• No results found

De in dit hoofdstuk opgenomen informatie is veelal afkomstig uit de rapportage van het verkennend bodemonderzoek.

De informatie over de onderzoekslocatie is gebaseerd op de bij de gemeente Oude IJsselstreek aan-wezige informatie (contactpersoon mevrouw I. Teunissen) informatie verkregen van de opdrachtgever (de heer R. Striekwold) en informatie verkregen uit de op 12 mei 2010 uitgevoerde terreininspectie.

Van de locatie en de directe omgeving zijn uit verschillende informatiebronnen gegevens verzameld over:

 het historische, huidige en toekomstige gebruik;

 eventuele calamiteiten;

 eventueel eerder uitgevoerde bodemonderzoeken;

 de bodemopbouw en geohydrologie;

 verhardingen, kabels en leidingen.

Bijlage 7 geeft een overzicht van de geraadpleegde bronnen.

2.2 Afbakening onderzoekslocatie vooronderzoek

Het vooronderzoek omvat de onderzoekslocatie en direct hieraan grenzende percelen binnen een afstand van 25 meter.

De onderzoekslocatie (± 1.150 m²) ligt aan de Hoge Rokken 14, circa 1,2 km ten zuidwesten van de kern van Gendringen in de gemeente Oude IJsselstreek (zie bijlage 1).

De onderzoekslocatie is kadastraal bekend gemeente Gendringen sectie H, nummer 181.

Volgens de topografische kaart van Nederland, kaartblad 41 C, 2004 (schaal 1:25.000), bevindt het maaiveld zich op een hoogte van circa 16 m +NAP en zijn de coördinaten van het midden van de onderzoekslocatie X = 222.190, Y = 431.415.

2.3 Historisch en huidig gebruik onderzoekslocatie

Perceel Hoge Rokken 14

Volgens de Grote Historische Atlas van Nederland, deel 3 "Oost Nederland 1830-1855", kaartblad 41, 1990 (schaal 1:50.000), alsmede kaartmateriaal daterend uit het begin van de vorige eeuw was het perceel, alsmede de omgeving ervan, destijds nog niet ontgonnen. Vanaf begin 20e eeuw heeft het perceel, alsmede de directe omgeving ervan, een agrarische bestemming. Tot op heden is dit gebruik ongewijzigd. Uit een topografische kaart van 1921 blijkt dat op het zuidoostelijk deel van het perceel sprake is van bebouwing. Vermoedelijk betrof dit een woonboerderij met enkele (kleinschalige) schu-ren.

Uit archiefonderzoek blijkt dat er in 1952 en in 1963 een interne verbouwing van het woonhuis (nr. 14) heeft plaatsgevonden. Uit de geraadpleegde kaartmateriaal blijkt verder dat tussen 1932 en 1994 ter plaatse van het zuidoostelijk terreindeel diverse bouwactiviteiten hebben plaatsgevonden. Mogelijk betrof dit de bouw en sloop van diverse schuren. Het erf is bebouwd met een woonhuis met een (voormalige) deel, een garage, een schuur, een tuinkas en een berging. Plaatselijk bevindt zich op het erf een overkapping. Het erf is verder verhard met klinkers. Het overige deel van het erf is in ge-bruik als tuin en als boomgaard. Ter plaatse van het weiland zijn geen ophogingen, stortingen of slootdempingen bekend.

Bij de gemeente Oude IJsselstreek zijn geen gegevens aanwezig waaruit blijkt of er asbesthoudende materialen zijn toegepast op of in de (voormalige) bebouwing.

Onderzoekslocatie nader onderzoek

Voor zover bij de opdrachtgever en de gemeente Oude IJsselstreek bekend, heeft er op de onder-zoekslocatie nimmer opslag van oliehoudende producten in ondergrondse of bovengrondse tanks plaatsgevonden. Wel blijkt uit informatie van de opdrachtgever dat rond de periode van de Tweede Wereldoorlog een bovengrondse benzinetransportleiding de onderzoekslocatie heeft doorkruist. Ge-gevens over de exacte ligging, de capaciteit en de periode waarin de voormalige bovengrondse transportleiding aanwezig is geweest ontbreken.

In bijlage 2a is de huidige situatie op een locatieschets weergegeven. De ligging van de voormalige transportleiding is bij benadering aangegeven.

2.4 Calamiteiten

In 1945 heeft zich ter hoogte van de westelijke perceelsgrens, op de huidige onderzoekslocatie, een lekkage van de bovengrondse transportleiding voorgedaan. Exacte gegevens over de locatie en om-vang van de lekkage zijn bij Econsultancy niet bekend.

2.5 Uitgevoerd(e) bodemonderzoek(en) op de onderzoekslocatie

Tijdens het verkennend bodemonderzoek (projectnummer 10035409 OUD.STR.NEN, Econsultancy, 4 juni 2010) is ter plaatse van peilbuis 11 (zie bijlage 2a) een lichte tot matige oliegeur waargenomen.

Analytisch zijn in de grond geen verontreinigingen aangetoond. Het grondwater ter plaatse bleek licht verontreinigd te zijn met aromaten en minerale olie. Op de locatie is gelijktijdig met het verkennend bodemonderzoek door Econsultancy een archeologisch onderzoek uitgevoerd. Tijdens dit onderzoek is ter hoogte van boring 9 van het verkennend bodemonderzoek (zuidwestelijk deel van het terrein) in een sterkere mate olie waargenomen. Dit is niet analytisch bevestigd. De aanwezigheid van veront-reiniging ter plaatse bevestigt wel de mogelijke aanwezigheid van bodemverontveront-reiniging, te relateren aan de lekkage van de transportleiding op het westelijk gelegen terrein.

2.6 Belendende percelen/terreindelen

De onderzoekslocatie is gelegen in het buitengebied van Gendringen. In bijlage 7 zijn de geraad-pleegde informatiebronnen voor de belendende percelen binnen 25 meter van de onderzoekslocatie opgenomen. Het bodemgebruik van de omliggende terreindelen is als volgt:

 aan de noordzijde bevinden zich een woonperceel (nr. 12) en weilanden;

 aan de oostzijde bevinden zich de openbare weg "Hoge Rokken", een paardenbak en een weiland;

 aan de zuidzijde bevinden zich de openbare weg "Walseweg" en weiland;

 aan de westzijde bevindt zich akkerland.

Van de aangrenzende percelen zijn geen bodemonderzoeksgegevens bekend.

Uit de verzamelde informatie blijkt dat er vanuit de omliggende percelen geen grensoverschrijdende verontreinigingen zijn te verwachten.

2.7 Terreininspectie

Voorafgaand aan het bodemonderzoek is er een terreininspectie uitgevoerd. Deze is gericht op de identificatie van bronnen, die mogelijk hebben geleid of kunnen leiden tot een grond- en/of grondwa-terverontreiniging.

De tijdens de terreininspectie aangetroffen situatie komt overeen met de locatiegegevens, zoals deze zijn opgenomen in paragraaf 2.3. Op de onderzoekslocatie zijn geen mogelijke bronnen voor een grond- en/of grondwaterverontreiniging aangetroffen.

Op het maaiveld zijn geen asbestverdachte materialen waargenomen.

2.8 Toekomstige situatie

De initiatiefnemer is voornemens de bestaande bebouwing te slopen en vervolgens twee nieuwe wo-ningen op het zuidoostelijk deel van het perceel te bouwen. Op de huidige onderzoekslocatie voor nader onderzoek is vooralsnog geen nieuwbouw gepland.

2.9 Bodemopbouw

De originele bodem bestaat volgens de bodemkaart van Nederland, kaartblad 41 West, 1982 (schaal 1:50.000), uit een vorstvaaggrond, welke volgens de Stichting voor Bodemkartering voornamelijk is opgebouwd uit leemarm en zwak lemig fijn zand. De afzettingen, waarin deze bodem is ontstaan, behoren geologisch gezien tot de Formatie van Boxtel.

2.10 Geohydrologie

Het eerste watervoerend pakket heeft een dikte van ± 20 m en wordt gevormd door de grove en grin-drijke Formatie van Kreftenheye. Op deze fluviatiele formatie liggen slechtdoorlatende lagen van za-vel en klei, behorende tot de Formatie van Echteld met een dikte van maximaal 2 m. Het eerste wa-tervoerend pakket wordt aan de onderzijde begrensd door afzettingen van de Formatie van Drente.

De gemiddelde stand van het freatisch grondwater bedraagt ± 13 m +NAP, waardoor het grondwater zich naar verwachting bevindt op ± 3 m -mv. Het water van het eerste watervoerend pakket stroomt volgens de isohypsenkaart van de Dienst Grondwaterverkenning van TNO, kaartblad 41 West, 1995 (schaal 1:50.000), in noordwestelijke richting. Er liggen geen pompstations in de buurt van de zoekslocatie die van invloed zouden kunnen zijn op de grondwaterstroming ter plaatse van de onder-zoekslocatie.