VOORONDERZOEK .1 Geraadpleegde bronnen

De informatie over de onderzoekslocatie is gebaseerd op de bij de gemeente Renkum aanwezige informatie (contactpersoon de heer P. Baars), informatie verkregen van de opdrachtgever (de heer H.

Post) en informatie verkregen uit de op 7 juli 2016 uitgevoerde terreininspectie.

Van de locatie en de directe omgeving zijn uit verschillende informatiebronnen gegevens verzameld over:

 het historische, huidige en toekomstige gebruik;

 eventuele calamiteiten;

 eventueel eerder uitgevoerde bodemonderzoeken;

 de bodemopbouw en geohydrologie;

 verhardingen, kabels en leidingen.

Bijlage 6 geeft een overzicht van de geraadpleegde bronnen.

2.2 Afbakening onderzoekslocatie vooronderzoek

Het vooronderzoek omvat de onderzoekslocatie en de direct hieraan grenzende percelen en/of ter-reindelen binnen een afstand van 25 meter.

De onderzoekslocatie (± 190 m²) ligt aan de Wolfhezerweg 111, circa 550 meter ten noordoosten van de kern van Wolfheze (zie bijlage 1).

Het perceel, waar de onderzoekslocatie deel van uitmaakt, is kadastraal bekend gemeente Renkum, sectie A, nummer 1445.

Volgens de topografische kaart van Nederland, kaartblad 40 A, (schaal 1:25.000) zijn de coördinaten van het midden van de onderzoekslocatie X = 183.240, Y = 446.675. Het maaiveld bevindt zich vol-gens het Actueel Hoogtebestand Nederland op een hoogte van circa 33 m +NAP.

2.3 Historisch en huidig gebruik onderzoekslocatie

Volgens historisch kaartmateriaal uit de periode 1850-1930 was de locatie, alsmede de directe omge-ving ervan, destijds in gebruik als bos. Op kaartmateriaal daterend van 1931 staat ten westen van de onderzoekslocatie bebouwing aangeduid. De onderzoekslocatie zelf is rond deze periode in gebruik als weiland. Op kaartmateriaal daterend van 1957 staat ook direct ten zuiden van de onderzoeksloca-tie bebouwing aangeduid. Rond 1970 worden op de locaonderzoeksloca-tie een camping en direct ten noorden van de onderzoekslocatie de Sara Mantsveldweg (voormalige Wolfhezerweg) gerealiseerd. Nadien is het gebruik van de onderzoekslocatie niet wezenlijk veranderd.

In de huidige situatie is de onderzoekslocatie bebouwd met een blokhut. De locatie is grotendeels in gebruik als siertuin, behorende bij de nabij de onderzoekslocatie gelegen vakantiewoning.

Voor zover bij de opdrachtgever en de gemeente Renkum bekend, heeft er op de onderzoekslocatie nimmer opslag van oliehoudende producten in ondergrondse of bovengrondse tanks plaats-gevonden. Ook zijn er geen gegevens bekend omtrent overige potentieel bodembedreigende activitei-ten op de onderzoekslocatie.

In bijlage 2a is de huidige situatie op een locatieschets weergegeven. Bijlage 2b bevat enkele foto's van de onderzoekslocatie.

2.4 Calamiteiten

Voor zover bij de opdrachtgever bekend hebben zich op de onderzoekslocatie in het verleden geen calamiteiten met een bodembedreigend karakter voorgedaan. Ook uit informatie van de gemeente Renkum blijkt niet dat er zich in het verleden bodembedreigende calamiteiten hebben voorgedaan.

2.5 Uitgevoerd(e) bodemonderzoek(en) op de onderzoekslocatie

Op de onderzoekslocatie zijn, voor zover bekend, geen bodemonderzoeken uitgevoerd.

2.6 Belendende percelen/terreindelen

In bijlage 6 zijn de geraadpleegde informatiebronnen voor de omliggende terreindelen en belendende percelen binnen 25 meter van de onderzoekslocatie opgenomen. Het bodemgebruik van de omlig-gende terreindelen is als volgt:

 aan de noord- en noordoostzijde bevinden zich de Wolfhezerweg (voormalige Sara Mans-veltweg) en een parkeerterrein;

 aan de oostzijde bevinden zich de Wolfhezerweg (voormalige Sara Mansveltweg) en een bijgebouw;

 aan de zuidzijde bevindt zich een vakantiewoning;

 aan de westzijde bevindt zich een receptiegebouw.

Uit raadpleging van het milieudossier (12-09-2006) van Camping Lindenhof blijkt dat zich op het ter-rein 2 tanks van 1.200 liter in een lekbak onder een afdak bevinden. Tijdens de terter-reininspectie is gebleken dat deze tanks zich ter plaatse van het bijgebouw, circa 30 meter ten zuidoosten van de onderzoekslocatie bevinden.

Gelet op de afstand van deze tanks tot de onderzoekslocatie in relatie tot de grote diepte van het grondwater wordt niet verwacht dat deze opslagactiviteiten een negatieve invloed hebben gehad op de bodemkwaliteit van de onderzoekslocatie.

Uit de verzamelde informatie blijkt dat er vanuit de omliggende percelen/terreindelen geen grens-overschrijdende verontreinigingen zijn te verwachten.

2.7 Terreininspectie

Voorafgaand aan het bodemonderzoek is er een terreininspectie uitgevoerd. Deze is gericht op de identificatie van bronnen, die mogelijk hebben geleid of kunnen leiden tot een bodemverontreiniging.

De tijdens de terreininspectie aangetroffen situatie komt overeen met de locatiegegevens, zoals deze zijn opgenomen in paragraaf 2.3. Op de onderzoekslocatie zijn geen mogelijke bronnen voor een bodemverontreiniging aangetroffen.

2.8 Toekomstige situatie

De initiatiefnemer is voornemens een (dienst-)woning op de locatie te bouwen.

2.9 Informatie lokale of regionale achtergrondgehalten

De gemeente Renkum heeft in samenwerking met tien andere gemeenten (Arnhem, Doesburg, Dui-ven, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum, Rijnwaarden, Rozendaal, Westervoort en Zevenaar) een Nota Bodembeheer opgesteld (CSO Adviesbureau, project 08K118, 25 september 2011). De onder-zoekslocatie ligt met betrekking tot de bovengrond in deelgebied B8 'Overige bebouwing landelijke gemeente' en voor de ondergrond in deelgebied O24 'zand'. Voor de bovengrond geldt dat er ver-hoogde achtergrondgehalten voor kwik, lood, nikkel, zink en PAK zijn vastgesteld. Voor de onder-grond zijn geen verhoogde achteronder-grondgehalten vastgesteld.

2.10 Bodemopbouw

De originele bodem bestaat volgens de bodemkaart van Nederland, kaartblad 40 West, 1968 (schaal 1:50.000), uit een haarpodzolgrond, die volgens de Stichting voor Bodemkartering voornamelijk is opgebouwd uit grof zand. De afzettingen, waarin deze bodem is ontstaan, behoren geologisch gezien tot de Formatie van Drente.

2.11 Geohydrologie

De onderzoekslocatie is gelegen op de Veluwe. Deze stuwal is gevormd door landijs dat tijdens het Saalien tot in Nederland rijkte. De afzettingen waaruit deze stuwwal is opgebouwd behoren tot de Formatie van Drente. De Formatie van Drente bestaat uit afwisselend zeer fijne tot zeer grove zan-den, klei en grind (keileem). De Formatie van Drente heeft ter plaatse van de onderzoekslocatie een dikte van ± 35,0 m. Hieronder bevindt zich de fluviatiele Formatie van Urk bestaande uit goed doorla-tend zand en grind. Op circa 60,0 m -mv bevindt zich de eerste duidelijke scheidende laag van circa 8 meter, bestaande uit klei, behorende tot de fluviatiele Formatie van Peize-Waalre.

De gemiddelde stand van het freatisch grondwater bedraagt ± 17,5 m +NAP, waardoor het grondwa-ter zich op ± 15,5 m -mv zou bevinden. Het wagrondwa-ter van het eerste wagrondwa-tervoerend pakket stroomt vol-gens gegevens van de digitale wateratlas van de Provincie Gelderland, in westelijke richting.

Er liggen geen pompstations in de buurt van de onderzoekslocatie die van invloed zouden kunnen zijn op de grondwaterstroming ter plaatse van de onderzoekslocatie. De onderzoekslocatie ligt niet in een grondwaterbeschermings- en/of grondwaterwingebied.