• No results found

Denemarken in agrarisch perspectief

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Denemarken in agrarisch perspectief"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Denemarken in agrarisch

perspectief

C. van Bruggen (coördinator onderzoekcentra PR)

Met ongeveer 30 leden van de landelijke melkveestudieclub ,,Morgen” werd van 5 tot en met 10 september 1988 deelgenomen aan een studiereis naar Denemarken. De aandachtspunten van de reis kunnen het best getypeerd worden met de volgende vragen: Hoe gaat de Deense veehouder om met melkquotering? Hoe is de financiering van de Deense veehouderij? Welke vestigingsmogelijkheden zijn er? Hierbij valt ook te denken aan Nederlanders. Hoe is de technische stand van zaken? Welke ontwik-kelingsmogelijkheden en perspectieven zijn er voor de Deense melkveehouderij? Voor het antwoord op deze vragen zijn vijf

melk-veebedrijven in/op Noord- en Zuid-Jutland, Fu-nen en Seeland bezocht. Eveneens werd een bezoek gebracht aan het onderzoekcentrum voor geheel agrarisch Denemarken Forsoganlaeg Foulum te Foulum; het computercentrum voor de totale agrarische sector L.E.C., een K.I.-centrum; een machinefabriek waar onder andere de Senior melkmachine gemaakt wordt; de kasteelboerderij van een praktijkschool voor de veehouderij, en het Landbouwhuis Axelborg in Kopenhagen.

Quotering

Hoewel het melkquotum per bedrijf is vastgesteld, zijn de boeren geen eigenaar van het quotum. Het quotum is eigendom van het Landbouwcomité, een soort produktschap. In 1985 en 1986 was het landenquotum niet volgemolken. Door het A-sys-teem was er geen superheffing verschuldigd. De onderschrijding gebruikte het Landbouwcomité om jonge veehouders en bijzondere gevallen te helpen. Van de 350 recente aanvragen werden er 153 gehonoreerd.

Als de melkveehouder -hoewel geen eigenaar van het quotum- afziet van zijn produktierechten, geeft het Landbouwcomité een vergoeding. Dit kan nauwelijks een sturingselement worden ge-noemd, omdat er slechts in totaal 25 cent per liter wordt betaald, die over een periode van 7 jaar uitgekeerd wordt. Het landenquotum schijnt nu volgemolken te worden, waardoor de sturings-ruimte gemillimeterd wordt.

Het beleid verwacht dat er ca. 20.000 melkveebe-drijven met ca. 1 miljoen melkkoeien over zullen blijven.

Financiering

De financiering van de melkveehouderij is moei-52

lijker dan in Nederland. Het eigen vermogen van de Deense boer wordt opgegeven als 48 % van het geïnvesteerde kapitaal bij 90 % grondei-gendom. In Nederland wordt het eigen vermogen opgegeven als meer dan 60 % van het ge’inve-steerde kapitaal bij een veel groter pachtaandeel. Regelingen als de WIR en dergelijke hebben nooit bestaan, terwijl de rente in 1978 22 % bedroeg en nu 12 %. Bovendien is de hypotheekrente maar voor 45 % aftrekbaar. Door deze omstandighe-den wordt de ondernemingslust getemperd en zijn er grote verschillen met Nederland. Volgens

(2)

de woordvoerders gaat dat nu veranderen. Deze geluiden waren er 10 jaar geleden ook al! Dene-marken was toen 3 jaar bij de EG.

Vestigingsmogelijkheden

Door het systeem van melkquotering zijn de ve-stigingsmogelijkeden gunstiger dan in Nederland, zeker als de financiering mede door een Neder-landse bank kan plaatsvinden. Wanneer er echter geen of nauwelijks onderschrijding van melkquo-turn plaatsvindt, zal de toewijzing van melkrechten moeilijker worden en dientengevolge de vestiging eveneens.

Tot nu toe hebben zich 21 Nederlandse melkvee-houders in Denemarken gevestigd.

Technische stand van zaken

Met als uitgangspunt dat de meest vooruitstre-vende bedrijven worden getoond, kan gesteld worden dat de Deense veehouderij niet zo sterk is gespecialiseerd als de Nederlandse. In Dene-marken zijn er overwegend gemengde bedrijven. De werk- en produktiemethoden geven aanlei-ding tot een lagere arbeidsproduktiviteit.

De milieu-eisen zijn (veel) zwaarder dan in Neder-land. De eisen zijn grotendeels gebaseerd op ge-voelens en overwegingen. De voorschriften zijn niet onderbouwd door onderzoek.

Ondanks de vakbekwaamheid en vindingrijkheid loopt de technologie in de praktijk wat achter bij Nederland. Op het onderzoekinstituut ontstond de indruk dat het onderzoek meer de werkwijze van een instituut benaderde dan die van een proefs-tation.

Ontwikkeling en perspectief

Denemarken is op vele markten een grote con-current voor Nederland. In dat licht is het voor de Nederlandse veehouderij interessant een indruk te hebben van de Deense perspectieven. Deze zijn voor de Denen aan het verbeteren, zo kon op het Landbouwhuis worden beluisterd.

De Deense (socialistische) regering gaat het be-lang van een sterkere agrarische sector onder-kennen. Dit uit zich in een wat vriendelijker (fis-caal) landbouwbeleid. In hoeverre hier de wens de vader van de gedachte is op het Landbouw-huis, valt niet vast te stellen.

Een veel gehoorde opmerking is de bezorgdheid dat er voldoende jonge mensen zullen zijn en blijven die zich volledig inzetten voor de houderij. In de publieke opinie scoort de melkvee-houderij niet hoog bij de schoolgaande platte-landsjeugd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In the context of this article, the term “social media” is seen as an umbrella term that embraces all three the above notions, and is defined as computer-mediated tools and

Het verpleeghuis verleent niet alleen zorg, maar biedt ook een woon- en leefklimaat, waarbinnen ruimte is voor een persoonlijke leefsfeer.. De overheid legt dat in haar

Correction of glycogen storage, disease type II by enzyme replacement with a recombinant human acid maltase produced by over-expression in a CHO-DHFR(neg) cell

Uit figuur 3 blijkt, dat 20 kg CCC vroeg een sterkere halmverkorting heeft veroorzaakt dan 5 kg CCC vroeg, maar dat de stengels door 5 kg CCC laat veel sterker zijn verkort dan

is tevens afhankelijk van het organische-stofgehalte van de grond. In 'Naaldwijk' wordt deze onderschei- ding het verst doorgevoerd. In andere consulent- schappen komt dit minder

Trend bepaald over de laatste 8 jaar met behulp van Trendspotter (op basis van de gemiddelde aantallen voor de maanden januari, februari, mei, augustus, november, december,

De met spiritualiteit ver- bonden thema’s geven inzicht in de manier waarop een ge- bied of element van de natuur voor mensen betekenis heeft en op wat voor manier deze

De waargenomen vraag naar ecosysteemdiensten verschilt per respondent, maar er is een aantal diensten dat breed belangrijk gevonden wordt en waar vraag en aanbod bij elkaar