• No results found

Vragenlijst praktijkonderzoek

Controlegroep

Instructie

Fijn dat je meedoet aan het onderzoek naar beslissingen over uithuisplaatsing.

Voor dit onderzoek willen we graag weten hoe jij in de praktijk beslissingen neemt of een kind uithuisgeplaatst moet worden.

Vul deze vragenlijst in wanneer je een beslissing neemt (of advies geeft) of een kind uithuisgeplaatst moet worden.

Het kan zijn dat je in je werk formeel geen beslissing neemt of een kind uithuisgeplaatst moet worden, maar dat je hier wel een advies over geeft. Ook dit advies noemen we in dit onderzoek

‘beslissen over uithuisplaatsen’. Dus ook dan vul je de vragenlijst in.

Voor elk gezin/casus waar je een beslissing neemt (of advies geeft) over uithuisplaatsing van een kind, vul je een nieuwe vragenlijst in. Je vult de vragenlijst in wanneer je expliciet overweegt om een kind uit huis te plaatsen. Het maakt niet uit of de beslissing (of het advies) als resultaat heeft dat een kind uithuisgeplaatst wordt of thuis blijft wonen. In beide gevallen vul je de vragenlijst in.

Het invullen van de vragenlijst kost ongeveer 15 minuten.

Het is belangrijk dat je bij elke vraag een antwoord invult.

We verwerken de gegevens anoniem. Dat betekent dat de resultaten van het onderzoek niet tot jou als professional of tot het kind waarvoor je de vragenlijst hebt ingevuld te herleiden zijn.

Heb je vragen over het onderzoek? Mail dan naar Cora Bartelink C.Bartelink@nji.nl of Anne Addink A.Addink@nji.nl van het Nederlands Jeugdinstituut.

Naam respondent:

E-mailadres respondent:

Vragen bij de casus 1. Dossiernummer:

2. Wat is de leeftijd van de jeugdige in deze casus?

Formdesk: getal

3. Is deze jeugdige eerder uithuisgeplaatst?

 Ja

 Nee

154

 Weet ik niet

4. Zijn andere kinderen uit het gezin op dit moment of in het verleden uithuisgeplaatst?

 Ja, op dit moment Ja, in het verleden

 Nee

 Weet ik niet

5. Waar ligt volgens jou de kern van het probleem in deze casus? Kruis maximaal twee antwoordmogelijkheden aan.

 A Psychosociaal functioneren van de jeugdige

o (zoals emotionele problemen, gedragsproblemen, problemen in de persoonlijkheid(sontwikkeling) en identiteit(sontwikkeling), gebruik van middelen/verslaving, of overige psychosociale problemen jeugdige)

 B Lichamelijke gezondheid, aan lichaam gebonden functioneren van de jeugdige o (zoals lichamelijke ziekte, aandoening of handicap, gebrekkige zelfverzorging,

zelfhygiëne, ongezonde levenswijze, aan lichamelijke functies gerelateerde klachten of overige problemen lichamelijke gezondheid, aan lichaam gebonden functioneren)

 C Cognitieve ontwikkeling en vaardigheden van de jeugdige

 D Gezin en opvoeding

o (zoals ontoereikende kwaliteiten van de opvoeding, problemen in de ouder-kindrelatie, verwaarlozing, lichamelijke/psychische mishandeling, incest, seksueel misbruik van de jeugdige in het gezin, instabiele opvoedingssituatie, problemen van de ouder, ander gezinslid of in het netwerk, problemen in de omstandigheden van het gezin)

 E Jeugdige en omgeving

o (zoals problemen op speelzaal, school of werk, problemen met relaties, vrienden, sociaal netwerk en vrije tijd, problemen in omstandigheden jeugdige)

6. Welk beslissing neem je (of welk advies geef je) over deze casus?

Geen verdere bemoeienis

 Indirecte aanpak via andere professionals die al contact met het kind of gezin hebben (bijvoorbeeld via een leerkracht of de jeugdgezondheidszorg)

 Gerichte hulpverlening aan het gezin met bijkomende voorzieningen (bijvoorbeeld maatschappelijk werk, gespecialiseerde jeugdhulp)

Het kind op vrijwillige basis uithuisplaatsen (d.w.z. met toestemming van de ouders)

 Het kind uithuisplaatsen nadat de kinderrechter daartoe heeft opgedragen (met een ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing)

7. Geef een onderbouwing voor je beslissing (of advies) over uithuisplaatsing.

8. Heb je een hulpmiddel gebruikt bij het maken van deze beslissing (of een advies) over het al dan niet uithuisplaatsen van het kind? En zo ja, welk hulpmiddel heb je gebruikt?

155

 Ja, namelijk…..

 Nee

9. Heb je deze beslissing (of advies) samen met een gedragswetenschapper genomen?

 Ja (ga naar vraag 10)

 Nee (ga naar vraag 11 bij uithuisplaatsing, niet uithuisplaatsen naar vraag 13)

10. Indien ja geantwoord op vraag 9

Hebben jij en de gedragswetenschapper op een gestructureerde manier de afwegingen besproken of het kind uithuisgeplaatst moet worden?

 Ja

 Nee

11. Indien bij vraag 6 gekozen is voor antwoordcategorie “Het kind op vrijwillige basis uithuisplaatsen” of “Het kind uithuisplaatsen nadat de kinderrechter daartoe heeft opgedragen”

Waar moet het kind volgens jou geplaatst worden? Het gaat hier om de plek die je idealiter wilt voor deze uithuisplaatsing.

 Netwerkpleeggezin

 Bestandspleeggezin

 Gezinshuis

 Residentiële voorziening

12. Is het mogelijk het kind te plaatsen op de plek die je bij vraag 11 invulde?

 Ja

 Nee

13. (Bij antwoord nee op vraag 12)

Welke vervangende beslissing heb je genomen?

Geef ook een onderbouwing van deze beslissing.

14. Hoe zeker ben je dat je de juiste beslissing genomen hebt?

(helemaal niet zeker) 1 – 2 – 3 –4 – 5 - 6 - 7 (heel zeker)

15. Hoe moeilijk vind je het om een beslissing over deze casus te nemen in vergelijking met andere zaken waar je mee te maken hebt?

(heel makkelijk) 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 (heel moeilijk)

16. Welke documenten in het dossier van dit gezin bevatten belangrijke informatie over de besluitvorming voor het wel of niet uithuisplaatsen van de jeugdige?

156

Experimentele groep

Instructie

Fijn dat je meedoet aan het onderzoek naar beslissingen over uithuisplaatsing.

Voor dit onderzoek willen we graag weten hoe jij in de praktijk beslissingen neemt of een kind uithuisgeplaatst moet worden.

Vul deze vragenlijst in wanneer je een beslissing neemt (of advies geeft) of een kind uithuisgeplaatst moet worden.

Het kan zijn dat je in je werk formeel geen beslissing neemt of een kind uithuisgeplaatst moet worden, maar dat je hier wel een advies over geeft. Ook dit advies noemen we in dit onderzoek

‘beslissen over uithuisplaatsen’. Dus ook dan vul je de vragenlijst in.

Voor elk gezin/casus waar je een beslissing neemt (of advies geeft) over uithuisplaatsing van een kind, vul je een nieuwe vragenlijst in. Je vult de vragenlijst in wanneer je expliciet overweegt om een kind uit huis te plaatsen. Het maakt niet uit of de beslissing (of het advies) als resultaat heeft dat een kind uithuisgeplaatst wordt of thuis blijft wonen. In beide gevallen vul je de vragenlijst in.

Het invullen van de vragenlijst kost ongeveer 15 minuten.

Het is belangrijk dat je bij elke vraag een antwoord invult.

We verwerken de gegevens anoniem. Dat betekent dat de resultaten van het onderzoek niet tot jou als professional of tot het kind waarvoor je de vragenlijst hebt ingevuld te herleiden zijn.

Heb je vragen over het onderzoek? Mail dan naar Cora Bartelink C.Bartelink@nji.nl of Anne Addink A.Addink@nji.nl van het Nederlands Jeugdinstituut.

Naam respondent:

e-mailadres respondent:

Vragen bij de casus 1. Dossiernummer:

2. Wat is de leeftijd van de jeugdige in deze casus?

Formdesk: getal

3. Is deze jeugdige eerder uithuisgeplaatst?

 Ja

 Nee

 Weet ik niet

4. Zijn andere kinderen uit het gezin eerder uithuisgeplaatst?

 Ja

157

 Nee

 Weet ik niet

5. Waar ligt volgens jou de kern van het probleem in deze casus? Kruis maximaal twee antwoordmogelijkheden aan.

 A Psychosociaal functioneren van de jeugdige

o (zoals emotionele problemen, gedragsproblemen, problemen in de persoonlijkheid(sontwikkeling) en identiteit(sontwikkeling), gebruik van middelen/verslaving, of overige psychosociale problemen jeugdige)

 B Lichamelijke gezondheid, aan lichaam gebonden functioneren van de jeugdige o (zoals lichamelijke ziekte, aandoening of handicap, gebrekkige zelfverzorging,

zelfhygiëne, ongezonde levenswijze, aan lichamelijke functies gerelateerde klachten of overige problemen lichamelijke gezondheid, aan lichaam gebonden functioneren)

 C Cognitieve ontwikkeling en vaardigheden van de jeugdige

 D Gezin en opvoeding

o (zoals ontoereikende kwaliteiten van de opvoeding, problemen in de ouder-kindrelatie, verwaarlozing, lichamelijke/psychische mishandeling, incest, seksueel misbruik van de jeugdige in het gezin, instabiele opvoedingssituatie, problemen van de ouder, ander gezinslid of in het netwerk, problemen in de omstandigheden van het gezin)

 E Jeugdige en omgeving

o (Zoals problemen op speelzaal, school of werk, problemen met relaties, vrienden, sociaal netwerk en vrije tijd, problemen in omstandigheden jeugdige)

6. Zijn de opvoedingscapaciteiten van de ouder(s) en de ontwikkelingsbehoeften van de jeugdige op dit moment in balans?

 Ja

 Nee

7. Is de balans tussen opvoedingscapaciteiten en ontwikkelingsbehoeften afhankelijk van belangrijke gezins- en omgevingsfactoren?

 Ja

 Nee

8. Zijn de opvoedingscapaciteiten en ontwikkelingsbehoeften met steun van het sociaal netwerk voldoende in balans te brengen?

 Ja

 Nee

9. Zijn de opvoedingscapaciteiten en ontwikkelingsbehoeften met hulp binnen een half jaar of een jaar voldoende in balans te brengen?

 Ja

 Nee

158 10. Is uithuisplaatsing nog te voorkomen met een gerichte interventie?

 Ja, namelijk….

 Nee

11. Welk beslissing neem je (of welk advies geef je) over deze casus?

Geen verdere bemoeienis

 Indirecte aanpak via andere professionals die al contact met het kind of gezin hebben (bijvoorbeeld via een leerkracht of de jeugdgezondheidszorg)

 Gerichte hulpverlening aan het gezin met bijkomende voorzieningen (bijvoorbeeld maatschappelijk werk, gespecialiseerde jeugdhulp)

Het kind op vrijwillige basis uithuisplaatsen (d.w.z. met toestemming van de ouders)

 Het kind uithuisplaatsen nadat de kinderrechter daartoe heeft opgedragen (met een ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing)

12. Heb je een hulpmiddel gebruikt bij het maken van deze beslissing (of een advies) over het al dan niet uithuisplaatsen van het kind? En zo ja, welk hulpmiddel heb je gebruikt?

 Ja, namelijk…….

 Nee

13. Heb je deze beslissing (of advies) samen met een gedragswetenschapper genomen?

 Ja

 Nee

14. Indien op vraag 13 is geantwoord:

Hebben jij en de gedragswetenschapper op een gestructureerde manier de afwegingen besproken of het kind uithuisgeplaatst moet worden?

 Ja

 Nee

15. Indien bij vraag 11 gekozen is voor antwoordcategorie “Het kind op vrijwillige basis uithuisplaatsen” of “Het kind uithuisplaatsen nadat de kinderrechter daartoe heeft opgedragen”

Waar moet het kind volgens jou geplaatst worden? Het gaat hier om de plek die je idealiter wilt voor deze uithuisplaatsing.

 Netwerkpleeggezin

 Bestandspleeggezin

 Gezinshuis

 Residentiële voorziening

16. Is het mogelijk het kind te plaatsen op de plek die je bij de vorige vraag invulde?

 Ja

 Nee

159 17. (Bij antwoord nee op vraag 16) Wanneer je het kind niet kan plaatsen op de plek die je

invulde bij vraag 15 schrijf hier dan de vervangende beslissing op.

Geef ook een onderbouwing van deze beslissing.

18. Hoe zeker ben je dat je de juiste beslissing genomen hebt?

(helemaal niet zeker) 1 – 2 – 3 –4 – 5 - 6 - 7 (heel zeker)

19. Hoe moeilijk vind je het om een beslissing over deze casus te nemen in vergelijking met andere zaken waar je mee te maken hebt?

(heel makkelijk) 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 (heel moeilijk)

20. Welke documenten in het dossier van dit gezin bevatten belangrijke informatie over de besluitvorming voor het wel of niet uithuisplaatsen van de jeugdige?

160