• No results found

Hoofdstuk 3    Uitvoerbaarheid

3.10    Waterhuishouding

Het bestemmingsplan maakt echter altijd indirect (kleine) ontwikkelingen mogelijk. Hieronder is  aangeven waar bij deze mogelijke toekomstige ontwikkelingen rekening moet worden gehouden. 

 Er is geen ontheffing nodig voor de tabel 1‐soorten van de Ffw omdat hiervoor een vrijstelling geldt  van de verbodsbepalingen van de Ffw. Uiteraard geldt wel de algemene zorgplicht. Dat betekent dat  iedereen voldoende zorg in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende planten en dieren  en hun leefomgeving.   

 Tijdens werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen. Verstoring van  broedende vogels is verboden. Overtreding van verbodsbepalingen ten aanzien van vogels wordt  voorkomen door de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren. In het kader van de Ffw  wordt geen standaardperiode gehanteerd voor het broedseizoen. Van belang is of een broedgeval  aanwezig is, ongeacht de periode. Indien de werkzaamheden uitgevoerd worden op het moment  dat er geen broedgevallen (meer) aanwezig zijn, is overtreding van de wet niet aan de orde. De  meeste vogels broeden overigens tussen 15 maart en 15 juli (bron: www.vogelbescherming.nl).   

 Voorafgaand aan een ontwikkeling dient nagegaan te worden of sprake is van potentieel leefgebied  voor de tabel 2‐ en 3‐soorten en broedvogels met vaste nesten. In dat geval is nader veldonderzoek  noodzakelijk. Hierbij dient rekening gehouden te worden met het onderzoeksseizoen, dat over het  algemeen tussen maart en oktober ligt. 

3.10    Waterhuishouding   

Waterbeheer en watertoets 

De  initiatiefnemer  dient  in  een  vroeg  stadium  overleg  te  voeren  met  de  waterbeheerder  over  een  ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met  duurzaam  waterbeheer.  Het  plangebied  ligt  binnen  het  beheersgebied  van  het  Hoogheemraadschap  Hollands  Noorderkwartier,  verantwoordelijk  voor  het  waterkwantiteits‐  en  waterkwaliteitsbeheer.  Bij  het tot stand komen van dit bestemmingsplan wordt overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze  waterparagraaf.  De  opmerkingen  van  de  waterbeheerder  worden  vervolgens  verwerkt  in  deze  waterparagraaf. 

 

Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer 

Op  verschillende  bestuursniveaus  zijn  de  afgelopen  jaren  beleidsnota's  verschenen  aangaande  de  waterhuishouding,  allen  met  als  doel  een  duurzaam  waterbeheer  (kwalitatief  en  kwantitatief).  Deze  paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het  waterschap nader wordt behandeld. 

 

Europees: 

 Kaderrichtlijn Water (KRW)  Nationaal: 

 Nationaal Waterplan (NW) 

 Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) 

 Waterwet  Provinciaal: 

 Provinciaal Waterplan 

 Provinciale Structuurvisie 

 Verordening Ruimte   

Waterschapsbeleid 

In  het  Waterbeheersplan  2010‐2015  beschrijft  het  Hoogheemraadschap  Hollands  Noorderkwartier  de  doelstellingen  voor  de  periode  2010‐2015  voor  de  drie  kerntaken:  veiligheid  tegen  overstromingen,  droge  voeten  en  schoon  water.  Hiermee  wil  het  hoogheemraadschap  anticiperen  op  de  voorspelde 

extra  wateroverlast,  droogte  en  het  verhoogde  overstromingsrisico  en  het  bewerkstelligen  van  een  betere waterkwaliteit.   

 

De  Keur  van  het  Waterschap  is  een  vastgestelde  verordening  waar  gedoogplichten,  geboden  en  verboden in staan. In dit kader is het van belang te weten dat langs hoofd‐ en overige watergangen een  zone  ligt  van  respectievelijk  5 m  en  2 m  ter  bescherming  van  het  profiel  en  onderhoud.  Ook  langs  waterkeringen ligt een (variabele) zone voor bescherming en onderhoud van de waterkeringen, voor het  realiseren van bouwwerken en het uitvoeren van werken binnen deze zone dient ontheffing van de Keur  te worden aangevraagd.   

 

Huidige situatie  Algemeen 

Voorliggend bestemmingsplan heeft betrekking op een aantal locaties in de gemeente Bergen (NH), te  weten: 

1. Herenweg 62b Egmond Binnen; 

2. Hollanderweg 1a Egmond Binnen; 

3. Herenweg 173 Egmond aan den Hoef; 

4. Slotweg 1 Egmmond aan den Hoef; 

5. Prins Hendrikstraat 20 Egmond aan Zee; 

6. Voorstraat 65 Egmond aan Zee; 

7. Het gebied, globaal begrensd door de Boulevard Noord, de Doctor Wiardi Beckmanlaan, de Prinses  Beatrixstraat/Boulevard ir De Vassy en het Vuurtorenplein in Egmond aan Zee. 

 

Kenmerken watersysteem 

Ter plaatse van de locaties waarop dit bestemminsplan betrekking heeft, zijn verschillende aspecten uit  het  watersysteem  van  belang.  De  belangrijkste  aspecten  worden  in  de  onderstaande  tabel  weergegeven.   

 

Tabel 3.2    Bodem en grondwater 

Locatie  Bodem  Grond‐ 

watertrap 

Herenweg 62b    Zandgrond  III  Nee  Nee 

Hollanderweg 1a  Zandgrond  III  Nee  Nee 

Herenweg173  Zandgrond  III  Nee  Nee 

Slotweg 1  Zandgrond  III  Nee  Nee 

Prins Hendrikstraat  20 

Zandgrond  III  Nee  Nee 

Voorstraat 65  Zandgrond  III  Nee  Waterstaatswerk  Boulevard Noord 

e.o.   

Zandgrond  III  Nee  Waterstaatswerk 

 

Uit de tabel blijkt dat de bodem in het volledige plangebied bestaat uit zandgrond en dat er sprake is  van grondwatertrap III. Dat wil zeggen dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand minder dan 0,4 m  beneden  maaiveld  ligt  en  dat  de  gemiddelde  laagste  grondwaterstand  varieert  tussen  0,8  en  1,2  m  beneden maaiveld.   

Ter plaatse van het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Wel liggen twee locaties binnen het  waterstaatswerk van de zandige kust. Binnen deze zone gelden op basis van de Keur beperkingen voor  bouwen en aanleggen.   

 

Afvalwaterketen en riolering 

Het overgrote deel van de locaties in het plangebied zijn aangesloten op een gemengd rioleringsstelsel.   

 

Toekomstige situatie 

De beoogde ontwikkelingen zijn opgenomen in de onderstaande tabel.   

 

Tabel 3.3    Beoogde ontwikkelingen   

Locatie  Ontwikkelingen 

Herenweg 62b    Realiseren wonen in bijgebouw 

Hollanderweg 1a  Reeds  opgestelde  ruimtelijke  onderbouwing  opnemen 

Herenweg 173  Grotere mogelijkheden bed and breakfast  Slotweg 1  Appartementen op verdieping realiseren  Prins Hendrikstraat 20  Bedrijfswoning omvormen tot burgerwoning  Voorstraat 65  Detailhandel realiseren op begane grond  Boulevard Noord e.o.    Verruiming mogelijkheden verblijfsrecreatie     

Waterkwantiteit 

Toename in verharding dient gecompenseerd te worden. De ontwikkelingen bestaan over het algemeen  uit  interne  functieveranderingen.  Er  zal  dan  ook  geen  sprake  zijn  van  een  toename  in  verharding  als  gevolg van dit bestemmingsplan. Watercompensatie is voor het voorliggende bestemmingsplan dan ook  niet vereist.   

  een  gescheiden  rioleringsstelsel  aan  te  leggen  zodat  schoon  hemelwater  niet  bij  een  rioolzuiveringsinstallatie  terecht  komt.  Afvalwater  wordt  aangesloten  op  de  bestaande  gemeentelijke  riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden: 

 hemelwater vasthouden voor benutting, 

 (in‐) filtratie van afstromend hemelwater, 

 afstromend hemelwater afvoeren naar oppervlaktewater, 

 afstromend hemelwater afvoeren naar AWZI. 

 

Waterbeheer 

Voor  aanpassingen  aan  het  bestaande  watersysteem  dient  bij  het  waterschap  vergunning  te  worden  aangevraagd  op  grond  van  de  "Keur".  Dit  geldt  dus  bijvoorbeeld  voor  het  graven  van  nieuwe  watergangen,  het  aanbrengen  van  een  stuw  of  het  afvoeren  van  hemelwater  naar  het  oppervlaktewater.  In  de  Keur  is  ook  geregeld  dat  een  beschermingszone  voor  watergangen  en  waterkeringen  in  acht  dient  te  worden  genomen.  Dit  betekent  dat  binnen  de  beschermingszone  niet  zonder  ontheffing  van  het  waterschap  gebouwd,  geplant  of  opgeslagen  mag  worden.  De  genoemde  bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast, de aan‐ 

of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor  het  onderhoud  gelden  bepalingen  uit  de  "Keur".  Het  onderhoud  en  de  toestand  van  de  (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd. 

De  ontwikkelingen  die  worden  mogelijk  gemaakt  binnen  het  waterstaatswerk  bestaan  over  het  algemeen  uit  interne  functieveranderingen.  Hier  is geen watervergunning  voor noodzakelijk. Wanneer  wel gebouwd of aangelegd wordt, is wel een watervergunning noodzakelijk.   

 

Water en Waterstaat in het bestemmingsplan 

Voor  waterkeringen  (kernzone)  inclusief  de  beschermingszones  wordt  de  dubbelbestemming 

'Waterstaat ‐ Waterkering' opgenomen. 

 

Conclusie 

De in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakte ontwikkelingen hebben geen negatieve gevolgen voor het  waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.