• No results found

Werkingsmiddelen voor het basisonderwijs

In document Vlaanderen is onderwijs & vorming (pagina 33-37)

HOOFDSTUK 3 Een breed spectrum aan klanten en diensten 24

1.1 Werkingsmiddelen

1.1.1 Werkingsmiddelen voor het basisonderwijs

Werkingsmiddelen gewoon basisonderwijs

2017-2018 2018-2019 2019-2020 Evolutie t.o.v.

vorig schooljaar

Aantal

scholen Aantal

scholen Aantal

scholen

GO!* 79.362.000 396 82.168.000 401 96.990.000 408 18,04%

VGO 283.773.925 1.493 288.475.736 1.499 336.231.428 1.507 16,55%

OGO 111.574.916 539 113.713.899 545 131.144.122 547 15,33%

Totaal 474.710.841 2.428 484.357.635 2.445 564.365.550 2.462 16,52%

Werkingsmiddelen buitengewoon basisonderwijs

2017-2018 2018-2019 2019-2020 Evolutie t.o.v.

vorig schooljaar

Aantal

scholen Aantal

scholen Aantal

scholen

GO!* 8.705.000 36 8.850.000 36 9.447.000 36 6,75%

VGO 20.824.068 128 21.006.160 128 22.236.727 128 5,86%

OGO 5.577.262 36 5.687.788 35 5.905.011 35 3,82%

Totaal 35.106.330 200 35.543.948 199 37.588.738 199 5,75%

* Inclusief type 5-scholen en Franstalige scholen

** Het betreft de dotaties die de Raad van het Gemeenschapsonderwijs verdeelt over de verschillende scholengroepen (exclusief inhoudingen)

De signifi cante stijging van de werkingsmiddelen in 2019-2020 voor zowel het gewoon als buitengewoon basisonderwijs is voornamelijk het gevolg van de gelijkschakeling van de fi nanciering van het kleuteronderwijs met het lager onderwijs. Daardoor werd 69.545.000 euro extra geïnvesteerd in het gewoon lager onderwijs en 983.000 euro extra in het buitengewoon lager onderwijs.

Bovendien is er een stijging van de werkingsmiddelen door wijzigingen in de gezondheidsindex, de leerlingenaantallen en het salarisaandeel van het meesters-, vak- en dienstpersoneel. Het bedrag uit de begroting van het jaar tevoren wordt eerst vermeerderd met de volledige loonkosten van de leden van het vastbenoemde meesters-, vak- en dienstpersoneel van het GO! van het vorige begrotingsjaar. Daarna wordt het totale budget aangepast aan de gezondheidsindex en de leerlingenevolutie. De middelen van meesters-, vak- en dienstpersoneel worden uit het loonmodel gehaald en toegevoegd aan het budget van de werkingsmiddelen.

Tabel 3.5: samenstelling van de werkingsmiddelen in het basisonderwijs Werkingsmiddelen gewoon basisonderwijs 2019-2020: samenstelling

Basisbedrag

GO! 73.794.000 18.410.000 2.171.000 2.615.000 96.990.000

VGO 289.916.407 46.315.021 - - 336.231.428

OGO 107.033.201 20.931.099 3.179.822 - 131.144.122

Totaal 470.743.608 85.656.120 5.350.822 2.615.000 564.365.550

Werkingsmiddelen buitengewoon basisonderwijs 2019-2020: samenstelling

Basisbedrag

GO! 8.869.000 n.v.t 314.000 264.000 9.447.000

VGO 22.236.727 n.v.t - - 22.236.727

OGO 5.693.262 n.v.t 211.749 - 5.905.011

Totaal 36.798.989 n.v.t 525.749 264.000 37.588.738

* LBV = Levensbeschouwelijke vakken

Het grootste aandeel van het werkingsbudget (basisbedrag) wordt verdeeld op basis van de zogenaamde schoolkenmerken, namelijk soort onderwijs (gewoon of buitengewoon) en type (voor het buitengewoon basisonderwijs). Aan elk van die kenmerken is een wegingscoëffi ciënt en een puntenwaarde toegekend.

3

In het gewoon basisonderwijs kennen we ook werkingsmiddelen toe aan de scholen op basis van leerlingenkenmerken.

Bij de verdeling van de werkingsmiddelen in het gewoon en buitengewoon basisonderwijs is er een voorafname op basis van ‘objectieve verschillen’. Het Gemeenschapsonderwijs heeft de grondwettelijke plicht om neutraal onderwijs aan te bieden en krijgt daarvoor een fi nanciële compensatie. Scholen van het Gemeenschapsonderwijs en het gesubsidieerd offi cieel onderwijs zijn verplicht om meerdere levensbeschouwelijke vakken aan te bieden en krijgen daarvoor ook bijkomende werkingsmiddelen.

Bijkomende toelagen voor het basisonderwijs

Naast de werkingsmiddelen keert AGODI ook bijkomende toelagen uit: de ICT-toelage, de nascholingstoelage, de toelage voor het ondersteuningsmodel, de gewone en de bijzondere internaattoelage, de toelage voor anderstalige nieuwkomers (AN), de toelage voor K-diensten, de gemeenschapsbijdrage voor kinderen zonder vaste verblijfplaats en de verschillende toelagen voor de coronamaatregelen.

Tabel 3.6: bijkomende toelagen in het basisonderwijs

Bijkomende toelagen in het basisonderwijs

2017-2018 2018-2019 2019-2020

Evolutie t.o.v. vorig schooljaar

Instellingen

Toelage ondersteuningsmodel 157 5.901.162 155 6.767.354 157 7.035.893 3,97%

Nascholing 2.617 4.007.000 2.624 4.007.000 2.661 4.007.000 0%

Anderstalige nieuwkomers 585 431.325 650 437.600 632 486.563 10,71%

ICT-middelen 2.619 651.607 2.627 654.814 2.645 617.128 -5,76%

Onderwijs aan huis* 86 43.932 91 70.087 132 98.088 39,95%

Gemeenschapsbijdrage 11 130.733 10 127.168 14 128.631 -0,46%

DMOB - K-diensten 12 1.469.000 16 1.586.000 9 1.072.000 -32,41%

Inspectie LBV 7 146.415 7 146.415 7 137.412 -6,15%

Extra toelage corona:

ICT-coördinatie - - - - 2.645 2.813.680

-Extra toelage corona:

-Scholen van het buitengewoon onderwijs die actief zijn in het ondersteuningsmodel ontvangen daarvoor een toelage. Met het nieuwe omkaderingsmechanisme voor ondersteuning van leerlingen type 2, 4, 6 en 7 in het gewoon onderwijs, dat vanaf 1 september 2019 in werking is getreden, werd eveneens het mechanisme voor toekenning van werkingsmiddelen voor types 2, 4, 6 en 7 met een verslag of een inschrijvingsverslag type 2 gewijzigd. Voor de andere types bleef de berekeningswijze gelijk. Door een stijging van het aantal omkaderingseenheden en de indexering van het bedrag per omkaderingseenheid stijgt de totale toelage met bijna 4%.

Elke school stelt jaarlijks een nascholingsplan op. Dat nascholingsplan bevat op samenhangende wijze alle vormingsinspanningen die erop gericht zijn de kennis, vaardigheden en attitudes van de personeelsleden van de school te ontwikkelen, te verbreden of te verdiepen. Daarnaast bevat het plan ook begeleidingsinitiatieven die gericht zijn op organisatieontwikkeling. AGODI stelt jaarlijks nascholingsmiddelen ter beschikking om het nascholingsplan uit te voeren. Per organiek ambt ontvangt elke school 64,88 euro.

Per anderstalige nieuwkomer krijgt een school 12,50 euro per volledige kalendermaand in de periode waarin de school onthaalonderwijs inricht voor de betrokken anderstalige nieuwkomer. Na een beperkte toename van het budget in het schooljaar 2018-2019 zien we in het schooljaar 2019-2020 opnieuw een stijging van het budget van meer dan 10%.

Scholen ontvangen middelen voor de logistieke en materiële ondersteuning van de ICT-coördinator. Alleen de scholen die geregistreerd zijn in een samenwerkingsplatform hebben recht op die middelen. In 2019-2020 kregen daarom zestien van de 2.661 scholen gewoon en buitengewoon basisonderwijs geen werkingsmiddelen voor ICT-coördinatie.

De daling van het budget is te verklaren door de generieke besparing van 6% op de subsidiemiddelen in de Vlaamse begroting.

Scholen die tijdelijk of permanent onderwijs aan huis organiseren, krijgen de gemaakte reiskosten van het personeel terugbetaald van AGODI. In het kalenderjaar 2019 stijgt het aantal scholen die de reiskosten terugvorderen met niet minder dan 45%. Onderwijs aan huis is een maatregel die aan bekendheid blijft winnen. Het aantal leerlingen dat van dat systeem gebruik maakt, steeg in het schooljaar 2018-2019 met ongeveer 15% en in schooljaar 2019-2020 nog eens met meer dan 5%. Daarbij moeten we opmerken dat de afgelegde afstanden in het buitengewoon onderwijs (waar zich de sterkste stijging voordoet) doorgaans groter zijn dan in het gewoon onderwijs. Dat zorgde in het schooljaar 2019-2020 voor een toename in budget van 39,95%.

De gemeenschapsbijdrage wordt toegekend aan de schoolbesturen van de erkende tehuizen en internaten waar leerplichtige kinderen van wie de ouders geen vaste verblijfplaats hebben, kunnen verblijven. De schoolbesturen brengen die gemeenschapsbijdrage in mindering van het kostgeld van de in aanmerking komende leerlingen. In 2020 blijft het budget voor die toelage bijna ongewijzigd.

AGODI kent ook subsidie-enveloppes toe aan diensten met onderwijsbehoeften (DMOB). Het betreft een toelage voor de jaarlijkse personeels- en werkingskosten verbonden aan het verstrekken van onderwijs aan kinderen die opgenomen zijn op een dienst neuropsychiatrie (K-dienst). Een aantal K-diensten maakten in het schooljaar 2019-2020 de overstap naar buitengewoon onderwijs type 5 en kwamen daardoor niet langer in aanmerking voor de DMOB-subsidie. Als een gevolg daarvan daalt het totale budget voor de K-diensten met 32,41%.

3

Jaarlijks worden werkingsmiddelen toegekend aan de inspectie voor levensbeschouwelijke vakken. Die worden berekend op basis van een forfaitair bedrag per ambt. Het budget daalt met ongeveer 6% door de generieke besparing op de subsidiemiddelen in de Vlaamse begroting.

In het kader van de maatregelen als gevolg van het coronavirus keerde AGODI in het schooljaar 2019-2020 ook volgende extra toelagen uit aan de scholen:

• bijkomende middelen voor ICT-coördinatie

• ICT-middelen voor digitaal afstandsonderwijs

• toelage voor hygiëne- en veiligheidsmaatregelen

• toelage ter compensatie voor gederfde inkomsten en geannuleerde schooluitstappen

1.1.2 Werkingsmiddelen voor het secundair onderwijs

In document Vlaanderen is onderwijs & vorming (pagina 33-37)