• No results found

1

De Duitschers die zeggen: het moet toch eens uit zijn, Dat die ‘Dumme Holländer’ zoo anti-Duitsch zijn. We willen neutraal zijn, beslist allemaal!

Moeten we neutraal zijn? Nou láát ons neutraal!

2

Het wemelt in Holland van Duitsche spionnen, Als d' één is gesnapt, wordt door andr'en begonnen. Waarom spionneeren ze? 't Is een schandaal! Moeten we neutraal zijn? Nou láát ons neutraal!

3

Hoe vaak is een ‘Taube’*ons niet komen storen? En heeft hier ‘per ongeluk’ bommen verloren, Dan kwam een excuusje in vleiende taal... Moeten we neutraal zijn? Nou láát ons neutraal!

4

Je ziet alle dagen, om ons te doen beven, Een stuk of wat Zeppelins*

boven ons landje zweven, Alleen van den Duitscher ziet men dat schandaal, Moeten we neutraal zijn? Nou láát ons neutraal!

5

Daarbij kan zoo'n luchtschip, het is om te griezen*, ‘Per ongeluk’ een stuk of wat bommen verliezen. Verbeeld je, zoo'n ding valt hier straks in de zaal... Moeten we neutraal zijn? Nou láát ons neutraal!

6

Wanneer we hier daag'lijks die Zeppelins merken, Dat moet toch zeer zeker ons anti versterken. Dat lucht-machtsvertoon laat ons koud, allemaal. Moeten we neutraal zijn? Nou láát ons neutraal!

7

Het doel van 't vertoon hunner lucht-oorlogsdingen, Is enkel maar om ons ontzag af te dwingen. Geen Engelschman was hier nog ooit zoo brutaal! Moeten we neutraal zijn? Nou láát ons neutraal!

8

Als men ons zou doen wat z' Amerika*deden, Dan waren we met geen excuusje tevreden, Voor d'eer van ons land vochten wij allemaal! Dàn maar er op los en niet langer neutraal!

Maurice Dumas (1878-1939)

Dit lied (zie de collectie van het Theater Instituut Nederland) is rond 1915

als bladmuziek uitgegeven door G.W. van Biene te Rotterdam. Maurice

Dumas heette in werkelijkheid Maurits (Maupie) Bonefang, ook wel

gespeld als Bonavang. Hij was, vermeldt Jacques Klöters, afkomstig uit

een familie van joodse Walen, vooral bestaande uit marskramers, opkopers

en kermisreizigers. Rond de Eerste Wereldoorlog was Dumas

buitengewoon populair als maker en zanger van allerlei soorten, vaak een

beetje gewaagde liedjes. ‘O, Japie is getrouwd’ en ‘Was ik maar nooit

getrouwd’ zijn nu nog steeds bekend.

Eindnoten:

* Taube: vliegtuig van Duits-Oostenrijkse makelij, vooral gebruikt voor verkenningsvluchten. * Zeppelins: zie ook rubriek 8.

* griezen: griezelen, huiveren.

* Amerika deden: nl. het torpederen van schepen, waarvan overigens ook Nederland niet gevrijwaard bleef.

Ode

a.d.a.s. ‘Wirklicher geheimer Oberpoesierat’ Dr. Jur. A. van der Leeuw.

* Treflijk dichter, maar verrader,

Ja verrader van uw vader-land, en vaderlandschen plicht, Die, vol Mofsche sympathieën, Daaglijks, nachtelijks op de knieën Voor 't portret des Kaisers ligt; -Gij, Apollos liefste zoon, wiens Groot verlangen met den Kronprinz Zoekt gemeenschap van den geest; -Wien het bloed vol vreugd door de aderen Klotst, wanneer hij denkt aan Zabern* -Die de Kreuzzeitung*trouw leest;

-Die de Franschen laffe pochers Vindt, maar Brandenburgsche jonkers Goden in een sterflijk kleed;

Vrije geesten scheldt als zwakken, Doch soldaten en klabakken Geestelijke heerschers heet; -Die geen schoon meer uit de blâren Van Regnier puurt, dien Verhaeren, Jammes noch Samain bekoort; Maar in vuur geraakt door gezemel: Otto Ernst en Richard Dehmel, Werner, Marlitt, enzovoort;*

-Zingt uw Liedren en Balladen* Thans als dichterlijke aubaden Voor von Hindenburg*

z'n huis; Smeek, dat eens uw borst geniete Van de orde: Pour le Mérite* Ofwel van het IJzeren Kruis.

Wenscht uw aandrift nieuwe banen, neem dan dienst bij de Albanen*

, Voor geen enkle daad bevreesd. Belze*vrouwen te schoffeeren, Kathedralen bombardeeren, Gott im Himmel, wat een feest. Dichterlijkste der spionnen, Plaats maar, listig en bezonnen, Een betonvloer in uw tuin -Na de zege der verbonden Legers is uw lef verzwonden, Ligt geheel uw hoop in puin.

J.C. Bloem (1887-1966)

Zie voor deze tekst en de toelichting daarbij de uitgave van Bloems brieven

(1979) aan Aart van der Leeuw, verzorgd door A. Kets-Vree. Op 5

december 1914 schreef de dichter Bloem aan zijn vriend en collega Aart

van der Leeuw: ‘Ik stuur je hierbij een Ode, waarvan ik hoop, dat hij je

toch minstens één glimlachje zal ontrukken [...].’ De achtergrond van dit

spottende gedicht, dat niet bestemd was voor publicatie, is dat de politiek

reactionaire Bloem sympathiseerde met Franse nationalistische bewegingen

als de Action française, terwijl Van der Leeuw duidelijk pro-Duits was,

wellicht ook door zijn voorkeur voor de romantiek en neoromantiek. De

brieven van Van der Leeuw zijn verloren gegaan, maar het staat vast dat

deze ode niet leidde tot een breuk tussen beide dichters.

Eindnoten:

* A. van der Leeuw: via verzonnen Duitse aanspreektitels gaat het hier om de bekende dichter en prozaschrijver Aart van der Leeuw (1876-1931), die zijn rechtenstudie bekroond had met een vroeger gebruikelijke promotie op stellingen.

* In Zabern (de Duitse naam voor de Franse stad Saverne) had zich in 1913 een incident voorgedaan tussen Fransgezinde Elzassers en een Duitse luitenant.

* Kreuzzeitung: gangbare benaming voor de conservatieve Neue Preussische Zeitung.

* Bloem stelt hier enkele door hem bewonderde vooraanstaande Franse auteurs tegenover enkele door hem afgekeurde, veel minder bekende Duitse auteurs.

* Liedren en Balladen: vgl. Van der Leeuws bundel Liederen en balladen uit 1911. * von Hindenburg: de Duitse opperbevelhebber.

* Pour le Mérite: de hoogste Duitse onderscheiding, ondanks de Franse benaming.

* Albanen: zinspeling op een expeditie o.l.v. de Nederlandse majoor Thomson, die vrede en rust in het pas onafhankelijk geworden Albanië moest gaan brengen.

* Belze: Belgische.

GERELATEERDE DOCUMENTEN