• No results found

Voordelen en knelpunten voor de betrokkenen van een samenwerking

Tijdens het onderzoek is er met diverse partijen gesproken over een samenwerkingsverband wat betreft het gezamenlijk verwaarden van biomassa in de regio van het Drents-Friese Wold. Bij deze gespreken zijn door de geïnterviewden meerdere voordelen van een samenwerking genoemd. De eerste indruk is dat men positief is tegenover een

samenwerkingsverband. Toch worden er een aantal knelpunten en vraagstukken genoemd.

Samenwerking

Het grootste voordeel van een samenwerking in en om het landschapbeheer valt volgens de natuurbeheerders te halen uit de kostenbesparing van aanbestedingsprojecten. Hierdoor zou scherper kunnen worden aanbesteed wat de kostprijs van het beheer naar beneden brengt. Dit geld niet alleen voor het gebied binnen in het Drents-Friese Wold, maar ook voor de het onderhoud aan de landschapselementen rondom het Drents-Friese Wold. Dit levert ook een logistiek voordeel op. Oogstmachines hoeven minder vaak gebracht en gehaald te worden, biomassa kan op centrale punten worden verzamelt en een uitvoerende aannemer heeft grotere opdrachten in plaats van meerdere kleinere. Door een lokaal initiatief hoeven er minder transportbewegingen te worden gemaakt waardoor de omgeving schoner en veiliger wordt.

Een ander groot voordeel is dat men door samenwerking waarschijnlijk opener wordt naar de, nu nog concurrent. Hierdoor staat de deur tot overleg meer open en kan men

gezamenlijk een beheerplan maken. Hierdoor ontstaat een ecologische eenheid in het landschap en kunnen onderhoudswerkzaamheden van verschillende eigenaren op elkaar worden afgestemd. Door een gezamenlijk beheerplan kan er makkelijker een continue aanvoer van biomassa worden geleverd. Door samen te werken wordt het makkelijker om een continue biomassastroom rond te krijgen en hierdoor een gunstigere prijs te kunnen ontvangen.

Doordat Staatsbosbeheer nu al werkt met een zeer commerciële en efficiënte logistiek van de biomassa kan veel kennis worden opgedaan wanneer Staatsbosbeheer bereid is deze te delen.

Voor de betrokken gemeenten is het voordeel dat zij hun snoeihout in de eigen gemeente kunnen benutten. Dit scheelt enorm in het transport en is goed voor het imago van de gemeente. Hiermee komen de gemeenten een stap dichter bij hun klimaat en energie doelstellingen. Wanneer met dit soort projecten de kostprijs naar beneden kan, worden de afvalverwerkingkosten lager dan nu en hoeven inwoners minder te betalen voor de

afvalstromen.

De landschapbeheerders zien vooral voordeel in de eenheid van het landschap die door een samenwerking ontstaan zal. Landschapbeheer Drenthe, landschapbeheer Fryslan en de Natuur- en Milieu Federatie Drenthe hebben aangegeven dat zij graag hun medewerking willen verlenen in het maken van een beheerplan en hun kennis en contacten willen gebruiken en delen voor een dergelijk project.

De Agrarische Natuurverenigingen hebben laten weten dat wanneer er een doel is om biomassa beschikbaar voor te stellen er ook middelen worden gehanteerd. “Wanneer er geen doel is zijn er ook geen middelen nodig, en wanneer er geen middel is, is er geen doel

51

nodig” , zo zegt dhr. Hof van Agrarische Natuurvereniging Gagelvenne.

De provincie Drenthe wil deze proef van samenwerking ondersteunen zodat er, wanneer er een positief resultaat behaald wordt, in meerdere gebieden kan worden samengewerkt. Naast de genoemde voordelen zijn er ook een aantal knelpunten genoemd aan een samenwerkingsverband. Er is door meerdere partijen gezegd dat wanneer er geen samenwerking is, er geen continue aanvoer van biomassa mogelijk is. Dit gaat om de

biomassa uit de regio. Biomassa kan altijd tegen marktprijs worden aangekocht. Dit is echter niet de doelstelling van de provincie Drenthe en van het Overlegorgaan Drents-Friese Wold. Tussen de genoemde partijen ligt een groot mentaliteitsverschil. De natuurbeherende

organisaties hebben een heuse ‘doe’ instelling. Hier worden snel besluiten genomen en hier wordt snel naar gehandeld. Bij de gemeenten en provincie gaat dit in de praktijk vaak wat trager. Hier is een groter bestuurlijk apparaat wat over de besluitvorming gaat. Dit kan leiden tot ergernissen onderling en vertragingen.

Een nadeel voor partijen die met levercontracten werken, in dit geval alleen

Staatsbosbeheer, is dat het leveren van de biomassa uit het Drents-Friese Wold deze levercontracten kan schaden. Wanneer Staatsbosbeheer besluit mee te werken aan een project als deze moet dit intern bij Staatsbosbeheer worden opgelost. Staatsbosbeheer heeft aangegeven dat zij mee wil werken met dit project mits er een marktconforme prijs wordt ontvangen voor de geleverde biomassa.

Voor alle biomassaleverende partijen geld dat zij de biomassa niet meer vrij kunnen verhandelen wanneer zij een intentieovereenkomst sluiten met het doel de biomassa in te zetten voor dit project. Als een andere afnemer meer geld bied kan dit leiden tot het mislopen van inkomsten.

Voor de natuurbeherende organisaties en de landschapbeheerders is het wel noodzakelijk dat zij de toekomstvisie van het Drents-Friese Wold voorop laten staan. Het mag niet zo zijn dat de natuurfunctie van het gebied verdwijnt en er een productiefunctie wordt gecreëerd omdat dit financieel interessanter is. De voorafgestelde doelstellingen in het Beheer- en Inrichtingplan moeten worden nagekomen.

Local for local

Het idee van local for local spreekt erg aan bij alle gesproken partijen. Regionale

energieketens lijden tot meer betrokkenheid met de omgeving en de leverende partijen. De huidige manier van het vermarkten van houtachtige biomassa levert geen problemen op. Leverende partijen worden de biomassa wel kwijt in de markt. Het geeft voor een aantal partijen geen goed gevoel wanneer dit in de “anonimiteit” verdwijnt. Men zit dit liever in de eigen regio benut worden dan dat dit over grote afstanden naar het buitenland of naar grote energiecentrales wordt vervoerd. Deze vorm van duurzame energie kan goed in de eigen regio benut worden.

Regionale energievoorziening (local for local), is een oplossing om met zeer geringe verliezen (transport en rendement van de installatie) duurzame energie te produceren. Iedere gemeente heeft wel een of meerdere grote objecten die veel energie vragen om verwarmt te worden. Hierbij valt te denken aan scholen, verzorgingstehuizen, sporthallen, zwembaden en nieuwbouwwijken.

Tijdens de interviews zijn een aantal potentiële afnemers genoemd. Deze worden besproken in het volgende hoofdstuk.

52