• No results found

Bedrijfseconomisch advies voor loonbedrijven

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bedrijfseconomisch advies voor loonbedrijven"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BEDRIJFSECONOMISCH

ADVIES VOOR

LOONBEDRIJVEN

C.J. van Overveld (student Landbouwuniversiteit) en ing. J.M.A. Nijssen (onderzoeker bij het PR)

De technisch-economische voorlichting aan agrarische loonbedrijven is een taak van de regionale consulentschappen. Om dit goed te kunnen doen is het gewenst dat de bedrijfsvoorlichters beschikking hebben over een bedrijfseconomisch adviserings-systeem. Dat systeem moet dan ingaan op de specifieke eigenschappen van het loonbedrijf. Dit voorjaar is er op initiatief van het Consulentschap in Algemene Dienst - RSP en het PR gestart met de ontwikkeling van zo’n systeem. Daarbij is nauw samengewerkt met het Consulentschap in Algemene Dienst voor de Akkerbouw en Groenteteelt in de Vollegrond en de vakgroep Agrarische Bedrijfseconomie van de Landbouwuniversiteit. Het bedrijfseconomisch advies voor loonbedrijven bestaat uit vier onderdelen.

Analyse van de bestaande situatie ciële positie van het bedrijf. Vaak is het loonbedrijf Het uitgangspunt voor het maken van een begro- gecombineerd met een agrarisch nevenbedrijf. ting is de bestaande situatie op het bedrijf. Gege- Omdat de eigendommen van het nevenbedrijf de vens over de ondernemingsvorm en het arbeids- vermogenssituatie beïnvloeden worden deze ook aanbod worden vastgelegd. Op de balans wordt meegenomen in het adviessysteem. Op de bere-gedetailleerd beschreven hoe het vermogen van kening van de rendabiliteit van het loonwerkge-de loonwerker is vastgelegd in bijvoorbeeld ma- deelte heeft het nevenbedrijf echter geen invloed. chines en gebouwen. Dit geeft inzicht in de

(2)

finan-De rendabiliteitsbegroting

De rendabiliteitsbegroting moet inzicht geven in de levensvatbaarheid van het bedrijf op de langere termijn. Met de bedrijfsbegroting kan de bestaande situatie berekend worden. Vaak zal ook voor een aantal gewijzigde bedrijfsopzetten een rendabiliteitsbegroting opgezet worden. Deze is opgebouwd uit drie deelbegrotingen.

In de activiteitenbegroting wordt een overzicht gegeven van welk loonwerk uitgevoerd moet wor-den, bijvoorbeeld mais hakselen. Ook de opper-vlakte die bewerkt moet worden en de tijd van het jaar waarin dat gebeuren moet wordt voor elke werkzaamheid vastgelegd. De arbeidsbegrothg

geeft aan hoeveel arbeid er nodig is voor het

uitvoeren van de werkzaamheden. Voor het mais hakselen in loonwerk zijn bijvoorbeeld vier men-sen nodig, één op de hakselaar, twee voor trans-port en één met de shovel op de kuil. Ook de opleiding en ervaring van de medewerkers wordt gevraagd omdat die mee het arbeidsloon bepa-len. Op deze manier kunnen de arbeidskosten per werkzaamheid berekend worden. In de derde deelbegroting, de werktuigenbegroting wordt aangegeven welke machines nodig zijn om een activiteit uit te voeren. Bij het mais hakselen bij-voorbeeld één zelfrijdende 6-rijige hakselaar, twee trekkers van 60 kW met kipwagens van 12 ton en een shovel. De kosten van deze machines worden allemaal per eenheid van bijvoorbeeld een hectare of een uur uitgerekend. Met al de gegevens van de drie deelbegrotingen kan nu het saldo per loonwerkactiviteit berekend worden. De opbrengsten per hectare bestaan uit het loon-werktarief en de verkoop van hulpstoffen zoals inkuilmiddel. Wanneer van de opbrengsten de machinekosten, de kosten van de toegerekende arbeid en de aankoopkosten van hulpstoffen wor-den afgetrokken blijft het saldo van elke loonwerk-activiteit over. In de bedrijfsbegroGng wordt van elke werkzaamheid het totale saldo berekend. De niet toegerekende kosten zoals die voor bedrijf-sleiding en voor gebouwenonderhoud moeten

dan nog worden afgetrokken. Wanneer dan ten-slotte de winst of het verlies van het nevenbedrijf wordt meegerekend blijft het netto bedrijfsresul-taat ofwel de winst nog over.

De financieringsbegroting

Het derde onderdeel van het advies is de finacie-ringsbegroting. Deze geeft aan hoe groot de ver-mogensbehoefte van het bedrijf is. Ook wordt de verdeling tussen eigen vermogen en geleend ver-mogen duidelijk. Wanneer ook de winst uit de rendabiliteitsbegroting meegenomen wordt kan ook het verloop van het eigen vermogen op langere termijn uitgerekend worden.

De conclusies

Al het rekenwerk dat tot nu toe gedaan is heeft tot doel om een goed gefundeerd bedrijfsecono-misch advies te kunnen verlenen. De resultaten van de berekeningen moeten daarom geïnterpre-teerd worden tot conclusies. Bij het vaststellen van het uiteindelijke advies zal dan ook nog ge-keken worden naar de resultaten uit het verleden. Indien er op grond van die vroegere resultaten-aanleiding toe is kan het advies nog bijgesteld worden.

Hoe nu verder?

In de afgelopen tijd is het bedrijfseconomisch ad-vies systeem op de eerder genoemde manier op-gesteld. Dat is gebeurd in de vorm van een serie formulieren met een bijbehorende handleiding. Binnenkort zal daar ook nog een normenbundel aan toegevoegd worden. De normen die daar in komen te staan zijn dan ook specifiek op het loon-bedrijf gericht. Wanneer dan met de formulieren-set en de normenbundel de nodige ervaring is opgedaan in de praktijk wordt het systeem even-tueel bijgesteld. Vanwege de grote hoeveelheid rekenwerk die in het opstellen van een advies zit is het nu al duidelijk dat het systeem daarna in een computerprogramma moet worden onderge-bracht.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Leg uit waarom landen op het noordelijk halfrond over het algemeen meer energie verbruiken dan op het zuidelijk halfrond. Ga bij de je antwoord in op

Als de continuïteitscorrectie bij deze vraag niet is toegepast, geen punten hiervoor in

bron 1 vrij naar: Robert Stiphout; Elsevier, 25 februari 2006 bron 2 vrij naar: CBS, Bevolkingstrends 2006, 3e kwartaal 2006 bron 3 vrij naar: Havenbedrijf Rotterdam nv, 10

− Argument a: zonder Betuweroute gaan er relatief gezien meer goederen over de weg, met Betuweroute blijft dat aandeel hetzelfde maar gaan er meer goederen per spoor, wat

Voorbeelden van juiste sociaaleconomische kenmerken van de zittende bewoners zijn:. −

• de aardbeving in San Francisco (bron 2a) tot veel schade leidde omdat het een dichtbevolkt gebied betrof, maar het aantal slachtoffers bleef beperkt vanwege het

• de aardolie als gevolg van de lage soortelijke massa naar hogere lagen migreert en zich verzamelt in de toppen van de anticlinalen (verklarend.

U wordt verzocht te besluiten om alle taken op het terrein van de brandweerzorg over te dragen aan de Veiligheidsregio Drenthe, de gemeenschappelijke regeling te wijzigen en