• No results found

De Paarse Grondwet

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De Paarse Grondwet"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

INHOUD

De Paarse Grondwet De blinde vlekken van beleids-sturing

S &_D 9 1999

BOEKEN

De Paarse Grondwet

Hans-Martien ten Napel bespreekt:

M.C. Burkens, E.C.M. Jurgens,

A.K. Koekkoek en

J.J.

Vis (red.), Gelet op de Grondwet, Deventer: Kluwer, 1998;

N.C.F. van Sas en H. te Velde (red.), De eeuw van de Grondwet. Grondwet en politiek in Nederland, 1798-1917,

Deventer: KI uwer, 1 998

M. Wessels, De Nederlandse traditie van vrijheid. Een vruchtbare voedinasbodem voor de hervorminnen van 1848,

Assen: Van Gorcum, 1998.

In zijn studie Nieuw Babylon in aan-bouw (1995) constateert de Ne-derlands-Amerikaanse historicus James C. Kennedy, dat de Neder-landse samenleving in de jaren ze-stig aanzienlijk sterker van karakter is veranderd dan de Amerikaanse. Een voorname verklaring hiervoor is volgens hem het zoveel sterkere besef van culturele en politieke continwteit in de Verenigde Staten, waaraan de Constitutie een niet ge-ringe bijdrage levert: 'De grond-wet, de "Bil! of Rights", het Ameri-kaanse volk en Amerika zelf zijn alle tamelijk statische constructies, waardoor een stabiliteit in de Ame-rikaanse samenleving wordt gesug-gereerd. Zowel op moreel, geeste-lijk, politiek als wetgevend gebied lijken de grondbeginselen van de natie op dit moment dezelfde te zijn als ze twee eeuwen geleden waren. Niets, zelfs niet twee we-reldoorlogen, heeft deze essen-tiële, bijna tijdloze, fundamenten van de Verenigde Staten aangetast.' 1

Ook in het drietal hier te bespre-ken publicaties dat vorig jaar de-cember verscheen in het kader van de herdenking van 150 jaar Grond-wet van 1 848 wordt bij herhaling gewezen op de relatief hoge status

van de Amerikaanse Constitutie. Meestal wordt daaraan toegevoegd dat de funderende rol van deze Constitutie 'niet maatgevend' is voor Nederland. 2 Volgens de histo-ricus en oud-medewerker van de Teldersstichting M. Wessels sloot de liberale staatsinrichting, die in 1 848 vorm kreeg, echter nauw aan bij de identiteit van de Nederlandse samenleving zoals deze zich door de eeuwen heen had ontwikkeld. Het feit dat de Nederlandse 'faun-ding fathers' niet hetzelfde enthou-siasme wisten en weten te wekken als hun Amerikaanse collegae, wijt hij dan ook uitsluitend aan 'het gemis aan een brede ideële, cultu-rele fundering van hun handelen' .3

Heleen M. Dupuis ziet, zich con-centrerend op het heden, de Ne-derlandse Grondwet als 'een be-langrijk ethisch document', dat kan fungeren als 'een middel tot sociale cohesie'. Daarom zou er meer aan-dacht voor moeten komen in het onderwijs. 4

De beschouwingen van Wessels en Dupuis behoren ongetwijfeld tot de boeiendste - want meest provocerende- die zijn verschenen rond de herdenking van 150 jaar Grondwetsherziening van 1 848, maar kloppen zij ook?

Grondwet en consensus toen:

de these van Wessels

De centrale these die Wessels in zijn boek De Nederlandse traditie van vrij -heid verdedigt, luidt 'dat het karak-ter dat de Nederlandse samenle-ving ontwikkelde in de loop van de middeleeuwen en van de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw, een uitstekende voedingsbodem creëerde voor de succesvolle libe-rale revolutie van 1 848'. > Daarbij heeft hij vooral het oog op de

ele-T \ T a c i: t c V [ V h t V } n e

g

e n V j: d t e ]; F

g

r r k

1:

li n d g

(2)

:e is )-Ie )t ;e I-n jt :t l - t-t -n 'e l-et !s

p

lt n I h e .

,

r, 11

menten burgervrijheid, tolerantie

en handelsvrijheid.

Wessels neemt hiermee, op wat

mij betreft overtuigende wijze,

stelling in het actuele debat over de

vraag of en zo ja in hoeverre het

mogelijk is om elementen van de

Nederlandse identiteit te ontlenen

aan de geschiedenis. 6 Als gevaar van

de denkwijze waarin dit wordt

ont-kend, noemt hij terecht 'het hebben

van onvoldoende oog voor de wijze

waarop het heden uit het verleden

is ontstaan'. 7

Hij gaat echter de fout in als hij tracht die identiteit inhoudelijk te omschrijven. Dan blijkt hij de

di-versiteit van de Nederlandse

sa-menleving te onderschatten,

hoe-wel hij er op zichzelf zeker oog voor

heeft. Zo haalt hij in zijn boek de

toenmalige Engelse consul in

Am-sterdam aan, William Carr, volgens

wie rond I688 'een derde van de

Amsterdamse bevolking

gerefor-·meerd [was], een derde katholiek

en de rest samengesteld uit

prote-stantse afgescheidenen (met

inbe-grip van luthersen, remonstranten

enzovoort) en joden.'8 Hij had ook

naar de Leidse historicus S. Groen

-veld kunnen verwijzen, die enkele

jaren geleden in zijn oratie

conclu-deerde dat- indien men de

defini-ties van verzuiling van J.C.H. Blom

en J.P. Kruijt hanteert- de

Neder-landse samenleving ten tijde van de

Republiek zelfs al volop verzuild is

gewee t.9

De relevantie van deze

constate-ring bestaat hierin, dat onder de

ge-reformeerden en de rooms

-katholieken de zogenaamde

Neder-landse traditie van vrijheid

aanzien-lijk minder heeft geleefd, en ook

minder kon leven, dan onder de

derde door Carr onderscheiden

groep. Zelf spreekt Wessels op

ver-s &_o 9 1999

BOEKEN

schillende plaatsen in zijn boek over

'onverdraagzaam katholicisme' en

'strijdbare calvinisten'. 10 De vraag

rijst derhalve, waarom hij niet

ge-woon concludeert, zoals de gere

-formeerde historicus A.Th. van

Deursen deed bij de presentatie van

Wessels' boek, dat tolerantie in

be-tere handen is bij de humanisten. 1 1

Dit betekent tevens, dat de

Grondwet van I 848 geen nationale

Grondwet was, maar een liberale.

Vandaar ook, dat de Nederlandse

'founding fathers' niet hetzelfde

enthousiasme wisten te wekken als

hun Amerikaanse collegae. Dat lag

niet zozeer aan 'het gemis aan een

brede ideële, culturele fundering

van hun handelen'. Neen, het was

een verschil in visie. Wat voor

Wes-sels 'een prachtig resultaat' is, 12

daarvoor konden

orthodox-prote-stanten en later ook socialisten

on-mogelijk warm lopen.

Het bezwaar dat de

orthodox-protestanten hadden tegen de

Grondwet van 1 848 was dan ook

uitgerekend, dat deze onvoldoende

nationaal- wat voor hen betekende

christelijk-historisch - van karak

-ter was. Hun voorman, G. Groen

van Prinsterer, verwoordde dat als

volgt: 'de eensgezindheid waarop

men zich beroemt, is eene

schijn-bare, eene gedwongene, eene

schadelijke, eene in den meest

krachtige beteekenis van het

woord, verderfelijke

eensgezind-heid.' 1

3 Overigens belette dit de

orthodox-protestanten niet om

binnen het kader van de Grondwet

te streven naar met name een her

-ziening van het onderwijs .

Voor de socialisten was de

Grondwet vafl. I 848 'vooral het

symbool van liberale

onderdruk-king'. '4 Hun politieke actie zou

zich concentreren op het algemeen

kiesrecht. Over de samenhang tus

-sen de onderwijsstrijd en de strijd

om het algemeen kiesrecht merkt

Troelstra in Gedenkschriften

te-recht op: 'Die beide processen zijn

te beschouwen als een reactie op

het optreden der liberale bourgeoi

-sie sinds I 848. In dit opzicht bestaat

er tusschen beide een zeker histo

-risch verband. De liberale

bour-geoisie duldde het bizonder

onder-wijs, maar erkende en verzorgde

het niet. Op het toppunt van haar

macht gekomen, sprak zij het

be-kende woord, dat dan de minder

-heden maar moeten worden

onder-drukt ... Diezelfde bourgeoisie had

met een zeer beperkt en aan een

hooge census gebonden kiesrecht

alle macht des staats voor zich

geü-surpeerd ... Het is wel eigenaardig,

dat de strijd voor de

verwezenlij-king dezer denkbeelden, de strijd

eenerzijds tegen het ontkennen van

het recht van het vrije onderwijs,

tegen het ontkennen van het

alge-meen staatsbelang, dat er in een

goed bizonder onderwijs is

gele-gen, en anderzijds tegen het

ont-kennen van het recht van elk burger

om aandeel te nemen aan het be

-stuur van de staat, aanleiding heeft

gegeven tot het groot worden in

ons land van twee politieke par

-tijen.' 1

s

Grondwet en sociale cohesie nu:

de stellino van Dupuis

De confessionelen 16 hebben zoals

bekend het nodige bereikt. Iets

daarover kan men in de herden

-Icingsbundels lezen, waarin !do de

Haan erop wijst, dat de uiteindelijk

op onderwijsgebied gevonden

op-lossing model heeft gestaan voor de

verzuiling: 'In die zin is de strijd om

de school van een constitutioneel

(3)

I I

!

ltl I 11

I

~I

i\

:

i" i 11

J

I

van de grondwet.' 1

7 Dit punt is

ver-der theoretisch uitgewerkt door Stanley Carlson-Thies. I 8

De socialisten bereikten,

even-eens in I 9 I 7, het algemeen

kies-recht. In hun geval is het echter

zeker zo interessant te bezien, hoe-zeer bijvoorbeeld het resultaat van

de grondwetsherziening van I 9 8 3

overeenkomt met een aantal wen-sen dat M. van der Goes van Naters hieromtrent reeds eind jaren veer-tig formuleerde. I 9

Niettemin hebben de redacteu-ren van een van de herdenkings-bundels gelijk wanneer zij stellen:

'De emancipatiebewegingen

be-werkstelligden een verruiming van de Grondwet, maar herschiepen niet haar identiteit.' 20 Voorzover clie identiteit herschapen wordt, is dat als gevolg van de door Kennedy beschreven culturele omwenteling van de jaren zestig in een geheel an-dere richting. Immers: 'Om verant-woord onderhoud te kunnen ple-gen', aldus de minister van Binnen-landse Zaken en Koninkrijksrela-ties over de Grondwet, 'is het

nood-zakelijk voeling te houden met wat

in de samenleving als belangrijkste

normen en waarden worden

ge-zien.'2I Men denke ook aan het

drijven van o66 in de referendum-kwestie.

Het is boeiend te zien, dat de li-beraal Wessels allerminst te spre-ken is over het gebrek aan tegen-wicht dat de Nederlandse autori-teiten in de jaren zestig boden tegen op raclicale veranderingen

gerichte bewegingen, die waarden als burgerlijke vrijheid, tolerantie

en markteconomie aanvochten. 22 Dit geldt a fortiori voor onder

meer de orthodox-protestanten,

over wie in een recente bundel wordt vastgesteld 'dat ze steeds

s &.o 9 I999

B

0

E K E N

verder buiten de hoofdstroom van

de ontwikkelingen in de Neder-landse samenleving zijn komen te staan. ( ... ) De kloof met de histo-rie, waarop Groen zich beriep, is breder en cUeper geworden dan deze in Groens dagen reeds was.' 2

3

Derhalve slaat Dupuis de plank mis, wanneer zij stelt dat de Neder-landse Grondwet kan fungeren als

'een middel tot sociale cohesie'. Er

is, hoezeer de onderlinge

krachts-verhouclingen ook mogen zijn

ver-schoven, eenvoudig nog altijd geen

sprake van zoiets als 'onze

gemeen-schappelijke visie op mens en sa-menleving, die ondanks alle ove-rige verschillen in Nederland

aan-wezig is'. 24 Dit betekent tevens dat

pleidooien om de Grondwet in het onderwijs een ruimere plaats te

geven, weinig zin hebben.

Hier-voor blijven de verschillen met de

Verenigde Staten nu eenmaal te groot.

Conclusie

In tegenstelling tot hetgeen Wessels

en Dupuis ons willen doen geloven, is er geen gemeenschappelijk uit-gangspunt waarop de Nederlandse natie kan teruggaan. Hierdoor is er

ook geen besef van culturele en po-litieke continuïteit, zoals onder de Amerikaanse bevolking. En voor-zover dit er was, is het in de jaren

zestig verloren gegaan, als gevolg

van het feit dat de omwenteling op

zowel moreel, geestelijk, politiek

als wetgevend gebied die toen is in-gezet onomkeerbaar wordt geacht. J.Th.J. van den Berg noemt

Thorbeckes Grondwet 'een kale

Grondwet': 'zonder veel inhoude-lijke ambities zoals die een halve

eeuw daarvoor nog werden

ge-koesterd, alsof een constitutie heil en geluk kon vestigen.' Sinds de

al-gehele grondwetsherziening van

I 983 is de tekst bovendien 'kaler

dan ooit': 'Zij is geen levende mani

-festatie meer van wat burgers bindt

en verbindt bij alle

maatschappe-lijke pluriformiteit; zij is dat in elk

geval te weinig om overtuigend te

kunnen zijn.'2>

Men zou ook kunnen stellen, dat de Grondwet van blauw (liberaal)

hoogstens paars aan het worden is, maar (dus) geenszins nationaal van

karakter. Wat dat betreft is het

mis-schien alleen maar toepasselijk te

noemen, dat de historische

herden-kingsbundel op een ongemeen

een-zijdige manier is geïllustreerd: te weten met enkele tientallen illus-traties uit een blad als De Nederland-sche Spectator.

H.M.TH.D. TEN NAPEL

verbonden aan het departement

Politieke Wetenschappen van de Universiteit Leiden

I. James C. Kennedy, Nieuw Babylon in aanbouw. Nederland in de jaren zestiB

(Amsterdam/Meppel: Boom, I99S) 2I4.

2. C.R. Niessen, 'De constitutionele

agenda voor de volgende eeuw', in: Burkens e.a. (red.), Gelet op de Grondwet,

IS2-I69, aldaar IS4·

3· Wessels, De Nederlandse traditie, I47·

4· Heleen M. Dupuis, 'De Grondwet als moreel document', in: Burkens e.a. (red.), Gelet op de Grondwet, s6-6s, aldaar n, 64.

s. Wessels, s.

6. Zie bijvoorbeeld E.H. Kossmann,

'Verdwijnt de Nederlandse identiteit? Beschouwingen over natie en cultuur', in: Koen Koch en Paul Scheffer (red.), Het nut van Nederland. Opstellen over soevereiniteit en identiteit (Amsterdam: Bert Bakker, I 996) s6-68. 7. Wessels, 3.

8. Ibidem, 74·

9· S. Groenveld, Huiseeneten des aelo'!fs.

Was de samenlevinB in de Republiek der Vereniade Nederlanden verzuild?

(Hilversum: Verloren, I 99S)·

Io. Wessels, 32, H·

I I. A.Th. van Deursen, 'Tolerantie is

V (I al

I

J. P. St w sa A SI h d zi V1 zi st kl ik d:

(4)

vrijheid zonder gelijkheid', Trouw, 2o november 1998.

r 2. Wessels, r

so.

r 3. G. Groen van Prinsterer,

Grondwetherzienina en eensaezindheid

(Amsterdam: Johannes Müller, r 849)

6-7. Vgl. ook D.J.H. van Dijk en H.F.

Massink (red.), Groen en de Grondwet.

De betekenis van Groen van Prinseerers visie

op de Grondwet van 1848 (Heerenveen:

J.J. Groen, I 998); G.J. chutte en J. Vree (red.), Om de toekomst van het protestantse Nederland. De aevolaen van de

arondwetsherzienina van 1848 voor kerk,

staat en maatschappij (Zoetermeer:

Meinema, I998).

I 4· Piet de Rooy, 'De staat verdrukt, de

wet is logen', in: Van Sas en Te Velde

(red.), De eeuw van de Grondwet, 266-294,

aldaar 267.

I 5. P.J. Troelstra, Gedenkschriften,

n

;

Storm

(Amsterdam: De Arbeiderspers en

Querido's Uitgeversmij, I95o) 42.

De blinde vlekken

van beleidssturing

Peter Visser bespreekt:

J.M.C. Dirven, Th. M. Snellen,

P. Rademaker en J.A.Schild (red.),

Stuur

'!J

overstuur. Over bestuurlijke wisselwerkina tussen overheid en

samenlev i na, Den Haag: Elsevier, I 998

Afgelopen maart zijn er Provinciale

Statenverkiezingen geweest. Ik

be-hoor tot een van de 76o

Statenle-den in Nederland, die toen gekozen

zijn. Aangezien het in mijn geval de

eerste keer is dat ik een politiek

vertegenwoordigende functie

ver-vul, zijn er zeker ambities

aanwe-zig. Met name als het gaat om het

sturen van de economische

ontwik-keling van 'mijn' provincie in een wat meer duurzame richting.

De vraag doet zich dan voor wie ik eigenlijk moet aansturen, en hoe dan, om dat doel te bereiken. Als

s &..o 9 1999

BOEKEN

I 6. Met deze term worden zowel

orthodox-protestanten als

rooms-katholieken bedoeld. Het is tekenend

voor de huidige 'onzichtbaarheid' van

deze laatsten , dat noch in de drie hier

besproken publikaties systematisch

wordt ingegaan op hun (ambivalente)

houding ten aanzien van de Grondwet van I 848, noch uit katholieke kring zelf

daarover vorig jaar voorwver mij bekend

een publikatie is verschenen. I 7. !do de Haan, 'Het onderwijs in de

Grondwet. Van staatszorg tot

vrijheids-recht', in: Van Sas en Te Velde (red.),

De eeuw van de Grondwet, I 82-2 I 7, aldaar I83.

I 8. Stanley Warren Carlson-Th i es,

Democracy in the Netherlands: consociational

or pluriform? (Ph.D. University of Toronto: Graduate Department of

Politica! Science, I993)·

I9. M. van der Goes van Naters,

'Vormgeving en hervorming der

grond-gekozen vertegenwoordiger beho

-rend tot een politieke partij, ben ik

geneigd om het bestuur van de pro

-vincie politiek aan te sturen, dus de leden van Gedeputeerde Staten. Zij dienen er dan voor te zorgen dat de provinciale overheid

ontwikkelin-gen stuurt in de gewenste richting.

ln principe stuur ik dus politiek aan. Lastig is dan wel dat de rol van de politiek, en daarmee ook poli

-tieke partijen, geringer is gewor

-den. Politieke partijen zijn geen

dragers meer van maatschappelijke

consensus over grote

vraagstuk-ken. Wellicht daarom ben je, voor

je er erg in hebt, als

vertegenwoor-diger van een politieke partij vooral

bezig met de uitvoering van beleid,

en niet meer met de politieke uit

-gangspunten. Je wordt bij gebrek

aan sturende waarden bijna als

van-zelf in die uih"oeringsdiscussie

ge-zogen. Daarbij heerst er ook niet de

cultuur om je te baseren op poli

-tieke uitgangspunten, maar veel

wet', in: J. ValkholT e.a., Grondwet en

maatschappij in Nederland 1848-1948

(Den Haag: Uitgeverij 'De Kern', I 948)

I)7-I97·

2 o. N. C. F. van Sas en Henk te Velde,

'De eeuw van de Grondwet', in:

Idem (red.), De eeuw van de Grondwet,

9-I9, aldaar I3.

2 I. A. Peper, 'Woord vooraf', in:

Burkens e.a. (red.), Gelet op de Grondwet,

6-7, aldaar 7.

22. Wessels, I, I49·

23. G. Holdijk, 'Groen en de Grondwet

in algemene zin', in: Van Dijk en Massink

(red.), Groen en de Grondwet, 93-I I 2,

aldaar I oS- r 09.

24. Heleen M. Dupuis, 'De Grondwet als moreel document', in: Gelet op de

Grondwet, 56-6 5, aldaar 57, 64.

25. J.Th.J. van den Berg, Tweehonderd jaar arondwetaevina: historie en actualiteit

(Leiden: Interfacultaire vakgroep

Politieke Wetenschappen, I 998) I 4-I 5.

sterker op wat men ziet als

weten-schappelijke feiten. Wie bijvoor~

beeld naar de Schipholdiscussie kijkt, ziet daar een enorme stapel van zulke 'feiten' over werkgele

-genheidsontwikkeling, gehinderde

woningen of milieugevolgen over

elkaar heen tuimelen. Terwijl de

meer politieke georiënteerde dis

-cussie, gebaseerd op wat je vanuit

politieke waarden wilt, wat je fat

-soenlijk of noclig vindt, veel minder

gevoerd wordt.

Nu valt het ook niet mee om

vanuit de politiek zodanig naar het overheidsbestuur te opereren dat die de maatschappelijke werkelijk

-heid gaat sturen. Tot in de jaren

ze-ventig leek het geloof in de

stu-ringsmogelijkheden van de

over-heid groot. Maar geconfronteerd

met nogal wat dilemma's die optre-den bij het willen sturen vanuit de

overheid, is dat geloof heel wat

minder geworden. Tegelijkertijd is

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

noot 1 Volgens de definitie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen wordt de categorie (kansarm of kansrijk) bepaald aan de hand van het opleidingsniveau van de

In die zin heeft Pijpers (Forum, 28 februari) ook ongelijk als hij beweert dat de grondrechten uit de Europese Grondwet een sigaar uit eigen doos zijn: de rechten zijn weliswaar

(6) Deze eisen worden voor het algemeen vormend lager onderwijs zodanig geregeld, dat de deugdelijkheid van het geheel uit de openbare kas bekostigd bijzonder onderwijs en van

In bovenstaande argumentatie maken deze overeenkomsten deel uit van secundaire wetgeving en kunnen ze bijgevolg niet worden gezien als ‘bepalingen aan de inachtneming waarvan

Dit is nodig al was het maar omdat niet voor alle ict-toepassingen van de overheid open standaarden bestaan en overheden uiteraard ook niet zomaar verplicht kunnen worden te

Men kan zich daarover om meer dan één reden verheugen, en toch tegelijkertijd de vraag opwerpen of het wel geheel aangaat zo belang- rijke bevoegdheden toe te

te benoemen door de afgevaardigden der afdeelingen ter alge- meene vergadering, in de maand Nov. van het jaar, voorafgaand aan dat der gewone periodieke aftreding der Tweede Kamer.

twijfel is onvoldoende voor toepassing van de procedure van artikel 91, derde lid van de Grondwet: de regering en/of de Tweede Kamer zullen duidelijk moeten aangeven dat sprake is