• No results found

Modelleren in Monitoring Stroomgebieden : Monitoring van nutrienten in stroomgebieden en polders

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Modelleren in Monitoring Stroomgebieden : Monitoring van nutrienten in stroomgebieden en polders"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Modelleren in Monitoring Stroomgebieden

Monitoring van nutri¨enten in stroomgebieden en polders

Christian Siderius, Jan Roelsma, Luuk van Gerven en Martin Mulder

Achtergrond

In het project Monitoring Stroomgebieden is een nieuw modelsysteem

on-twikkeld voor de nutri¨entenstromen naar en in het oppervlaktewater. Voor

ieder van de vier gebieden is dit modelsysteem gefaseerd, van grof naar fijn, opgezet en met metingen gekalibreerd en gevalideerd.

Omschrijving Land Opp. Temporele schaal Data water

Fase 1 Stone 2.1 – nationaal + − Langjarig Nationaal Fase 2 Stone 2.1 – regionaal Nationale

combi-naties (bodem, bodemgebruik en GT) regionaal toegewezen

+ + Decade-langjarig Nationaal

Fase 3 Regionaal specifieke benadering op ba-sis van regionale data (kwel, bemesting, peil etc.)

+ + Dag-langjarig Regionaal

Fase 4 Op basis van aanvullend uitgevoerde metingen is de schematisatie en param-eterisatie van de gebieden afzonderlijk aangepast

+ + Dag-langjarig Lokaal

Fase4k Kalibratie van parameters in de waterkwaliteit modellen (ANIMO, NuswaLite)

+ + Dag-langjarig Lokaal

Opzet

Het nieuwe modelsysteem is ontwikkeld uit bestaande procesmodellen. Het is onderverdeeld in een landsysteem en een oppervlaktewatersysteem. In beide systemen wordt onderscheid gemaakt tussen de waterkwaliteit en de waterkwantiteit. Met het bodemkwaliteitsmodel ANIMO en het waterk-wantiteitmodel SWAP is de uitspoeling naar het oppervlaktewatersysteem doorgerekend. Met het model SWQN konden de stroming en de peilen in het oppervlaktewater worden doorgerekend. Voor de kwaliteit van het op-pervlaktewatersysteem is het oppervlaktewatermodel NuswaLite gebruikt.

Blokdiagram van de verschillende modules.

Resultaten

Stikstof wordt beter gemodelleerd dan fosfor. De dynamiek in fosforcon-centraties wordt gekarakteriseerd door hoge, individuele uitspoelingspieken met name in de winter, terwijl de dynamiek van de stikstofuitspoeling een meer geleidelijk seizoenspatroon laat zien wat beter door het modelsysteem gesimuleerd kan worden.

De grondige analyse van het modelsysteem in Monitoring

Stroomge-bieden, heeft niet alleen gezorgd voor meer inzicht in de nutri¨entenstromen

in de vier stroomgebieden. Het heeft ook geleid tot een verbetering van het landelijke uitspoelingsmodel STONE.

Drentse Aa

Schuitenbeek

Krimpenerwaard

Quarles van Ufford

Totaal stikstof (links) en Totaal fosfor (rechts)

De laatste stap is de kalibratie geweest in de ontwikkeling van het mod-elsysteem. In alle gebieden levert deze stap een grote verbetering van het model op. De berekende stikstof- en fosforconcentraties in het oppervlak-tewater kwamen goed overeen met de metingen. Met nieuwe informatie

zijn de modellen nog verder te verbeteren. De pieken in

fosforconcen-traties kunnen bijvoorbeeld nog beter worden berekend als er meer inzicht is in de precieze bemestingsmomenten, lokale puntbronnen of als er nog gedetailleerdere gegevens zijn over de neerslag, bijvoorbeeld van de neer-slagradar. eσy σe σy 0.0 0.5 1.0 1.5 2.0 2.5 3.0 F1 F2 F3 F4 F4k −3 −2 −1 0 1 2 3 eσy σe σy 0.0 0.5 1.0 1.5 2.0 2.5 3.0 F1 F2 F3 F4 F4k −3 −2 −1 0 1 2 3

Zonnenplot figuur voor Quarles van Ufford: gevolg van de verschillende verbeterstappen van de modellering m.b.t. de willekeurige (y-as) en sys-tematische fout (x-as) (Binnen de gele cirkels heeft het model verklarende waarde. Het nulpunt zou een model weergeven identiek aan de metingen).

Contactpersoon: E-mail: dorothee.vantol-leenders@wur.nl Website: www.monitoringstroomgebieden.nl De volgende ministeries en waterbeheerders zijn betrokken: Ministerie van Economie, Landbouw en Inovatie en Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard, Waterschap Hunze en Aa’s, Waterlaboratorium Noord, Waterschap Rivierenland en Waterschap Veluwe.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Based on these two characteristics, the present study assumes that the Clayton Copula Figure 2 correlation model is capable of representing better the relationship between de d70

Indien die artikels bloot net na die reg op appel verwys het, en nie bepaal het dat so 'n appel na die voile Raad verwys moet word nie, dan sou die Raad wel ingevolge artikel 36

requires therefore the realisation of the self in a self- conscious world, and so experiencing oneself as part of such a world, and is in direct contrast to the private introspection

The Java interface must, therefore, be able to read the force and torque data from both the haptic and feedback sensors, calculate the appropriate command, send these commands to the

bestaan was vir 'n skool 'n vereiste nie en geen verdere voorligting aengaande die behartiging van die onderwys en die toesig oor die skool is in die

Door de samenwerking met vaak meerdere stakeholders ontstaan complexe machtsrelaties waarin de positie van de onderzoeker en de relevantie van zijn onderzoek niet altijd

Door de klimaatverandering zullen hoogwaterpieken niet alleen frequenter, maar ook hoger worden (Deltacommissie, 2008; Postma et al., 2006).. Op dat laatste is het huidige

Ook de vrije tijd (34%) en het daar in zekere zin mee samenhangende gevoel van gebondenheid (22%) werden herhaaldelijk als motief aangevoerd. Slechts 14% zou een ander beroep