• No results found

Vragenfiches

In document Moodcase (pagina 96-105)

MEMORY

Hoe voelde je je als je voor de eerste keer in de groep kwam?

Hoe werd je opgevangen toen je naar hier kwam (schaalvraag)?

Wie heb je gezien? Met wie heb je gepraat?

Kon je direct vrienden maken?

Kende je vzw Kompani al voor dat je naar hier kwam?

Wat vond je van de rondleiding (het moment dat je mentor door het huis wandelde en hij/zij alles toonde)?

EXTRA (OUDERE KINDEREN):

Kreeg je genoeg informatie over Kompani toen je hier aankwam (via consulent, ouders, website, andere)?

Kreeg je genoeg informatie over leefregels, rechten, … tijdens het eerste gesprek met de mentor?

Hoe werd je voorgesteld aan de groep en vond je dit fijn?

Kun je aanduiden op deze schaal hoe tevreden je was over je eerste dagen

in Kompani?

POST-ITS

RONDE 1

Respect voor mijn gezin:

› De begeleiders praten genoeg met mama/papa/oma/opa/...? Recht op privacy:

› Ik kan alleen zijn als ik wil. Recht op een vertrouwenspersoon:

› Ik voel me rustig voel me rustig omdat ik weet dat ik altijd met iemand kan praten.

Recht op eigen dossier:

› Ik wil mijn dossier inkijken. Recht op hulp:

› Ik krijg genoeg hulp wanneer ik dit nodig heb.

Recht op zakgeld:

› Ik mag kiezen wat ik doe met mijn zakgeld. Recht op inspraak:

› Ik mag zeggen wat ik denk over bepaalde zaken in Kompani.

RONDE 2

Respect voor mijn gezin:

› Ik mag praten over mijn gezin/weekend thuis. Recht op privacy:

› Ik heb een plekje voor mij alleen, waar ik dingen die ik graag heb veilig kan leggen.

Recht op een vertrouwenspersoon:

› Ik weet dat er altijd iemand naar mij wil luisteren. Recht op eigen dossier:

› Ik weet dat ik de informatie die over mij wordt bijgehouden kan lezen. Recht op hulp:

› Ik weet waar ik terecht kan als ik een probleem heb. Recht op zakgeld:

› Ik vind het goed dat de begeleider mijn zakgeld bijhoudt. Recht op inspraak:

› Er wordt geluisterd naar mij wanneer ik iets niet leuk vindt.

DIEREN

GEZIN/STEUNGEZIN

› Kies een dier voor jezelf.

› Vertel hoe je gezin/steungezin er uit ziet.

› Kies een dier voor iedereen uit het gezin en/of steungezin.

Waarom koos je voor deze dieren?

Dieper ingaan op de situatie en de tevredenheid:

› Hebben ze contact gehad met jou tijdens je verblijf hier?

› Laat je mentor je weten wanneer er in je gezin iets gebeurt of verandert? › Vind je het leuk wanneer je ouders/andere gezinsleden op bezoek komen? › Vind je dat je gezin/steungezin genoeg op bezoek komt?

› Mag je zelf vragen aan de begeleiding om je familie te zien?

› Hoe heb je contact met je context, familie,… hoe wil je graag contact?

VRIENDEN (BIJKOMEND VOOR DE OUDERE KINDEREN)

› Kies een dier voor jezelf. › Vertel wie je vrienden zijn.

› Kies een dier voor elk van je vrienden.

Dieper ingaan op de situatie en de tevredenheid: › Waarom koos je voor deze dieren?

› Speel je veel met je vrienden?

› Vind je dat je voldoende kan/mag afspreken met je vrienden? › Hoe heb je contact met je vrienden?

KNUTSEL

VOORBEELDVRAGEN

› Wat vind je het belangrijkste dat een mentor moet kunnen of doen? › Wat vind je ervan als een begeleider eens boos is op je?

› Vind je dat een mentor eens streng mag zijn? › Vind je dat een mentor lief moet zijn?

› Vind je het belangrijk dat jouw mentor hier veel is? › Vind je dat de begeleiders genoeg tijd voor jou maken? › Kunnen de begeleiders goed luisteren naar jou?

› Heb je veel nood aan momenten alleen met een mentor? › ...

CIRKELS

VOEDING (BLAUW)

› Ik vind het eten lekker.

› Ik mag voorstellen wat we eten. › We eten niet altijd hetzelfde. › Ik krijg genoeg eten.

› Ik krijg een dessertje.

› Ik krijg elke dag een koekje mee naar school. › Ik krijg elke dag een stuk fruit.

› Ik mag af en toe frisdrank of fruitsap drinken.

INFRASTRUCTUUR (GROEN)

› Mijn kamer is groot genoeg. › Mijn kamer is gezellig.

› De leefruimte is groot genoeg. › De tuin is groot genoeg.

› Er is genoeg speelgoed om mee te spelen.

Binnen? Buiten?

› De bezoekersruimte is leuk ingericht.

SFEER (GEEL)

› Ik vind het leuk in de groep. › Ik vind de begeleiders lief.

› Ik ben blij met de spelletjes die we spelen. › Als er een nieuw kindje komt, vind ik dit leuk. › We doen leuke spellen samen met de groep. › Als ik jarig ben wordt dit gevierd met de groep.

VARIA (ROZE)

› Ik mag lang genoeg op de Playstation spelen. › Ik heb voldoende tijd om tv te kijken.

› Ik mag genoeg op de computer.

› Ik heb af en toe een leuk moment alleen met mijn mentor. › Ik vind het uur waarop ik ga slapen té vroeg.

› Ik kan me even afzonderen als ik dat wil.

8.1

VERKEERSLICHTEN

Respect voor mijn gezin:

› De begeleiders zijn lief tegen de mensen die op bezoek komen.

Recht op privacy:

› Ik mag binnengaan in iemand anders zijn kamer zonder te kloppen.

Recht op een vertrouwenspersoon:

› Ik voel me veilig omdat ik weet dat er altijd iemand voor mij is.

Recht op eigen dossier:

› Ik vind het belangrijk dat informatie over mij wordt bijgehouden. › Ik vind het belangrijk dat ik mijn dossier mag inkijken.

Recht op hulp:

› Ik krijg genoeg hulp wanneer ik dit nodig heb.

› Ik weet waar ik terecht kan als ik een probleem heb.

Recht op zakgeld:

› Ik mag kiezen wat ik doe met mijn zakgeld.

› Ik vind het goed dat de begeleider mijn zakgeld bijhoudt.

Recht op inspraak:

› Er wordt geluisterd naar mij wanneer ik iets niet leuk vind.

BINGO

Klok 1:

Heb je genoeg tijd om te spelen?

Klok 2:

Heb je tijd voor jezelf?

Een vraagteken: Mag je zelf spelletjes kiezen?

Voetstappen:

Heb je genoeg plaats om te doen wat je graag doet?

Een groep:

Vind je de groepsactiviteiten leuk?

Een busje:

Zijn er veel uitstappen? Vind je ze leuk?

Hobby’s:

Heb je hobby’s? Geraak je daar altijd?

In document Moodcase (pagina 96-105)