• No results found

5. OMGEVINGSASPECTEN

5.1 Water

5.1.1 Inleiding

De watertoets is het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afstemmen, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten.

Het doel van de watertoets is dat de waterbelangen evenwichtig worden meegenomen bij de totstandkoming van een plan. De watertoets verplicht tot het opnemen van een beschrijving van de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van een plan voor de waterhuishouding, in de toelichting van alle ruimtelijke plannen. Deze beschrijving is opgenomen in de waterparagraaf. Het plangebied is gelegen in het beheergebied van Waterschap De Dommel.

5.1.2 Beleid

5.1.2.1 Waterbeheerplan De Dommel 2016-2021 ‘Waardevol Water’

Het waterschap heeft het Waterbeheerplan 4 ‘Waardevol Water’ vastgesteld. Het plan is afgestemd op de ontwikkeling van het Stroomgebiedsbeheer Maas, het Nationaal Waterplan en het Provinciaal waterplan. Het nieuwe waterbeheerplan geeft vier uitgangspunten weer die de richting aangeven van de plannen en oplossingen van het waterschap voor de periode 2016–

2021. Deze vier uitgangspunten luiden als volgt:

1. De beekdalbenadering: Door het beekdal als groter geheel steeds voor ogen te houden, kan het waterschap integraler en effectiever werken. Wel is samenwerking met andere overheden, andere waterpartners en inwoners daarbij essentieel. Water verbindt de stad met het ommeland. Water verbindt mensen.

2. De gebruiker centraal: De omgeving wordt op heel veel verschillende manieren gebruikt. Ook veranderen de behoeften en belangen van gebruikers. De waarde van water verandert met de maatschappij mee. Daar heeft het waterschap oog voor en speelt daarop in.

3. Samen sterker: Door de handen ineen te slaan met andere overheden en waterpartners, boeren en bedrijven, bereikt het waterschap meer dan op eigen houtje. Zij aan zij zoekt het waterschap naar de beste oplossingen en maakt daar werk van. Het waterschap wil inspireren en ruimte geven. Door flexibel te zijn in de samenwerking met ideeën van derden versterkt het waterschap de uitvoeringskracht.

4. Gezonde toekomst: Ook toekomstige generaties wil het waterschap voldoende, veilig en schoon water kunnen bieden. Overal in de maatschappij streeft het waterschap naar duurzaamheid. Het denken in kringlopen is daarbij de basis. Het waterschap sluit hierbij aan en ziet het als een inspirerende uitdaging. Mensen bewust maken van de waarde van water om zo tot duurzaam gebruik te komen zal de komende jaren in het werk van het waterschap verweven zijn.

beschermen. Zo is het in bepaalde gevallen verboden om zonder vergunning water te lozen of te onttrekken aan oppervlaktewater. Ook legt de Keur in sommige gevallen aan burgers een onderhoudsverplichting op. Daarnaast mag men zonder Keurontheffing van het waterschap geen activiteiten ontplooien of bouwwerken plaatsen die het onderhoud aan watergangen kunnen belemmeren. Dit betekent dat voor bepaalde activiteiten nabij watergangen of met mogelijke invloed op watergangen een ontheffing bij het waterschap moet worden aangevraagd.

Het plangebied is op de kaart behorende bij de ‘Keur Waterschap De Dommel 2015’ niet aangewezen als gelegen binnen een attentiegebied of een beschermd gebied waterhuishouding.

5.1.2.3 Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2012-2017

Het water- en rioleringsbeleid van de gemeente Vught is vastgelegd in het ‘Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2012–2017’. Het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan is op 1 januari 2012 in werking getreden en is geldig tot en met 31 december 2017. In dit plan is verwoord hoe de gemeente Vught invulling geeft aan de specifieke zorgtaken rondom afval-, hemel- en grondwater. Voor de specifieke zorgplichten, is het maatschappelijke belang in Vught doorvertaald naar doelstellingen voor de watertaken. Hierdoor is de gemeente voor de komende planperiode tot de volgende (wettelijke) hoofddoelstellingen gekomen:

1. doelmatig inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater: volledige scheiding van afvalwater en hemelwater op lange termijn;

2. doelmatig inzamelen en verwerken van hemelwater: extra verbindingen en berging in vijvers meenemen in projecten. Bij hemelwaterriolering vervanging zó inrichten dat waterkwaliteit verbetert én water op straat zo veel mogelijk afneemt;

3. doelmatig voorkomen dat grondwater de bestemming van een gebied structureel nadelig beïnvloedt: klachtengestuurd onderzoeken en informatie ontsluiten.

In het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2012-2017 is opgenomen dat voor percelen die zijn gelegen in het buitengebied, de perceeleigenaren, in dit geval de initiatiefnemer, zelf verantwoordelijk is voor de gescheiden afvoer van hemelwater. Initiatiefnemer draagt hiervoor zorg bij ontwikkeling van de twee Ruimte voor Ruimte woningen.

5.1.3 Watersysteem

5.1.3.1 Bodem

Uit de bodemkaart blijkt dat het plangebied is gelegen op Hoge zwarte enkeerdgronden, bestaande uit leemarm en zwak lemig fijn zand. Het plangebied ligt circa 5,15 meter boven NAP.

5.1.3.2 Oppervlaktewater

Binnen het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig en is geen A-watergang gelegen.

5.1.3.3 Grondwater

Binnen het plangebied vindt geen grondwateronttrekking plaats. De GHG ter plaatse van het plangebied bedraagt 60-80 cm-mv. De GLG bedraagt 180-200 cm-mv. Navolgende figuur geeft een uitsnede van de kaart waarop de GHG voor het plangebied is weergegeven.

Figuur 16: GHG binnen het plangebied

5.1.4 Huidige en toekomstige situatie

5.1.4.1 Verhard oppervlak

Binnen het plangebied worden twee Ruimte voor Ruimte woningen met bijgebouwen opgericht.

Na de beoogde herontwikkeling zal het verhard oppervlak binnen het plangebied met circa 930 m² toenemen, bestaande uit circa 470 m² verhard oppervlakte voor daken en gebouwen van het hoofdgebouw, 160 m² voor bijbehorende bouwwerken en circa 300 m² aan terreinverharding. De oppervlakte huidig en toekomstig verhard oppervlak is weergegeven in navolgende figuur.

Figuur 17: Huidig en beoogd verhard en onverhard oppervlak binnen plangebied

5.1.4.2 Afvalwater

Aan Achterstraat is reeds een rioolstelsel gelegen. Initiatiefnemer zal aantakken bij deze riolering.

Het rioolstelsel beschikt over voldoende capaciteit voor de toevoeging van twee woningen aan de Achterstraat.

5.1.4.3 Hemelwater

Voor de afvoer van hemelwater geldt het uitgangspunt ‘hydrologisch neutraal ontwikkelen’. Dit houdt in dat het hemelwater dat op daken en verhardingen valt, niet versneld mag worden afgevoerd naar oppervlaktewater. Voor behandeling van dit water geldt de waterkwantiteitstrits, waarbij optie 1 het meest wenselijk en optie 4 het minst wenselijk is. Deze opties zijn:

1. hergebruik;

Oppervlakte Huidige m² Toekomstige m²

Daken/verhard oppervlak gebouwen 0 470

Terrein erfverharding 0 300

Onverhard terrein 2.175 1.151

Totaal 2.175 2.081

Er is geen hemelwaterriool aanwezig. Hergebruik van water is niet gewenst bij een dusdanig klein initiatief als de beoogde ontwikkeling. Vasthouden betekent infiltratie in de bodem. Als hergebruik en (volledige) infiltratie niet mogelijk zijn, is het noodzakelijk om water te bergen. Bij ‘bergen’ kan worden gedacht aan een vijver of buffersloot met een geknepen afvoer naar een watergang. De te bergen hoeveelheid hemelwater dient te worden berekend met een neerslagreeks van T=10+10%. De initiatiefnemer dient deze berging op eigen terrein te realiseren en bóven de GHG.

De afvoer vanuit de berging mag niet meer bedragen dan de afvoer in de oorspronkelijke situatie (vóór de nieuwe stedelijke ontwikkeling). Daarnaast dient te worden aangetoond dat er in een extreme regenbui geen overlast voor derden ten gevolge van wateroverlast optreedt.

In de nieuwe situatie zal de infiltratie van het regenwater dat valt op daken van de woning en bijgebouwen worden bewerkstelligd door het schone hemelwater via dakgoten en regenpijpen af te voeren naar een ondergronds infiltratie transportriool. Vanuit dit transportriool zal het water worden afgevoerd naar een hemelwaterberging op eigen terrein.

Voor de ontwikkeling van een Ruimte voor Ruimte woning wordt een verhard oppervlak verwacht van circa 580 m². Ten behoeve van de beoogde twee Ruimte voor Ruimte woningen wordt derhalve gerekend met een oppervlakte van circa 1.160 m² nieuw verhard oppervlak. Om te waarborgen dat er sprake is van hydrologisch neutraal ontwikkelen wordt een infiltratievoorziening aangelegd om het hemelwater dat valt op daken en verhardingen te laten infiltreren in de bodem.

Er dient een omvang van 6 mm per m² te worden geborgen. De benodigde omvang van de waterberging bedraagt hiermee 70 m³: 35 m³ per woning. Voorbeelden van deze manieren van infiltreren zijn weergeven in navolgende figuur.

Figuur 18: Voorbeelden van infiltratiemogelijkheden

Gewaarborgd dient te worden dat ruimte wordt gevonden voor het infiltreren van minimaal 35 m³ per woning en dat er bij een bui van T=100+10% geen overlast voor derden plaatsvindt. Het perceel biedt ruimschoots de ruimte hiervoor. Infiltratievoorzieningen dienen altijd plaats te vinden boven de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG). De GHG ter plaatse van het plangebied ligt tussen de 60 en 80 centimeter beneden maaiveld.

5.1.4.4 Voorschrift voor borging van waterbelangen in bestemmingsplannen.

In dit bestemmingsplan zijn voorschriften voor waterberging opgenomen. In de lijn met het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2012-2017 en de watertoets is de eigenaar van een plangebied primair verantwoordelijk voor de verwerking van hemelwater dat op het plangebied valt. Bij uitbreiding van het bebouwd oppervlak, bijvoorbeeld door de bouw van een bijgebouw, zal ook de waterberging moeten worden vergroot. Een berging met een capaciteit van 40 mm (40 liter per vierkante meter verharding is hiervoor zeker voldoende). De gemeente Vught stelt geen eisen aan de vormgeving van de waterberging. Dit kan een infiltratievoorziening zijn zoals een grindkoffer of een ingegraven infiltratiekrat, maar ook een vijver.

5.1.5 Waterkwaliteit

Om de kwaliteit van het hemelwater te garanderen dienen onderdelen welke met regenwater in aanraking kunnen komen, te worden vervaardigd of te bestaan uit niet-uitloogbare bouwmaterialen zoals kunststoffen of gecoat staal of aluminium (in plaats van lood of asfalt etc.).

Door het gebruik van niet-uitlogende materialen komen geen verhoogde concentraties verontreinigende stoffen (DuBo-maatregelen) voor in het te infiltreren water.

In de nieuwe situatie wordt alleen het huishoudelijk afvalwater geloosd op de bestaande riolering.

Het schoon hemelwater wordt afgekoppeld van een nieuw aan te leggen aansluiting op het riool en wordt geïnfiltreerd in de bodem. Enkel schoon regenwater mag worden geïnfiltreerd. Infiltratie van afgekoppelde verhardingen zoals opritten, parkeerplaatsen en terrassen mag niet verontreinigd zijn met chemische bestrijdingsmiddelen, olie, agressieve reinigingsmiddelen of andere verontreinigende stoffen.