• No results found

Wonen en Vervoer

In document Samen aan de slag (pagina 80-84)

81

Een eigen huis en auto met de mogelijkheid om snel en betaalbaar naar je werk, familie of vrienden te gaan, zijn voor veel mensen het toonbeeld van onafhankelijkheid, vrijheid en welvaart. Lange tijd was dit voor veel mensen een onbereikbaar ideaal. Liberalen hebben er succesvol voor gestreden om dit voor iedereen bereikbaar te maken. Maar de bereikte successen van de afgelopen decennia dreigen verloren te gaan. Er zijn te weinig woningen, de huizenprijzen en huren stijgen, en de wegen en het OV worden steeds voller. Alleen maar strijden voor lagere lasten op huizen en vervoer is niet langer genoeg. Want de problemen van nu worden vooral veroorzaakt door schaarse ruimte voor woningbouw en infrastructuur. Het ruimtelijk beleid moet ruimte bieden voor voldoende woningbouw en infrastructuur. Gemeenten, woningcorporaties en marktpartijen zijn onvoldoende in staat gebleken om het oplopende woningtekort op te lossen en speculatie met woningen tegen te gaan. De huidige tijd vraagt daarom opnieuw om ingrijpen door de rijksoverheid.

De rijksoverheid moet harde afspraken met gemeenten en provincies maken over hoeveel woningen er de komende jaren gebouwd worden, en desnoods zelf bouwlocaties aanwijzen. Optreden van een sterke overheid is niet alleen nodig bij de woningmarkt. Toenemende drukte op de weg en in de trein, of onbereikbare steden en dorpen, zorgen ervoor dat het steeds moeilijker wordt om je te verplaatsen en een geschikte woning of baan te vinden op normale reistijden van elkaar. Andere delen van het land kampen minder met deze drukte, maar hebben evenzeer een sterke overheid nodig. Bijvoorbeeld om de gevolgen van krimp op te vangen. Tegelijkertijd zit veel innovatie en werkgelegenheid bij regionale clusters van bedrijven, en om te kunnen exporteren zijn ook daar betere verbindingen nodig. Ook het potentieel van grensoverschrijdende samenwerking en infrastructuur voor de grensregio’s is nog onvoldoende benut. Daar is nog veel winst te behalen. Daarom zet Nederland er met buurlanden op in om dit te verbeteren en aan te laten sluiten op de behoeften van deze tijd. Maar de overheid kan het niet alleen. Iedereen kent het gevoel dat er tijdens de zomervakantie ineens geen file meer is en dat de trein ook in de spits voldoende zitplaatsen heeft. Dat is ook het geval nu door de coronacrisis mensen vaker thuis werken. Bij veel banen is het goed mogelijk om een vergadering eens digitaal te houden, en het blijkt dat veel medewerkers er vanuit huis echt de kantjes niet vanaf lopen. Het zou goed zijn als we ook na de coronacrisis flexibel met werktijden omgaan. Een Nederland met voldoende woningen en bereikbaarheid vraagt om een nieuwe aanpak. De volgende uitgangspunten zijn leidend:

▶ Een betaalbare woning moet voor iedereen bereikbaar zijn. De eigen woning mag daarom geen melkkoe worden door hoge belastingen. Huren en koopprijzen moeten omlaag door meer aanbod en de overheid moet doorstroom stimuleren in de sociale huur.

▶ Een rechtvaardige woningmarkt. Daarin horen starters een eerlijk kans te krijgen, kunnen automobilisten hun auto blijven parkeren en biedt de overheid bescherming tegen uitwassen, zoals speculatie met woningen.

▶ Meer regie door de landelijke overheid bij eerlijke verdeling van schaarse ruimte tussen woningbouw, wegenbouw, landbouw en bedrijvigheid. Alle sectoren verdienen ruimte om zich te ontwikkelen. De behoefte naar individueel vervoer groeit en dus moeten er meer wegen en fietspaden komen. Maar ook alternatieven, zoals goed openbaar vervoer, smart mobility, thuiswerken en andere werk- en schooltijden, moeten gaan bijdragen aan een betere benutting van de infrastructuur en keuzevrijheid van de reiziger.

Wonen en Vervoer

82

Bouwen en wonen

Iedereen in Nederland moet prettig kunnen wonen, of je nu koopt of huurt. Dat begint met een prettige woonomgeving die veilig is, met genoeg groen en voorzieningen in de buurt. Maar net zo belangrijk is het dat er genoeg betaalbare huizen zijn. De laatste jaren is de krapte op de woningmarkt flink toegenomen. Door extra te investeren in nieuwbouw en het sluiten van woondeals in de regio’s met de grootste krapte, zijn de afgelopen jaren de eerste stappen gezet voor meer betaalbare woningen. Door de landelijke aanpak om de uitstoot van stikstof terug te dringen, is bovendien ruimte gecreëerd om de vergunningverlening voor de woningbouw weer op gang te brengen. Door de groei van het aantal huishoudens zijn de komende jaren nog meer woningen nodig. Ook is er in veel gemeenten nog steeds een tekort aan bouwlocaties. De komende jaren zetten we in op:

▶ Meer woningbouw en meer landelijke sturing. We richten een nationaal bouwfonds op en verlagen de lasten voor bouwers. De verantwoordelijkheid ligt in eerste instantie lokaal, maar erkomen strikte prestatieafspraken met provincies en gemeenten om meer woningen te realiseren en het rijk kan zo nodig bijsturen. Regionaal kunnen ook afspraken worden gemaakt over herstructurering van de regionale woningvoorraad. De prioriteit komt te liggen bij betaalbare koop- en huurwoningen voor middeninkomens. Ook komt er extra aandacht voor seniorenwoningen en voor woningen die geschikt zijn voor mensen met een lichamelijke beperking.

▶ Een nationaal bouwfonds dat investeert in betaalbare woningen in heel Nederland, rekening houdend met de regionale verschillen op de woningmarkt. De Rijksoverheid kan met dit fonds meebetalen aan grootschalige vernieuwing van wijken en nieuwbouw om de bouwproductie op peil te houden, bijvoorbeeld in tijden van economische neergang.

▶ Meer nieuwe sociale huurwoningen, door woningbouwcorporaties die meer woningen bouwen een korting op de verhuurderheffing te geven. We passen de verhuurderheffing aan zodat het voor corporaties meer loont om dure woningen te verkopen en daarvoor goedkope woningen in de plaats te bouwen.

▶ Meer bouwlocaties. We stimuleren gemeenten om meer bouwgrond beschikbaar te stellen. Om het woningtekort tegen te gaan is enkel binnenstedelijk bouwen onvoldoende. Daarom is buitenstedelijk bouwen ook een benodigde en reële mogelijkheid. Hierbij past speciale aandacht voor de benodigde infrastructuur zodat zowel met de auto als met het openbaar vervoer een goede ontsluiting wordt verzorgd en een prettig woonklimaat ontstaat. Om ervoor te zorgen dat er ook daadwerkelijk gebouwd wordt, introduceren we een speciaal OZB-tarief voor onbebouwde woningbouwgrond. Dit gaat braakliggende terreinen en grondspeculatie tegen. Gemeenten wijzen bovendien ‘overloopgebieden’ aan waar onderzoeken vanuit de Flora- en faunawet alvast uitgevoerd worden. Bouwers kunnen dan gelijk aan de slag, zodra de vraag naar woningen in een regio oploopt.

▶ Meer geld uit het gemeentefonds voor gemeenten die meer woningen bouwen, zodat zij kunnen zorgen voor bijbehorende voorzieningen en infrastructuur, en er een bonus op bouwen ontstaat.

▶ Verkorten van de besluitvormingsprocedures bij nieuwbouw. Een eerste belangrijke stap hierin is de vertraging van bouwplannen door provincies tegen te gaan met het schrappen van overbodige bureaucratie, zoals (het toepassen van) de ‘ladder van duurzame verstedelijking’. Extra, verzwarende regelgeving ten aanzien van woningbouw is onwenselijk. De rol van provincies moet niet groter zijn dan strikt noodzakelijk voor een goede ruimtelijke ordening.

▶ Ombouwen van leegstaande bedrijfspanden naar woningen. We zetten de bestaande aanpak via de transformatiefaciliteit zoveel mogelijk voort in samenwerking met particuliere investeerders, zoals pensioenfondsen. Ook maken we het makkelijker om met meerdere generaties op hetzelfde perceel te wonen. Bijvoorbeeld via zogeheten kangoeroewoningen, door hier heldere, landelijke regels voor te maken in plaats van afwijkende regels per gemeente.

▶ Tegengaan van leegstand en verkrotting. Gemeenten krijgen de mogelijkheid een belasting te heffen op panden die langer dan een jaar leegstaan, via een opslag op de OZB. Deze leegstandheffing kan oplopen naarmate panden langer leegstaan. Gemeenten kunnen een ontheffing geven, bijvoorbeeld in geval van herontwikkeling van het pand of indien het pand

83

Verkiezingsprogramma 2021 -2025 - Wonen en Vervoer

gedurende leegstand voor een maatschappelijk nuttig doel in het kader van leegstandsbeheer wordt gebruikt.

▶ Het aanpakken van krakers. Krakers komen niet ongestraft weg met hun inbreuk op het pand van een ander. We verkorten de procedure bij de rechter, zodat er binnen drie dagen een rechterlijke machtiging ligt om te ontruimen. Na de uitspraak wordt zo snel mogelijk ontruimd. De identiteit van de krakers wordt geregistreerd, zodat de eigenaar ontstane schade kan verhalen op de dader. Ook moeten gemeenten de inschrijving van krakers in de BRP kunnen weigeren.

▶ Zoveel mogelijk toestaan van permanente bewoning van recreatiewoningen. Dit geldt niet voor recreatieparken waar ondermijning plaatsvindt of waar bewoning tot problemen leidt voor de toeristische functie en omliggende bedrijven. Dit wordt lokaal beoordeeld.

Woonlasten

Voor veel mensen is de hypotheek of huur de grootste maandelijkse uitgave. Door de schaarste aan woningen, zijn de koop- en huurprijzen opgelopen. Naast het bouwen van meer betaalbare woningen, zijn gerichte maatregelen nodig om de stijging van de woonlasten aan te pakken. Om starters te helpen een huis te kopen is sinds 1 januari 2021 de overdrachtsbelasting voor starters afgeschaft. Ook hebben we ervoor gezorgd dat verhuurders de komende jaren de huur minder verhogen. Om huiseigenaren te helpen hun woning te verduurzamen en de energierekening te verlagen, is een warmtefonds opgericht om duurzame investeringen tegen een lage rente te financieren. We zetten bij verduurzaming in op verleiden en belonen, in plaats van bestraffen. Ook willen we dat het onderhouden van een monument aantrekkelijk blijft, zodat dit bijdraagt aan mooie en historische dorpen en steden. Bovenal zijn extra stappen nodig om wonen betaalbaar te houden, vooral voor mensen met een middeninkomen.De komende jaren zetten we in op:

▶ Beperkte stijging van lokale belastingen door een landelijk maximumpercentage per gemeente (micro-norm) voor de stijging van de OZB. Hierdoor wordt de stijging van lokale lasten stevig geremd. Lokale belastingen horen zo laag en eerlijk mogelijk te zijn.

▶ Bouwvergunningen tegen kostprijs, zodat gemeenten dit niet meer kunnen gebruiken als melkkoe. In gemeenten waar nog erfpacht geldt en gemeenten eigenaar zijn van de grond, moet consumentenbescherming centraal worden gesteld. Dit moet de positie van de woningeigenaar versterken ten opzichte van de overheid.

▶ Wegnemen van barrières bij het afsluiten of veranderen van een hypotheek. Voor zzp’ers komen er meer mogelijkheden om via arbeidsmarktscans een hypotheek te krijgen, voor senioren om via verzilverhypotheken vastzittend vermogen uit het huis op te nemen, en de hypotheekruimte voor mensen met een studieschuld vergroten we door deze minder te laten meetellen, door het te baseren op het bedrag dat oud-studenten daadwerkelijk aflossen.

▶ Geen aanscherping van de norm dat huizenkopers de hele koopsom mogen lenen (loan-to-value). Zo blijven woningen ook bereikbaar voor mensen die geen grote hoeveelheid spaargeld meebrengen.

▶ Geen verplichte labelsprongen voor woningeigenaren. Investeringen in verduurzaming van de eigen woning maken we aftrekbaar van het Eigen Woning Forfait. Dit maakt het voor huiseigenaren aantrekkelijker om energiebesparende maatregelen te nemen.

▶ Een opkoopbescherming waarmee gemeenten een rem zetten op het grootschalig opkopen van huizen door (buitenlandse) investeerders in bepaalde wijken. Zo blijven meer koopwoningen beschikbaar voor starters en middeninkomens. Daarbij geldt als voorwaarde dat gemeenten aantonen dat zij hun totale huurvoorraad vergroten, om de schaarste en huurstijging te verminderen.

▶ Lagere huur voor huurders bij woningcorporaties. De maximale huurprijs voor huurders met een laag inkomen bij woningcorporaties gaat omlaag naar de norm voor een passende huur (passend toewijzen). We zetten hiervoor de huidige eenmalige verlaging om in een permanente verlaging. De inrichting van het sociale huurstelsel bevordert dat sociale huurwoningen

84

Verkiezingsprogramma 2021 -2025 - Wonen en Vervoer

beschikbaar zijn voor mensen met een laag inkomen en dat mensen met een hoog inkomen (met een hogere huur) worden gestimuleerd om door te stromen.

▶ Het verleiden van senioren om te verhuizen zodat daarmee hun woning of grotere appartement vrij komt voor jongeren. Dit kan door het bouwen van voor hen geschikte en aantrekkelijke woningen en door financiële drempels weg te nemen. Denk daarvoor aan het versoepelen van de hypotheekregels bij het vrijspelen van een eengezinswoning en het stimuleren van corporaties om met huurbehoud huurders te laten doorstromen naar een kleinere woning. Hiermee verdelen we de woningvoorraad beter.

In document Samen aan de slag (pagina 80-84)