S P R E N G E R I N S T I T U U T Haagsteeg 6, 6700 AA Wageningen
Tel. : O837O - 19013
(Publi kat ie uitsluitend met toe stemming van de directeur)
RAPPORT NO. 2030
Mej. H.W. Stork en Drs. S.P. Schouten
GEBRUIKSWAARDE-ONDERZOEK VAN VIER CHAMPIGNONRASSEN MET BETREKKING TOT HUN HOUDBAARHEID
Uitgebracht aan de directeur van het Sprenger Instituut Proj. no. 18
GEBRUIKSWAARDE-ONDERZOEK VAN VIER CHAMPIGNONRASSEN MET BETREKKING TOT HUN HOUDBAARHEID.
Op verzoek van het Proefstation voor de Champignoncultuur te Horst werden vier nieuwe bitorquisrassen, K26, K32, K37 en K39 op hun bewaarkwaliteit getoetst.
Als bijzonder kenmerk van deze selecties geldt dat ze bij lagere temperaturen dan gebruikelijk geteeld kunnen worden.
Werkwijze
De vier rassen waren geteeld door het Proefstation onder Proefnr. 656. Het produkt was afkomstig van drie vluchten, nl. op 18 jan., 30 jan. 1977 en 13 febr. 1978.
Opslag vond plaats bij ca. 10° C en een r.v. van ca. 65 %.
Er werd per vlucht driemaal uitgeslagen en wel als volgt:
£
1 vlucht: na 1, 2 en 5 dagen, 2 vlucht: na 1, 2 en 3 dagen, 3 vlucht: na 1, 2 en b dagen.
Bij uitslag werden de volgende waarnemingen uitgevoerd: 1. gewichtsverlies,
2. kleurwaardering, cijfer van 1 t/m 10, (ook bij inzet), 3. aantal open en gesloten hoedjes.
Per uitslag werden per ras 4 bakjes met ca. 250 gram produkt gebruikt.
De gegevens zijn wiskundig verwerkt door R.A. Hi Ihorst en J.C. Lagerwerf-Pot (verslag nr. 224).
Resultaten met bespreking
In de tabel staan de uitkomsten vermeld.
Voor geen der kenmerken is een raseffect aantoonbaar bij een onbetrouwbaarheid van 5
K37 lijkt het kleinste percentage open hoedjes te hebben en loopt 't sterkst in kleur terug.
D i t l a a t s t e i s v o o r a l t e w i j t e n a a n d e d o n k e r e s n i j v l a k k e n d i e bij dit ras reeds bij inzet werden geconstateerd.
Zoals dat steeds bij de bitorquisrassen het geval is, liep ook nu de kleur van de hoedjes van alle objecten heel weinig terug. O p d e h o e d j e s z a t s t e e d s v r i j v e e l a a r d e ; d e d e r d e v l u c h t h a d h i e minder last van.
Over de invloed van de vluchten per ras kan moeilijk een uitspraak worden gedaan vanwege de verschillende uitslag data.
Samenvatting en conclusie
V i e r n i e u w e b i t o r q u i s r a s s e n d i e b i j l a g e r e t e m p e r a t u r e n d a n normaal werden geteeld, werden op hun bewaarkwaliteit getoetst. Het produkt was afkomstig van drie vluchten.
Voor geen der onderzochte kenmerken werden duidelijke verschillen tussen de rassen gevonden.
K37 had vanaf de inzet steeds donkere snijvlakken en werd daardoor lager in kleur gewaardeerd.
Wageningen, 12 september 1978 HWS/LZ
U) <0 "D 4) LA cm r^-a- cm N VÛ SO N CM i~ CM <S| »- so a\ — 00 O •— CO »— cn cn »— i. 3 0> cn <o TD 0) -3* N CM O I » * « co cm un CM CM CM CD c 10 o O) m -o 4) CO 3 L. 0) 4-» x: u <0 <K> o> <0 "D 0) CM O) «3 "D 0) ua cn «- la « * * * CM 00 CM r-> cn - * * * \o o cn SO p-*vo OMANÛO^ »— oo co oo » - N O N •- CM tn-a- cr\ I • • * CM CT\ *— LA » » O CM oo cn <o "D o> m 4 0 V O O IA Q\\D CM Cvl -3- o-\ CTi « •o <u -a-r-~ in o -a- JT \o c 0) •o a> o .c c 4) a. o D) <0 •o 0) m o> n •o 0) CN cn 10 -o 0) <T\ <r- T- Lf\ VÛ CNi *— CO (SI CN un cn «-*k •> * I"» CJ vO m vO so en o o LA •— co IA moo o o 4* •— O LA LA CM O O CM — CA I o o «6 I o o o Ol (0 "O Q) lf\ vOJ'-fN A * ft « o p» \D m Ol <0 "O 4) -3" IftNO •> « * I o r>» r>. in «> u 0) > in •W JZ 0