• No results found

Vormen en hun functies

In document Afdankertjes van de elite (pagina 32-34)

Hoofdstuk 4 – Keramiek

4.4 Vormen en hun functies

Voor de vele verschillende keramiekvormen zijn definities vastgesteld. Deze beschrijvingen worden gehanteerd in het Deventer-systeem. In het catalogusdeel van M. Bartels (1999: ‘Steden in scherven’, blz. 521 t/m 526) zijn de beschrijvingen van veel vormen te vinden. Hieronder volgt een overzicht (tabel 4) van de vormen die zijn aangetroffen tijdens het onderzoek van het aardewerk van beerput 12. De beschrijvingen volgen de definities die in de publicatie van M. Bartels (1999: ‘Steden in scherven’) is terug te vinden.

Vorm Beschrijving

Bord (schoteltje, bloempotschotel) Een ronde, vlakke vorm. De diameter is veel groter dan de hoogte, maar de diameter kan wel een bepalende factor zijn voor de functie. Kan voorzien zijn van standwerk, zoals een standring of standvoet. Bij een schoteltje hoort altijd een kop. Een bord is geen schaal, plooischotel of kom. De verhouding tussen hoogte en breedte is 1:4.

Deksel Zelfde als de vorm ‘bord’, maar dan omgekeerd en zonder standwerk. Wel is de vorm voorzien van additieven en is bedoeld voor het afsluiten van halfopen vormen, zoals een grape. Een bord kan als deksel zijn gebruikt en andersom, dit wordt ook wel een

dubbelfunctie genoemd. Een deksel is geen tonpotdeksel of dover. Grape Een grape is een halfopen vorm met drie (of meer) poten en heeft

een kookfunctie. Meestal gaat het om een ronde vorm, maar kan incidenteel ook ovaal zijn. Een grape kan van verschillende additieven zijn voorzien, zoals één of meer oren, een steel of een hengsel. Een grape is geen bakpan, steelkom of terrine.

Kan (drink-, schenk-, kookkan) De primaire functie van een kan is schenken of drinken, daarnaast kan het secundair een kookfunctie hebben gehad. Een kan is open aan de bovenkant en heeft altijd één oor (bij twee oren wordt het een kruik), maar nooit poten. Wel is een kan voorzien van standwerk. Wanneer een kan gebruikt is voor het koken, heeft deze vaak een schenklip of tuit. Een kan die een te hoge of smalle hals heeft om makkelijker uit te drinken, word een fles. De verhouding tussen de breedte en hoogte kunnen zeer variëren. Knikker (speelgoed) Kleine, massieve, ronde vorm van ongeveer 1 cm

doorsnee. Een knikker is geen kogel.

Kom (teil, bekken, bak) Een halfopen ronde vorm, voorzien van standwerk. De breedte van de vorm is groter dan de hoogte. De verhouding hoogte : breedte is ongeveer 1:4 met een minimale diameter van 14 cm. Een kom is niet bedoeld om mee te koken, dus geen kookfunctie. Een kom is geen bord, mand, schaal of vuurklok.

Komfoor (rechaud) Een halfopen vorm waarop een ander voorwerp gezet kan worden dat verwarmd moet worden of warm moet blijven. Hierbij wordt dan een gloeiend kooltje of turf in de komfoor geplaatst. Een komfoor heeft nokken op de bovenkant van de rand waarop het te verwarmen voorwerp geplaatst kan worden. De zijkant van de komfoor zijn van ventilatiegaten of nokken voorzien waar lucht door kan stromen. Een komfoor heeft additieven en standwerk. Een komfoor is geen stoof.

Kop (papkom, eetkom) Een kop is een diepe, ronde vorm die halfopen is. De hoogte is groter dan de diameter. De diameter is maximaal 14 cm. Het formaat en baksel van de kop bepalen de functie. Zo is een kop

33 van porselein (bijvoorbeeld p-kop-1) bedoeld om thee uit te drinken, terwijl een kop van roodbakkend aardewerk zowel een eet- als drinkfunctie kan hebben gehad. Hierbij is het type gebonden aan de functie. Een kop kan één of meer oren hebben. Regelmatig heeft een kop een bijbehorend schoteltje (bord). Een kop is geen beker. Lekschaal Een bord dat met gaten is doorboord waarop liggende producten

kunnen uitlekken. De gaten hebben een regelmatige afstand tot elkaar. Meestal is een lekschaal voorzien van additieven en standwerk. Een lekschaal is geen zeef of vergiet.

Miniatuur/miniatuurservies (poppengoed, speelgoed) Een miniatuur is een kopie van een gebruiksvoorwerp van menselijke maat. Omdat hier gaat om kleine kopieën en niet om de grotere vormen die echt om hun functie gebruikt worden, is ervoor gekozen alle miniatuur-voorwerpen van alle vormen en baksels onder te brengen in de categorie

miniatuur/miniatuurservies. Aan de hand van typenummers en de catalogus wordt de verdere vorm duidelijk.

Plooibord/plooischotel (schulpschotel, knorrenschotel, waaierschotel) Een bord dat als versiering een regelmatig golvend reliëf heeft. Dit reliëf bestaat uit brede, dunne en/of verspringende plooien. Net als een bord heeft een plooibord een ronde vorm en is meestal voorzien van een standring.

Steelkom Een halfopen vorm die zowel met als zonder standwerk voorkomen. Een steelkom is altijd voorzien van een steel en heeft vaak een schenklip. De verhouding tussen de hoogte en de breedte is ongeveer 1:4. Een steelkom is dieper dan een bakpan.

Test (vuurtest) Een halfopen vorm met additieven en standwerk. Net als bij een komfoor kan hierin een vuurkooltje geplaatst zijn. Testen komen geglazuurd en ongeglazuurd voor en kunnen een ronde, vierkante, recht- of veelhoekige vorm hebben. Een test kan in een stoof geplaatst worden. Grapen kunnen als test gebruikt zijn geweest, net als kommen met of zonder poten.

Theepot (trekpot, koffiepot/ketel, chocoladepot/ketel) Een gesloten vorm waar een warme drank uit geschonken wordt. Een theepot heeft een bolle vorm en is voorzien van een tuit, een oor en een deksel. Soms hoort er een zeef bij, maar veel theepotten hebben inwendig een zeef in de vorm van een paar gaatjes bij de aanhechting van de tuit. Theepotten kunnen voor verwarming op een stoof of komfoor geplaatst worden. theepotten bestaan in verschillende vormen en komen voor vanaf het begin van de 17e eeuw.

Vergiet Een kom dat met gaten is doorboord waarin producten kunnen uitlekken. De gaten hebben een regelmatige afstand tot elkaar. Meestal is een vergiet voorzien van additieven en standwerk. Een vergiet is geen zeef of lekschaal.

Zalfpot (albarello, apothekerspot, standpot) Een halfopen vorm met een cilindrisch uiterlijk en een opening aan de bovenkant. De zijkant van de zalfpot is recht opgaand of licht uitstaand. Over het algemeen heeft een zalfpot een standvlak of standvoet, maar sporadisch komen standringen of zielen ook voor. Additieven zijn zeldzaam en in een enkel geval is een zalfpot gedecoreerd. Dit kan zijn met een aanduiding van de inhoud ervan.

34

In document Afdankertjes van de elite (pagina 32-34)