• No results found

Vragenlijsten interviews

In document One size fits all? (pagina 140-147)

Vragenlijst 1 Nederland: RVO, BNG, NWB, ROM’s

Mandaat en probleem

1) Welke inbreng heeft uw organisatie bij het financieren van projecten of organisaties? 2) Voor welke sectoren levert uw organisatie hoofdzakelijk financiering?

3) Hoe legitimeert u het ingrijpen van uw organisatie in deze sectoren en welk vermeend marktfalen wordt hier mee aangepakt?

4) Welke beoordelingscriteria heeft uw organisatie voor het leveren van financiering in de verschillende sectoren?

5) Hoe komt uw organisatie in contact met interessante projecten en bedrijven? Maakt u hierbij ook gebruik van een netwerk van commerciële banken of andere organisaties? Werkt u hierbij vooral downstream (case handling) of upstream (advisory)?

6) Richt u zich hoofdzakelijk op brownfield/greenfield investeringen?

7) Wat voor soort cofinanciers zijn er doorgaans betrokken bij de realisatie van projecten? 8) Wat voor risico’s neemt uw organisaties doorgaans bij financiering? Nemen jullie hierbij enkel

kredietrisico of ook ontwikkelingsrisico?

9) In welke sectoren identificeren jullie problemen met het realiseren van financiering?

10) In welke financieringscategorie zitten hierbij de problemen? Wat voor risicoprofiel en welke financieringsbehoefte kan niet in worden voorzien?

11) In welke mate worden jullie projecten gebaseerd op een ‘maatschappelijk rendement’? Welke indicatoren worden hierbij meegenomen?

Omgeving

1) Welke barrières in economisch beleid ziet u op dit moment in uw omgeving? Waar zit onopgelost marktfalen?

2) Ziet u dat er moeite bestaat om bij projecten de juiste partijen bij elkaar te krijgen in de sectoren waar jullie financiering voor leveren?

3) Op welke manier kan het investeringsklimaat worden verbeterd voor uw organisatie en private organisaties?

Doelstellingen en resultaten

1) Kunt u vertellen wat voor type projecten u sinds 2014 heeft gefinancierd? 2) Hoe is de pipeline van deze projecten samengesteld?

140 3) Welke instrumenten hebben jullie gebruikt voor de financiering? Waarom hebben jullie

specifiek deze instrumenten ingezet?

4) Welke cofinanciers zijn er bij betrokken? Hoe is de samenwerking met deze partijen verlopen? Welke valkuilen bent u tegengekomen bij de samenwerking met private partijen?

5) Wat is de grootte van de verschillende projecten? (<1mln, 1-5mln; 5-10mln, 10mln<) 6) Wat is het risicoprofiel van de verschillende projecten/instrumenten?

7) Hoe zien jullie de rol ten aanzien van de private sector hierin?

8) In welke mate heeft u het idee dat uw organisatie voldoende bekendheid heeft bij verschillende partijen?

9) Kunt u projecten vinden die passen binnen uw mandaat?

10) Op welke gebieden identificeert u momenteel tekortkomingen op nationaal niveau?

Aansluiting EFSI

1) In welke mate zijn de beleidsdoelen van EFSI/EIB overeenkomstig met de doelen van uw organisatie?

2) In welke sectoren en met welke type financiering kunnen Europese fondsen bijdragen aan het oplossen van dit probleem?

3) In welke mate zijn verschillende organisatie-, landen- en Europese fondsen complementair of tegenstrijdig aan elkaar?

Overig

141

Vragenlijst 2: foreign National Promotional Banks

Mandate

1) Who is owning the National Promotional Bank? Who are the key stakeholders in your organisation? What are these stakeholders aiming for?

2) Your organisation has a specific mandate. What do you consider to be the role of your NPB in funding projects and companies?

3) How does your organisation get in touch with interesting projects and companies? Do you use a network of commercial banks or other parties? Do you consider the role of your NPB in the process to be upstream (advisory) or downstream (case handling)?

4) What type of financial instruments does your NPB offer? Which economic sectors does your NPB aim to serve with these instruments? Does your NPB aim at greenfield or brownfield investsments?

5) To what extent are projects/companies cofinanced by other parties? What kind of cofinancing parties are usually get involved?

6) How would you justify the government intervention of your NPB? Which market failures do you aim to solve with your intervention? To what extent can private parties pick up your role in financing projects/companies? How do you safeguard market conformity and state aid regulations?

7) What economic sectors do you consider to be prone to market failures?

8) What type of funding is difficult to realise? What risks/scale/terms are currently difficult in funding projects/companies?

9) To what extent is funding based on ‘social return’? Which additional dimensions do you take into account? How do you measure these additional dimensions?

Context

1) Where do you currently perceive policy failures? What are the origins of these policy failures? 2) Where do you see ‘unsolved’ market failures?

3) Do you observe ‘coordination problems’; i.e. where are problems with to reach consensus with different parties on funding issues?

Goals and achievements

1) What type of projects are funded since 2014? 2) How was the project pipeline composed?

142 4) What cofinancing parties are involved? How did you cooperate with these parties? What type

of cooperation problems are common with cofinancing parties? 5) What is the seize of funded projects/companies?

6) What are the risk-bearing parties? How did you allocate different risks? What was the risk profile of the different projects?

7) Do ou think that your NPB facilities are well known in the market?

Connecting to EFSI

1) In which sectors can European funds contribute with funding and expertise?

2) To what extent do you consider national and European funds complementary or contradictory?

Additional

143

Vragenlijst 3: EIB/EIF

Probleem

1) Het EFSI fonds is opgericht om een bestaand marktfalen in de Europese Unie te verkleinen. Wat zijn de onderliggende aannames van het marktfalen?

2) Hoe maakt u een onderscheid tussen het EFSI programma en regulier EIB programma’s? 3) Traditionele EIB projecten zijn ook ‘additioneel’. Aan welke extra criteria moet een EFSI project

voldoen ten opzichte van een EIB project’?

4) Het scorebord kent een breed pallet aan eisen waaraan moet worden voldaan. Kunt u aangeven hoe een afweging wordt gemaakt tussen de verschillende aspecten uit het scorebord? Welke methoden worden gehanteerd in welke situatie? Hoe worden de niet- economische aspecten meegewogen in het eindoordeel?

Beleid

1) Het EFSI fonds biedt ondersteuning aan projecten die een hoger risicoprofiel hebben dan traditionele investeringen. Kunt u precies aangeven hoe deze projecten worden gemobiliseerd? Wordt de pipeline van projecten/mkb-financieringen anders gemobiliseerd in verschillende landen? Wat is de rol van NPB’s hierin?

2) Het EFSI fonds moet € 315 miljard aan extra investeringen realiseren door een totale garantiestelling van € 21 miljard. De ‘multiplier’ bedraagt hierdoor 15. Kunt u vertellen hoe deze multiplier wordt gerealiseerd? Hoe maakt u de vertaling met individuele instrumenten? 3) Welke barrières kunt u tot nu toe signaleren bij het realiseren van projecten onder EFSI? 4) Welke barrières kunt u tot nu toe signaleren bij het realiseren van kredietlijnen onder EFSI? 5) Het EFSI fonds werkt altijd samen met Special Purpose Vehicles. Wat zijn de voordelen van

een dergelijke SPV?

Omstandigheden

1) Het EFSI fonds is operationeel in landen met verschillende culturele, sociale en economische achtergronden. Bestaan er achtergronden die de werking van EFSI fondsen faciliteren/tegenhouden? (bijvoorbeeld NL goed ontwikkelde kapitaalmarkt met relatief ruimte financieringsmogelijkheden. Heeft dit effect op rol EIB?)

2) De verschillende landen die aansluiten op EFSI fondsen bevinden zich in verschillende economische ontwikkelingstrajecten. Zijn hier ook verschillen in financieringsbehoeften aan gekoppeld?

144 1) In welke mate denkt u dat de totale hoeveelheid aan investeringen wordt gerealiseerd? 2) Het EFSI beleid probeert projecten te realiseren in verschillende sectoren van de economie.

Welke sectoren profiteren in welke mate van de EFSI fondsen? Welk onderscheid tussen bestaat er hierbij tussen verschillende landen? BV Agro. Weinig EIB middelen? Waarom denkt u dat er geen projecten komen uit NL ?

145

Vragenlijst 4: Nationaal beleid

Macro-economische schets

1) Kunt u een korte schets geven van het macro-economische beleid in Duitsland/Verenigd Koninkrijk?

2) Op welke manier zijn de arbeidsverhoudingen in Duitsland georganiseerd? (Collectiviteit, ondernemerscultuur, vakbonden, werkgeversverenigingen)

3) Op welke manier worden ondernemingen hoofdzakelijk gefinancierd en bestuurd? (rol aandeelhouders, rol banken, alternatieve financieringsvormen)

4) Welke sectoren vormen de kern van het economische model? (industrie/service/landbouw) 5) Kunt u aangeven op welke punten het macro-economische model verschilt t.a.v. Nederland en

Duitsland/Engeland?

6) In welke sectoren ziet u momenteel het meeste problemen om financiering te realiseren (vraag/aanbod; start-ups, MKB, infrastructuur, duurzame energie en klimaat)

7) Hoe groot is de risico-aversie/bereidheid bij Duitse investeerders? (waar zitten de moeilijkheden; lange termijn/korte termijn, equity, (achtergestelde) leningen/garanties, senior debt/garanties).

Beleid

6) Het EFSI fonds biedt ondersteuning aan projecten en fondsen met ‘additionaliteit’. Additionaliteit wordt in mijn onderzoek geoperationaliseerd als (a) langere termijn, (b) hoger risicoprofiel, (c) lagere prijs en (d) het leveren van vertrouwen. Kunt u aangeven in welke rol u denkt dat het meeste ‘additionaliteit’ gerealiseerd kan worden in het Duitsland/Verenigd Koninkrijk?

7) In welke sectoren/industrietakken denkt u dat het meeste ‘additionaliteit’ kan worden gerealiseerd in Duitsland?

146

In document One size fits all? (pagina 140-147)