• No results found

Werkloosheidsregeling onderwijspersoneel voortgezet onderwijs (Wovo) Toelichting

In document CAO VO 2018 / 2019 (pagina 163-166)

Bijlage 10. Sociale zekerheid Wovo a. Openbaar onderwijs

A. Werkloosheidsregeling onderwijspersoneel voortgezet onderwijs (Wovo) Toelichting

In de Wovo wordt voor de sector voortgezet onderwijs geregeld: De bovenwettelijke werkloosheidsregelingen, te onderscheiden in:

– een aanvullende uitkering op de WW-uitkering;

– een aansluitende uitkering op de WW-uitkering;

– een overlijdensuitkering;

– samenloop met suppletie;

– re-integratiebevorderende regelingen, waaronder loonsuppletie;

– vergoeding verhuiskosten.

Zoals vastgelegd in het cao-akkoord 2016-2017, is de Wovo per 1 juli 2016 aangepast aan de gevolgen van de Wet werk en zekerheid:

– De verkorting van de duur van de WW-uitkering van maximaal 38 naar 24 maanden en de langzamere opbouw van de WW-duur worden gecompenseerd met een reparatie-uitkering.

– De Wovo is gesplitst in regelingen voor het openbaar en het bijzonder onderwijs.

Met name de aansluitende uitkering, na afloop van de WW, is in de regeling voor het bijzonder onderwijs soberder dan bij het openbaar onderwijs. De reden daarvan is dat de werknemers in het bijzonder onderwijs naast de Wovo-uitkering vaak ook recht hebben op een transitievergoeding.

– De regeling is technisch aangepast aan de nieuwe systematiek van de WW, die rekening houdt met inkomen in plaats van arbeidsuren.

1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. aansluitende uitkering: de aansluitende uitkering als bedoeld in artikel B.6 van deze regeling;

b. aanvulling op de Wazo-uitkering: de aanvulling op de Wazo-uitkering als bedoeld in artikel B.3 van deze regeling;

c. aanvulling op de WW-uitkering: de aanvulling op de WW-uitkering als bedoeld in artikel B.2 van deze regeling;

d. aanvulling op de ZW-uitkering: de aanvulling op de ZW-uitkering als bedoeld in artikel B.3 van deze regeling;

e. bovenwettelijk dagloon en maandloon11: het dagloon en maandloon dat geldt voor de WW, waarbij echter:

i de maximumdagloongrens, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen buiten beschouwing wordt gelaten;

ii een loonsuppletie, verstrekt op grond van artikel D1 of artikel 38 BWOO, tot het loon wordt gerekend;

iii een loonsuppletie, verstrekt op grond van artikel 15 BBWO en gebaseerd op een uitkeringsrecht op grond van het BBWO verkregen voor 1 mei 2008, tot het loon wordt gerekend;

iv de loonsuppleties, genoemd onder ii en iii, niet tot het loon worden gerekend voor zover het WW-dagloon is verhoogd onder toepassing van een dagloongarantiebepaling;

f. bovenwettelijke uitkering: de aanvulling op de WW-uitkering, de aanvulling op de ZW-uitkering, de aanvulling op de Wazo-uitkering, de reparatie-uitkering, de aansluitende uitkering en de extra aansluitende uitkering;

g. BBWO; het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel primair en voortgezet onderwijs;

h. BWOO: het Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel;

i. dienstbetrekking: een dienstbetrekking als bedoeld in de WW;

j. eerste werkloosheidsdag: de eerste werkloosheidsdag bedoeld in artikel 16a WW;

k. extra aansluitende uitkering: de extra aansluitende uitkering bedoeld in artikel B.6a van de Wovo voor het bijzonder onderwijs;

l. diensttijd: de tijd doorgebracht in een dienstbetrekking in dienst van de werkgever of de tijd doorgebracht in een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 1 onder i van het BBWO, dan wel bij een universiteit, een hogeschool of een onderzoeksinstelling zoals bedoeld in artikel 1 van het Besluit

decentralisatie arbeidsvoorwaardenvorming universiteiten, hogescholen en

11 Bij de werknemer die vanwege verlof minder loon heeft ontvangen dan normaal, gaat het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen uit van het ongekorte loon. Dit hoeft daarom hier niet apart te worden vermeld.

onderzoekinstellingen of een instelling of kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven als bedoeld in artikel 5a.1 van het Uitvoeringsbesluit WEB, waaronder begrepen een dienstbetrekking als overheidswerknemer als bedoeld in de Wet privatisering ABP bij een rechtsvoorganger van een werkgever als bedoeld onder b, met uitzondering van de tijd voorafgaand aan een

aaneengesloten periode van meer dan veertien maanden waarin de werknemer niet een zodanige dienstbetrekking had. Voor de periode van veertien

maanden, bedoeld in de vorige volzin, blijft een periode waarin de werknemer onmiddellijk voorafgaand aan zijn werkloosheid recht had op een uitkering op grond van de ZW, de WIA, de WAO of de Wazo, of een uitkering die daarmee naar aard en strekking overeenkomt, buiten beschouwing;

m. inkomen, inkomen in een kalendermaand en inkomen in verband met arbeid:

wat daaronder wordt verstaan voor de WW;

n. minimumloon: het minimumloon, bedoeld in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag;

o. partijen: de volgende organisaties:

i VO-raad

als werkgeversorganisatie enerzijds, en ii Algemene Onderwijsbond (AOb),

iii CNV Onderwijs, onderdeel van CNV Connectief, iv FNV Overheid,

v Federatie van Onderwijsvakorganisaties (FvOv), als werknemersorganisaties anderzijds;

p. reparatie-uitkering: de uitkering bedoeld in artikel B.5;

q. de uitvoerder: uitvoeringsorganisatie die aangewezen is voor de uitvoering van deze regeling;

r. WAO: Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

s. Wazo: Wet arbeid en zorg;

t. werkgever: de rechtspersoon die, of het bestuursorgaan dat de werkgever vormt over één of meer instellingen; dan wel het in de statuten aangeven orgaan als bedoeld in de cao vo;

u. werknemer:

i voor de Wovo voor het bijzonder onderwijs: het personeelslid dat een arbeidsovereenkomst heeft of heeft gehad met de werkgever;

ii voor de Wovo voor het openbaar onderwijs: de ambtenaar waarop krachtens besluit van de werkgever de cao vo als rechtspositieregeling van toepassing is of was verklaard;

v. WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;

w. WW: Werkloosheidswet;

x. Zavo: Ziekte- en arbeidsongeschiktheidsregeling voortgezet onderwijs;

y. ZW: Ziektewet

2. Beperking aanspraken op grond van deze regeling

Behalve in het geval bedoeld in artikel D.4 geeft deze regeling alleen aanspraken in samenhang met een nieuw recht op WW-uitkering dat is ontstaan uit een

dienstbetrekking als werknemer.

3. Indexering

Het bovenwettelijke dagloon en maandloon en de bedragen genoemd in artikel B.7, onderdeel e, van de Wovo voor het openbaar onderwijs, worden geïndexeerd op basis van de algemene salarismaatregelen in de cao vo.

In document CAO VO 2018 / 2019 (pagina 163-166)