• No results found

Wijken voor milieu in Bos en Lommer

Het Milieucentrum Amsterdam (MCA) adopteerde in 1995 Wijken voor Milieu. Men wilde de werkwijze toespitsen op de Amsterdamse situatie. Het project is in twee jaar geïntroduceerd bij het opbouwwerk, bewoners en milieuambtenaren in de Bos en Lommer, De Pijp, Geuzen-veld/Slotermeer en Slotervaart/Overtoomse Veld. De keuze voor deze stadsdelen was ingege-ven door de overweging, of er bij het opbouwwerk en/of het stadsdeel voldoende animo was om mee te doen. Met het initiatief van het MCA ontstond de mogelijkheid om op wijkniveau aan mi-lieuzaken te gaan werken. Het MCA startte in de vier wijken telkens met een workshop.

De informatie hieronder beperkt zich tot Bos en Lommer, omdat deze wijk in beeld is geweest als één van de mogelijke proeftuinen voor Wijken voor Milieu. In 1991 namelijk had toenmalig opbouwwerk Aart Dekker, één van de oprichters van de Landelijke Adviesgroep Milieugericht Opbouwwerk, al een poging ondernomen om het stadsdeel Bos en Lommer als één van de proeftuinen in het project opgenomen te krijgen. In 1995 bood het initiatief van het MCA de kans om toch, zij het in een andere setting, aan de slag te gaan.

De start

Ook het project in Bos en Lommer ging in april ’96 van start met een workshop, waarvoor het MCA samenwerking met het opbouwwerk had gezocht. Er namen 23 bewoners aan deel en het belangrijkste onderwerp was afval. Een opsomming van de problemen: rotzooi op straat, vuil naast containers, stank van groenbakken, zelfvuil van de markt en van scholen, rommel in tui-nen, sleutelen op straat, ongewenst reclamedrukwerk en overbodig verpakkingmateriaal.

Een aantal bewoners nam het besluit actief met deze problemen aan de slag te gaan. Ze kwa-men zes keer bijeen om activiteiten voor te bereiden. Met het stadsdeel werden regelmatig ideeën uitgewisseld en activiteiten op elkaar afgestemd. De neiging bestond om zaken bij een ander te leggen: ‘het stadsdeel doet niets met onze klachten’. Mensen werden gestimuleerd om zelf oplossingen aan te dragen. Het bleek dat werken met milieuvraagstukken op wijkniveau niet bij voorbaat werken met gelijkgestemden betekent. Er waren positieve resultaten: regelma-tig overleg met de Reinigingsdienst en het zogenaamde Afval Adoptie Plan, gebaseerd op het

uitgangspunt, dat bewoners zelf een afvalbak in de straat in de gaten houden en de resultaten daarvan in de vorm van dagboeknotities aan het stadsdeelbestuur te presenteren.

Naast het thema afval stimuleerde het MCA de introductie van het thema groen door middel van het aanleggen van geveltuintjes en de verfraaiing van balkons. Daarnaast waren er winkelacties ter bevordering van minder verpakkingsmateriaal en meer natuurproducten, aandacht voor her-gebruik en verbetering van de inzameling van klein chemisch afval.

Een milieueditie van de wijkkrant

In april 1997 verscheen de wijkkrant voor de bewoners van Bos en Lommer met een speciale milieueditie. Ze bevat naast achtergrondinformatie in feite het verslag van één jaar werken aan milieu. Op de binnenpagina was een kaart van het stadsdeel opgenomen, waarin alle inzame-lingsadressen voor gescheiden afval en hergebruik waren opgenomen. Curieus en succesvol was daarbij de inzameling van kurk. Kurk kan namelijk hergebruikt worden. Het komt oorspron-kelijk van de bast van de kurkeik. De schors kan echter maar één keer per tien jaar geschild kan worden en in totaal slechts tien keer zonder schade aan de boom.

In het project heeft het MCA samenwerking gezocht met het opbouwwerk en proberen aan te sluiten bij zaken, die reeds op stadseelniveau aan de gang waren (afval). Als nieuw aandachts-punt heeft men met name groen proberen te introduceren. Het project is na twee jaar een zach-te dood gestorven en de vraag rijst, hoe dat komt.

Een terugblik

Terugkijkend denkt voormalig opbouwwerker Aart Dekker, dat het starten met het thema afval-preventie achteraf niet zo’n gelukkige keuze is geweest. Dat onderwerp was al ingebed in stadsdeelbeleid, waardoor een sfeer van onderling wantrouwen kon ontstaan. Maar ook de aandacht voor het thema groen verliep niet soepel. Het idee om bewoners bij de aanleg van geveltuinen zelf een meer nadrukkelijke rol te laten spelen, kwam niet van de grond. Bij het stadsdeel had men niet het vertrouwen, dat aanleg en onderhoud op de duurzame aandacht van bewoners kon rekenen. Milieubeleid van het stadsdeel Bos en Lommer was in de ogen van Aart Dekker doortrokken van de Decide-Announce-Defend strategie. Beleid wordt binnenska-mers gemaakt en als dit klaar is naar buiten gebracht. Via campagnes wordt dan een draagvlak gecreëerd en het beleid verdedigd.

In een poging om bij wijze van terugblik te proberen te verklaren, waarom het project nauwelijks heeft beklijft, dan valt het gebrek aan synergie op, dat idealiter van het samenspel tussen de partners MCA, opbouwwerk en stadsdeel het gevolg had kunnen zijn. De verhouding tussen het opbouwwerk en het stadsdeel was al gespannen en dat heeft op het project een hypotheek ge-legd. Het heeft ook de introductie van het project bij het stadsdeelbestuur bemoeilijkt. In tegen-stelling tot bij de proeftuinen is de beginsituatie niet het gevolg is geweest van het afkaarten van zaken tussen de partners, die het project beleidsmatig draagvlak zouden moeten verlenen. Bij Wijken voor Milieu in Amsterdam ontbrak ook de landelijke ondersteuningsstructuur, die ten be-hoeve van de proeftuinen was opgezet.