ze door een scheiding van Bilderdijk op andere gedachten zal komen. Na haar
terugkeer is haar eigen familie vriendelijker voor haar dan daarvoor. Bilderdijk ziet
met lede ogen aan hoe zij daardoor aan het twijfelen raakt over haar liefde. Hij had
blijkbaar een aanvaring met de moeder gehad, waardoor een verzoening ondenkbaar
was.
Wees gerust, mijn leven! Ik maak het goed, voorzover het goed kan gaan met iemand
die losgerukt is van alles wat zijn goed is. En hoe wil je dat ik het maak? Hoe zou
het lichaam gezond kunnen zijn, terwijl het hart lijdt? Ach, als ik een perfecte
gezondheid zou genieten terwijl ik gescheiden van jou was (wat ik ben), dan zou je
daar toch geen genoegen in scheppen. Het zou er een teken van zijn dat mijn hart
nooit totaal vervuld van je was, dat het zou kunnen leven, zou kunnen ademen zonder
jou, die er de levensbron van is. Ach, hoe vrees ik dat jij het wel zonder mij kunt!
Waar je nu bent word je dus welwillend behandeld, iedereen toont je liefde,
mededogen en tederheid; hun fijngevoeligheid stel je op prijs; hun gekunstelde
vriendelijkheid neemt je voor hen in; je bent niet gemaakt om je natuurlijke
zachtmoedigheid en je toegeeflijkheid ten opzichte van anderen te beteugelen; je
bent te zwak om je hart te laten verstarren; je zult zwichten, je zult én mij én jezelf
opofferen aan je zachtheid. Ik zeg niet te veel, mijn
aanbeden meisje! en ik vrees niet zonder redenen. Je bent er al mee begonnen. Je
bent niet meer zoals je enige dagen geleden was; als het ware gevangen, vervolgd
en onderdrukt. Je bent zoals je altijd was, in je familie, en meer geëerd en geholpen
dan ooit. Ook kun je niet weigeren mee te werken aan hun feestelijkheden. O jij,
godheid van mijn ziel, zozeer bemind en aanbeden door een hart als het mijne! Ik
moet je dus vergeten, je met geweld uit mijn hart bannen, omdat je me veracht en
niet de kracht hebt om je beloften na te komen! Maar dat zal ik niet doen, dat zal ik
nooit kunnen: ook al zou ik de meest verschrikkelijke dood sterven, toch zou ik je
altijd met dezelfde hartstocht en met dezelfde trouw en zuiverheid aanbidden. O,
mijn liefste, wat doe je? wat wil je? wat ben je van plan, wat is je doel? Geloof je
soms dat je de zaken tot een verzoening kunt brengen? Dat is toch de onmogelijkheid
zelve. Dat was in de eerste dagen mogelijk; maar na wat er gebeurd is, is alleen al
de gedachte eraan absurd. Alles verhindert het, en niets zal mij ertoe brengen, behalve
als het de meest schitterende genoegdoening zou opleveren. Wat aarzel je dus om
een besluit te nemen? Wacht je om het vertrouwen te herwinnen, dat je daarna zult
misbruiken? Zullen we elkaar dan weer in het geheim zien? Nee, mijn aanbiddelijke,
dit is jou en mij te onwaardig. Ach, als je me bemint, zoals ik vraag bemind te worden,
en als we niet hoeven te blozen om dit zuivere en heilige vuur, dan is er geen reden
je gevoelens te verbergen, of om een ogenblik te aarzelen tussen mij en mijn vijanden,
die ook de jouwe zijn. Je kunt, je moet wijken voor dwang, maar alléén voor dwang.
En als die tegen je gebruikt wordt, dan zal ik je weten te bevrijden, ik zal én je vrijheid
weten te wreken én je eer, die mij duizendmaal liever is dan een leven dat voorzien
is van alles waar de mensen het meest naar verlangen. Ondertussen is het jouw zaak
om boven de pogingen te staan die ze zullen doen om jou van mij te scheiden; om
mij te troosten, mij te leiden, en (bovenal) mij jouw liefde te geven, die de man wiens
leven afhangt van jouw verwachte terugkomst, zal weten te verdienen. Adieu, zoete
ziel van mijn leven! Adieu!
Donderdag.
17 10/3 96.
153Eindnoten:
153 De datering op 3 oktober kan niet kloppen, omdat dit een maandag was. 6 oktober is wel een donderdag.
*1
[Illustraties]
Portret van Willem Bilderdijk in een medaillon, geschilderd door Hendrik Willem Schweickhardt
Portret van Bilderdijks vrouw Catharina Rebecca Woesthoven, geschilderd ongeveer 1793 door Charles Howard Hodges
*3
Silhouet van Catharina Rebecca Bilderdijk-Woesthoven, gebruikt in de uitgave van Ibn Doreid
*5
Links: miniatuurportret van Catharina Wilhelmina Schweickhardt uit ongeveer 1797, schilder onbekend
Rechts: miniatuurportret van Petronella Elter-Woesthoven, geschilderd door L. Temminck
*7
Tekening van het tumult toen Bilderdijk een flauwte kreeg (7 november 1795)
Rebusbrief aan Petronella Elter-Woesthoven, begin augustus 1795
('Geliefde zuster; Vele mijner brieven zijn vermist. Mét die, mooglijk mijn antwoorden aan u. Misleidt die gedachte mij niet, neem er geen reden uit, van mij te verdenken; doch meld 't, en blijf steeds beminnen uw broeder Q.N. Yarmouth, augustus 1795.)