• No results found

Website/nieuwsbrief

In document J A A R V E R S L A G 2 0 1 8 (pagina 7-0)

2. Stichting Onderwijsgeschillen

2.3 Website/nieuwsbrief

2.2 Het Expertisecentrum en medezeggenschap

7

Onderwijsgeschillen heeft een Expertisecentrum dat gericht is op de verbetering van de kwaliteit van de geschilbeslechting in het onderwijs.

Het werk van het Expertisecentrum heeft effect op de inhoud en organisatie van geschilbeslechting en de werkwijze van de commissie.

Onderzoek, publicaties, maatschappelijk debat en advisering

De activiteiten van het Expertisecentrum bestrijken het gebied van wet- en regelgeving, maar ook de praktijk van de commissies van Onderwijsgeschillen:

 wat gaat goed?

 wat kan beter?

 wat moet nader onderzocht worden?

 wat komt daar als verbeteroptie uit?

 wie moet dat doen en hoe dan?

Deze vragen leiden tot onderzoek, publicaties, advisering en het organiseren van het

maatschappelijk debat rond de geschilbeslechting via symposia, studiedagen en congressen.

2.3 Website/nieuwsbrief

Onderwijsgeschillen heeft een website: www.onderwijsgeschillen.nl

Op deze website vindt u informatie over de verschillende commissies die zijn ondergebracht bij Onderwijsgeschillen. Per Commissie is er een korte uitleg gegeven en onder verschillende tabbladen vindt u onder meer het reglement, de relevante wet en regelgeving en de

uitspraken/adviezen van iedere Commissie.

Eveneens treft u op de website actualiteiten onderwijsrecht, publicaties en artikelen aan op diverse terreinen.

Er verschijnt maandelijks een nieuwsbrief van Onderwijsgeschillen, die een overzicht bevat van de uitspraken en adviezen die door Onderwijsgeschillen zijn gepubliceerd in de

voorgaande maand. Indien u deze nieuwsbrief wenst te ontvangen, kunt u zich via onze website inschrijven.

3. Beroepen hoger onderwijs

8

3.1 Aangesloten instellingen

Alle hbo-instellingen zijn, op grond van de cao hbo, automatisch aangesloten bij deze landelijke Commissie.

3.2 Onderwerpen van de beroepen

Werknemers in het hoger beroepsonderwijs, die het niet eens zijn met bepaalde besluiten van hun werkgever, kunnen daartegen in beroep gaan bij de Commissie van beroep hbo. De Commissie is bevoegd om te oordelen over besluiten die in de cao hbo zijn genoemd als besluiten waartegen de werknemer bij de Commissie beroep kan instellen.

De Commissie is voor wat betreft het hoger beroepsonderwijs bevoegd te oordelen over een door de werkgever genomen besluit over (artikel S-2 lid 2 cao hbo):

schorsing als ordemaatregel (artikel P-1);

een disciplinaire maatregel, bestaande uit:

schriftelijke berisping (artikel p-4 lid 2 onder a cao hbo)

overplaatsing (artikel P-4 lid 2 onder b cao hbo);

schorsing (artikel P-4 lid 2 onder c cao hbo).

3.3 Behandelde beroepen hbo

Totaal aantal beroepen in behandeling: 11

beroepen resterend uit 2017 2

in 2018 aanhangig gemaakt 9

ingetrokken 3

aantal uitspraken 6

behandeling nog niet afgerond op 31.12.18 2

6 3

2 uitspraken

ingetrokken

niet afgerond 31/12

Vergelijking verslagjaar met voorgaande jaren: 9

totaal in behandeling ingetrokken uitspraken niet afgerond op 31.12

2018 11 3 6 2

Beroepen middelbaar beroepsonderwijs

10

4.1 Aangesloten instellingen

In het verslagjaar zijn er 51 mbo instellingen aangesloten bij de Commissie.

4.2 Onderwerpen van de beroepen

De Commissie van beroep mbo is bevoegd te oordelen over een door de werkgever genomen besluit over (art. 12.2 lid 2 cao mbo):

 een disciplinaire maatregel, met uitzondering van ontslag;

 schorsing als ordemaatregel;

 het direct of indirect onthouden van bevordering;

 het niet toekennen van het verzoek van de werknemer tot vermindering van de omvang van de betrekking op grond van de Wet flexibel werken.

4.2 Behandelde beroepen mbo

Totaal aantal beroepen in behandeling: 18

beroepen resterend uit 2017 2

dit kalenderjaar aanhangig gemaakt 16

ingetrokken 10

aantal uitspraken 4

behandeling nog niet afgerond op 31.12.18 4

4

10 4

uitspraken

ingetrokken

niet afgerond 31/12

Vergelijking verslagjaar met voorgaande jaren: 11

Totaal in

behandeling uitspraken ingetrokken niet afgerond 31/12

4. Samenvattingen van de uitspraken van de Commissie hbo en mbo

12

107999 – uitspraak 13 februari 2018

Beroep tegen berisping is gegrond, omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is.

Sector: Hoger beroepsonderwijs Situatie

De werkgever heeft een medewerker een schriftelijke berisping opgelegd, omdat deze heeft geweigerd om kort met zijn leidinggevende te overleggen.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

De werknemer heeft geen gehoor gegeven aan een herhaald verzoek van zijn leidinggevende om kort te overleggen. Daarmee heeft hij niet gedaan wat een werknemer in gelijke

omstandigheden had moeten doen, wat plichtsverzuim oplevert. De berisping is daar alleen geen passende reactie op. De werknemer heeft niet eerder overleg geweigerd. Ook is niet te verwachten dat hij in de toekomst overleg zal blijven weigeren. Verder blijkt niet dat de werknemer slecht functioneert.

108070 – uitspraak 9 april 2018

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat het schorsingsbesluit te laat schriftelijk is bevestigd.

Sector: Middelbaar beroepsonderwijs Situatie

De werkgever heeft een werknemer voor vier weken geschorst, omdat hij zich voor een les die hij moest geven, heeft laten vervangen door een student.

Hij had dit zonder toestemming/medeweten van zijn leidinggevende gedaan. De schorsing is met vier weken verlengd.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

De cao mbo bepaalt dat de werkgever een schorsingsbesluit onverwijld, doch uiterlijk binnen 3 dagen schriftelijk en aangetekend moet bevestigen aan de werknemer. Het gaat in de cao om 'gewone' dagen en niet om werkdagen.

De termijn van 3 dagen wordt alleen verlengd als de laatste dag een zon- of feestdag is, omdat de werkgever op die dagen niet in staat is aan de verplichting te voldoen.

In dit geval had het besluit uiterlijk 24 december 2017 bevestigd moeten worden. Dat was een zondag. De twee daarop volgende (feest)dagen was de werkgever ook niet in staat het besluit aangetekend te (laten) bevestigen. Op 27 december 2017 had de werkgever dit wel kunnen en ook moeten doen, maar hij heeft dit pas op 28 december 2017 gedaan. Dat is één dag te laat. De voorgeschreven procedure is niet correct gevolgd. Deze formaliteiten gelden ook voor de verlenging van de schorsing.

13

108081 – uitspraak 15 mei 2018

Beroep tegen berisping docent wegens onjuist gevoerde administratie is ongegrond.

Sector: Hoger beroepsonderwijs Situatie

De werknemer heeft in oktober 2017 een cijfer te laat en op onjuiste wijze ingevoerd en heeft dit niet besproken met zijn leidinggevende. Ook heeft hij te laat een planning overgelegd over de afronding van zijn master. Hij heeft naar aanleiding van eerdere soortgelijke kwesties een waarschuwing gehad. Nu heeft de werkgever hem een schriftelijke berisping wegens

plichtsverzuim opgelegd.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is ongegrond.

Toelichting

De werknemer heeft op 9 oktober 2017 een cijfer ingevoerd voor een opdracht die al voor de zomervakantie was ingeleverd. Volgens het studentenstatuut moet een opdracht binnen 15 dagen zijn nagekeken. De werknemer heeft dit niet besproken met zijn leidinggevende en ook niet aangegeven tijdens een voortgangsgesprek op 9 oktober 2017 over het voeren van zijn administratie. Ook heeft de werknemer de planning ten aanzien van het afronden van de master te laat ingeleverd. De feiten leveren plichtsverzuim op en gezien de ernst van deze feiten en de al eerder gegeven waarschuwing is de maatregel evenredig aan het

plichtsverzuim.

108119 – uitspraak 24 mei 2018

Beroep tegen berisping ongegrond. De werkgever heeft in redelijkheid een berisping op mogen leggen.

Sector: Middelbaar beroepsonderwijs Situatie

De werknemer is op 14 juni 2017 gewaarschuwd voor het niet nakomen van afspraken. Op 14 december 2017 is hem een ultimatum gesteld. Hij diende de volgende dag stukken aan te leveren of hij zou worden berispt. De werkgever had al eerder om deze stukken gevraagd. De volgende dag zijn deze stukken niet aangeleverd. Voor deze gebeurtenissen heeft de

werkgever een schriftelijke berisping wegens plichtsverzuim opgelegd.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is ongegrond.

Toelichting 14

De werknemer heeft te laat stukken aangeleverd en niet adequaat gereageerd op de hiermee verband houdende berichten van zijn werkgever. Gezien de ernst van deze feiten, het feit dat hij eerder gewaarschuwd is en de werkgever hem er expliciet op heeft gewezen dat een berisping zou volgen indien hij niet tijdig de stukken aan zou leveren, acht de Commissie de berisping een passende maatregel.

107969 – uitspraak 14 juni 2018

Beroep tegen berisping gegrond, omdat er geen sprake is van plichtsverzuim maar van functioneringsproblemen.

Sector: Hoger beroepsonderwijs Situatie

De werkgever heeft de werknemer schriftelijk 'gewaarschuwd' omdat de werknemer nalatig is geweest in haar werk, onjuist omgaat met hiërarchische verhoudingen en een ongepaste houding heeft, onder meer naar collega's.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

Dat de werkgever een besluit een waarschuwing noemt, sluit niet uit dat het toch een

berisping kan zijn. De werkgever heeft de voornemenprocedure van de disciplinaire maatregel gevolgd. Ook heeft de werkgever een rechtsmiddelenclausule opgenomen waarin staat dat beroep ingesteld kan worden bij de Commissie. Voorts heeft de werkgever zelf in het besluit vermeld dat de waarschuwing een berisping is in de zin van de cao. De Commissie merkt het besluit dan ook aan als een berisping. De verwijten die de werkgever maakt, geven een beeld van een vermeende functioneringsproblematiek. Een disciplinaire maatregel is niet het juiste instrument om het functioneren te verbeteren. Er is geen sprake van plichtsverzuim.

De werkgever heeft daarom niet in redelijkheid kunnen besluiten om een berisping op te leggen.

108216 – uitspraak 16 juli 2018

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen.

Sector: Middelbaar beroepsonderwijs Situatie

De werkgever heeft de werknemer voor vier weken geschorst, omdat hij op onjuiste wijze communiceerde met studenten en collega's. De schorsing is met vier weken verlengd, omdat het onderzoek door de werkgever nog niet was afgerond.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

De werkgever moet op basis van de cao een werknemer in de gelegenheid stellen om zijn zienswijze te geven tegen een voorgenomen schorsing als ordemaatregel.

De werkgever heeft niet bij het schorsingsvoornemen aan de werknemer aangegeven dat het 15 ging om een schorsing op grond van artikel 2.7 lid 1 cao mbo en dat hij zijn opvattingen daarom voor een bepaalde datum diende te geven. In het schorsingsbesluit is de werknemer de mogelijkheid geboden om achteraf zijn zienswijze in te dienen. Hierdoor heeft de

werkgever in strijd met de cao gehandeld. Bij het besluit de schorsing te verlengen is de werknemer niet de mogelijkheid geboden zijn zienswijze in te dienen. Dit had de werkgever wel moeten doen.

108301 – uitspraak 28 september 2018

Beroep tegen een schorsing. Het eenzijdig vrijstellen van werkzaamheden is feitelijk een schorsing.

Sector: Hoger beroepsonderwijs Situatie

De werkgever heeft de werknemer vrijgesteld van werkzaamheden, omdat het

medezeggenschapsorgaan het vertrouwen in de directie had opgezegd en de academie te kampen had met financiële tekorten. Volgens de werkgever is er geen sprake van een schorsing.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

De omstandigheden van het geval maken dat er feitelijk sprake is van een schorsing. Omdat er feitelijk sprake is van een schorsing staat de beroepsgang naar de Commissie open. De

werkgever had de regels omtrent schorsing uit de cao moeten volgen. Omdat dat niet is gebeurd, is het beroep gegrond.

108308 – uitspraak 8 oktober 2019

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is ongegrond, omdat er voldoende redenen voor waren.

Sector: Middelbaar beroepsonderwijs Situatie

Omdat er sprake is van een crisis in het directieteam is een extern onderzoeksbureau ingeschakeld. Conclusie van dat onderzoek is dat de werknemer, voorzitter College van Bestuur, niet in staat is de noodzakelijke veranderingen door te voeren. De werknemer wordt geschorst bij wijze van ordemaatregel.

Uitspraak van de Commissie

Het beroep tegen de schorsing en de verlenging daarvan is ongegrond.

Toelichting

De werkgever heeft in redelijkheid kunnen kiezen voor een schorsing bij wijze van ordemaatregel in plaats van een schorsing vanwege de beëindiging van de

arbeidsovereenkomst. Dit omdat er op dat moment nog geen duidelijkheid was over de te volgen beëindigingsprocedure en de aanwezigheid van de werknemer op de werkvloer had kunnen leiden tot verergering van de problematiek.

Gezien de beleidsvrijheid die de werkgever in zekere mate toekomt, de uitkomst van het 16 rapport en de positie die de werknemer bekleedde, heeft de werkgever in redelijkheid deze besluiten tot schorsing kunnen nemen. Ook was de werknemer, gezien zijn functie, niet inzetbaar op andere werkzaamheden. De voornemenprocedure is juist gevoerd omdat de werknemer in de gelegenheid is gesteld zijn opvattingen telefonisch kenbaar te maken.

108311 – uitspraak 23 oktober 2018

Beroep tegen disciplinaire overplaatsing is gegrond, omdat de klachten geen plichtsverzuim opleveren en er sprake lijkt te zijn van functioneringsproblematiek.

Sector: Hoger beroepsonderwijs Situatie

De werknemer werkt al 27 jaar als docent voor deze werkgever. Over ruim een jaar bereikt hij de pensioengerechtigde leeftijd.

Na klachten over zijn wijze van communiceren, schorst de werkgever de werknemer en stelt een onderzoek in. Naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek legt de werkgever de werknemer de disciplinaire maatregel van overplaatsing op.

Het plichtsverzuim bestaat volgens de werkgever uit het zich op grensoverschrijdende wijze gedragen jegens en communiceren met de studenten. De werknemer ervaart de opgelegde maatregel als een straf, ook door de taken die hij opgedragen krijgt en het verbod om contact te hebben met de studenten. Hij stelt hierdoor arbeidsongeschikt te zijn geworden.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting

De klachten over de wijze van communiceren zien vooral op het functioneren van de

werknemer. Dit vormt een te magere basis om tot plichtsverzuim te concluderen. Dat sprake is van herhaald gedrag, zoals de werkgever stelt, blijkt niet uit het dossier. Uit de overgelegde verslagen van de beoordelingsgesprekken van de afgelopen jaren blijkt niet dat er met de werknemer is gesproken over zijn wijze van communiceren en over eventueel

grensoverschrijdend gedrag. Er is veeleer sprake van een functioneringsproblematiek, waarbij het opleggen van een disciplinaire maatregel niet passend is.

108351 – uitspraak 29 oktober 2018

Beroep tegen berisping gegrond. De ongeoorloofde afwezigheid leverde plichtsverzuim op maar de berisping is gezien de omstandigheden geen passende maatregel.

Sector: Hoger beroepsonderwijs Situatie

De werkgever stelt dat de werknemer op twee dagen voortijdig en zonder toestemming van de leidinggevende de werklocatie heeft verlaten. De werkgever verwijt de werknemer daarnaast dat hij meerdere malen zijn verklaring over de afwezigheid heeft gewijzigd en eigenmachtig het rooster heeft aangepast. De werknemer geeft aan het rooster al geruime tijd anders uit te voeren en is zijn lessen op die bewuste twee dagen in overleg met de studenten op een vroeger tijdstip begonnen zodat hij eerder weg kon.

Uitspraak van de Commissie Het beroep is gegrond.

Toelichting 17

Tegen het verwijt dat de werknemer eigenmachtig het rooster heeft aangepast, heeft hij zich niet kunnen verweren. Deze grond was immers niet opgenomen in het voornemen besluit.

Daarom kan deze grond de berisping niet dragen. Vaststaat dat de werknemer, uitgaande van het rooster, tweemaal voortijdig, zonder zich af te melden, de werklocatie heeft verlaten. Dit levert plichtsverzuim op. De maatregel is echter niet passend gezien de omstandigheden zoals de duur van het dienstverband, het bestaan van verschillende visies over de juistheid van het rooster en het feit dat de werknemer niet eerder door de werkgever is aangesproken op het onjuist uitvoeren van het rooster.

18

Meer informatie

De informatie in dit jaarverslag is gebaseerd op de situatie van januari tot en met december 2018 Voor de meest actuele informatie verwijzen wij u naar de website van Onderwijsgeschillen:

www.onderwijsgeschillen.nl

Stichting Onderwijsgeschillen Postbus 85191

3508 AD Utrecht

Volg Onderwijsgeschillen:

In document J A A R V E R S L A G 2 0 1 8 (pagina 7-0)