• No results found

Geuremissie uit ammoniak-arme varkensstallen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Geuremissie uit ammoniak-arme varkensstallen"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Nico Verdoes en Roel van de Camp, P V

Van vijf varkensstallen met lage ammoniakemissie is de geuremissie vastgesteld. Bij vlees-varkens is de geuremissie in ammoniak-arme stallen aanzienlijk lager dan in traditionele stallen. Voor stallen met zeugen en biggen zullen de gevonden reducties in de loop van

._

.: . 1998 beschikbaar komen.

In de praktijk ervaren varkenshouders niet alleen de ammoniakemissie, maar ook de geuremissie als knel-lend bij het verkrijgen van een milieuvergunning. In de huidige richtlijn “Veehouderij en Stankhinder” is voor de Groen Label-stallen een circa 40% lagere geuremissie aangenomen ten opzichte van tt-aditio-nele stallen. Deze aangenomen lagere emissie moet echter nog door onderzoek bevestigd worden. Daarom is het van groot belang dat van de ammo-niakemissie-arme stallen ook de geuremissie bekend wordt, zodat gemeten waarden wettelijk vastgelegd kunnen worden. Daarbij komt dat de maat mestvar-kenseenheden (mve) aan vervanging toe was. Deze maat is nu vewangen door geureenheden (g.e.).

Stalsystemen

Van vijf emissie-arme stallen is de geuremissie inmiddels vastgesteld:

- DeLVris water- en mestkanaal bij kraamzeugen; - DeLVris smalle mestkanalen bij dragende zeugen

(gwpstal);

- DeLVris bij gespeende biggen;

- Vleesvarkens in optimaal hok met

multifasenvoe-_. . : .-: ..._ :

dering (droog);

- Vleesvarkens in optimaal van zuren in voer.

Monstername

hol< met een mengsel

De monstemame gebeurde volgens het “Meetpro-tocol voor geuremissies uit stallen”, dat geformu-leerd is door de Werkgroep Emissiefactoren. Vijfmaal per ronde werd een duplo-monster geno-men. Er zijn twee rondes per diercategorie noodza-kelijk: één in de zomer en één in de winter. Per dier-categorie werden dus 20 monsters geanalyseerd. Op de betreffende dag werden twee zakken van 60 liter via een stoffilter volgezogen met lucht uit de

ventilatiekoker. Dit geschiedde tussen 10.00 en 12.00 uur ‘s ochtends. Gedurende deze tijd werden ook het debiet, de temperatuur en de ammoniak-concentratie van de uitgaande lucht vastgelegd. De zakken werden naar het geurlaboratorium van IMAG-DL0 in Wageningen gebracht.

Analyse

Een geurpanel van acht personen heeft de analyses uitgevoerd. Om het aantal geureenheden te bepa-len werd de stallucht in het laboratorium steeds ver-der verdund. Bij elke verdunning moesten de panel-leden kiezen uit welke beker de stallucht stroomde. Het aantal geureenheden (g.e.) is die verdunnings-factor waarbij de helft van het geurpanel geen onderscheid meer kan maken tussen stallucht en verse buitenlucht. _

Resultaten

De resultaten - in geureenheden per seconde per dierplaats - zijn uitgezet in figuur 1. Dit zijn gemid-delden van de beide ronden.

Duidelijk blijkt dat de kraamzeugen de hoogste en de gespeende biggen de laagste geuremissie heb-ben. De beide groepen vleesvarkens en de dragen-de zeugen verschillen niet veel van elkaar. Bij elke diercategorie was de geuremissie in de zomerronde hoger dan in de winterronde.

Reductie van geuremissie

In dit onderzoek zijn alleen ammoniakemissie-arme stallen gemeten en geen traditionele stallen. Hier-door zijn alleen de absolute waarden voor de geur-emissie bekend, maar kan geen uitspraak worden gedaan over het reductiepercentage. De

(2)

sie uit traditionele stallen wordt door het IMAG-DL0 gemeten. Voor vleesvarkens is reeds een waarde bekend: 22,6 g.e. per seconde per dier-plaats. Dit betekent dat bij de twee genoemde ammoniakemissie-arme systemen voor vleesvar-kens de geuremissie is gereduceerd met respec-tie-velijk 55% en 37%. Het blijkt dat bij de twee ammoniakemissie-arme systemen het ventilatiede-biet lager was dan in de gemeten traditionele stal-len. Omdat de geuremissie duidelijk gerelateerd is aan de ruimtetemperatuur en daarmee aan de ven-tilatiehoeveelheden, zijn genoemde reductiepercen-tages dus onderschat. Wanneer gecorrigeerd zou worden voor de ventilatiehoeveelheden, dan zou de reductie 64 tot 65% zijn geweest voor beide sys-temen. Hiermee is aangetoond dat de geuremissie in ammoniakemissie-arme stallen lager is dan in tra-ditionele stallen. In 1998 zal het IMAG-DL0 ook de geuremissie uit traditionele stallen in de zeugenhou-derij publiceren,

Verhoudingen tussen diercategorieën

Uit de hierboven vermelde getallen blijkt dat de ver-houding in de geutuitstoot (gemeten in g.e.) tussen de verschillende categorieën varkens in ammoniak-emissie-arme stallen duidelijk anders is dan de ver-houding die is opgenomen in de huidige richtlijn

“Veehouderij en Stankhinder-” (uitgedrukt in de oude maat mestvarkenseenheden). Hierin staat bij-voorbeeld aangegeven dat de geuremissie van drie dragende zeugen gelijk is aan de emissie van één vleesvarken en dat de geuremissie van anderhalve kraamzeug ook gelijk is aan die van één vleesvarken. Omdat nog niet vastgesteld is wat de relatie is tus-sen geureenheden en mestvarkenseenheden, kun-nen de consequenties van de verschillende verhou-dingen nog niet worden aangegeven.

Relatie geur en ammoniak

Hoewel voor de vleesvarkens de conclusie duidelijk luidt dat de geuremissie in ammoniakarme stallen verlaagd is, kon er in dit gegevensbestand geen een-duidige relatie gevonden worden tussen de geure-missie en de ammoniakegeure-missie. Als er hoge geur-concentraties werden gemeten, betekende dit niet altijd dat er ook hoge ammoniakconcentraties wer-den gemeten. In de praktijk worwer-den geur en ammo-niak vaak door elkaar gehaald. Het zijn echter twee verschillende zaken, Er is nog heel wat onderzoek nodig naar de relaties tussen geur en ammoniak_ Ook zal onderzocht worden in hoeverre de geur-concentratie gekoppeld is aan het stofgehalte in de stallucht. w

40

35.27

. . .

DeLVris, DeLVris, dragende zeugen kraamzeugen

DeLVris, Vleesvarkens, Vleesvarkens, gespeende biggen mengsel zuren multifasenvoer

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tabel 5 Aantallen bacteriën in de uitgaande (stal) en ingaande (buiten) lucht (in aantal (kve) per m 3 lucht) bij bemonstering met een impinger bio-sampler. burnetii en Salmonella is

Om deze invloed op de produktie en vruchtgrootte na te kunnen gaan werd een proef opgezet met twee plantafstanden, waarbij bij elke plantafstand 3 en 5 gesteltakken per plant

Due to budgets being literally 'cu t to the bone1 museums in South Africa and abroad in 1986 have to face formidable demands with regard to balancing their

However, the aged and infirm of Mangaung, due to the racial partiality of local and central government for the socio-economic interests of its white electors, and in the absence of

To research the differences between the average memory accuracy scores for the short-term and long-term gender groups respectively, the t-test for two independent groups

Archive for Contemporary Affairs University of the Free State

This research deals with the question whether group therapy can be applied as a method of orthopedagogical aid in order to help mentally handicapped, behaviour

Die spesifieke doelstellings van hierdie ondersoek is om te bepaal of verstandelik gestremde, gedragsgeremde adolessente dogters in 'n kliniekskool deur middel van