• No results found

2 ZICHT OP RISICO’S EN KWETSBAARHEDEN

Zicht op de risico’s en kwetsbaarheden waaraan ons land blootstaat als gevolg van de klimaatverandering, is een voorwaarde voor effectief adaptatiebeleid. Om gericht maatregelen te kunnen treffen moet de rijksoverheid immers weten op welke terreinen ons land bescherming nodig heeft. Door middel van integrale risico- en kwetsbaarheidsanalyses op het gebied van klimaatverandering kunnen de risico’s van klimaatef-fecten worden geïdentificeerd en beoordeeld.5 Op basis daarvan kunnen gericht adaptatiemaatregelen worden voorbereid of bijgesteld.

Het inschatten van de risico’s van klimaatverandering is niet eenvoudig, omdat de klimaatverandering met onzekerheden is omgeven. Gezien het langetermijnkarakter van het klimaatveranderingsproces en dus ook van de adaptatie daaraan, is het van belang dat de analyse van risico’s een continu voortgaand proces is. Analyses moeten daarom periodiek worden geactualiseerd. Belangrijk is ook dat er in de analyses aandacht is voor de raakvlakken tussen de beleidssectoren. Anders bestaat het gevaar dat bepaalde risico’s en kwetsbaarheden niet door beleid worden afgedekt.

Wij zijn nagegaan voor welke beleidssectoren de rijksoverheid onderzoek heeft laten uitvoeren naar de nationale risico’s en kwetsbaarheden als gevolg van de klimaatverandering. Ook hebben we gekeken naar de uitkomsten van deze risico- en kwetsbaarheidsanalyses. Tot slot hebben we de kwaliteit en bruikbaarheid van de analyses beoordeeld.

2.1 Uitgevoerde analyses

Er is de afgelopen jaren in opdracht van de rijksoverheid jaren een groot aantal analyses gemaakt van de risico’s en kwetsbaarheden waarmee ons land te maken heeft als gevolg van de klimaatverandering.

In tabel 1 geven we een overzicht van belangrijke risico- en kwetsbaar-heidsanalyses van de klimaateffecten die sinds 2005 in opdracht van het Rijk zijn gemaakt.6

5 Bij een analyse van risico’s en kwetsbaar-heden worden bedreigingen in kaart gebracht.

Per bedreiging wordt de kans van het optreden ervan bepaald. Vervolgens wordt berekend wat de schade is die op zou kunnen optreden als een bedreiging zich daadwer-kelijk voordoet.

6 Het onderzoek naar klimaat(verandering) is in Nederland al eerder ingezet, namelijk in het Nationaal Onderzoeksprogramma Luchtver-ontreiniging en Klimaatverandering I (1989–1995) en II (1995–2001).

Tabel 1 Overzicht belangrijke risico- en kwetsbaarheidsanalyses is opdracht van de rijksoverheid sinds 20051

JAAR TITEL HERKOMST BELEIDSSECTOR(EN)

2005 Effecten van klimaatverandering in Nederland

Milieu- en Natuurplanbureau Alle sectoren

2006 Naar een klimaatbestendig Nederland – samenvatting Routeplanner:2 een onderzoek naar de effecten van klimaatverandering

Onderzoeksprogramma Klimaat voor Ruimte; Leven met Water; Habiforum

Alle sectoren (zwaartepunt op ruimtelijke inrichting)

2007 Nederland later; Tweede duurzaam-heidsverkenning

Planbureau voor de Leefomgeving Alle sectoren (zwaartepunt op ruimtelijke inrichting)

2008 Nederland in zicht. Water en

ruimtelijke ontwikkeling in Nederland:

de diagnose

Rijkswaterstaat Waterdienst, Deltares, H+N+S landschapsarchitecten

Water; Ruimtelijke ontwikkeling

2008 Effecten van klimaatverandering op verkeer en vervoer. Implicaties voor beleid

Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Verkeer & vervoer

2008 Samen werken samen leven;

Bevindingen van de Deltacommissie 2008

Commissie-Veerman Water

2008 Mondiale milieuveranderingen en volksgezondheid: stand van de kennis

RIVM Gezondheid; Milieu

2009 Witte Zwanen, zwarte zwanen; Advies over proactieve adaptatie aan klimaatverandering

Raad voor Verkeer en Waterstaat Infrastructuur

2009 Wegen naar een klimaatbestendig Nederland

Planbureau voor de Leefomgeving Ruimtelijke inrichting

2009 Impacts climate change on Dutch agriculture

Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat

Landbouw

2010 Emerging zoonoses;3 Early warning and surveillance in the Netherlands

RIVM Landbouw; Gezondheid

2011 Gevolgen van klimaatextremen voor de Nederlandse landbouw

Wageningen UR-Alterra Landbouw

2011 Climate change impacts on inland transport systems

Onderzoeksprogramma Klimaat voor Ruimte

Transport (zwaartepunt op binnen-vaart en forensenverkeer)

2011 Climate change and habitat fragmen-tation; impacts and adaptation strategies

Onderzoeksprogramma Klimaat voor Ruimte

Natuur

2011 Kennismontage Hitte en klimaat in de stad

Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat

Ruimtelijke inrichting

2011 Een frisse blik op warmer water: over de invloed van klimaatverandering op de aquatische ecologie en hoe je de negatieve effecten kunt tegengaan

STOWA (in samenwerking met Onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat, WUR)

Water

2011 Een delta in beweging PBL (in samenwerking met onder-zoeksprogramma’s Kennis voor Klimaat, Klimaat voor Ruimte en Deltares)

Water; Landbouw Stedelijk gebied

JAAR TITEL HERKOMST BELEIDSSECTOR(EN)

2012 Effecten van klimaatverandering in Nederland 2012

PBL (in samenwerking met KNMI, Deltares, WUR, RIVM)

Water; Natuur; Landbouw; Stedelijk gebied, Volksgezondheid

1 Wij hebben het begrip «analyse» ruim opgevat en ook adviezen met aandacht voor risico’s en kwetsbaar heden in het overzicht opgenomen. Wij hebben in dit overzicht geen volledigheid nagestreefd, maar ons gericht op de belangrijkste analyses.

2 Routeplannerproject: dit project is het «onderzoeksspoor» van het Adaptatieprogramma Ruimte en Klimaat (zie hoofdstuk 3, § 3.1).

3 Zoönosen zijn van dier op mens overdraagbare ziekten (zie hoofdstuk 3, § 3.2.3).

De analyse van het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) die boven in het overzicht staat genoemd, Effecten van klimaatverandering uit 2005 gaf als eerste een breed overzicht van de beleidssectoren in Nederland die naar verwachting te maken zullen krijgen met de meeste klimaateffecten: water, natuur, landbouw, gezondheid, transport, energie en recreatie/toerisme.

Toen het rapport verscheen waren de gevolgen van de klimaatverandering voor Nederland nog nauwelijks duidelijk. De analyse had een integraal karakter en was bedoeld als tussenstap naar verdiepende analyses per sector. Het MNP adviseerde om daarbij de nadruk op ruimtelijke inrichting te leggen, omdat aandacht voor het rivierengebied als meest urgent werd gezien.

Na de publicatie van het MNP-rapport zijn analyses opgesteld die dieper ingaan op de gevolgen van klimaatverandering voor bepaalde beleidssec-toren, met name voor de sector water. Meer in het algemeen is er in het onderzoek veel aandacht zichtbaar voor de ruimtelijke gevolgen van het veranderende klimaat. Voor de sectoren energie en recreatie/toerisme hebben wij geen verdiepende risico- en kwetsbaarheidsanalyses aangetroffen.7 De sectoren transport en gezondheid zijn beperkt

onderwerp van onderzoek geweest. Voor de sector gezondheid zijn enkele verkennende onderzoeken uitgevoerd, die allemaal concluderen dat meer onderzoek naar de effecten van klimaatverandering op de gezondheid wenselijk is (Huynen, 2008; Gezondheidsraad, 2009; Schram-Bijkerk, 2010).

Nieuwe analyses zijn op dit moment in voorbereiding. In het kader van het onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat, gestart in 2007, worden bijvoorbeeld risico- en kwetsbaarheidsanalyses opgesteld voor bepaalde hotspots in Nederland.8 Ook in het kader van het Deltaprogramma (zie hoofdstuk 3, § 3.2.1) worden analyses opgesteld.

De rijksoverheid kan ook gebruikmaken van internationale onderzoeken, bijvoorbeeld van het Europees Milieuagentschap, om de risico’s en kwetsbaarheden als gevolg van klimaatverandering in beeld te krijgen.

2.2 Uitkomsten analyses

De in tabel 1 vermelde risico- en kwetsbaarheidsanalyses wijzen op de uiteenlopende effecten die de klimaatverandering in Nederland kan hebben. Wij hebben de belangrijkste effecten weergegeven in figuur 2 (voornaamste bronnen: MNP, 2005; Van Drunen, 2006; PBL, 2012).

7 Voor de sector recreatie/toerisme is in opdracht van de minister van Economische Zaken wel een beleidsvoorbereidend rapport over de gevolgen van klimaatverandering opgesteld (De Jonge, 2008).

8 «Hotspots» zijn specifieke locaties in Nederland die kwetsbaar zijn voor de gevolgen van klimaatverandering, waaronder Schiphol Mainport, de regio Haaglanden, droge rurale gebieden en de Waddenzee.

Zoals figuur 2 laat zien zal de klimaatverandering naar verwachting niet alleen negatieve, maar ook enkele positieve effecten hebben. Door de hogere temperatuur kan Nederland aantrekkelijker worden voor toerisme (langer zomerseizoen en een aantrekkelijker voor- en najaar). Hogere

Energie/Industrie

• Koelwaterproblemen

• Verandering energieverbruik

• Problemen energienetwerken, industrie en telecomnetwerken door weersextremen

Figuur 2 Mogelijke effecten van klimaatverandering in Nederland, per beleidssector

Joris Fiselier Infographics (ontregeling interactie soorten)

• Verzilting, vernatting en droogte Gezondheid

• Toename sterfte zomer en afname sterfte winter

• Hittestress

• Toename vectorgebonden ziekten*

• Verslechtering luchtkwaliteit (zomersmog)

• Toename allergieën

• Toename water- en voedselgerelateerde ziekten

• Toename UV-blootstelling

Toerisme/ Recreatie

• Groei vraag naar recreatie

• Verslechtering waterkwaliteit (blauwalgen) en baarheid waterwegen Landbouw

• Verlenging groeiseizoen

• Negatieve effecten wateroverlast, watertekort en hogere

watertemperaturen

• Toename ziekten en plagen

Transport

• Slechtere bevaarbaarheid rivieren

• Storingen spoor en luchtvaart door extreem weer

• Verlenging reistijden

* Vectorgebonden ziekten zijn infectieziekten die via insectenbeten, teken en knaagdieren kunnen worden overgebracht op de mens.

De meest bekende vectorgebonden ziekte in Nederland is de ziekte van Lyme, die via tekenbeten wordt overgebracht op mensen (zie hoofdstuk 3, § 3.2.3).

temperaturen kunnen ook mogelijkheden bieden voor de landbouw, zoals de teelt van andere gewassen.

2.3 Kwaliteit en bruikbaarheid analyses

Wij hebben de kwaliteit en bruikbaarheid beoordeeld van de in opdracht van het Rijk uitgevoerde risico- en kwetsbaarheidsanalyses. Een belangrijk aspect hierbij is in hoeverre de analyses periodiek zijn (en worden) bijgesteld onder invloed van nieuwe inzichten en onderzoeksresultaten.

Kwaliteit gewaarborgd

De in tabel 1 genoemde analyses zijn uitgevoerd door gerenommeerde kennisinstituten die op hun beurt weer steunen op informatie van instituten zoals het KNMI (bijvoorbeeld de KNMI-klimaatscenario’s). Bij deze instituten maken interne en externe reviews meestal deel uit van de kwaliteitsborging.

De analyses die beschikbaar waren in de periode 2006–2007, waren van voldoende niveau en bruikbaar, in ieder geval voldoende om als basis te dienen voor het formuleren van de nationale adaptatiestrategie.

Veel aandacht voor sector water

Wij hebben vastgesteld dat sinds 2005 vooral over klimaatrisico’s voor de sector water verscheidene analyses zijn verschenen. Een belangrijke analyse is het advies van de commissie-Veerman uit 2008, gericht op de bescherming van ons land tegen overstromingen in de komende honderd jaar. Naar aanleiding van dit advies heeft het kabinet het Deltaprogramma ingesteld (zie hoofdstuk 3, § 3.1.3).

Nog leemten in kennis, vooral over gezondheidseffecten

Een aantal effecten van klimaatverandering is in Nederland nog niet uitgebreid onderzocht. Zo is er nog weinig onderzoek gedaan naar de ernst en omvang van de gezondheidseffecten van de klimaatverandering.

De gezondheidseffecten van klimaatverandering zouden volgens vrijwel alle door ons geïnterviewde medewerkers van betrokken departementen en experts van kennisinstituten meer aandacht moeten krijgen. Andere betrokkenen hebben opgemerkt dat de gezondheidseffecten van klimaat-verandering nog niet hoog op de beleidsagenda staan doordat er

onduidelijkheid is over de omvang van de effecten (Schram-Bijkerk, 2010).

Eind 2009/begin 2010 waren de toenmalige Ministeries van Volkshuis-vesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM), van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), van Verkeer en Waterstaat (VenW) en van Onderwijs, Cultuur en Weten-schap (OCW) met elkaar in overleg om een interdepartementaal onder-zoeksprogramma op het gebied van de gezondheidseffecten van klimaatverandering te ontwikkelen. Dit programma zou de basis moeten leggen voor effectief klimaatadaptatiebeleid op het terrein van de volksgezondheid. Dit programma is echter niet van de grond gekomen.

In het Witboek Aanpassing aan de klimaatverandering (zie hoofdstuk 1 en hoofdstuk 6) heeft de Europese Commissie opgeroepen om meer

aandacht aan de gezondheidseffecten van klimaatverandering te besteden (Europese Commissie, 2009).

Ook het PBL heeft gepleit voor aanvullend onderzoek naar de effecten van klimaatverandering op het gebied van gezondheid, als ook op het gebied

van recreatie en toerisme, om de kennisleemten op deze terreinen te vullen (PBL, 2012).

Nauwelijks sectoroverstijgende studies

Het merendeel van de analyses die sinds 2005 zijn uitgevoerd heeft geen integraal karakter, maar richt zich op specifieke thema’s of sectoren. Dat betekent dat de aandacht voor de raakvlakken tussen beleidssectoren gering is.

In de analyse van het MNP uit 2005 en de Routeplannerstudies uit 2006 (zie tabel 1) wordt op onderdelen aandacht besteed aan de raakvlakken tussen en binnen beleidssectoren. Aandacht voor deze raakvlakken is van belang, omdat de beleidsmaatregelen die voor bepaalde sectoren worden ingezet, strijdig kunnen zijn met elkaar.

Een voorbeeld van een adaptatiemaatregel waarbij een ongewenst neveneffect zou kunnen optreden, is het brengen van meer water in stedelijke gebieden door het aanleggen van waterpleinen of vijvers, met het oog op de verkoeling van de stad in tijden van hitte en waterberging in geval van hevige neerslag. Dit kan vanuit het oogpunt van gezondheid juist negatieve gevolgen hebben, omdat daarmee het risico toeneemt dat mensen een watergerelateerde ziekte, zoals een besmetting met

blauwalg9 oplopen. Stilstaand water kan ook een broedplaats zijn voor insecten. Via beten van bepaalde exotische insecten kunnen virussen van infectieziekten, zoals knokkelkoorts en het westnijlvirus, op mensen worden overgebracht. Exotische muggen als de tijgermug worden in Nederland nu slechts zeer sporadisch gesignaleerd, maar dit kan veranderen als het weer in ons land, onder invloed van de klimaatveran-dering, aantrekkelijker wordt voor deze muggen. Nederland is reeds kwetsbaar voor ziekten die via zogenaamde «vectoren» (zoals muggen, teken en knaagdieren) overgedragen ziekten door de bevolkingsdichtheid, de vele transportbewegingen en de export. Dit geldt ook voor van dier op mens overdraagbare ziekten, zoals de Q-koorts en vogelgriep.

Het PBL, waarin het MNP is opgegaan, heeft in 2009 gewezen op de nauwe relaties tussen beleidssectoren. Volgens het PBL is het van belang dat adaptatiemaatregelen worden afgestemd op andere beleidsopgaven, zoals die op het gebied van natuur, landbouw, stedelijke ontwikkeling, transport en een duurzame leefomgeving (PBL, 2009).

Geen periodieke actualisering

Wij signaleren dat Nederland niet werkt met één nationale analyse op het gebied van de effecten van klimaatverandering die periodiek wordt geactualiseerd, maar met afzonderlijke analyses van verschillende onderzoeksinstituten. Het Rijk heeft geen voorziening om bestaande risico- en kwetsbaarheidsanalyses periodiek te (laten) actualiseren met nieuwe inzichten. Het PBL heeft in juli 2012, in opdracht van de minister van IenM, wel een actualisering van de studie Effecten van klimaatveran-dering van het MNP uitgebracht. Maar over het algemeen worden steeds nieuwe analyses opgesteld door verschillende partijen.

9 Blauwalg is een klein organisme dat goed gedijt in stilstaand water met een hoge temperatuur.