• No results found

#blijfinmijnliefde is het thema voor de Week van Gebed voor de eenheid van de christenen in 2021. De jaarlijkse gebedsweek vindt plaats van 17 tot en met 24 januari.

Het thema #blijfinmijnliefde is een oproep van Jezus Christus zelf uit het Evangelie volgens Johannes. Zusters uit de oecumenische kloostergemeenschap in Grandchamp, Zwitserland, wijzen op de verbondenheid met Christus als bron van de vrucht van eenheid. Deze gemeenschap, die het materiaal van de gebedsweek dit keer voorbereidde, is al sinds haar ontstaan toegewijd aan eenheid en gebed.

“In een tijd van sociale afstand is de oproep van Jezus Christus, om in zijn liefde verbonden te blijven, verfrissend en bemoedigend. Door met hem verbonden te zijn en blijven, groeien we ook in eenheid met anderen,” vertelt Jan Willem Janse, projectleider bij MissieNederland.

Over de Week van Gebed

De Raad van Kerken en MissieNederland kennen een lange gebedstraditie die teruggaat op initiatieven van ruim 150 jaar geleden. Wereldwijd bidden miljoenen christenen mee. Door samen te bidden blijken zij onderlinge verwantschap te ervaren. Tegelijk tonen ze hun verantwoordelijkheid voor anderen door de problemen van de samenleving in de voorbeden een plek te geven. Naar schatting doen in Nederland 200.000 mensen mee met het initiatief.

Zo ook in Dalfsen.

De openingsviering vindt plaats op 16 januari in Hoonhorst.

De overige vieringen zijn:

Datum Locatie Voorbereidende kerk tijd

Maandag 18 januari Kruispunt NGK 19.00 uur

Dinsdag 19 januari Grote Kerk Vechtstroomgemeente 19.00 uur

Woensdag 20 januari RK Dalfsen RK Kerk 19.00 uur

Donderdag 21 januari Grote Kerk PKN 19.00 uur

Vrijdag 22 januari Kruispunt GKV 19.00 uur

MIDWINTERHOORNBLAZEN

Op 18 december 1949 was er in Twente voor het eerst sprak van georganiseerd blazen op de midwinterhoorn. De midwinterhoorn is een grote, licht gebogen, houten hoorn met een lengte tussen de 120 en 150 centimeter. De hoorn wordt vanaf de eerste zondag van de Advent geblazen om de komst van het kerstkind aan te kondigen. Met Driekoningen, op 6 januari, wordt er afgeblazen en worden de hoorns weer opgeborgen. Voor de melodie

bestaat een soort standaard, die in Twente ’n oal’n roop genoemd wordt. De midwinterhoorn wordt altijd solo geblazen en het geluid is wel vijf tot acht kilometer ver te horen.

Ook enkele parochianen blazen de midwinterhoorn. Zij zullen ongetwijfeld deze dagen van zich laten horen.

27 Kent u ook iemand die veel voor onze parochie doet of heeft gedaan en ook een schouderklopje verdient?

Stuur een e-mail naar webredactie@rkkerkdalfsen.nl of app of bel naar 06-13190386

Ria Sanders is jaren geleden naar Dalfsen gekomen als huishoudster van pastoor van Eijden.

In die tijd heeft zij heel wat koffie gezet voor het bezoek van de pastoor maar ook na de vieringen voor lectoren en na de kerkschoonmaak.

Na het overlijden van pastoor René van Eijden is Ria al weer jaren gastvrouw in het parochiecentrum, zet ze vele kopjes koffie en is ze wijkcontactpersoon voor onze kerk. Zij heeft de wijk destijds

overgenomen van Tonny Hilgenkamp samen met Mieke Beltman toen Gerard de man van Tonny ziek was.

Ook heeft ze jarenlang de Hernieuwing bezorgd maar helaas gaat dat niet meer.

Het lopen wordt wat minder en daarom heeft ze het overgedragen aan…..

Tonny Hilgenkamp.

Dat is toch heel bijzonder. Super Tonny!

Ria Sanders is inmiddels 77 jaar en doet alles nog zelf in huis.

Ze blijft zich inzetten voor de kerk alleen op een andere manier. Ze blijft bijvoorbeeld nog steeds de koffie verzorgen op de avond dat de wijkcontactpersonen komen voor de kerkbalans.

Dat is fijn Ria, het is goed om betrokken te blijven bij de kerk die al zolang van jouw diensten gebruik maakt. Hartelijk bedankt voor je trouwe inzet en het gaat je goed!

28

DE TWAALF BLOEMEN (een verhaal om voor/zelf te lezen)

“Waar ga je heen, oude man?” vroeg het kleine vogeltje dat zich op de wind liet drijven.

“Zie je dan niet dat hier nergens meer mensen zijn? Zie je niet dat de wereld hier

ophoudt?” “Daarom juist,” glimlachte de oude man tegen het vogeltje, dat een plekje op zijn schouder had gekozen. “Maar wat moet je aan het einde van de wereld? Er is daar niemand aan wie je dat mooie boeketje bloemen kunt geven.” “Bekijk ze eens goed,” zei de oude man. “Het vogeltje keek ernaar er zei: “Het zijn er elf.” “Precies en straks zal ik, voor we bij het einde van de wereld zijn, nog één bloem plukken.” Het vogeltje begreep het niet. “Luister maar,” zei de oude man. En daarop begon hij, al lopend naar het einde van de wereld, zijn verhaal. “In de nacht van nieuwjaar, wanneer het oude jaar ophoudt en alle klokken gaan luiden, blaast de wind twaalf pluisjes de wereld in. Pluisjes, zó klein, dat je ze met gewone ogen haast niet kunt zien. Ze liggen op de hand van het nieuwe jaar. Op het ogenblik dat de wind ze één voor één opneemt en wegblaast, fluistert het nieuwe jaar ze een wens toe: twaalf keer doet hij dat. En als dat gebeurd is en hij met lege handen zijn tocht begint, zweven die pluisjes over de wereld weg, zoeken dan een plaatsje om te rusten en lijken dan wel voorgoed vergeten. Al heel snel gebeurt er iets met het eerste pluisje, dat werd weggeblazen. In die eerste nacht groeit er een ragfijn stengeltje uit dat pluisje omhoog. Het zwiept in de wind en het vangt alles, wat er in de wereld trilt, op. De tweede nacht groeit het nog hoger, het krijgt blaadjes en nog meer zijstengeltjes, die alles wat leeft en gebeurt opvangen. Na een paar weken is het een grote stevige plant

geworden, die in zijn stengels en nerven duizend geheimen bewaart. En na ongeveer dertig dagen ontvouwt zich aan de top van de plant een bloem. Eén nacht maar bloeit die bloem en als die nacht voorbij is, komt er iemand en plukt hem af.” “Wie doet dat?” roept het kleine vogeltje. “Wacht maar af”, zegt de oude man, “dat zie je straks wel. Als die bloem geplukt is, verdort de plant. Zijn blaadjes en stengels trillen dan niet meer, voelen niets meer en bewaren geen geheimen meer. Maar dat geeft niet, want ondertussen is op een heel andere plek het tweede pluisje gaan uitlopen. Eerst weer een stengeltje, dan een zijtak, vervolgens blaadjes en tenslotte een bloem.” “En wordt die ook weer afgeplukt?”

vraagt het vogeltje. De oude man knikt. “Ja, want de man, die ze plukt, weet precies waar de pluisjes neer zijn gekomen. De wind brengt hem erheen, hij voert de man van bloem tot bloem. Elf keer plukt hij ze af, soms in een winternacht, soms in een voorjaarsnacht, een zomernacht of een nacht waarin het stormt. Wat er ook gebeurt, hij komt en plukt. En met die bloemen in zijn hand trekt hij weer verder, op zoek naar de volgende bloem. Als hij er elf heeft en de bloemen in zijn oude hand zijn verdroogd, is hij een oude man geworden.

Hij is blij dat hij op zoek kan gaan naar de laatste. De wind zal hem er brengen.” “Ik wil hem graag zien als hij zijn laatste bloem plukt,” zegt het vogeltje. Kan dat?” “Je hoeft

alleen maar op mijn schouder te blijven zitten,” zegt de oude man, “ik ben die man!” Verder zeggen ze niet veel tegen elkaar. Om hen heen wordt het helemaal donker. De wind jaagt door de takken en de weg wordt steeds smaller. Het vogeltje schrikt opeens. De grijsaard is neergevallen op een boomstronk, veegt met zijn hand over zijn ogen en hijgt zwaar.

“Wat is er, zijn we er al? Heb je de laatste bloem gevonden?” De oude man schudt het hoofd. “Ik kan niet meer,” zucht hij, “ik ben zo moe.” “Rust dan wat.” Zegt het vogeltje bezorgd. “Nee, zegt de oude man, “dat kan niet. Ik moet de twaalfde bloem vinden. Die bloemen zijn de twaalf maanden van het jaar. Als ik de laatste niet heb, kan het nieuwe jaar zijn intocht niet beginnen. Nee, we moeten doorgaan!” Hij probeert overeind te komen, maar valt weer terug. Het vogeltje fladdert angstig rond om te zien of er hulp komt. En dan

29 Van die dingen…

Sommige dingen geloof je pas als je ze ziet

Andere dingen zie je pas als je ze gelooft

Bette Westera

GERARDUSKALENDER 2021

De Gerarduskalender is nog steeds verkrijgbaar ook in deze lastige coronatijd.

Als het voor u niet teveel moeite is, kunt u hem het beste bij ons aan huis ophalen.

Mocht dat niet lukken, laat het ons dan weten, dan wordt hij bezorgd.

Met vriendelijke Gerardusgroet,

Rikie en Gerard Hollak, Rosengaerdeweg 8 Tel. 0529-433 331

opeens! “Oude man! Oud jaar!” tsjilpt het vogeltje boven het geluid van de wind uit,

“kijk eens achter je! Kijk eens wat daar aan de kant van de weg groeit!” De oude man draait zich om. Zijn gezicht begint te stralen, want daar, tussen de kale takken, staat een plant hoog opgeschoten, groen als dennengroen met een gouden bloem, die glanst als kaarslicht, in de top. De man vergeet al zijn moeheid, loopt naar de bloem en plukt hem af. Op het moment dat hij hem bij zijn boeketje van elf voegt, begint in de verte een klok te luiden. Roerloos luisteren hij

en het vogeltje ernaar. Dan piept achter de takken een hek en een stem vraagt: “Ben jij daar, oud jaar?” “Ja, hier ben ik”, zegt de oude man. Met het boeketje van twaalf bloemen, die alle geheimen, alle gebeurtenissen, alle vrolijkheid en alle verdriet van de mensen in twaalf lange maanden

vasthoudt, strompelt hij naar het hek. Het laatste wat het vogeltje van hem ziet, is hoe de man zich bukt in een tuin vol gedroogde bloemen, waar alle maanden van oude jaren een plaats gevonden hebben. En hij had het gevoel dat er heel zachte pluisjes, die je met je ogen niet kunt zien, voorbij zweefden. En wie de taal van vogels verstaat, heeft zijn wens kunnen horen: “Goeie reis en een gelukkig nieuwjaar!”

Uit: De Feesten van het Jaar

De kerstengel wil van het topje naar de stam van de boom. Hij is de weg een beetje kwijt.

Kun jij hem helpen?

30

KERSTSTAL

Moge je deze kerst en het volgend jaar een beetje gelijken op de figuren uit de kerststal.

Een beetje op Maria, ingaand op Gods aanbod om lief te hebben, steeds dienstbaar aan anderen...

Een beetje op Jozef, dat je iets mag hebben van de bescheidenheid

en de trouw waarmee hij zijn verantwoordelijkheid heeft gedragen...

Een beetje op de engelen, boodschappers van goed nieuws, van vrede, vreugde en geluk...

Een beetje op de herders, die hun schapen leiden en beschermen...

Een beetje op de ezel, één en al oor, luisterbereid en veel verdragend: Moge je ook iets hebben van zijn koppige trouw om door te zetten op de goede weg....

Een beetje op de os, het dier dat trekt, want trekkers zijn er nodig, voortrekkers en spoortrekkers...

En veel, heel veel op het Kind, dat ook in jou iets mag doorstralen van het echte leven en dat jouw liefde onweerstaanbaar wordt, iedereen verwarmend.

De loc atieraad en de redactie van