• No results found

B1. Eén van de voorwaarden om deel te nemen is 5 jaar organisatieanciënniteit hebben in de thuiszorgdienst? Wanneer moet deze bereikt zijn?

De anciënniteit moet ten laatste op de uiterste inschrijfdatum van het jaar dat de werknemer zich inschrijft, bereikt zijn. Voor het schooljaar 2019-2020 is dit 17 maart 2019.

B2. De werknemer is geselecteerd voor de proeven bij de VDAB. Moet u de dag dat hij testen aflegt loon betalen?

De screeningsdag bij VDAB valt buiten de werktijd, dus hoeft u geen loon uit te betalen. Alle andere voorbereidingstijd i.f.v. het Project 3030, bijvoorbeeld het samen invullen van het motivatieverslag, valt binnen de effectieve werktijd van de betrokken werknemer.

Een overzicht van wat er buiten de werktijd van de werknemer valt o Testen bij VDAB

o Geneeskundig onderzoek

o Infosessie waaraan de uitgelote kandidaten per provincie in groep aan deelnemen o Kennismakingsgesprek met de opleidingsverantwoordelijke

B3. Blijft de werknemer in opleiding verbonden met u als werkgever door zijn arbeidsovereenkomst?

De arbeidsovereenkomst blijft gewoon verder bestaan. De uitvoering ervan wordt niet als geschorst beschouwd.

B4. Wat wijzigt aan de arbeidsovereenkomst tijdens de opleiding?

De overeenkomst wijzigt niet. De tegenprestatie van de werknemer bestaat er, in het kader van zijn arbeidsovereenkomst, in dat hij tijdens de voorziene opleidingsperiode de afgesproken opleiding en stages volgt.

B5. Komen dienstenchequewerknemers in aanmerking voor het project?

Alle statuten komen in aanmerking, dus ook dienstenchequewerknemers.

B6. Moet u de dagen waarop de werknemer opleiding volgt, beschouwen als gewerkte dagen?

De dagen waarop de werknemer les of stage heeft of moet deelnemen aan activiteiten die het opleidingscentrum organiseert, worden beschouwd als arbeidsdagen.

B7. Hoe regelt u de vakantie met een werknemer in opleiding? Wanneer moet een werknemer verlof tijdens de opleiding nemen?

Basisprincipes

 regel elke vakantieperiode altijd in overleg met de werknemer voor hij de opleiding start. U maakt samen duidelijke afspraken. Zorg ervoor dat zowel u als de werknemer goed op de hoogte bent van de sluitingsdagen van het opleidingscentrum. Werknemers kunnen immers op

verschillende momenten met de opleiding starten en ook de sluitingsperiodes van de diverse opleidingscentra variëren.

 De werknemer zal niet verplicht worden om onbetaald verlof te nemen. Daarom zal u alternatief werk aanbieden.

Vertrekpunt

De medewerker die geselecteerd is binnen project 3030, sluit aan bij een voltijdse opleiding tot polyvalent verzorgende en zorgkundige. De medewerker wordt voor de duurtijd van de opleiding

‘vrijgesteld’ om aan de opleiding deel te nemen – los van het eigen arbeidsritme. Het werkrooster wordt ook niet aangepast. De medewerker behoudt het bestaande arbeidsregime en het daaraan gekoppelde loon, deeltijds of voltijds, maar volgt tijdens de opleiding het bestaande lessenrooster.

Dit betekent in de praktijk het volgende. De opleiding biedt gemiddeld 35 lesuren per week. Naast deze lessen wordt van de deelnemers thuis ook nog studietijd en tijd voor uitvoering van opdrachten verwacht. Zowel een deeltijdse medewerker met een arbeidsritme van 20 uren als een voltijdse medewerker met een arbeidsritme van 38 uren, volgen dus 35 lesuren. Bij de deeltijdse medewerker zou je kunnen stellen dat er 15 uren (20-35) in de ‘eigen tijd’, dus onbetaald doorgaan. Een voltijdse medewerker zal nog 3 betaalde uren (38-35) kunnen benutten in functie van de studietijd. Maar in termen van het ‘vrijgesteld’ zijn, speelt deze telling dus geen rol. Bijkomend zal een medewerker met een voltijds arbeidsritme die bijvoorbeeld op woensdagnamiddag geen les heeft, maar wel een arbeidsrooster had waarin op woensdagnamiddag werd gewerkt, voor deze halve dagen geen verlof moeten nemen.

Verlof

De medewerker kan tijdens de duurtijd van de opleiding geen verlof opnemen naar keuze. De medewerker volgt de verlofdagen die het opleidingscentrum in het opleidingsprogramma voorziet.

Inactiviteitsdagen

Inactiviteitsdagen zijn sluitingsdagen van het opleidingscentrum waarop van de deelnemer geen enkele activiteit of beschikbaarheid wordt verwacht.

Bijvoorbeeld:

Een opleiding die start in februari en loopt tot december, wordt in de zomervakantie twee weken onderbroken. Gedurende deze twee weken gaat de medewerker of aan het werk, of de

medewerker neemt verlof op.

De opleiding sluit/heeft geen lesaanbod op een brugdag. Die dag wordt er door de medewerker verlof opgenomen.

Het theoretisch gedeelte is afgesloten en er zijn twee vrije dagen voor de start van de stage. Hier worden twee verlofdagen opgenomen.

Als de medewerker geen verlof meer heeft om de inactiviteitsdag op te vullen, kan de medewerker kiezen om te gaan werken of onbetaald verlof te nemen.

Wanneer neemt de medewerker geen verlof op?

Op dagen waarop er wel een activiteit of beschikbaarheid van hem wordt verwacht.

Bijvoorbeeld:

In de examenweek, komen de deelnemers enkel naar het examen. De overige (halve) dagen zijn studiedagen. Er wordt studietijd verondersteld, dus er wordt geen verlof genomen.

Op het eind van een stageperiode zijn er een aantal inhaaldagen voorzien, om onverwachte afwezigheden te kunnen opvangen. Deze dagen dient de medewerker beschikbaar te blijven voor inhaalstage, opvolggesprekken etc. Er wordt geen opname van verlof verwacht, ook al vindt er geen inhaalstage plaats. De medewerker kan opgeroepen worden voor een gesprek, of kan aan zijn stageopdrachten verder werken. Het opleidingstraject is lopende. Er is geen sprake van

‘inactiviteit’.

B8. Welke socialezekerheidsrechten geniet de werknemer in opleiding?

De werknemer blijft – net zoals andere werknemers in de organisatie – verder onderworpen aan de toepassing van de socialezekerheidswetgeving voor werknemers.

B9. Wat met een deeltijds tewerkgestelde werknemer in opleiding?

Hoewel een deeltijds tewerkgestelde werknemer een voltijdse opleiding volgt, ontvangt hij tijdens de opleiding verder loon gebaseerd op zijn arbeidstijd vermeld in de arbeidsovereenkomst.

Wanneer een werknemer in opleiding deeltijds loopbaanonderbreking geniet, wordt hij slechts vergoed voor het gepresteerde gedeelte. Als de werknemer de loopbaanonderbreking wilt

stopzetten, moet u als werkgever hiermee akkoord gaan en moeten de klassieke regels ter zake gevolgd worden.

B10. Welk loon ontvangt de werknemer in opleiding tijdens zijn opleiding?

De werknemer behoudt tijdens de opleidingsperiode al zijn rechten. Hij ontvangt zijn baremieke wedde alsook de vergoedingen waar hij recht op heeft volgens zijn arbeidsovereenkomst en de geldende sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten. Zo ontvangt de werknemer vb de

eindejaarspremie, haard- of standplaatsvergoeding. Deze loonkost mag u tot het loonplafond van max. een basismedewerker verhalen bij het socialemaribelfonds.

B11. Moet u de werknemer in opleiding zijn vervoerkosten betalen?

Ja, de werknemer heeft tijdens de opleiding recht op tussenkomst in de vervoerkosten van en naar zowel het opleidingscentrum als de stageplaats.

Vanuit de Stuurgroep 3030 zijn er geen afspraken rond het soort vervoersmiddel dat kan gebruikt worden.

Richtlijnen vanuit de Stuurgroep 3030

 De werknemer kiest het voordeligste vervoer.

 Bij het nemen van het openbaar vervoer (trein, bus) is het goedkoopste biljet

(maandabonnement, driemaandelijks abonnement….) de richtlijn. Weet dat abonnementen openbaar vervoer kunnen onderbroken worden en dat de werknemer soms een deel krijgt terugbetaald.

B12. Lopen de baremieke- en dienstanciënniteit verder tijdens de vorming?

Omdat de opleiding beschouwd wordt als gewerkte dagen, lopen zowel de baremieke als de dienstanciënniteit gedurende de opleidingsperiode verder.

B13. Wat gebeurt er als de werknemer in opleiding tijdens het opleidingsjaar ziek valt (of een ongeval heeft)?

Ingeval van ziekte en ongeval gelden dezelfde regels als voor de overige werknemers (attest van ziekte, werkgever verwittigen, gewaarborgd loon, ...). Ook moet de werknemer het

opleidingscentrum waarin hij ingeschreven is, verwittigen.

Let wel: bij langdurige ziekte kan de opleiding eventueel later hervat worden.

Voorwaarden: de werkgever meldt de stopzetting aan project3030@vspf.org. Eens de werknemer opnieuw de opleiding kan verderzetten, deelt de werkgever dit ook mee.

De Stuurgroep 3030 bekijkt dan wanneer en waar de werknemer de opleiding kan verderzetten.

Belangrijk hierbij is dat er tussen de startdatum van de onderbroken opleiding en deze van de volgende opleiding niet meer dan 36 maanden liggen. Ook moet de werkgever bij de VDAB aftoetsten of dit geen bezwaar is.

B14. Zwangere werkneemsters

Voor een zwangere werkneemster in opleiding geldt dezelfde reglementering als voor

zwangere werkneemsters in de (stage)organisatie (verwittiging werkgever, arbeidsgeneesheer,…).

Let wel: elke stopzetting van de opleiding gebeurt altijd in overleg tussen het opleidingscentrum en de VDAB.

De werkneemster kan de opleiding het volgend startmoment van het opleidingscentrum opnieuw aanvatten, mits de werkgever een motiverend schrijven richt naar

project3030@vspf.org.

B15. Wat met arbeidsongevallen tijdens de opleiding?

De bescherming bij arbeidsongevallen strekt zich uit tot de extra muros opleidingen en tot de weg van en naar deze opleiding, inclusief stageplaatsen. Valt de opleiding buiten de gewone werkuren, dan is het raadzaam uw verzekeraar hierop attent te maken.

B16. Mag de werknemer in opleiding tijdens de opleiding nog in de organisatie werken?

Tijdens het lopend opleidingsjaar mag de werknemer in opleiding niet meer in de organisatie tewerkgesteld worden. (Zie ook B7)

B17. Verplichte stage bij de werkgever?

Binnen het Project 3030 is de werknemer in opleiding verplicht om één stage als polyvalent verzorgende binnen de eigen thuiszorgdienst en één in een woon- en zorgcentrum te doen.

B18. Welke verplichtingen heeft u als werkgever na de opleiding?

Wanneer de werknemer zijn opleiding staakt of beëindigd heeft, heeft hij het recht om opnieuw tewerkgesteld te worden in uw organisatie en in de functie die hij uitoefende voor de aanvang van zijn opleiding.

B19. Wat met ontslag?

Het ‘Project 3030’ voorziet geen speciaal beschermingsstatuut ter zake.

B20. Kan de werknemer de opleiding overdoen?

In enkele uitzonderlijke gevallen kan de Stuurgroep van het ‘Project 3030’ zich uitspreken over een recht op herkansen, bijvoorbeeld na langdurige ziekte. De werknemer overlegt dit met zijn

leidinggevende.

Let wel: overleg hierover met het opleidingscentrum. Ook overleg met de VDAB is nodig (cfr. de onderrichtingen van de VDAB). Als alle betrokkenen het erover eens zijn dat de werknemer een tweede kans verdient, stuurt de leidinggevende een gemotiveerd schrijven naar

project3030@vspf.org.

B21. Wat met een werknemer in opleiding met mandaten in de overlegorganen?

Een werknemer in opleiding die een mandaat van werknemersafgevaardigde heeft in het CPBW, de ondernemingsraad of syndicale delegatie blijft tijdens de opleiding de bescherming genieten, maar zetelt tijdens de opleidingsperiode niet als effectief lid in de voorgemelde organen.

B22. Heeft u, als werkgever, het recht de terugbetaling van het loon te eisen bij stopzetting van de studies of bij tewerkstelling na einde van de opleiding bij een andere werkgever?

Neen, u heeft dit recht niet. Als dit toch het geval is, dan heeft het socialemaribelfonds het recht om de kosten van de vervanging terug te vorderen.

B23. Heeft u, als werkgever, het recht om de werknemer een overeenkomst te laten ondertekenen waarbij deze laatste zich verbindt enkele jaren na de opleiding bij u tewerkgesteld te blijven?

Neen, als het socialemaribelfonds een dergelijke overeenkomst in bezit krijgt, dan vordert het fonds de uitbetaalde bedragen ter financiering van de loonkosten van de vervangende werknemer terug.

B24. Wat gebeurt er als een werknemer er zelf voor kiest om met zijn opleiding vroegtijdig te stoppen?

Dit kan niet. In elke situatie is een overleg met u als werkgever, het opleidingscentrum en de VDAB nodig. Als alle partijen akkoord zijn, moet de betrokken werknemer de dag nadat hij met zijn

opleiding stopt weer komen werken. Eens afgehaakt kan deze werknemer later geen opleiding meer volgen in het kader van ‘Project 3030’, tenzij de verschillende betrokkenen akkoord gaan dat de reden van stopzetting te maken heeft met overmacht, bv dringende familiale of medische redenen.

Informeer de werknemer hierover.

GERELATEERDE DOCUMENTEN