• No results found

We leven in een verkrachtingscultuur: dat wil zeggen dat verkrachting is genormaliseerd en zelfs wordt verexcuseerd

In document ALLEMAAL ANDERSMAAR TOCH GELIJKWAARDIG (pagina 164-167)

in de media en in onze cultuur. Voorbeelden van deze

verkrachtingscultuur zijn dat vaak wordt gedacht dat het

slachtoffer iets heeft gedaan om het uit te lokken: ‘Ze vroeg

erom’, of: ‘Wat had ze aan?’. Of dat seksueel overschrijdend

en agressief gedrag wordt gezien als iets dat nou eenmaal

hoort bij het ‘man-zijn’, en dat mannen naar hun instinct

handelen.

Zeker zijn smakeloze grapjes nog geen verkrachting, maar het feit dat vrouwen geacht worden dat maar te accepteren plaveit de weg naar volgende stappen. Vrouwen worden er vervolgens vaak van verdacht dat ze overdrijven, en dat ze liegen. Zo wordt nog steeds niet serieus genomen hoeveel vrouwen er dagelijks worden verkracht. De nadruk ligt op de vrouwen die moeten leren om ‘weerbaar’ te zijn, en er is te weinig aandacht voor de vraag waarom mannen leren dat ze ‘recht’ hebben op seks. Verkrachtingscultuur zit in onze systemen, in onze media, maar ook in onze taal. Zo komt er schuld en schaamte bij het slachtoffer terecht, en niet bij de dader. Dit zorgt ook voor een hoge drempel van aangiftebereidheid.

We leven in een samenleving die mannelijk geweld bagatelliseert, legitimeert,

normaliseert en zelfs uitlokt. Een halve eeuw nadat de eerste feministen

interpersoonlijk en seksueel geweld tot een thema maakten, is er nog steeds geen teken dat dat geweld afneemt. Nog steeds moeten we zorg dragen voor de slachtoffers/overlevers. De vrouwenopvang en hulpverlening komt altijd geld,

capaciteit en personeel tekort. Het is dan ook dringend nodig om daarin structureel veel meer te investeren. Maar er is veel meer nodig: we moeten erkennen dat emancipatie ook over jongens en mannen gaat.

BIJ1 is van mening dat we ons meer op de daders moeten richten. Dit zou ook tot veel effectiever beleid leiden. Om daadwerkelijk iets aan gender-based violence te doen, is het belangrijk om het hele plaatje te bekijken. De context is altijd relevant: het gaat niet slechts over het incident, maar het gaat over economische ongelijkheid (vrouwen die niet weg kunnen omdat ze financieel afhankelijk zijn), opvattingen

over gender, en de manier waarop onze samenleving en de publieke ruimte is ingericht.

De Nederlandse overheid heeft een verantwoordelijkheid om geweld tegen meisjes, vrouwen, en LHBQTI+-mensen tegen te gaan. Gender-gerelateerd geweld is eigenlijk een pleonasme; geweld is namelijk per definitie gender-gerelateerd in deze wereld. Het gaat niet alleen om geweld tegen vrouwen, meisjes en LHBTQI+-mensen, maar ook over criminaliteit, hooliganism, en andere vormen van geweld waarin mannelijkheid een belangrijke rol speelt. Toch zullen wij de term gender-gerelateerd geweld aanhouden omdat het verschillende vormen van geweld behelst. En, door onze visie op het tegengaan van gender-gerelateerd geweld, zullen ook andere vormen van geweld tegengegaan worden.

Bijna al het geld dat er nu wordt

geïnvesteerd in justitie en veiligheid wordt geïnvesteerd in bestraffen. De vormen van preventie zijn bij lange na niet structureel genoeg. BIJ1 staat voor een samenleving waarin iedereen zich veilig kan voelen om zich uit te drukken, te kleden, te gedragen en te voelen zoals diegene wil. Dat betekent ook dat wij toe willen naar een wereld waarin mannen veel meer ruimte ervaren in hun gender uitdrukking en ervaring van mens-zijn. Waarin mannelijkheid niet gelijk staat aan stoer zijn, hard zijn of gewelddadig zijn. Waarin er ruimte is voor gevoeligheid, empathie en kwetsbaarheid. Waar mannen zich niet meer misdragen om indruk te maken en geaccepteerd te worden door andere mannen.

Te veel van het Nederlandse beleid is op het moment gebaseerd op een gender-neutrale aanpak waarbij wordt weggelaten dat de meerderheid van geweldplegers mannen zijn. Op die manier komt niet ter sprake hoe mannelijkheid kan worden getransformeerd bij de jongens en mannen die neigen tot stoer en grensoverschrijdend gedrag. Gedrag waarmee ze anderen, maar uiteindelijk ook zichzelf schaden.

BIJ1 is voor een gender-transformatieve aanpak bij het tegengaan van gender-gerelateerd geweld. Dit houdt in dat we jongens en mannen moeten aanspreken op het feit dat ze bepaald gedrag vertonen, maar ze daarmee ook andere mogelijkheden meegeven. Hun - en onze - opvattingen over mannelijkheid kunnen zo getransformeerd worden dat ze meer opties hebben, en dat daadkracht en empathie niet elkaars tegendelen hoeven te zijn. Ook is er bij een gender-transformatieve aanpak aandacht voor het versterken van de positie van vrouwen, het vergroten van de rol van mannen, en het blootleggen en transformeren van ongelijke machtsstructuren. Ook wordt hierin een non-binaire benadering van gender nagestreefd, en worden gender en seksuele diversiteit erkend.

Deze gender-transformatieve aanpak is belangrijk bij preventie, maar ook bij straffen. Mannen die zich vernederd voelen zullen na een straf niet minder geneigd zijn tot geweld. Ook het onderwijs moet hier een grote rol in gaan spelen. We moeten werken naar een integrale aanpak tegen gender-gerelateerd geweld: op interpersoonlijk niveau, op gemeenschapsniveau, op internationaal niveau en op institutioneel niveau. Ook

is er meer onderzoek nodig om in kaart te brengen welke maatschappelijke problemen op welke manier mede veroorzaakt worden door schadelijke opvattingen over mannelijkheid. Er moeten commissies worden ingesteld, pilots worden opgezet, en uitgebreid onderzoek worden gedaan naar mogelijkheden om gender-transformatief beleid op te stellen met betrekking tot geweld.

BIJ1 ziet dat er steeds meer mannen zijn die deel van de oplossing willen zijn. De overheid heeft hierin ook een faciliterende taak: bijvoorbeeld door het stimuleren van meer betrokken vaderschap - dat hand in hand gaat met het bevorderen van zorgzame mannelijkheid en daarmee met het voorkomen van gewelddadige mannelijkheid - door bijvoorbeeld het geboorteverlof uit te breiden. Ook is het belangrijk dat de overheid jongens stimuleert om te werken binnen het onderwijs en de zorg, beroepen die traditioneel als vrouwelijk worden gezien.

Alleen door de problemen rondom gender-gerelateerd geweld bij de wortel aan te pakken, kunnen we er daadwerkelijk iets tegen doen.

SPREEK

In document ALLEMAAL ANDERSMAAR TOCH GELIJKWAARDIG (pagina 164-167)