• No results found

Vergelijking van een komkommerteelt in veensubstraat met een teelt van broeiveuren (1974)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vergelijking van een komkommerteelt in veensubstraat met een teelt van broeiveuren (1974)"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas te Naaldwijk

VERGELIJKING VAN EEN KOMKOMMERTEELT IN VEEN-SUBSTRAAT MET EEN TEELT

OP BROEIVEUREN (1972*)

door :

ing. S.J. Voogt

Naaldwijk, juni 1975. No. 695/6/1975

(2)

I N H O U D Doel

Proefopzet

Verloop van de proef Bemesting en watergift Resultaten

Gewasonderzoek Conclus ies Bijlagen.

(3)

il.

-3-DOEL

Het vergelijken van de korakommerteelt in veensubstraat met de teelt op broeiveuren.

PROEFOPZET

In de proef werden de volgende faktoren.opgenomen : Faktor a Teeltmethode

1 - veensubstraat 2 - broeiveur

Faktor b Kwaliteit gietwater 1 - ontzout water 2 - leiding water

De proef werd aangelegd in vier herhalingen volgens„de. plattegrond in bijlage 1. Elk proefvak omvatte 6 planten.

VERLOOP VAN DE PROEF

Voor het aanleggen van de. objecten werd de -kasgrond-ongeveer 7 uur gestoomd. Op 9 januari werden de broeiveuren klaargemaak-t.. Per strekkende meter

werd 12 kg stro ongeveer 20 cm diep ingegraven. Vervolgens werd het stro goed nat gemaakt waarna 1 ons dolokal supra -en 3 ons kalkammonsalpeter per strekkende meter werd ingespoeld. Op-het.stro.werd daarna circa 15 cm grond aangebracht.

Op 16 januari werden de bassins voor.de substraatteelt-klaargemaakt. De bassins bestonden uit 80.cm brede plastic-troggen met een hoogte van ongeveer 15 cm.

Per plant werd 50 liter Russisch sphagnumveen-aangebracht. Aan dit veen 3

waren de volgende meststoffen pér.m toegevoegd :

(4)

-4-m -4-7 kg dolokal supra 1,0 1kg kalksalpeter 1,5 kg patentkali %0,5 kg Fertifos 25 g CuSO..5 H„0 4 2 10 g Na2B40?.10 H20 50 g ZnS0„.7 H„0 4 2 8 g Na2Mo04-2 H20 25 g MnS04.H20

25 g ijzerchelaat (Chel 138 Fe)

In het veenbed werd een elektrische grondverwarmingskabel aangebracht. Op 21 februari werden de komkommers gepoot en met de slang aangegoten. Op 28 februari werden de eerste komkommers geoogst. Tengevolge van een ernstige knolinfectie bij sommige vakken, welke was veroorzaakt door

besmet plantmateriaal, moest de proef op 10 maart worden beëindigd. Daarna werd de kas ontruimd, waarna vervolgens de kasgrond werd ontsmet met

methylbromide.

Op 10 mei werd nieuw Fins sphagnumveen klaargemaakt. Aan dit veen werden dezelfde mesthoeveelheden toegevoegd als bij het Russisch veen.

Op 15 mei werden nieuwe planten gepoot; ras Uniflora-r- D.

Op 10 juni werden de eerste komkommers geoogst en op 7 oktober de •laatste. Daarna werd de proef beëindigd.

BEMESTING EN WATERGIFT ,

Tijdens de teelt werd met leidingwater en met ontzout water gegoten.

In tabel 1 is het chloorgehalte en het geleidingsvermogen van het gebruikte water weergegeven.

me chloor E.C. mmho/cm

Ontzout water 0,5 0,2

Leidingwater 5,0 1,2

TABEL 1. Het chloorgehalte en het geleidingsvermogen van het gebruikte water.

(5)

De hoeveelheid water die per dag werd gegeven was aangepast aan de

behoefte. In tabel 2 is zowel van de eerste als van de tweede teelt de water­ gift weergegeven.

Teeltmethode _Aantal litersp Ie teelt er giant per_dag 2e teelt Veensubstraat Broeiveur 2,4 3,1 1,4 1,7

TABEL 2. Het gemiddeld aantal liters water per plant per dag tijdens de eerste en tweede teelt.

Zoals blijkt was de gemiddelde watergift per dag tijdens de eerste teelt aanmerkelijk hoger dan tijdens de tweede teelt. Voorts blijkt de water­ gift bij de broeiveur groter te zijn geweest dan bij het veensubstraat. Tijdens beide teelten werden het veen en^e>grond van de broeiveur regel­

matig bemonsterd en onderzocht. In tabel 3 zijn de analyseresultaten weergegeven. Het veensubstraat is onderzocht met behulp van het 1 : 1^ volume-extract en de kasgrond met het 1 : 2 volume-extract.

/ Analyseresultaten veensubstraat

Teelt Datum L ES mval N mg/1 3 K Mg

Teelt Datum I ' 1 1,2 1,1 1,2 1,1 1,2 1,1 1,2 1,1 1,1 " 28 januari'74 1 5,8 5,8 9,8 9,8 22 22 4,4 4,4 4,7 4,7 26 februari.'74 - 5,8 - 6,0 - 13 - 2,8 - 4,1 18 maart 1974 5,9 5,6 6,1 6,3 13 13 2,7 2,9 6,9 6,2 1 april 1974 5,9 5,8 2,6 4,6 7 9 1,7 2,4 4,0 5,9 ' .. ~ 24 mei 1974 5,8 5,8 10,0 9,6 68 66 6,7 6,2 8,3 .7,1 2e 25 juni 1974 6,0 6,2 1,6 3,3 58 46 3,3 4,1 5,3 5,4 18 juli 1974 5,8 5,8 8,3 8,5 51 44 3,6 3,6 8,6 8,6 19 augustus'74 5,8 5,9 3,0 4,8 36 34 2,0 2,6 8,7 9,1 11 september'74 5,1 5,3 9,4 10,0 70 51 4,1 4,1 20,0 14,0 Analyseresultaten broeiveur

Teelt Datum

-J&

mval N mg/l P K Mg

Teelt Datum 1,1 a,2 *,1 *>2 *,1

X

,2 *,ï ï,2 28 januari'74! i 6,6 6,6 7,5 7,5 4,2 4,2 1,3 1,3 3,6 3,6 26 februari'74 - 3,5 3,5 4,1 4,1 1,0 1,0 1,9 1,9 Ie-, • 18 maart 1974 - - 6,8 5,0 8,7 8,5 2,0 1,8 3,6 2,9 1 april 1974 - - 8,1 4,0 11,2 7,0 2,6 1,6 5,4 2,9 24 mei 1974 - - 4,4 2,9. 7,0 6,0 1,8 1,6 3,3 2,4 2e 25 juni 1974 - - 3,0 1,9 6,8 4,5 1,6 1,2 2,4 2,1 18 juli 1974 - 8,7 10,7 18,4 20,4 4,1 4,7 5,4 7,0 19 augustus'74 5,4 5,7 5,2 4,9 16,0 14,0 2,9 2,7 4,0 4,0 11 september'74 5,8 5,6 7,1 7,4 16,1 20,2 3,4 3,9 4,9 6,2 TABEL 3. Analyseresultaten van het grondonderzoek.

(6)

. M

-6-Zoals blijkt is bij beide teeltmethoden het voedingsniveau gedurende beide teelten vrij goed op niveau gebleven. Tussen de voedingsniv^au's van de leidingwaterobjecten en van de objecten gegoten met ontzout water werden geen grote verschillen waargenomen.

Aan de hand van de analyseresultaten werden de in tabel 4 weergegeven hoeveelheden mest toegediend.

Ie teelt

Datum Veensubstraat Broeiveur

5 maart 1974 2,2 kg 10-5-20—6 per are

14 maart 1974 2,2 kg 10-5-20-6 per are

3 april 1974 330 g 10-5-20-6 per m3 2,2 kg 10-5-20-6 per are

8 april 1974 330 g 10-5-20-6 per m3 2,2 kg 10-5-20-6 per are

16 april 1974 330 g 10-5-20-6 per m3 2,2 kg 10-5-20-6 per are

. _ - .

2e teelt

Datum Veensubstraat Broeiveur

1 juli 1974 2,2 kg 10-5-20-6 per are

4 juli 1974 _170 g CaCNO^^'^ E^O per m3

11 juli 1974 170 g Ca(N0 J^.4 H^O per m3 1,1 kg 15-5-15-6 per are

17 juli 1974 240 g 15-5-15-6 per m3 1,1 kg 15-5-15-6 per are

5 augustus 1974 1,1 kg 15-5-15-6 per are

19 augustus 1974 240 g 15-5-15-6 per m3 2,2 kg 15-5—15-6 per are

21 augustus 1974 90 kg dolokal supra per

10 september 1974 170 g 15-5-15-6 per m3 1,1 kg 15-5-15-6 per are

TABEL 4. De hoeveelheden mest toegediend tijdens beide teelten. Kaast de in tabel 3 genoemde bepalingen werden het chloorgehalte en het

(7)

-7-Ie teelt Veensubstraat Broeiveur Datum Cl L Ei C. Cl E .C. '1,1] 1,2 i,i 1,2 1,1 1,2 1,1 1,2 28 januari 1974 0,5 0,5 1,9 1,9 1,9 1,9 3,2 3,2 26 februari 1974 • - - 1,5 - 1,5 - 1,3 - 3,0 18 maart 1974 0,6 2,4 1,6 1,8 1,6 1,4 1,1 2,6 1 april 1974 0,4 3,6 1,0 1,7 1,9 1,5 1,9 3,0 2e teelt i Veensubstraat ! Broeiveur Cl E.C. Cl E .C. jjaxuni M 1,2 V 1,2 M 1,2 M 1,2 24 mei 1974 0,8 2,0 2*3 2,4 1,7 3,9 1,3 1,4 25 juni 1974 0,5 3,7 1,5 1,8 1,4 4,1 1,2 1,4 18 juli 1974 0,8 3,5 2,1 2,5 1'5 3,6 2,0 2,7 19 augustus 1974 1,1 5,2 1,9 2,7 1,4 3,4 1,6 1'8 11 september 1974 1,0 4,9 3,1 3,2 1,4 3,4 1,8 2,6 TABEL 5. Het chloorgehalte (mval/1) en het geleidings­

vermogen (E.C. mmho/cm 25 C) tijdens de teelten

Zoals blijkt is het chloorgehalte in het veen sterk gestegen tengevolge van het Meidingwater waarmee werd gegoten.

Het geleidingsvermogen ligt zowel bij broeiveur als veen met

ont-zout water gegoten, doorgaans lager dan bij de objecten gegoten met lei­ dingwater.

Naast de bemonsteringen voor het bijmestonderzoek werden bij het veen tijdens de tweede teelt monsters genomen voor het spoorelementen-onderzoek. In tabel 6 zijn de resultaten van dit onderzoek weergegeven

Datvim Mn d _ _ _ _ _ .p.m. " TTT Zn d "Tï" .p.m. L T>T B d "Ï7Ï] ïii • " 172^ Fe d "17" .p.m. " Ï72" 2 juli 1974 0,58 0,08 0,40 0,29 0,28 0,34 23 juli 1974 0,45 0,42 0,58 0,70 1,02 1,40 0,36 0,36 19 augustus 1974 0,01 0,01 0,53 0,48 0,78 0,68 0,14 0,18 11 september 1974 1 O 1 - 1 1 O CO 1 *-< i 1 O 1 1 1,13 0,76 1,68 1,41 0,19 0,21

TABEL 6. De resultaten van. het spoorelementenonderzoek tijdens de tweede teelt. De bepalingen-zijn. verricht in het l:lV volume-extract. _

(8)

-8-Zoals blijkt z.ijn de zink-, borium- en ijzerniveau's tijdens de teelt voldoende hoog geweest. Het. mangaanniveau is echter op de laatste twee bemonsteringsdata vrij laag.

Het mangaangehalte van 0,08 bij behandeling 1.2 op 2 juli zal niet juist zijn.

In tabel 7 zijn de bijgemeste hoeveelheden spoorelementen weergegeven.

Datum MnSO .1 HO 3 per m ZnSO..7 3 per m H20 Na2B4°7-10 V per m Fe.Chel 138 3 per m 11 juli 1974 6,25 g 12,5 g 2,5 g 6,25 g 19 augustus 1974 6 , 25 g 12,5 g 2,5 g 6,25 g TABEL 7. De bijgemeste hoeveelheden spoorelementen tijdens de

tweede teelt. RESULTATEN

Tijdens de beide teelten werden bij het oogsten de vruchten geteld en gewogen. Tevens werd het aantal en het gewicht van de stekvruchten bepaald. In de bijlagen 2 en 3 is een velledig overzicht', gegeven.

Aantal

In tabel 8 is het gemiddelde aantal vruchten per plant weergegeven. Behandeling Eerste teelt Tweede

1.1 17,9 31,8

1.2 15,0 27,9

2.1 18,4 32,8

2.2 17,5 28,8

TABEL 8. Het gemiddelde aantal vruchten per plant. Zoals blijkt was zowel bij de eerste- als de tweede teelt

het aantal vruchten per plant bij de objecten gegoten met leiding­ water aanmerkelijk lager.

Tussen de beide teeltmethoden zijn de verschillen gering.

(9)

-9-bij beide teelten betrouwbaar ( P < 0,01). De invloed van de teelt­ methode was alleen bij de tweede teelt betrouwbaar ( P 0,03). _0gbrengst_

In tabel 9 is de opbrengst in kg per plant weergegeven. Behandeling Ie teelt 2e teelt

1.1 7,29 19,53

1.2 6,23 16,96

2.1 7,56 20,18

2.2 7,17 17,55

TABEL 9. De opbrengst in kg per plant.

Zoals blijkt zijn de opbrengstverschillen tussen de teeltmethoden gering. De verschillen tussen de twee soorten gietwater waren vrij groot. Vooral bij de teelt in veensubstraat bleek de invloed van

leidingwater op de opbrengst negatief te zijn. Bij de wiskundige verwerking werd bij beide teelten het effect van faktor b (waterkwaliteit)

betrouwbaar aangetoond ( P = < 0,01).

De invloed van de teeltmethode (faktor a) was alleen bij de tweede teelt betrouwbaar ( P = 0,03).

In figuur 1 is het oogstverloop tijdens de tweede teelt weergegeven.

Gemjddevruchtgewjcht

In tabel 10 is het gemiddeld vruchtgewicht weergegeven. Behandeling Ie teelt 2e teelt

T-4 H 407 614 1.2 412 606 2.1 410 615 2.2 412 608

TABEL 10. Het gemiddeld vruchtgewicht in grammen per stuk.

(10)

-10- ^0-oO<3' \ooV V*e& ae t.e© .v*" 8

îO/T 26/10 6/^° 29/8 -A^"* d» *.-0^

(11)

-11-Zoals blijkt heeft de teeltmethode (faktor a) weinig invloed gehad op het gemiddeld vruchtgewicht. Voorts bleek het leidingwater bij de eerste teelt een positieve en bij de tweede teelt een negatieve invloed op het gemiddeld vruchtgewicht te hebben gehad. Bij beide teelten werd het effect van faktor b (waterkwaliteit) betrouwbaar aan­ getoond ( P < 0,01 ) .

Stek

In tabel 11 is het gewichtspercentage stek weergegeven. Behandeling Ie teelt 2e teelt

1.1 0,18 2,93

1,2 1,05 3,38

2,1 0,53 1,15

2.2 0,63 3,25

TABEL 11. Het percentage stek van het totaal gewicht van de geoogste vruchten.

Uit de tabel blijkt dat er bij de leidingwater-objecten meer stek werd geoogst. De verschillen waren voor beide teelten echter niet betrouwbaar.

GEWASONDERZOEK

Op 29 juli werden er bladeren en vruchten bemonsterd voor een volledig onderzoek. Bij het bemonsteren werden er jonge volgroeide

bladeren en oogstrijpe vruchten weggesneden. In tabel 12 is een volledig overzicht van de analyseresultaten weergegeven.

(12)

-12-s I I I I m a I . I I • I I TJ I f - . ! - a 1 I c • I I N ft I I • I I • "O I • I S I

r

I a> a j I h • I I »0 1 t • I S I I s! fi ! w •O I s I O » I *o I I -w I o I w I ( W <*> I I •fW I 2 <*> I I H 4P u

+

r

i* i i OV dP I St I I rv cm cm vc o t-i in m Oi in n h O r* in H CN H CN O CM O O cm cm n CM CO CM CM H Ol (N LD H O (Jl CO ^ œ o <r> o ^ CO CN CM ^ ^ * O O O O <i ^ <i in i£ in in O O O O 1 Mfl O oi n o o o o cm oo r- cn Vû «-1 CN 'S« w ^ '•» ^ m rf ^ *-< ^ r- <n o 01 <r ro CI N CI vD •«-! n co m id id in o o o o O CT> CM P» *—I •*—* c— *-4 *-t O O I 2# I I ^ VÛ ^ O I *0 I H H H CS1 ^ r» m ro co cn cm o o m in O co ^ m ^ CO *3* CN ^ CM o o en o r* oï \d 00 CM CN ri CM KO CM *—I k W !•» *. *—1 *-i O O O O o co cm CO CM co CM O O O O in oo <t> o *~i *-1 O «—< O O O O CO CM CO '-i CN CO '»• w ^ ^ ro co CN CM CM *>r m *-i co CM «J O Is ik ^ ^ *1 H O > co o> ^ r- r*- r-o r-o r-o r-o U) H CN C0 CO CO CO CM O O O O r- r- co ^ a\ o co 1 ês <*> in VS> CN cy 00 1 ês <*> * •h ^ ^ 1 U m m m m O o O O I 00 oo r- r* c«i co C0 1 1 äP co KO CN 00 10 ^—1 0"» 1 äP •» ^ •» ^ ^ 1 co ro-f^v ro m n 1 A © tn c I I I I rH| I I I ttl I I I I -föl O O O O H CN H CM • • • • H f H C N N -PI •SI >1 H CNt O (*1 CN CN CM CM O O O O H O] H CN • • • • rt -I (M N I « r-l M a) o N M a> •a n 0 ta (d S 0) 01 -P 0) Xi g id > G <D -P ld «P f-H P 01 0) u Q) (0 >1 fH (d

§

0) Q W D tJ> O Xi •P -H a> -p •H rH (0 s a> Q •O ld •P 0) Xi g •H c ai •p rH 10 Xi 0) o> •ri M O XI 0) a> •p ai >0 ••-I x> 'S •p 0) xi c <U •-P rH Ifl X3 <D Ol c (0 Cn I 6 0) f3 •P a «s o N id M O

&

%

•p ai X! G •H

S

>a c a) o> en •H a> •p ai S1 <D 1—1 •p C r-i <8 -p. ai X! a> 0) 0) 6 G Ol 6 c a> X t—i a) Ol 13 : (0 r—1 •iH c > »—1 td N (U ai itf o» x! •p -P 0) •a

0) a> (D X! -P Ox (U M xi S3 Oi •H Ä tr> c •P C •H M Ol m •w a) •W c •o •P N 4J a) a) Xt -m <d 0) o Ü -H S c > . P rH a) M C a> > a) > (V Oi « •a V n (0 o< •a 3 c •H o c 10 Oi o -p t3 •H G -p •H (V (d id Q 0 c S S i-H <a S • > -p f—i C c rH id <u •H (0 o Oi Xi o O p Ov a> 1—1 Ö <u •H Oi x: > C ta u -p •ri eu 0) C •H Oi *> c O o H

»

•H g Q •Ö 3 -P X! >a (0 o Ü (U a) •H Cn JC > rH > O OS M a» Ü •p -p a) •o 0) rH •p a) « C ta ä ai ta Q) S Q) • +J •P n <u •n C 0) a) •H •H Q) Oi •a o> r—1 •P o XI H X! -n +j (T5 •H a) ui Ai Xi -P u a> •m •i-l C G o i—t m o a> a> •a ' • > > *0 •*

(13)

CONCLUSIES

In een proef werd de komkommerteelt op broeiveuren vergeleken met de teelt in veensubstraat. Daarnaast werd het gieten van ontzout water vergeleken met het gieten van leidingwater.

De opbrengst bij beide teeltmethoden bleek weinig van elkaar te ver­ schillen. Het gieten met leidingwater gaf een duidelijk lagere op­ brengst dan het gieten met ontzout water.

(14)

Bijlage 1 PLATTEGROND 4 2 . 2 8 ' 1 . 1 12 2 . 1 16 1 . 2 3 2 . 1 7 1 . 2 11 2 . 2 15 1 . 1 2 1 . 2 2 . 2 6 1-1 10 2 . 1 14 1 1 . 1 5 2 . 1 9 1 . 2 13 2 . 2

(15)

Bijlage 2 ai 0) •p 0) cs <u <D •p c <D > O) e iH H 0) *0

:S

ä S TT O Ol m VO r- 00 <n vo r-1 O *-1 vO P-1 co LO OS 1 «-I I «i CM ri 1 cn 1 m CN 1 00 00 r-> VO 1 *~i H ri *i 1 1 1 1 I 1 O Ol r-1 00 in O in 1 «-I CN ri ! 1 1 1 1 1 LD o cri cn 1 —1 00 OS r-*—» «-I ri 1 1 ö CN CN CT» 1 -co i£> «"t 1 1 CO <5* 1 1 1 1 cn *i O 1 O <Ti ri ri 1 >-t • «"1 ri 1 1 » 1 I .1 1 1 O "i 00 r-1 as O H I H ri ri 1 1 1 1 1 1 «H a\ VÛ r-1 O 00 T-l CÏ I *-t ri 1 1 1 1 1 • 1-1 O 1—1 00 ri 1 ri as O <y» 1 H ri 1 1 in m f

i

1 H H H 1 1 I 1 1 1 1 ! b Os CN «-I 1 1 ri 1 1 rH H • i 1 1 1 1 1 1 1 1 1 CO j r^ in y£> • 1 1 f 1 1 1 1 * 1 ri 1 CN m • 1 1 1 1 ri CN «H CN 1 1 1 1 1 ' • ' • ' • • 1 1 H H CN CN 1 « 1 1 1 1 • 1 1 1

•'S

> n 0) CTl O in H 1 ) i o 00 H J •h ^ 1 1 m r* ri 1 00 r- 1 ^ . % j VO o 00 - CN 1 T i m in ^ 1 ^ 1 1 i H j rH CT> o 1 1 i * ^ 1 i CN & «H 00 1 i l 00 co H 1 i CN m o ri 1 H H i i 10 Ol vo 1 1 i «. ] h . 1 1 • 1 i i i m TH ^ 1 co cn 00 1 1 i i 1 1 ^ ; . ^ 1 i CN CO OS CN 1 i o\ in m Ol 1 ri ri O O 1 t o o Ol KO 1 H rH H 1 i ^ i * > , ^ ; •* i . « 1 1 1 a 1 « 1 i i CN ri o Ol 1 t i i 1 1 i S in os ^ 1 i ^ . *. H •k 1 i CN en >H 1 H OS as i i en in un ^ 1 ri 00 cr> j i •k. ^ 1 «. 1 H i i i i ro I 1 1 I i i I i i 1 1 1 r- en CM 1 i i 10 00 1 w. a» : i V£> en ro kO 1 ro co m m i i ». ^ i % 1 co ri CN O 1 i m CN ro i *- r-f ri *-» i i o o 1 i « •k. *» i *:i O ro ri 1 in as Ol 1 <01 en \D as O 1 r* 00 r- i >1 «b ^ 1 *i ri ri 1 1 m 1 o r-i a fi 1 1 an CN o r- i M 1 o CN ro O 1 ^ ! * ; % i M 1 en O 1 CN m i cm O : % 1 co ^ i *1 o O O I 1 1 I i Cl . 1 1 1 * i •HI in H m co O 1 o as O 1 H ^. ^. ^ 1 Ail o o 1 OS Lf) 00 1 0)1 * ! o ^ 1 cn •5f 1 •PI o o O 1 1 Uli 1 1 1 1 1 < 1 1 1 1 1 •PI -co VÛ i Al o o 10 1 ^ - «» ^ ' Ol o ro Ol Ol 1 KO r> CN 1 •HI h. ^ 1 en ^ i * Si o O O O 1 1 r 1 i 1 i i 3! a 1 ' 1 I I 1 CN 00 <T> <n i I i o 00 O in i ^ • •k ^ j i o o o i r- KO m r- i i ^ ! ». : ^. N i en cn i t i o O o o 1 m MÛ i 1 m i i t i m 10 nr co i •H H r-i h i • T-t H H 1 i 1 • 1 i ' 1 1 1 i i ö CT» 1 *-i i i O <Ti CN H 1 '-i CN rt 1 •-4 ri H 1 *-t 1 i 1 I 1 1 i a 1 1 i i 00 in 10 1 1 1 i • 00 r- m lO 1 1 i 1 1 1 1 1 i i 1 1 i i ri CN m i i 1 i i w CN m i ri CN ^-4 i i CS . 1 i i i i i rl CN rH CN 1 • ! • k 1 i • • •k • 1 ri ri CN CN 1 1 1 1 1 1 i i i i i i H CN Ol 1

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

OPTA BEGINT ONDERZOEK NAAR CONCURRENTIE LOKALE TELEFONIE 4 I NFORMATIE OVER KWALITEIT TELECOMDIENSTEN STIMULEERT MARKTWERKING 6 V EEL GESTELDE VRAGEN TIJDENS VNG- BIJEENKOMSTEN 8

Om de tech­ nologieën verder te ontwikkelen en toegankelijk te maken voor alle schakels in de keten, ontwikkelt InHolland momenteel een werkplaats waar studenten samen met

• alle percelen buiten de door de provincies vastgestelde Nieuwe EHS en Bestaande EHS, die in beheer zijn bij terreinbeherende organisaties of particulieren; het volledige juridische

In Gameren zijn waterplanten pas na tien jaar tot ont- wikkeling gekomen, hoewel ook hier de omstandighe- den gunstig lijken: het water is vrij helder en de peil- variatie niet

Op de uitwerkbijlage is een begin gemaakt met de schakeling die er voor zorgt dat de pomp automatisch in- en uitgeschakeld wordt. De uitgang van de sensor is verbonden met punt

- De passages op de spoed die gekwalificeerd worden als “vermoedelijk Covid-19” op basis van de gevalsdefinitie van Sciensano. De passages die op basis van triage niet

Dit besluit sloeg op de toegang tot de toekenning van de bijzondere beroepstitels en stelde voor de jaren 2002 en 2003 de volgende quota voorop: 140 tandartsen voor België