A – Introductie
1. Hebt u er bezwaar tegen dat dit gesprek opgenomen wordt? 2. Hebt u er bezwaar tegen dat u naam wordt genoemd in de scriptie? 3. Stelt u het op prijs dat de onderzoekresultaten u worden toegezonden?
4. Welke functie bekleedt u binnen de organisatie en wat zijn zoal uw werkzaamheden? 5. Heeft u de informatie die u is toegestuurd gelezen?
B - Beleidsvorming
6. In de bijlage treft u een cyclus aan om tot beleid te komen. Erkent u deze cyclus en de stappen die gezet worden binnen de cyclus? (In deze bijlage is de cyclus niet toegevoegd. Voor uitleg over de voorgelegde cyclus, zie paragraaf 4.1)
7. Wordt er bij uw corporatie op eenzelfde manier gewerkt om de missie en visie uiteindelijk te vertalen in complexbeleid?
8. Welke verschillen kunt u waarnemen tussen dit theoretische model en de praktijk bij uw corporatie?
C – Duurzaamheid
9. Wat weet u van de afspraken tussen Aedes en het Rijk met betrekking tot verduurzaming? 10. Heeft uw corporatie acties ondernomen naar aanleiding van deze afspraken?
9b: Wel: Hoe heeft uw corporatie deze afspraken opgevat en doorvertaald? 9c: Niet: Waarom niet?
D – Verduurzaming in beleid
11. Zijn duurzaamheid en energiezuinigheid in uw strategisch voorraadbeleid belangrijk? Zo niet: ga verder naar vraag 14
12. Wat is de motivatie geweest om duurzaamheid belangrijk te maken in uw corporatie In beleid?
13. Wat heeft er toe geleid dat duurzaamheid een belangrijk item is binnen uw corporatie? Sla vraag 14 over
14. Kunt u aangeven waarom uw corporatie dit niet belangrijk vind?
15. Bij de vorming van beleidsdocumenten zijn er verschillende factoren die invloed hebben op de mate waarin verduurzaming terugkomt in het beleid. In literatuur over corporatiebeleid zijn een aantal factoren gevonden. Deze factoren staan opgesomd in de bijlage. Gezamenlijk lopen we de factoren door. Hierbij leg ik uit wat de invloed van deze factor zou kunnen zijn. U kunt deze informatie bevestigen, ontkennen en aanvullen. Hierna kunt u de mate van importantie kunt aangeven (met een score van 1 t/m 100) bij het opstellen van duurzaamheidsambities en beleid. In de laatste kolom kunt u aangeven of deze factor een positief of een negatief effect heeft bij uw corporatie. In de lege vakjes is ruimte voor factoren die nog niet in de lijst genoemd zijn.
70 Invloedsfactoren bij beleidsvorming
Ingevuld door: Van:
Op:
De eerste kolom bevat de factoren welke een invloed hebben op het beleid rondom verduurzaming. In de tweede kolom kunt u de factor waarderen (1 t/m 100) op de mate van invloed die een factor heeft.In de laatste kolom kunt u weergeven of de factor een positieve, danwel een negatieve invloed heeft op de mate van verduurzaming in het beleid bij uw corporatie.
Factoren bij het opstellen van Strategisch voorraadbeleid 1 - 100 +/- 1. De missie en visie van de corporatie
2. De verwachte toekomstige marktvraag 3. De huidige marktvraag
4. Woonwensen van nu en in de toekomst
5. Het B.B.S.H. 6. Duurzaamheidsafspraken 7. Aedes 8. Subsidies 9. Financieringsmogelijkheden 10. Financiële verslaglegging 11. Fiscale regelgeving
12. Capaciteit van het uitvoerend orgaan 13. Kennis binnen de corporatie
14. De financiele positie van de corporatie 15. De huidige voorraad
A. B. C.
71
Factoren bij het opstellen van visies voor wijken en dorpskernen 16. Prestatieafspraken met de gemeente
17. Concurrentie/samenwerking met stakeholders 18. Bestaande gebiedsvisies
A. B. C.
Factoren bij het opstellen van complexbeleid 19. De bouwtechnische staat van complexen 20. Woningtypologie
21. Labelklassen van de woning 22. De woonomgeving
A. B. C.
72
Script interview uitvoering
A – Introductie
1. Hebt u er bezwaar tegen dat dit gesprek opgenomen wordt? 2. Hebt u er bezwaar tegen dat u naam wordt genoemd in de scriptie? 3. Stelt u het op prijs dat de onderzoekresultaten u worden toegezonden?
4. Welke functie bekleedt u binnen de organisatie en wat zijn zoal uw werkzaamheden? 5. Heeft u de informatie die u is toegestuurd gelezen?
B – Proces renovatie en verduurzaming
In het eerste deel van mijn onderzoek; het theoretische kader heb ik een proces omschreven zoals renovatie en verduurzaming, volgens literatuur, verloopt. Op basis hiervan heb ik ook een aantal factoren omschreven die de uitvoering van het beleid zouden kunnen belemmeren.
6. In de bijlage is dit proces omschreven. Erkent u dit proces? (In deze bijlage is het proces niet toegevoegd. Voor uitleg over het voorgelegde proces, zie paragraaf 4.5)4.1
7. Kunt u de grootste verschillen weergeven tussen het proces in de bijlage en het proces bij uw corporatie?
8. waar ligt bij uw corporatie de aanleiding of het initiatief om een ingrijpende verbouwing of renovatie uit te voeren?
Tijdens het net beschreven proces zijn er diverse factoren die invloed uitoefenen bij de planning en uitvoering van verduurzamingsingrepen. In de literatuur zijn een aantal van deze factoren gevonden en onder elkaar gezet. Deze factoren leg ik u één voor één voor. Daarbij leg ik uit wat volgens de theorie de invloed van deze factor is. U kunt deze theorie bevestigen, ontkennen of aanvullen. Vervolgens vraag ik u deze factor een score mee te geven (van 1 t/m 100) op het formulier. De open vakjes in deze lijst geven ruimte aan u om meer factoren te noemen die van belang zijn bij de uitvoering van verduurzaming.
73
Invloedsfactoren
Ingevuld door: Van:
Op:
Factoren Initiatieffase: Score
1/100
Invloed: +/- 1. Het complexbeleid
2. Huidige voorraad (bouwtechnische staat complex e.d.) 3. Capaciteit binnen de organisatie
4. Capaciteit vanuit externe partijen 5. Kennis binnen de organisatie 6. Kennis vanuit externe partijen 7. Financiële mogelijkheden 8. Technische mogelijkheden 9. Wensen van huurders 10. Woonomgeving A:
B: C:
Factoren Ontwikkelingsfase: Score invloed
11. Programma van Eisen
12. Capaciteit binnen de organisatie 13. Capaciteit vanuit externe partijen 14. Kennis binnen de organisatie .
15. Kennis vanuit externe partijen 16. Bestaande bebouwing 17. Huurders
74 18. Technische mogelijkheden
19. Budget
20. De benodigde investering/hoge bouwkosten A:
B: C:
Factoren Uitvoeringsfase: Score invloed
21. Het geoptimaliseerde realisatieplan; 22. Beschikbare wisselwoningen;
23. Geschikte en beschikbare aannemers; 24. Capaciteit en ervaring voor toezicht; A:
B: C: