als de klant de kennis en de technologie tot zijn beschikking heeft en graag zelf wil creëren?

Wat kan de rol van de grafische ontwerper zijn in het co-creatie-tijdperk? Wat is de speelruimte tussen de ontwerper en de kijker? Hoe ziet die participatieruimte er in de beeldcultuur uit en hoe kun je die benaderen als ontwerper? Waar zit de opening en waar zijn de valkuilen?

Ik zie drie manieren om ruimte te creëren voor de participerende kijker, inde volgende hoofdstukken beschrijf ik deze.

5.3 Mentale participatie

Mentale participatie begint met waarnemen. Waarnemen is niet alleen een passief proces, maar ook een actieve vorm van betekenis geven aan de wereld om ons heen.

Waarnemen en denken staan niet los van elkaar; ‘ik zie wat je bedoelt’ is geen kinderachtige woordspeling, maar duidt op een zeer reëel verband. Bij elke waarneming brengen we een zekere kennis en emotie mee, die behoort tot onze normale culturele bagage, bijvoorbeeld symbolen, tekens, herinneringen etc. Zo zijn er bij ieder beeld naast de dingen die we zien ook dingen die we weten of moet weten. Beelden slagen of falen in de mate waarop we ze succesvol kunnen interpreteren.10

Het beeld staat niet op zich, maar krijgt betekenis door de interpretatie. De interpretatieruimte is van iedereen en is hoogst persoonlijk; het is maar net hoe je naar iets kijkt. Ik heb hiernaar in mijn vorige project een onderzoek gedaan. Ik liet vier beelden aan verschillende mensen zien en stelde hen steeds dezelfde vragen, die allen betrekking hadden op het visuele aspect.

(27)

(mee)DOEN

doelstellingen van 11. Het werd een dynamische huisstijl, zonder vast omlijnde regels. In sommige media-uitingen wordt 11 jammer genoeg toch wel uitgekaderd. In de menukaart is het een echt platforum, voor interactie met het publiek; voorin vindt je het menu van de dag, het 11 programma en in de rest van het boek mag je je uitleven. Tekenen, krassen, gedichten maken, schrijven, plakken, beelden maken ‘doe je ding’, zoals club 11 het zelf zegt. De menu kaarten werken in mijn ogen hetzelfde als de sites die ik hierboven beschreef, het ontwerp is een platforum waar content kan worden toegevoegd. f pag. 59 en 60

Conclusie

Totale controle is een illusie die moet worden los gelaten om co-creatie mogelijk te maken. Taak voor de ontwerper is een open en toegankelijk eindproduct te maken, een medium voor co-creatie. Ik vind dat de parti-cipatie bij de mentale- en creërende vorm erg beperkt is voor de kijker. De kijker kan zich vrij bewegen maar dan wel binnen de kaders die daar voor zijn uitgezet door de producenten; dit beperkt zich meestal tot de uiterlijke verschijningsvormen.

De verdergaande participatie zoals die in de platforum-creatie voor komt zie ik nog niet veel bij grafische ontwerpers. Ik denk dat producenten niet staan te springen om de klant een grotere participatierol te geven, nog afgezien van de vraag of de klanten dat wel werkelijk willenen er hangt natuurlijk ook een kostenplaatje aan en het risico dat de positie van het merk kan vervagen.

Ontwerp

string, fotoboek, spandoek, autosticker, puzzel, postzegel, lampenkap, muis-mat, placemuis-mat, telefoon, lap-top cover, tas tot aan het personaliseren van je fiets.

Het grafische ontwerpbureau Dietwee heeft voor Döll, een identiteit ont-wikkeld, die door de werknemers is te personaliseren. Het principe is sim-pel, een basisbeeldmerk in het zwart, daarnaast heeft iedere werknemer zijn eigen unieke persoonlijke beeldmerk. Iedereen heeft een eigen kleur die over het basis beeldmerk wordt gedrukt en geprint kan worden, de zwarte kleur blijft. Zodoende heeft iedere werknemer zijn eigen persoonlijke logo binnen het bedrijf. a pag. 57 en 58

5.5 Platforum creëren

De ontwerper bedenkt het idee, concept en de context waarin dit wordt geplaatst. Hij biedt een platforum aan waarbinnen gebruikers zich vrij kunnen gaan bewegen. Je ziet deze vorm van participatie nu veel online zoals bij Flickr, Wikipedia, Myspace en YOU-Tube. Iedereen kan zijn eigen content uploaden naar het platform. De content word opgeslagen in een enorme online bibliotheek, waardoor dit ook toegankelijk word voor andere gebruikers. Het platforum is als het ware een openpodium naar de buitenwereld. De rol van de ontwerper is dan idee-, context- en toolmaker. De ontwerper is bijna onzichtbaar, dat vraagt een behoorlijke mentaliteits-verandering van de grafisch ontwerper.

187 aardige ontwerpers heeft voor Restaurant bar club 11, die gevestigd is op de elfde verdieping van het voormalige TPG post gebouw boven het Centraal Museum, een identiteit ontwikkelt. Restaurant bar club 11 is naast een horeca gelegenheid ook een cultureel platforum.

Op hun site staat; experiment betekent dat geen dag het zelfde is bij 11. De keuken laat zich leiden door de seizoenen. De 12 videoschermen vormen een ‘open podium’ voor nieuwe film, fotografie, dichters, animatie en VJ talent. Regelmatig word het gebouw omgebouwd, als plek voor modeshows, tv-uitzendingen, kunstinstallaties, theatershows, je bedenkt het zelf maar, 11 ben je zelf, en we staan open voor jouw ideeën 24

De opdracht voor de aardige ontwerpers was een vernieuwende, creatieve en pure identiteit te ontwikkelen die recht zou doen aan de creatieve

(28)

g Cultuur na cht, nlxl b Inter polis, glashelder , Designpolitie 55 56

(29)

a Döl l, Diet wee a Döl l, Diet wee 57 58

(30)

f Restaur ant bar c lub 11 , 187 aar dig e o nt wer pers f Restaur ant bar c lub 11 , 187 aar dig e o nt wer pers 59 60

(31)

(mee)DOEN

hun mening. Klink op een foto voor een uitvergroting.

Bij alle fototjes een klein regeltje van de makers ter inspiratie. 23

Tijdens het ontwikkelen van het idee is er goed gekeken naar het woord ‘design= is iedereen = Designer. Het begrip design in de laatste jaren verschoven van een elite naar het grote publiek. IKEA heeft hier een grote invloed op gehad. Goedkoop en goed ontworpen meubels, die betaalbaar zijn. De ontwerpers hebben net zoals bij de exclusieve designers ook een gezicht en een naam. Wie heeft jouw Karlstad-bank ontworpen, je kunt het zo terug vinden op de stite.

Design wat wordt er met dit engelse begrip eigelijk bedoelt, cambridge 19 design (PLAN) verb [I or T]

to make or draw plans for something, for example clo thes or buildings;

Who designed this building/dress/furniture?

This range of clothing is specially designed for shorter women

Met het begrip design wordt het proces bedoeld om iets te ontwerpen, iets te kunnen plannen aan de hand van gedetailleerde voorstudies en tekenin-gen. Het begrip design wordt hier dus eigenlijk losgekoppeld van de eigen inhoud, als lekkermakertje, als marketing instrument om de klant de indruk te geven en te laten ervaren dat hij zelf zijn eigen leven zelf vorm geeft maar dan wel met behulp van de door IKEA ontworpen artikelen. Ze maken gebruik van het begrip design en verbinden hieraan de eigen-schappen die de meeste designers hebben. Het zijn eigenzinnige mensen, die zich niet laten beinvloeden door anderen , eigen keuzes maken en… ze dragen een strakke zwarte bril… Kijk maar naar Victor & Rolf, Karl Lagerfeld of zelfs Jan des Bouvrie. Allemaal designers en allemaal brildra-gend. Maar design is niet alleen het terein, het domein van de man met de de zwarte designbril, iedereen is zijn eigen interieurdesigner.

Met de campagne wil IKEA mensen oproepen om een bril op te zetten en met een heldere blik hun interieur te gaan bekijken. De actie werd

multi-Case

7.0 Case

Een bekend en bepalend concern in de beeldcultuur van de westerse sa-menleving. Het co- creatietijdperk is dan ook niet aan hun neus van IKEA voorbij gegaan. IKEA zegt iedereen is designer. En nodigt de klant uit te participeren. Ontwerpen is hier een marketing strategie. In deze cases wil ik deze strategie, waarvan ik vind dat die erg goed in elkaar zit, bloot leg-gen. Grafische ontwerpers maken deel uit van het co-creatie tijdperk. Veel van mijn onderzoeken voor deze scriptie vind ik terug in deze cases.

7.1 Case, Iedereen = designer

Het bekendste woonwarenhuis van Nederland. 2% van de Nederlandse be-volking kent IKEA niet. Bijna iedereen heeft wel iets in huis van de IKEA. Als ik even snel in mijn studentenkamer rond kijk zie ik toch al 8 artikelen staan ;van een vaasje tot mijn bureau.

Ook in de virtuele wereld, het internet heeft het bedrijf zijn naam goed ge-vestigd en wordt 105.000 keer genoemd op Myspace, zijn er 70 Hyves aan gewijd met 80.851 fans en staan er 6.040 filmpjes op You Tube, 110.300 foto’s op Flickr en op Google krijg ik 24.400.000 hits.

Uit onderzoek blijkt dat vrijwel iedereen zich in meer of mindere mate laat beïnvloeden bij de aanschaf van bijvoorbeeld kleding, auto’s en meubels. Maar je hebt toch niemand nodig om je te vertellen hoe je moet leven? Waarom zouden wij ons laten leiden door wat andere denken? Jijzelf bepaalt wat je doet, wat je mooi vindt en welke meubels je koopt. Jijzelf bepaald zelf hoe je je eigen leven ‘designed”!

Hoe kan dit maatschappelijke fenomeen, de drang om eigen keuzes te maken, zoals ik heb beschreven in hoofdstuk 2.0, op een luchtige manier onder de aandacht worden gebracht. Op de site van IKEA staat;

wij vinden dat iedereen een intereur desiner is. Je weet tenslotte zelf het beste hoe je wilt doen. Bekijk hier de duizenden designers in hun interieur en de winaars van de iedereen = designer actie.

Een intereurdesigner wil altijd origneler en creatiever zijn dan zijn of haar collega’s. Hier vindt je ter inspiratie foto’s van andere interieurdesigners en

(32)

(mee)DOEN

Ze geven leden een metamorfose, nemen een kijkje bij mensen thuis (Het privé leven is openbaar), geven een kijkje achter de schermen en laten zien hoe leden hun huis inrichten met IKEA meubels. (Ze richt zich op de uiting van persoonlijkheid) Geen mooie plaatjes, geen styling, al heb ik daar mijn twijfels bij. IKEA Family-leden inspireren en geven tips op dit platforum. Uit de site;

Maak het je eigen, ‘Je kunt alledaagse voorwerpen transformeren met een eenvoudige persoonlijke toets – zo heb ik onze kandelaar versierd met glazen druppels.’ Anna

De participatie van de IKEA-klant zit eigenlijk in de wortels van het bedrijf. Een bouwpakket, het product komt tot stand in samenwerking met de gebruiker, waardoor de duidelijke grens tussen producent en consument verdwijnt. Het product komt tot stand met de kijker, maar het ontwerp staat al vast. De kijker heeft zoveel keus in kleuren en formaten, dat hij de indruk heeft dat het precies op maat is!

Iedereen = Designer even de balans opmaken. Wat is er nu werkelijk ontworpen door de kijker? De kijker heeft in de winkel de keuze gemaakt voor bepaalde meubels en in hun eigen huis gerangschikt en maken hier een foto van. Het ontwerpbureau zorgt voor de constante in alle foto’s de ‘designersbril’ hierdoor staat er een eenheid en als het ware een bebrilde gemeenschap om de actie heen!

De kijkers hebben aan het eind van de actie een mooie belevenis als resul-taat, een eigen foto, voorzien van inspirende tekst op een platforum naar de buiten wereld; de kijker die zichzelf naar de buiten wereld wil tonen. Van echt designen is geen sprake. Het is eerder een idee uitwisselingsproject. Ik vind het knap dat IKEA door op deze manier de klant te benadert, zo succesvol is en de klanten aan zich weet te binden. Ik denk dat grafische ontwerpers dit soort marketingstrategieën, op onderdelen mee kunnen ne-men in hun werk. Vooral de kennis en inzichten van de marketing strate-gieën over de beïnvloeding van mensen , de psychologische mechanismen. Ik denk dat die noodzakelijk zijn als je met je ontwerp wilt aansluiten bij de kijker en opdrachtgever. Ook grafische ontwerpers leven in het co-cre-atie tijdperk.

Case

mediaal aangepakt, de aftrap was een demonstratie in Amsterdam. Mensen liepen met spandoeken en brillen op en verkondigden de ‘slogan’ actie kreet ‘Iedereen = Designer’; dat IKEA achter de demonstratie zat bleek later. Het werd opgepikt door de landelijke pers, free publicity. De dagen erna verschenen de brillen ineens overal op in het land. Direct mailing naar alle IKEA, Family-leden, abri’s in de stad, werden huis- aan-huis verspreid en lagen op openbare plekken. In de kroeg, de bioscoop, in etalages je kwam de brillen overal tegen. e pag. 67 en 68

De actie kan geslaagd genoemd worden als mensen daadwerkelijk de moeite en tijd nemen om een leuke opstelling te maken en een goede foto en uploaden naar de site. Om dit te doen ben je bezig met een creatief proces waar veel tijd en energie in gaan zitten (beleving): meer dan 7.000 mensen stuurden hun creaties in.

Waarom doen mensen mee? Gaat het om die prijs van duizend euro (belo-ning) die de winneaar beloofd wordt? Willen de ‘designers’ op de site van IKEA uit blinken? Misschien is erbij willen horen ook een motief. Ikea heeft een platforum gecreerd, vergelijkbaar met YouTube, waarin de kijkers zelf kunnen participeren, beelden uploaden en elkaar inspireren. Aan de andere kant krijgt IKEA via deze site inzicht in wat de klanten wil-len en wellicht kunnen ze wat creatieve ideeen gebruiken. e pag. 69 en 70

Zinnetjes van de site;

Licht is essentieel voor een sfeervol interieur, Laurien uit den Haag = designer

Design is keuzes maken, en dat betekent slopen! Noud uit Eindhoven = designer

Creativiteit is de sleutel tot de toekomst, Iris uit Herten = designer

Het doordringen tot kleine sociale netwerken is de meest effectieve manier om klanten te binden en je merk te activeren. IKEA Family is hiervoor het bewijs; IKEA organiseert een netwerk van geinteresseerde klanten om zich heen, beloont de leden met kortingen en extra informatie, inspireert de consument, deelt kennis van professionals, organiseert belevenissen, ac-tiviteiten en workshops, nieuwsbrief via e-mail en aanbiedingen van andere bedrijven; er is zelfs een fanclub!

(33)

(mee)DOEN

Case

De IKEA opdracht Iedereen = designer, werd gedaan door, Mediaedge:cia en LEMZ twee mediabureau die directe interactieve ontwikkelen campag-nes. Beide geen grafisch-ontwerpbureau’s maar ideeen ontwikkelaars. Ik heb tot slot van deze case een deel van het intervieuw met Mark Woerde en Peter de Lange uit de reclameweek, waarin zij de stelling om de partici-patie door te voeren goed onderbouwen.

Wat maakt LEMZ zo LEMZ?

MW; het wordt steeds moeilijker, en de onderzoeken ondersteunen ons daarin,

om emotie (daar moet je het toch als merk van hebben) over te brengen via de media. Emotie komt veel krachtiger over als je het merk kan ervaren. Dit is onze grote truc.

PL; Wij laten het merk dingen doen. En die zijn dan zo gaaf, dat mensen daar

op af komen; dat is de grote kracht van LEMZ.Daarom gaat het zo goed en daarom verschillen onze campagnes wezenlijk van anderen.

‘ wij zijn uniek in het feit dat wij in staat blijken te zijn merken weer echte relevantie te geven. Je wordt heus niet relevanter voor de consument als je met je boodschap alle media kanalen weet te vullen. Je wordt pas relevant als je een echte insight pakt en op basis daarvan je merk vervolgens handig activeert. Dan zal je zien dat alle kanalen zich makkelijk laten invullen. Het is namelijk een glasheldere uitnodiging tot een merkactiviteit die door de doelgroep is gewenst.

MW; de grote truc waar het om ons om gaat is dat je in staat bent een merk tot

leven te brengen’. Actie marketing is een van de dingen die je gebruikt om de consumenten in beweging te krijgen en dan moet je ook zelf durven bewegen en inspireren en attractief zijn met communicatie die raakt.

De overkill aan media is alleen nog maar gegroeid nu blijkt dat je echt iets anders moet gaan doen.

MW; Kenmerkend van dit soort virale campagnes is de co-creatie, in de dubbele

betekenis van het meemaken en het mee helpen maken. Het gaat niet alleen om het doorsturen van een leuke gimmick aan bekenden. Een deelnemer is daadwer-kelijk zelf bezig om een onderdeel van de campagne Uiteindelijk word het merk de souvenir van die ervaring. Als je maar een serie van positieve ervaringen neerzet, gaat uiteindelijk bij de consument het kwartje wel vallen’. 28

(34)

ADe na cht wa cht, nlxl ADe na cht wa cht, nlxl 67 68

(35)

e Ieder een = Designer , I K EA e Ieder een = Designer , I K EA 69 70

(36)

(mee)DOEN

Ontwerpen is een marketing strategie geworden: de co-creatie.

Bij de platfom creaties gaat de patricipatie van de kijker verder. Hier heeft de ontwerper een andere rol, hij lijkt onzichtbaar te worden. Hij biedt een creatief idee met een ontworpen platform aan waarin de kijkers kunnen participeren en zelf content plaatsen. Het ontwerp beperkt zich tot de plan-fase, het betekent in de praktijk dat de kijker voor de verdere invul-ling zorgt.

In mijn scriptie spelen nieuwe technologische en communicatie middelen een belangrijkere rol. Door de

doe-het -zelf software en apparatuur is de kijker volwassen geworden en heeft mogelijkheden gekregen om te gaan deelnemen in de beeldcultuur, internet speelt hierin een hoofdrol.

Ik heb me tijdens deze scriptie verdiept in marketing en communicatie strategieen; een voor mij redelijk onbekend terrein, als grafisch ontwerper. Deze strategieen zijn voor communicatie vormgevers een toegevoegde waarde om meer inzichten te krijgen in de behoeften van de kijker en de marktwerking. Deze strategieen worden onvoldoende onderwezen op de kunstacademische, ik vind het van belang dat deze strategieen een belang-rijkere plaats in gaan nemen.

Zoals ik in het begin van mijn scriptie schreef;‘Verandering is het waar de samenleving, en het leven in de samenleving om draait. Het bestaan staat gelijk aan permanente verandering’ (filosoof Zygmunt) 6

De beeldcultuur is een weerspiegeling van de verandering in de samenle-ving. Als ontwerper vind ik het noodzakelijk mij goed bewust te zijn van mijn omgeving, van het publiek en de ontwikkelingen hierin; daar kunnen wij als ontwerpers de kansen en mogelijkheden uit halen.

Totale controle van producenten en ontwerpers van bovenaf in de huidige samenleving is een illusie. De ontwikkelingen in de samenleving moeten we omarmen en op een creatieve slimme manier in onze ontwerpen inzet-ten. Dat kunnen we doen door op een open en betekenisvolle manier te ontwerpen, zodat die bij de participatie- en ervaringsbehoefte van de kijker

Conclusie

8.0 Conclusie

Mijn vraagstelling:

De kijker participeert steeds meer in de beeldcultuur wat betekent dit voor de grafische ontwerper?

De kijker wil participeren op veel verschillende gebieden in de samenle-ving, ook op het terrein van de ontwerpers. De kijker zoekt daarvoor zelf mogelijkheden en creert deze, maar wordt hier ook toe uitgenodigd door ontwerpers en producenten, zij maken over en weer gebruik van elkaars creatieve geest.

De kijker wil zijn leven steeds meer zelf vorm geven, vrij zijn, hij wil zelf meedoen en betekenisvolle ervaringen opdoen. Die ervaringen geeft de kijker het gevoel van participatie. Ik heb de indruk dat de participatie beperkter is dan het lijkt. De participatie van de kijker in de beeldcultuur beperkt zich grotendeels tot de uiterlijke verschijningsvormen en raakt niet de essentie van het ontwerp. Het gaat bij producten vaak om kleine elementen, die net het persoonlijke tintje geven en die jou het gevoel geven dat jij als unieke persoon vorm geeft aan je eigen bestaanen zingeving. De illusie bestaat eruit dat je uit bestaande content op onderdelen eigen keuzes kunt maken en/of eigen content kunt invoegen, dit in combinatie met je eigen ideeen, waardoor er iets nieuws ontstaat. Het geeft je de er-varing dat je zelf iets heel nieuws heb gecreerd, als een creatief proces. Een illusie, want in werkelijkheid gebeurt dit binnen het kader die de ontwerper en producenten hebben bedacht en uitgewerkt.

(37)

(mee)DOEN

Conclusie

aansluit. Ik verwacht daarnaast dat de rol van de ontwerper in de toekomst steeds meer zal verschuiven naar het ontwikkelen van ideeën.

Het klopt dat de kijker steeds meer participeert in de beeldcultuur. Deze participatie is beperkter dan ik in eerste instantie dacht. In omvang is hij wel groot maar de participatie beperkt zich tot een oppervlakkig niveau. De diepgang zit bij het concept van de grafische ontwerper en dit is in mijn ogen ook zijn werkterrein.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

heeft er, na onze zo bizonder geslaagde, jaarlijkse vergadering, de gehele vaderlandse pers eens op nageslagen, om te zien wat die ervan gemaakt heeft. Nu,

~eelen staat geen daad verrichten zonder Haren verantwoordelijken Minister, en zal nu die Minister, juist wegens die verantwoorde- lijkheid, wel altijd het objectieve

Niet omdat hij moest, maar vanwege zijn toewijding voor zijn werk, zijn beroepseer, zijn fierheid over het door hem geleverde werk, vanwege zijn passie voor “den bos”.. Chris was

[r]

The main purpose of this research study is to show the reader that a community development process is needed to uplift the numerous poor wine farm worker communities in South

Het plan is geënt op voorkoming van verpaupering en leegstand, het plan doet recht aan uw centrumplan, het plan is ontwikkeld met de meeste zorg voor het straatbeeld (het straat-

De sterke wind heeft ze op doen waaien en nu vliegen ze wild in

Hier kan de overheid binnen de agribusiness stimulerend optreden, zoals ook voor andere sectoren plaatsvindt: onder meer door stimulering van clustervorming,