• No results found

X 57. Ik ben bereid een duidelijke bijdrage te leveren

□ Een tijdelijk contract via een uitzend-of detacheringsbureau

X 57. Ik ben bereid een duidelijke bijdrage te leveren

aan de verandering.

58. Ik ben bereid om energie te steken in de veranderingen.

59. Ik heb een goed gevoel met betrekking tot de verandering.

60. Ik ervaar de verandering als iets positiefs.

61. Ik ervaar de verandering als verfrissend. X Comments that were made during the interviews. Interview 1

Vraag 1: ‘Gemeenschappelijk doel’ is breed te interpreteren.

Vraag 3: Er wordt gestruikeld over de term ‘toegewijd’. Deze wordt “zwaar” gevonden. Vraag 11: Onduidelijkheid over werkprestaties. Is het kwaliteit of kwantiteit.

Vraag 28: Over het woord ‘continu’ wordt gestruikeld.

Vraag 29: Lastige vraag want nog geen nieuwe procedures en processen op de afdeling. Vraag 39: “Neem ik aan dat informatieoverdracht bedoeld wordt”. Vraag is niet specifiek. Introtekst 47: Leest dit niet.

Vraag 56/ 57: Lijken erg op elkaar. Vraag 61: Vind de term verfrissend te hip. Algemene feedback:

-Veel dezelfde vragen.

-Vraag 5-10: “Moeilijk te beantwoorden omdat hij in meerdere ‘teams’ werkt”

-Over teams en leidinggevenden in het algemeen: participant 1 zit net pas in deze nieuwe situatie dus kan daar niet echt uitspraken over doen.

-Participant 1 gebruikte naar ons idee antwoordalternatief ‘neutraal’ als hij ‘niet van toepassing’ wilde doen. Echter is dit antwoordalternatief er niet.

Interview 2

Introtekst vraag 27: De introtekst werd anders geïnterpreteerd. Namelijk werd ‘medewerker en over u zelf’ gelezen alsof het over een team ging.

Vraag 28: Over het woord ‘continu’ wordt gestruikeld.

Vraag 36: Participant 2 praat over de verandering alsof het SSC betreft. Terwijl deze vragen over verandering in het algemeen gaan.

Introtekst vraag 47: De eerste zin met betrekking op het SSC werd niet gelezen. Algemene feedback:

-Veel dezelfde vragen.

-Met teams nam participant 2 zijn team waarin hij tot voor kort in werkte in gedachten, niet zijn huidige team.

-Flexibility vragen leken veel op elkaar.

-Participant is niet consistent met het lezen van de introteksten. Vaak leest hij ze niet. -Onduidelijkheid over scoring, vult verkeerd in.

Interview 3

Vraag 15:” Overtreffen, is wel heel sterk en dat hoeft ook niet”

Vraag 34: Vind het een rare vraag, niet goed van toepassing op zijn/haar situatie. Vraag 35: Vind het een rare vraag, niet goed van toepassing op zijn/haar situatie.

Vraag 39: Onduidelijkheid over de lengte van de absentie. Hij/zij neemt aan dat informatieoverdracht wordt bedoeld ‘anderen helpen’.

Vraag 46: Snapt niet wat wordt bedoeld met ‘persoonlijke eigendommen’, vreemde vraag. Algemene feedback:

-Veel dezelfde vragen.

-Onduidelijkheid over scoring, vult verkeerd in. Interview 4

Vraag 3: Er wordt gestruikeld over de term ‘toegewijd’. “Ouwerwets, extreme vorm en kunnen misstanden over ontstaan”

Vraag 15:De term ‘overtreffen’ gaat te ver volgens de participant. Vraag 28: Over het woord ‘continu’ wordt gestruikeld.

Vraag 46: Snapt niet wat wordt bedoeld met ‘persoonlijke eigendommen’, vreemde vraag.

Vraag 33: Wellicht verstaan leidinggevenden en medewerkers iets anders bij het woord ‘veranderingen’ bij deze vraag aangezien medewerkers hier hoog op scoren (Participant 4 na het invullen van de

vragenlijst: “misschien omdat ze zelf de procedures hebben uitgevonden”) en leidinggevende hier laag scoren (participant 4: “omdat ik vind dat de veranderingen echt top down door Maarten Ruys is geïntroduceerd).

Vraag 35: Participant 4 vind het een vreemde vage vraag. Vraag 44: Vraag lijkt op 40.

Vraag 46: Snapt niet wat wordt bedoeld met ‘persoonlijke eigendommen’, vreemde vraag.

Vraag 51: Zien ze zichzelf als een leidinggevende of een medewerker aangezien de intro vertelde dat topmanagement het SSC betreft.

Vraag 55: “Probleemanalyse is al lang achter de rug” Algemene feedback:

-Veel dezelfde vragen.

*De vragen bij OCB worden door de leidinggevenden anders geïnterpreteerd dan door werknemers. bijvoorbeeld vraag 39: Het valt niet in het takenpakket van een leidinggevende om het werk op te vangen van een medewerker.

Interview 5

Biografische gegevens: Participant is afdelingshoofd en ziet deze optie er niet erg duidelijk in staan. Biografische gegevens: Laatste vraag, organisatie moet gemeente Groningen worden.

Vraag 3: Participant valt over het woord ‘alle’. Dit impliceert dat letterlijk ‘alle medewerkers’ zijn toegewijd aan de doelen van de organisatie.

Vraag 8: “Wat ik niet weet kan ik ook niet weten, dus ga ik maar af op mijn geloof” Vraag 15: Vind het een vreemde vraag.

Vraag 28: Over het woord ‘continu’ wordt gestruikeld.

Vraag 38: Participant valt over het woord ‘hier’. SSC of de hele gemeente?

Vraag 40/44: Participant begrijpt de vraag niet goed. Vraagt zich af wie met ‘anderen’ bedoeld word. Mensen uit zijn eigen privé omgeving of collega’s.

Vraag 46: Snapt niet wat wordt bedoeld met ‘persoonlijke eigendommen’, vreemde vraag. Vraag 47: “Duidelijk én positief, aan welke voorwaarde moet het nou voldoen?”

Vraag 55: “Wat wordt met probleemanalyse bedoeld?” Algemene feedback:

-Veel dezelfde vragen.

*De vragen bij OCB worden door de leidinggevenden anders geïnterpreteerd dan door werknemers. bijvoorbeeld vraag 39: Het valt niet in het takenpakket van een leidinggevende om het werk op te vangen van een medewerker.

Interview 6

Biografische gegevens: maanden afronden?

Biografische gegevens: wat voor soort contract heeft u bij de organisatie? Organisatie moet gemeente worden.

Vraag 1: “Ik kan niet veel met die vraag” Hij denkt dat het dienen van de burgers bedoeld wordt. Vraag 3: Participant vind het moeilijk voor alle medewerkers te spreken.

Vraag 11: Onduidelijkheid over werkprestaties. Is het kwaliteit of kwantiteit. Vraag 33: Wat wordt er met verandering bedoeld?

Vraag 35: Vind het een moeilijke, onduidelijke vraag.

Vraag 38: “Wat wordt bij deze en de afgelopen twee vragen bedoeld met veranderingen? Zijn die SSC specifiek”

Vraag 46: Snapt niet wat wordt bedoeld met ‘persoonlijke eigendommen’, vreemde vraag. Introtekst 47: Leest dit niet.

Algemene feedback: -Veel dezelfde vragen.

-Onduidelijkheid over scoring, vult verkeerd in

Interviews 7

Vraag 3: Doelen is meervoud terwijl bij vraag 1 het nog over doel enkelvoud ging. Vraag 4: “Vreemde vraag, als je dit vraagt aan LBO’ers dan snappen ze dit echt niet” Vraag 8: “Wordt hier bedoeld dat mensen met opzet informatie achterhouden?” Introtekst 27: Participant denkt hierbij aan team. Introtekst verduidelijken.

Vraag 33: De veranderingen zijn geïnitieerd vanuit de top, nu lijkt het alsof medewerkers niet behavior flexibel zijn.

Vraag 36: Wie zijn de klanten? De gemeente is zo breed dat het erg verschilt. Vraag 45: Niet concreet genoeg.

Vraag 51: Wie ben ik in deze vraagstelling. Medewerker of leidinggevende? Vraag 55: “Wat wordt met probleemanalyse bedoeld?”

Vraag 56 & 57: Vragen lijken op elkaar. Algemene feedback:

-Veel dezelfde vragen.

-Participant denkt bij veel vragen op teamniveau die niet zo bedoeld zijn. Duidelijkere kopjes. Interview 8

Vraag 4: “Vreemde vraag, als je dit vraagt aan LBO’ers dan snappen ze dit echt niet” Vraag 9: “Wat wordt hier bedoeld? Werk of privé”

Vraag 15: “We hebben niet echt doelstellingen”. Vraag 30: Vage vraag.

Vraag 33: De veranderingen zijn geïnitieerd vanuit de top, nu lijkt het alsof medewerkers niet behavior flexibel zijn.

Vraag 34: Lastige vraag.

Vraag 38: “Gaat dit over de afdeling”

Vraag 40: Participant snapt niet wat er wordt bedoeld met werk gerelateerde problemen. ”Ook psychische problemen of problemen over werkzaamheden?”

Vraag 45: Niet concreet genoeg.

Vraag 46: “Wat wordt bedoeld met persoonlijke eigendommen?”

Vraag 55: Participant twijfelt of hij de vraag goed begreep. “Probleemanalyse: waarom het allemaal nodig is”.

Vraag 56: Lastige vraag door de werkzaamheden die hij doet. Algemene feedback:

-Veel dezelfde vragen.

-Onduidelijkheid over scoring, vult verkeerd in

-Duidelijkere indeling van de vragenlijst. En ‘medewerker’ en ‘ik’ vragen uit elkaar halen. Interview 9

Introtekst: Leest dit niet.

Vraag 3: ‘Alle medewerkers’ is te sterk uitgedrukt. Vraag 15: “Overtreffen is te zwaar uitgedrukt.” Vraag 28: “continu is te zwaar uitgedrukt”.

Vraag 34: “Wel zo efficiënt mogelijk maar of ze efficiënt werken weet ik niet.” Vraag 35: “Hetzelfde gaat hier op als bij vraag 34, lastige vraag.”

Vraag 46: “Vreemde vraag, snap het niet. Ik heb geen persoonlijke eigendommen op mijn werk.” Algemene feedback:

-Onduidelijkheid over scoring, vult verkeerd in

-Duidelijkere indeling van de vragenlijst. En ‘medewerker’ en ‘ik’ vragen uit elkaar halen.

*De vragen bij OCB worden door de leidinggevenden anders geïnterpreteerd dan door werknemers. bijvoorbeeld vraag 39: Het valt niet in het takenpakket van een leidinggevende om het werk op te vangen van een medewerker.

Interview 10

Introtekst: Participant vraagt zich af wat met ‘de verandering’ bedoeld wordt. Biografische gegevens: Participant ziet vakdirectie ook als topmanagement. Vraag 1: “Wow, lastige vraag”.

Vraag 3: “Lastig om voor ‘alle’ medewerkers te spreken”. Introtekst 5: “Hoe bedoel je meerdere teams?”

Vraag 36: “N.v.t. aangezien er heel veel veranderingen zijn die geen invloed hebben op de klanten”. Vraag 37: “Verschilt per afdeling”.

Vraag 38: “Kun je niet zo stellen”. Vraag 46: “Nee, dit speelt niet”.

Introtekst 47: Volgens de participant was de beschreven verandering niet de juiste verandering. “Bij het topmanagement horen naast het GMT ook de vakdirecteuren”.

Algemene feedback:

Appendix I