• No results found

Werkplanactiviteiten 2006

Voor het FAB gebied als geheel is het wenselijk om de bestaande vegetaties van dijken, wegbermen en sloottaluds anders te gaan beheren. Er is behoefte aan meer overstaande vegetaties als dekking voor natuurlijke vijanden in de winter. En een ander

verschralingsbeheer zou bovendien op termijn moeten zorgen voor meer bloemen in de zomer, als bron van nectar en stuifmeel voor de natuurlijke vijanden. Met het Waterschap Hollandse Delta is reeds een begin gemaakt om rondom de FAB bedrijven het beheer van vegetaties aan te passen aan de FAB doelstelling. Bovendien worden enkele bermen

ingezaaid met een geschikt bloemen/grasmengsel en worden er langs de Sassendijk bomen geplant. In 2006 zal ook met andere grondeigenaren en beheerders worden gesproken. Meer winterdekking is snel te realiseren; het omvormen van bestaande vegetaties naar meer bloemrijk hooiland is echter een proces van lange adem.

Bloemstroken

Om bovenstaande redenen is het voor de deelnemende FAB bedrijven van groot belang om op het eigen bedrijf nu al zoveel mogelijk bloemenstroken te realiseren. Daarbij is het tevens belangrijk om niet hier en daar een enkele strook aan te leggen, maar om te proberen die stroken elkaar zoveel mogelijk te laten versterken door ze in een bepaald verband aan te leggen. Voor 2006 zijn daarom voorstellen gemaakt om in enkele tarwe- en

aardappelpercelen meerdere éénjarige bloemenstroken per perceel aan te leggen over spuitsporen in het gewas. Het effect van deze randen wordt gemeten door tellingen in het gewas, en vergeleken met een perceel (of een helft van een perceel) zónder

bloemenranden.

• Op het bedrijf Schelling komt in consumptieaardappel een half perceel mét

bloemeneilanden en een half perceel zonder bloemen, en in wintertarwe een half perceel met bloemenstroken vergeleken met een half perceel zonder bloemen. Ook is het (indien mogelijk) de bedoeling dat op het bedrijf Schelling spruitkool komt met een half perceel met bloemenrand en een half perceel met barbarakruid.

• Bij het bedrijf Schouwenburg worden gehele (langgerekte) percelen

consumptieaardappel en zomertarwe mét bloemenranden vergeleken met nabijgelegen percelen zonder bloemen.

• Op het bedrijf Dekker wordt in consumptieaardappel een half perceel mét

bloemenstroken vergeleken met een half perceel zonder bloemen, en in wintertarwe een heel perceel met bloemenstroken vergeleken met een perceel zonder bloemen. Langs het perceel spruitkool zal een gedeeltelijke bloemenrand en een gedeelte barbarakruid (als vanggewas) worden aangelegd. Verder worden bij Dekker in 2006 nog enkele

Conceptversie voor stuurgroep FAB (vertrouwelijk)

bloemenstrook aangelegd voor de algemene biodiversiteit. Indien mogelijk wordt in de bloemkool langs de meerjarige akkerrand een slakkendemonstratie aangelegd. Samenstelling akkerranden

De éénjarige randen moeten met zorg worden aangelegd om een goede opkomst te garanderen en om veronkruiding tegen te gaan. Op basis van de ervaringen van afgelopen jaar zullen de verschillende bloemenmengsels voor tarwe, aardappel en spruitkool worden aangepast. Enkele schermbloemigen met oliehoudende zaden en Bernagie komen te vervallen vanwege herkieming en onkruiddruk, en de dominantie van boekweit wordt teruggebracht.

Langs tarwe is een vroegere inzaai van het bloemenmengsel gewenst, zodat de bloei beter samenvalt met de piek van de luizenaantasting. Het mengsel langs kool heeft nog behoefte aan langdurige bloei in het najaar. Grasranden als referentie komen te vervallen; alleen bij de spruitkool wordt een rand zwarte braak als referentie gebruikt. De aparte veldbonenrand komt te vervallen vanwege de korte bloeiperiode. Een andere, wilde wikke-soort

(vergelijkbaar met veldboon) wordt aan het bloemenmengsel toegevoegd. Monitoring

In 2006 zal opnieuw in de verschillende gewassen geteld worden hoe de plaagdichtheden en de aantallen natuurlijke vijanden zich ontwikkelen. Bladluizen in graan, aardappel en

spruitkool, en koolmotje (en andere rupsen) in spruitkool blijven de sleutelplagen in het project.

Er wordt gekeken naar de ontwikkeling in de tijd, en in relatie tot de afstand vanuit de dichtsbijzijnde één- of meerjarige akkerrand. Daarbij is afgesproken dat in 2006 ook tot op grotere afstand, tot midden in het gewas, geteld zal worden dan in 2005. Er zal, sneller dan in 2005, een uitwerking worden gemaakt van de tellingen, zodat de gebiedscoördinator op basis van de tellingen zonodig de ondernemer kan waarschuwen als de schadedrempel dreigt te worden overschreden.

De onderzoekers zullen onderling de verschillende tellingen zoveel mogelijk standaardiseren en proberen zo efficiënt mogelijk te plannen, om alle resultaten met de beschikbare middelen zo goed mogelijk in kaart te kunnen brengen.

Er wordt geen aparte monitoringszone langs bloemenranden meer afgesproken. Indien de schadedrempel in de tellingen wordt overschreden, krijgt de teler een advies voor (volvelds) ingrijpen, bij voorkeur met een middel dat natuurlijke vijanden spaart. In spruitkool wordt een traybehandeling van het plantmateriaal met Admire als standaard toegepast.

De bloei van de éénjarige en meerjarige randen, en hun aantrekkingskracht voor natuurlijke vijanden zal weer worden gemonitord. Door middel van potvallen wordt de op de bodem levende fauna in randen en in het gewas gevolgd.

Langs randen waar in de winter van 2005-2006 slakkenbehandelingen hebben

plaatsgevonden, zal het effect op de slakkendichtheden en op de opkomst van het gewas worden geëvalueerd. Mogelijk dat in de lente nog enkele stukken rand worden behandeld met aaltjes (Nemaslug) om te vergelijken met onbehandelde randen. Daarvoor zijn enkele slakkentellingen nodig. De potvalvangsten van loopkevers uit 2005 worden tot op de soort gedetermineerd, om te zien welke slakkenvretende loopkeversoorten in het gebied actief zijn en welke mogelijk ontbreken.

Voor het project als geheel is er behoefte aan een snellere, betere sturing en coördinatie, zeker nu er snel feedback moet zijn van monitoringsresultaten richting ondernemer die hierop wel of geen bespuiting gaat baseren. Daartoe zijn onderling afspraken gemaakt. Voor

Conceptversie voor stuurgroep FAB (vertrouwelijk)

een goede externe communicatie wordt een communicatieplan (zie ook volgende paragraaf) opgesteld, om de resultaten uit te kunnen dragen naar alle partijen die in het project

geïnteresseerd zijn.

Om de economische effecten van FAB en akkerranden scherper in beeld te krijgen, is er behoefte aan opbrengst/kwaliteitsbepalingen in FAB-stroken en controle-stroken en aan waarnemingen of inschattingen van gewasopbrengsten en arbeidsverbruiken op de plaatsen waar de FAB-randen gewoonlijk liggen (op kopakkers, langs slootkanten en spuitsporen). Hierover dienen afspraken te worden gemaakt in het vroege voorjaar van 2006.