• No results found

Waterschap Rivierenland, wie en wat is dat?

9. Conclusies, discussie en aanbevelingen

12.2. Waterschap Rivierenland, wie en wat is dat?

Een waterschap is een overheidsorganisatie net zoals Rijkswaterstaat, gemeenten en provincies dat zorgt voor watersysteembeheer (kwantiteit van water, waterkering en waterkwaliteit) en zuiverings- beheer (zuivering van afvalwater) en soms beheren van wegen.130 Het beheergebied van Waterschap Rivierenland ligt grotendeels in de provincie Gelderland en gedeeltelijk in de provincies Utrecht, Noord Brabant en Zuid Holland. In 38 gemeenten beheert zij grofweg 4000 kilometer sloten en wa- tergangen, 194 poldergemalen, 39 rioolwaterzuiveringsinstallaties en zo’n kleine 1100 kilometer dijken. De organisatie van Waterschap Rivierenland kenmerkt zich als een uitvoerende organisatie. In hoofdlijnen bestaat deze uit ondersteunende- en twee uitvoeringafdelingen. Ondersteunende afde- lingen zijn bijvoorbeeld Financiën en Onderhoud. De uitvoeringafdelingen zijn Technische Projecten en Weg- en Waterbouw. De afdeling Technische Projecten realiseert onder andere zuiveringsinstalla- ties, persleidingen en bruggen. De afdeling Weg- en Waterbouw is verantwoordelijk voor de uitvoe- ring van natuurvriendelijke oevers, wegen, dijken en baggerwerkzaamheden. Voorbeelden van dijk- versterkingsprojecten zijn de Diefdijklinie, dijk Arnhem Malburgen en dijktraject Kinderdijk tot Schoonhoven.131 De komende jaren wordt veel werk verzet om de veiligheid in het rivierengebied op

orde te krijgen. De rivierafvoer stijgt door de klimaatverandering en richting westen van het land doet de verhoogde zeespiegel zich steeds meer gelden. Daarom zijn verschillende maatregelen nodig zoals rivierverruiming, dijkverlegging, uiterwaard afgravingen en als dat niet kan, dijkversterking. Om Nederland te blijven beschermen tegen hoogwater (overstromingen) moeten waterkeringen op orde en voldoende sterk zijn. Preventief worden dijken getoetst op sterkte en veiligheid. Zijn dijken onvol- doende sterk, dan worden deze verbeterd. Vakmanschap dat bij de waterschappen door de eeuwen heen is gegroeid en tot op de dag van vandaag onderhouden wordt met ervaren, gespecialiseerde en goed opgeleide medewerkers.

Dijkversterking projecten werden voorbereid en gerealiseerd door Programmabureau Dijkverbete- ring. Dit was een zelfstandige organisatie binnen het waterschap. Mensen die direct betrokken zijn bij dijkversterking projecten, waren werkzaam bij het Programmabureau. Als gevolg van een interne

130

Bron: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/provincies/vraag-en-antwoord/wat-is-een-waterschap.html. Gelezen 24 april 2015 (red.)

96 Hogeschool Van Hall Larenstein | Velp

reorganisatie medio januari-februari 2016, is Programmabureau Dijkverbetering opgeheven en zijn mensen en taken ondergebracht in de lijnorganisatie van Waterschap Rivierenland.132

12.2.1.

Gedrag versus oriëntaties

Instrumenteel handelen

De strategische- en communicatieve oriëntatie hebben wel de stakeholderbenadering als gemeenschappelijkheid. Een tweetal groepen wordt hierbij onderscheiden. De eerste groep zijn die stakeholders die door het project worden geraakt, de kritische-, en de tweede groep zijn degene waardoor het project geraakt kan worden, de niet-kritische stakeholders. Kritische stakehol- ders hebben grote invloed op het project en beschikken over middelen om het project te realiseren of blokkeren. Het spreekt voor zich dat de meeste aandacht zich richt op deze groep. Niet- kritische stakeholders worden wel door het project geraakt, het project heeft impact op hun omgeving. Deze groep lijkt minder belangrijk, maar kan wel bijdragen aan de legitimiteit van het project.133 Gedrag bij de instrumentale handeling is vooral bo- ven-onder, zie figuur 12.

Strategisch handelen

De omgevingsmanager zal bij strategisch handelen, samen-boven gedrag (figuur 13) vertonen om stakeholders enthousiast te krij- gen voor het project. Ofwel door leidend gedrag ontstaat volgend gedrag.

Communicatief handelen

Het eerste deel van de definitie wordt toegelicht met een voor- beeld. ‘Jan en Piet hebben dorst. Jan zegt dat hij wel iets te drin-

ken lust. Piet antwoord dat dit een goed idee is. Jan wil graag een biertje terwijl Piet liever frisdrank heeft. Ze besluiten ergens koffie te gaan drinken en rijden met de auto van Jan naar

een kroeg’. Bekijken we de situatie van Jan en Piet, dan zijn beide mannen door overleg (Jan zegt dat hij dorst heeft en wil iets drin- ken, Piet vindt het oké) tot een gemeenschappelijke beginsituatie gekomen. De begindefinitie is dat ze dorst hebben en iets willen drinken. Het tweede deel van de definitie is het zogenaamde uit- voeringsniveau dat volgt op de gemeenschappelijke beginsituatie. Om tot een oplossing te komen (dorstlessen) zijn in dit uitvoerings- niveau een aantal handelingen noodzakelijk. Deze handelingen zijn zogenaamde instrumentele handelingen gecoördineerd door taalhandelingen.134 Instrumentele han- delingen worden vooral fysiek uitgevoerd. Hetzelfde voorbeeld van Jan en Piet. Instrumenteel hande- len is dat de twee mannen om hun dorst te lessen, in de auto van Jan ergens heen rijden om koffie te

132

Bron: bericht intranet Waterschap Rivierenland ‘Herinrichting Dijkverbetering een feit’, 3 februari 2016 (red.)

133 Bron: publicatie Koppenjan J. ‘Omgevingsmanagement: een meervoudige opgave’ in boek ‘De zoektocht naar het vak omgevingsma-

nagement’ gepubliceerd door Neerlands diep, academie voor publieke bouw- en infraprojecten, 2010 (red.)

134

Bron: Koningsveld H. en Mertens J., ‘Communicatie en strategisch handelen, inleiding tot de handelingstheorie van Habermas’, 1986 (red.)

Figuur 12: gedrag bij technisch- inhoudelijke oriëntatie

Figuur 13: gedrag bij strategische oriëntatie

Figuur 14: gedrag bij communicatieve oriëntatie

97 Hogeschool Van Hall Larenstein | Velp

gaan drinken. Regulatieve taalhandelingen daarbij is het onderling overleg om tot deze oplossing te komen. Jan en Piet doen dit door met elkaar te communiceren over wat en waar ze iets gaan drinken (bier of frisdrank) en komen tot de eindconclusie dat dit koffie wordt in een kroeg. Door onderlinge communicatie (ofwel taalhandelingen) in combinatie met een fysieke gebeurtenis (in de auto rijden naar een kroeg), wordt hun dorstprobleem opgelost. De omgevingsmanager vertoont daarbij samen- boven gedrag (figuur 14). Ofwel helpend gedrag dat volgens Leary vervolgens meewerkend gedrag van de omgeving in gang zet.

12.2.2.

Participatie

Participatie is een belangrijke doelstelling van het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland. 135 In het bestuursakkoord 2015 – 2019 van het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland is de volgende tekst opgenomen: ‘Er is een breed bestuurlijk draagvlak voor onder andere meer interac- tieve planvorming, samenwerking met belangenorganisaties en het betrekken van burgers bij be- heertaken van het waterschap. De blik naar buiten biedt kansen om dienstbaar te zijn naar de maat- schappij én uitdagend, uitnodigend te zijn voor inbreng vanuit die maatschappij’.