• No results found

Wettelijke en bestuurlijk kader

Dit werkpakket betreft de analyse van de wettelijke en bestuurlijke verplichtingen van LNV DN en de informatievraag-/aanbodanalyse, zie Figuur 2.2. Dit zijn in principe eenmalige werkzaamheden.

Dit onderdeel is in 2004 al van start gegaan (bij de voorbereiding van het programma) en heeft in 2005 een vervolg gekregen in het kader van het project ‘Informatievraag- /aanbodanalyse’. Het overzicht van rapportage- en monitoringsverplichtingen van LNV DN is nu dan ook nagenoeg compleet en wordt momenteel vastgelegd in een documentatiesysteem (tevens archiefsysteem). De informatievraag- en aanbodanalyse is nog niet volledig afgerond (mede gezien ontwikkelingen wat betreft voorschriften van het Habitat Comité en Ornis Comité) en dient daarom in 2006 een vervolg te krijgen. Een deel van het budget van 2005 (25 kEuro) wordt doorgeschoven om de resultaten van 2004-2005 vast te leggen in een achtergronddocument.

Werkpakket 2 Rapportages

Dit werkpakket betreft de verplichte rapportages. Dit onderdeel verschilt per jaar afhankelijk van de frequentie en de deadlines van de rapportages. In 2005 dienen een aantal derogatierapportages opgeleverd te worden (Bonn, CITES, VR en HR) en het periodieke algemene verslag van de Habitatrichtlijn (HR).

In 2005 is inmiddels ervaring opgedaan met een aantal rapportages (project ‘Draaiboeken derogatierapportages’ en project ‘Draaiboeken overige wettelijke verplichtingen’). Afgesproken is nu dat de rapportages in overleg met LNV DN en LNV DK worden opgesteld. LNV DK

bewaakt het proces van de tot standkoming van de rapportages. LNV DN blijft eindverantwoordelijk voor de rapportages. In 2005 is dit onderdeel te ruim begroot (212 kEuro), vandaar dat het overblijvende budget van 2005 (100 kEuro) wordt doorgeschoven naar 2006 t.b.v. de rapportages in 2006.

Werkpakket 3 Monitoring

Dit betreft (in principe) eenmalige werkzaamheden, te weten de ontwikkeling van methodieken voor de inwinning en de bewerking van gegevens en (jaarlijks) terugkerende werkzaamheden, te weten de daadwerkelijke inwinning, bewerking, beheer en ontsluiting van gegevens en daaruit afgeleide informatie (zie Figuur 22.2). In 2006 staan deze werkzaamheden volledig in het teken van de rapportages in het kader van de Vogelrichtlijn (VR) en de Habitatrichtlijn (HR). Conform de voorschriften van het Habitat Comité wordt onderscheid gemaakt tussen de nulmeting en de toekomstige monitoring (zie Tabel 2.1). In onderstaande paragrafen wordt dit onderscheid toegelicht.

Tabel 2.1. Voorschriften van het Habitat Comité (DocHab-04-03/03 rev.3)

Reporting period

National report (EU synthesis report)

Main focus

1. 1994 – 2000 2001 (2003/4)

Progress in legal transposition and implementation of the directive; progress in establishing the Natura 2000 network, administrative aspects.

2. 2001 – 2006 2007

(2008/9)

First assessment of conservation status based on best available data (based

among others on trends and ideally in comparison with favourable reference values) 3. 2007 – 2012 2013

(2014/15)

Renewed assessment of conservation status, based on established monitoring system. Assessment of effectiveness of measures taken under the directive.

Nulmeting

Begin 2007 dient het periodieke algemene verslag van de Habitatrichtlijn opgeleverd te worden. Dit betreft de zogeheten ‘nulmeting’. Deze nulmeting betreft de eerste beoordeling van de staat van instandhouding van soorten en habitattypen (zie Tabel 2.1). De nulmeting zal conform de voorschriften van het Habitat Comité gebaseerd worden op de meest bruikbare en beschikbare gegevens. In het kader van het programma Informatievoorziening Natuur worden dus bruikbare gegevens verzameld en bewerkt tot de voor de nulmeting gewenste informatie, dit aanvullende op wat al in het kader van het project ‘Natura2000 doelen en beheer’ is gerealiseerd (b.v. de Natura2000profielen). De beoordelingsmatrices voor respectievelijk soorten en habitattypen van het Habitat Comité vormt het uitgangspunt bij deze nulmeting (zie Tabel 2.3 en Tabel 2.4 ). Wat de soorten betreft dient dus informatie opgeleverd te worden over verspreiding (range), populatie (population), leefgebied (habitat) en toekomstperspectief (future prospects). Wat de habitattypen betreft dient informatie opgeleverd te worden over verspreiding (range), oppervlakte (area), structuur en functie (structure en function, typical species) en toekomstperspectief (future prospects).

In 2005 is al een start gemaakt met de nulmeting van de habitattypen, te weten het project ‘Operationalisatie en nulmeting’. Voor dit project zijn vegetatiegegevens (karteringen en opnamen) verzameld van o.a. terreinbeherende instanties en PGO’s en zijn deze gegevens i.s.m. met desbetreffende partijen bewerkt tot informatie t.b.v. de rapportage in 2007. Ook het project ‘Landelijke Vegetatiedatabank Nederland’ (vervolg op 2005) levert input voor de nulmeting dit wat betreft de (trends in) verspreiding van habitattypen en de aanwezigheid van

typische soorten (als indicatie voor structuur en functie). In 2006 wordt de nulmeting van de habitattypen voortgezet en wordt ook de nulmeting van de soorten uitgevoerd. Het betreft dus met name het verzamelen van bestaande gegevens (dus niet het inwinnen van nieuwe gegevens!) en het bewerken van deze gegevens tot de voor de rapportage vereiste informatie. Net als in 2005 zal dit in nauwe samenwerking plaatsvinden met de bronhouders van deze gegevens.

Toekomstige monitoring

Vooruitlopend op de rapportages in 2008 (VR) en 2013 (HR) wordt er conform de voorschriften van het Habitat Comité (zie Tabel 2.1) in het kader van het programma Informatievoorziening Natuur ook gewerkt aan een toekomstig monitoringsysteem voor het monitoren van de staat van instandhouding van soorten en habitattypen. Hierbij wordt specifiek aandacht besteed aan het vaststellen van referentiewaarden (reference values): waneer is de gunstige staat van instandhouding van soorten en habitattypen bereikt?

In 2005 zijn in het kader van een aantal projecten al een aantal pilots uitgevoerd om de mogelijkheden voor het monitoren van de verschillende aspecten van de staat van instandhouding van soorten en habitattypen te toetsen, te weten het project ‘Kansenkaarten soorten’ (monitoring verspreiding van soorten), het project ‘Future prospects’ (monitoring toekomstperspectief van soorten en habitattypen) en het project ‘Leefomgevingcondities’ (monitoring van ecologische condities van soorten en habitattypen ofwel de aspecten habitat en structuur en functie). Deze projecten leveren in het 1e kwartaal 2006 (vanwege de trage start van deze projecten in 2005) informatie op die voor de nulmeting gebruikt kan worden en leveren ook adviezen op wat betreft de toekomstige monitoring.

De daadwerkelijke monitoring (het inwinnen van gegevens b.v. door middel van veldwerk) zal grotendeels door ‘derden’ (niet WUR-organisaties) worden uitgevoerd, waaronder de terreinbeherende instanties, particuliere gegevensbeherende organisaties (PGO’s) en overheden (b.v. provincies en waterschappen). Dit is dus niet begroot in het huidige programma. Mogelijk dat in de toekomst wel aanvullende waarnemingen t.b.v. van het invullen van de ‘witte vlekken’ (lacunes) in het programma opgenomen wordt.

Werkpakket 4 Infrastructuur

Dit werkpakket betreft de uitbreiding (voor zover gewenst) en het beheer en onderhoud van de infrastructuur, die in 2004-2005 in het kader van het WOT IN gerealiseerd is. Deze infrastructuur bestaat uit:

• een webportaal (www.natuurgegevens.nl),

• documentatiesystemen: t.b.v. het overzicht (deels ook archivering) van respectievelijk meetnetten en gegevens en rapportages (zie Figuur 22.2),

• databases: Beschermde Gebiedenregister en de Landelijke Vegetatiedatabank

• informatiesystemen t.b.v. respectievelijk de derogatierapportages en periodieke algemene rapportages

De infrastructuur heeft twee doelen, te weten de logistieke ondersteuning van de wettelijke onderzoekstaken (mede gezien de kwaliteitsborging) en het ontsluiten van producten en diensten bijvoorbeeld de voor de rapportages vereiste informatie over beschermde soorten, habitattypen en gebieden.

Webportaal

In 2004 is een webportaal gerealiseerd dat in 2005 onderhouden en beheerd is (project ‘WOT- portaal’). Via dit webportaal krijgen de gebruikers toegang tot de documentatiesystemen, databases (voorzover toegestaan door de bronhouders) en informatiesystemen.

Documentatiesystemen

In 2005 zijn ook een drietal documentatiesystemen gerealiseerd voor respectievelijk de rapportages, de meetnetten en gegevens (datacatalogus). Door middel van deze systemen is het inzichtelijk gemaakt welke rapportages wanneer door wie aan wie opgeleverd moeten worden en welke meetnetten en gegevens (databestanden) voor desbetreffende rapportages ingezet kunnen worden. Ook worden de oude rapportages bewaard (gearchiveerd) en wordt gedocumenteerd door wie desbetreffende rapportages zijn opgesteld en welke gegevens er voor desbetreffende rapportages gebruikt zijn etc. Dit t.b.v. de kwaliteitsborging (reproduceerbaarheid en traceerbaarheid).

Databases

Verder is er in 2005 een geografische database (Oracle Spatial) gerealiseerd met de begrenzing, oppervlakte en ligging van de beschermde gebieden (VR, HR, Natura2000, NB- wet en Ramsar). Er is een koppeling gemaakt tussen desbetreffende database en de Natura2000database (Microsoft Accessdatabase met aanvullende informatie over gebieden, soorten en habitattypen). Tevens is de bruikbaarheid van de Landelijke Vegetatiedatabank voor de rapportages in kader HR onderzocht. Uit deze database kan de (trend in) verspreiding en aanwezigheid van typische soorten van de habitattypen worden afgeleid. De database is aangevuld met beschikbare en bruikbare vegetatiegegevens. Een deel van dit werk kon vanwege capaciteitsgebrek niet in 2005 uitgevoerd worden vandaar dat een budget van 20 kEuro is doorgeschoven naar 2006.

Informatiesystemen

IN 2005 is ook een start gemaakt met twee informatiesystemen t.b.v. van respectievelijk de derogatierapportages (aanvullend op het Habitat en Bird directive information System, HABIDES) en periodieke algemene rapportage (aanvullend op de Natura2000database). Het budget van 2005 is – mede gezien de vertraging – niet geheel uitgeput. Vandaar dat er een bedrag van 50 kEuro doorgeschoven wordt naar 2006.