• No results found

2. De academische middenmanager: definitie en positie

2.3. Wat is middenmanagement in het hoger onderwijs?

Ook in hoger onderwijs organisaties zijn verschillende typen managementlagen te onderscheiden. In deze studie worden de leden van het College van Bestuur van universiteiten en hogescholen en de Decanen van faculteiten van universiteiten als topmanagement beschouwd. Deze laag van het topmanagement valt buiten de scope van dit onderzoek. Dit onderzoek is gericht op een specifiek type middenmanager, namelijk de academische middenmanager in het Hoger Onderwijs. Dit type middenmanagers onderscheidt zich van ‘gewone’

middenmanagers door afwijkende taakstellingen, posities en activiteiten. In deze paragraaf wordt dit nader uiteengezet.

Er is er een aantal typen middenmanagers in het Hoger Onderwijs werkzaam, zoals faculteitsdirecteuren, cluster directeuren, stafdirecteuren, hoofden van opleidingen en afdelingen, et cetera. Zij vervullen allen verschillende activiteiten en kunnen ook door verschillende benamingen kunnen worden geïdentificeerd. Zij onderscheiden zich van elkaar op verschillende manieren. Ten eerste is er

onderscheid in staf- en lijnfuncties. Met de staffuncties worden de

ondersteunende diensten en staven bedoeld. Met de lijnfuncties worden de functies bedoeld die rechtstreeks met de core-business te maken hebben (het onderwijs en het onderzoek). Ten tweede zijn ze in te delen in hiërarchische en organisatorische niveaus. Met hiërarchisch wordt de variatie in functie bedoeld: van directeur (van een departement of faculteit) tot hoofd (van een vakgroep of afdeling). Met organisatorisch wordt het onderscheid tussen het centrale niveau binnen de instelling en decentraal niveau bedoeld (faculteiten, departementen, instituten of ‘schools’).

Middenmanagers van stafafdelingen op centraal of decentraal niveau worden ook wel benoemd als administrators (Newell, 1978; Owens, 1991) of chief academic

officers (CAO) (Land, 2003). Rosser (2000, 2004) definieert middenmanagers in

een brede range van midlevel leaders die zij omschrijft als

“either academic or non-academic support personnel within the structure of higher education organizations e.g., directors and coordinators of admissions, institutional research, registrars,

computing and technology, human resources, alumni affairs, student affairs, placement and counseling services, financial aid, development and planning giving.”

De midlevel leaders worden veelal geïdentificeerd in administratieve units die zij coördineren of dirigeren en waarbij zij een sleutelrol spelen binnen de vier traditionele service gebieden van hoger onderwijs organisaties: academische ondersteuning, bedrijfs/administratieve service, externe betrekkingen en

studentenzaken (Johnsrud & Rosser, 2000). Middenmanager administrators die tot deze categorie behoren ontwikkelen zichzelf als onofficiële leiders binnen hun eigen dienst. Zij zijn de consultant, raadsman, specialist en de technicus waarop de docenten en studenten hun vertrouwen en geloof in de organisatie hebben gebaseerd (Rosser, 2000, 2004). White, Webb & Young (1990) spreken van de

unsung heroes die zorg dragen voor een soepel verloop van de dagelijkse gang

van zaken op het instituut. Middenmanager administrators hebben ook te maken met de in-between situatie omdat zowel studenten, werknemers en externen als de bestuurders van het beleid hen met vragen en opdrachten benaderen. Middenmanager administrators zijn echter geen academische middenmanager omdat zij geen rechtstreekse verantwoordelijkheid dragen voor de kwaliteit van het onderwijs zelf. Daarom behoort deze groep niet tot de onderzoekspopulatie. Academische middenmanagers worden aangeduid als middenmanagers in lijn-functies die onderwijs(kundige) verantwoordelijkheid dragen. Bij universiteiten liggen deze verantwoordelijkheden voornamelijk bij de onderwijsdirecteur van faculteiten en gaat het veelal om hoogleraren die de functie tijdelijk en/of in

deeltijd vervullen en bij hogescholen zijn het de directeuren van de clusters, academies of de scholen. Deze directeuren zijn specifiek hiertoe aangesteld en voor hen is dit de enige taak. Deze academische middenmanagers rapporteren direct aan de Decaan van de faculteit of het College van Bestuur van het instituut. Zij bezetten invloedrijke posities binnen de organisatie en vervullen taken op het terrein van het bestuur, beleid en management en zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs. Zij hebben geen uitvoerende taken in het

onderwijsproces, maar zijn er wel voor verantwoordelijk. Zij bemoeien zich niet rechtstreeks met de onderwijsinhoud (content wordt gekozen door de docenten en hoogleraren; de professionals) maar zijn er wel voor verantwoordelijk. Evenmin zijn zij de eerste aanspreekpunten voor studenten of docenten. Zij onderscheiden zich hierdoor van de frontlinie managers zoals hoofden van stafdiensten (b.v. studentenadministratie) of hoofden van vakgroepen (b.v. hoogleraren en lectoren). Academische middenmanagers bewegen zich dus zowel op het terrein van de administrators (de staf) als op het professionele terrein (de lijn).

Er zijn twee type academische middenmanagers te onderscheiden, namelijk de academische middenmanager in de functie van directeur en de academische middenmanagers in de functie van manager. Dit onderscheid doet zich voornamelijk voor bij de grotere faculteiten en schools. Wanneer er meerdere opleidingen worden verzorgd zijn er vaak ook meerdere academische middenmanagers die verantwoordelijk zijn voor een of meerdere opleidingen binnen de faculteit of school. In de benamingen van de functies komt dit tot uiting doordat zij dan ofwel als directeur - in het geval van de algemeen

verantwoordelijke in het MT - ofwel als manager of hoofd, verantwoordelijk voor een opleiding, zijn aangesteld. Boyko & Jones (2010) beschrijven de directeur (director/dean) als de strategist die zijn instituut vertegenwoordigt op het executive niveau in en buiten de instelling en het hoofd (chair) als de tactician die het

instituut vertegenwoordigt tussen faculteiten en het instellingsniveau.

Definities van academische middenmanagers refereren vooral aan de positie die zij in de organisatie innemen en de verantwoordelijkheid die zij dragen. Hellawell & Hancock (2001) definiëren de academische middenmanager als managers die functioneren at the level of Dean, Associate Dean and Head of Department (HOD)

or its equivalent. Ehrich, Cranston & Kimber (2005) definiëren universitaire

academische managers als academici die midden tot senior management rollen bezetten zoals directeuren van onderzoekscentra, hoofden van opleidingen tot decanen van faculteiten. Ook in de Engelstalige literatuur is er geen eenduidige benaming voor de functie van academische middenmanagers. Academic Dean wordt o.a. gebruikt door Wolverton et al (2001) en Vieira da Motta & Bolan (2008). Ook worden begrippen als academic manager (Mercer, 2009), mid-level academic

manager-academics (Deem & Brehony, 2005) gehanteerd, wanneer het gaat om

professionals die management rollen op tijdelijke of permanente basis vervullen. Tot slot wordt opgemerkt dat de Directeur Onderzoek binnen een faculteit van een universiteit strikt genomen ook een academische middenmanager is, vanwege zijn rechtstreekse verantwoordelijkheid voor het onderzoeksprogramma. Omdat deze dissertatie zich alleen richt op het onderwijs, maakt deze groep academische