• No results found

aard van de goederen die worden gestolen. De onderverdeling van tabel

9

kan als uitgangspunt worden genomen, maar zal vaak in overleg met de recherche nog verder moeten worden uitge­

splitst.

.x ro

ro

Wa nneer vinden inbra ken plaats?

De wan neervraag valt u iteen in d rie subvragen.

- I n de eerste plaats kan worden nagegaan of

Vanzelfsprekend kun nen de gegevens met betrekking tot de vraag wanneer i n b raken worden gepleegd -in combinatie met gegevens over de vragen in welke objecten en waar wordt i ngebroken- ook worden gebru ikt voor het ontwikkelen van roosters van preventiesurveil­

lances.

tijdens de vakantieperiode veel worden i ngebroken. Als dat het geval is, verd ient het aanbeveling om juist het treffen van bepaa lde (organ isatorische) preventie maatregelen tijdens de vakantieperiodes te bevorderen.

- In de tweede plaats kan onderscheid worden gemaakt naar de dag van de week dat wordt i ngebroken. U it een dergelijk onderscheid zou naar voren ku nnen komen dat bijvoor­

beeld tijdens het weekeinde veel wordt i ngebroken en extra preventieve maatregelen getroffen zouden moeten worden .

Waa r komen inbrekers binnen en wat zijn de modus operandi?

H et registreren van dit soort gegevens is van belang voor de keuze van O B E-maatregelen die bevorderd moeten worden . In de eerste plaats kan worden vastgelegd waar een object wordt binnengedrongen; h ierbij ka n onderscheid worden gemaakt in: voorzijde, achterzijde, zijkant en bovenkant (dak) .

- I n de derde plaats kan een onderscheid i n overdag, ' s avonds en 's nachts van belang zij n . Als vooral ' s avonds en 's nachts wordt gestolen zou d it een signaal kunnen zijn dat er iets aan de verlichting moet worden gedaan.

Voorts is het zinvol om een onderscheid te maken in verschil lende modus operandi. Er ka n bijvoorbeel d worden uitgegaan van de volgende hoofdindeling, die afhankelijk is de plek waa r de dader zijn aanval op richt:

Beglazing

Deuren

Wanden

Daken

- ruit

- raam*

- kozijn - ha ng- en

slu itwerk

- deur - kozijn - hang- en

sluitwerk

- muren - puien - l u i ken - ventilatie­

openingen

- bedekking - l ichtkoepels

- i nslaan

- gedeelte verwijderen met glassnijder - in zijn geheel verwijderen

- verwijderen glas latten en verwijderen ruit - openwrikken

- in zijn geheel verwijderen - het uitdrijven of forceren

va n scharnieren - gaatjes boren

- maken van gaten i n deurbladmateriaal -- verwijderen van panelen

- u iteendrukken van kozijnstijlen ter hoogte van het slot - verwijderen kozijn

- het u itdrijven of forceren van scharnieren

- forceren sloten

- u itzagen/hakken slot of sluitkom - terugduwen nachtschoot

- manipuleren slot met een valse sleutel of andere speciale hulpmiddelen

- maken van gaten in muren

geheel of gedeeltelijk vern ielen van puien

- verwijderen door losnemen bevestigingsm iddelen - doorbreken van plaatmateriaal

- verwijderen door losnemen bevestigingsmiddelen

- doorbreken van roostermateriaal - maken van gaten in de dakbedekking - verwijderen platen dakbeschot

- verwijderen door losnemen bevestigingsm iddelen - doorbreken va n plaatmateriaal

, Wanneer e r geen bewegende delen zijn, i s er geen sprake van een raam e n is d e ruit i n het kozijn bevestigd.

H et betreft h ier een voorbeeld van een classifi­

catie van verschillende modus operandi. Vaak zult u voor uw eigen werkgebied een eigen classificatie moeten maken . Daarbij is de kans groot dat er lokaal slechts weinig inzicht is in de modus operand i die in zwang zij n .

I n dat geva l moet getracht worden via i ntern overleg (bijvoorbeeld met de TO D) hier verbete­

ring in te brengen .

Wel ke preventieve maatregelen h eeft men al getroffen?

Als u het treffen van O B E-maatregelen wil bevorderen, is het van belang dat u weet op wel ke ' preventief niveau ' de doelgroep zich bevindt, zodat de advisering en/of voorl ichting op d it n iveau kan worden afgestemd.

Om h ier een beeld van te krijgen zal het over het algemeen zinvol zijn een rondgang door het betreffende gebied te maken, waa rbij wordt geïnventariseerd wel ke preventieve maatrege­

len men treft. Tevens kan er worden gelet op sporen van (mislukte) inbraakpogingen, waar­

mee een indruk van de effectiviteit van preven­

tieve maatregelen kan worden verkregen . H et verd ient overwegi ng om bij dergelijke inspecties collega 's van de surveillancedienst te betrek­

ken , bijvoorbeeld in het kader van een preven­

tief surveillanceproject.

I nd ien dergelij ke inspecties gaan plaatsvinden, is het om misverstanden te voorkomen nodig dat de bewoners van de betreffende won ingen vooraf geïnformeerd worden.

Overigens zou natuurlij k ook via een lokale slachtofferenquête achterhaald ku nnen worden welke preventieve maatregelen men treft. Aan een dergelijke enquête zit echter veel werk vast en het houden van een slachtofferenq uête komt dan ook al leen in aanmerking a ls met zo ' n enquête ook andere onderzoeksvragen beant­

woord moeten worden .

Nulmeting i n het kader van effectevaluatie Wanneer men achteraf de effecten van preven­

tieve maatregelen wil weten , moet vooraf de situatie die men wil veranderen worden geme­

ten . Dit is een nulmeting. Na uitvoering van de maatregelen wordt dan met een vergelij kbaar onderzoek nagegaan of de gewenste verande­

ringen (die zijn vastgelegd in de doelen van het project) gereal iseerd zij n .

Wat men bij een nul meting precies w i l achter­

halen, is afhankelij k van de doelen van het project. H et hoofddoel zal over het algemeen wel nagenoeg eensluidend zijn en neerkomen op het vermi nderen van het aantal i nbraken C . q . d e schade d i e door in braak wordt veroorzaakt.

Om na te gaan of deze hoofddoelstell ing wordt bereikt, zal dus zowel voor als na het uitvoeren va n de preventieve maatregelen moeten worden nagegaan hoeveel inbraken er plaats­

vinden C . q . hoeveel schade er door inbraken wordt veroorzaakt.

Zoals we al zagen, zal het vaststellen van het aantal inbraken over het a lgemeen geen proble­

men geven, omdat h iervoor het aanta l aangiften bij de pol itie als graadmeter kan worden genomen. Het wordt echter moeilij ker als de interesse uitgaat naar de schade die door inbraak wordt veroorzaakt (bijvoorbeeld omdat men een kosten/baten analyse wil maken).

De financiële schade (zowel de braakschade als de waarde van het gestolene) ten gevolge va n een i nbraak wordt immers (lang) niet altijd en overa l in de processen-verbaal opgenomen.

Om dan toch een beel d te krijgen van de finan­

ciële schade zal getracht moeten worden gege­

vens van verzekeraars los te peuteren , of van gegevens uit een lokale slachtofferenquête gebru ik moeten worden gemaakt.

Een tweede belangrij ke hoofddoelstelling van een inbraakproject zou het verminderen van angstgevoelens (voor inbraak) onder de doel­

groep ku nnen zij n .

Als u wilt weten o f deze hoofddoelstelling wordt gerealiseerd is het vrijwel onverm ijdelijk dat er via (slachtoffer)enquêtes onder de bevolki ng zowel voor als na het project vragen over angst­

gevoelens worden gesteld.

Met andere worden : a ls het vermi nderen van angstgevoelens a ls een va n de hoofddoelstell in­

gen van een project wordt gekozen, brengt dit -er vanuit gaande dat u ook wilt weten of die doelstelling wordt gehaald- een hoop onder­

zoekswerk met zich mee.

Relaties tussen d e doelste l l i ngen

Meesta l wordt in een onderzoek meer dan een doelstelling beoogd .

Als er begonnen wordt met de vraag of inbraak werkelij k een probleem vormt, zullen deze gegevens ook gebruikt kun nen worden voor de nul meti ng.

Voorts kan bij de vraag of er voldoende bereid­

heid bestaat om iets tegen inbraak te doen, tevens zicht worden verkregen op de mogelij ke doelgroepen van het project.

Tenslotte kun nen bepaalde gegevens die verza­

meld worden om de maat regelen te bepalen, ook in het kader van de nul meting worden gebrui kt.

Als bijvoorbeeld voor de start van het project wordt nagegaan welke preventieve maatregelen men a l getroffen heeft, kunnen deze gegevens worden vergeleken met gegevens over de preventieve maatregelen die men treft nadat het project is uitgevoerd .

De belangrijkste bron voor eigen onderzoek vormen ongetwijfeld de gegevens u it de proces­

sen-verbaal ter zake inbraak.

Deze gegevens zijn verkrijgbaar bij de afdeling binnen korps of d istrict die belast is met het verzamelen en verwerken van processen-ver­

baal . Deze diensten hebben vaak verschillende namen ; wij hanteren hier voor het gemak de term ' H KD' (Herkenningsdienst) .

Aangezien het aangiftepercentage voor in braak tussen de 80 en 90% l igt, hoeft u zich n iet veel zorgen te maken over de zogenaamde dark number problematiek. Met behulp van H K D­

cijfers zult u over het algemeen een redelijk beeld kunnen krijgen van het totale inbraak­

patroon .

Als u politiegegevens gaat verza melen , moet u echter wel bedacht zijn op drie problemen die zich voor ku nnen doen .

I n de eerste plaats is het i nvul len van formu­

lieren bepaald niet het meest gel iefde werk.

Zowel de pol itiemensen die een proces-verbaal opmaken als degenen die de pv's verwerken, zul len vaa k de neiging hebben zo m i n mogelijk tijd te besteden aan de papierwinke l . Dit kan ertoe leiden dat formulieren vaak onvolledig worden ingevu ld. Daarom is het nodig de betref­

fende collega 's te overtuigen van het belang van geregistreerde gegevens voor het (preven­

tieve) politiewerk.

In de tweede plaats is het mogelij k dat de gegevens waa r u in bent geïnteresseerd , helemaal n iet voorkomen op de formulieren waarmee binnen uw werkgebied wordt gewerkt.

Als d it het geval is, ligt het voor de hand dat u tracht de betreffende formulieren aan uw wen­

sen aan te passen.

Met het oog op deze relaties tussen de doelstel­

lingen van onderzoek is het van belang dat in een zo vroeg mogelijk stadium wordt bepaald wel ke doelstellingen wel en welke doelstel l ingen n iet worden nagestreefd .

I n de derde plaats doet zich vaak het probleem voor dat de gegevens die u wi lt hebben , slechts met veel i nspanning (turfwerk) uit de papierWinkel te halen zij n . I n het a lge­

meen zal de H KD u nog wel direct kun nen informeren over het totaa l aantal i nbraken, maar a ls u meer wilt weten over bijvoorbeel d de wijze van binnend ri ngen zal een hele stapel formulieren doorgewerkt moeten worden . U kunt proberen dit probleem (ten dele) te onderva ngen door de H K D te verzoeken hun registratiesysteem zoveel mogelijk aan uw wensen aan te passen .

Dit zou bijvoorbeeld kun nen in houden dat men bij de H KD turflijsten (zie 5.4. voor een voor­

beeld van zo' n lijst) i nvu lt, waa rop bepaalde gegevens u it de pv's systematisch worden overgenomen . U heeft meer kans om dit te bereiken, als u duidelij k kunt maken dat het n ieuwe registratiesysteem ook aan andere delen van het korps voordelen biedt.

Gecoörd ineerde actie met de recherche, als primaire afnemer van H KD-informatie, is natuurl ij k i n ieder geval geboden.

H et a l lermooiste is natuurl ij k als inbraak­

gegevens in een computer worden opgeslagen en ook met behulp van d it rekentuig geanaly­

seerd ku nnen worden, zoals bij de Rij kspolitie 's-Gravenhage wordt gedaan.

Wanneer de mogel ijkheid van geautomati­

seerde gegevensverwerking binnen uw werk­

gebied bestaat (of op korte termijn te verwach­

ten is) , is het van belang dat u erop aand ringt dat de gegevens die u belangrij k vindt, ook worden verwerkt. U moet er zo vroeg mogelijk bij zij n ; bij reeds geautomatiseerde systemen is het dikWij ls heel moei lij k om nog aanpassingen door te voeren.

Bij de bespreking van de verschil lende onder­

zoeksvragen is gebleken dat ter aanvu l l i ng van de H KD-gegevens soms andere bronnen bij het onderzoek gebruikt kun nen worden . Zo kan de eigen waarneming of die van uw col lega 's interessante gegevens opleveren, met name over preventieve maatregelen die worden getroffen .

Voor het vaststellen van d e schade tengevolge van i nbraa k kunt u trachten gegevens te verkrij­

gen bij verzekeringsmaatschappijen (die uitein­

delijk ook belang hebben bij i nbraakpreventie) . U moet dan n iet het hoofdkantoor benaderen, maar bijvoorbeel d een plaatselijk expert ise-/

verzekeringsbureau . Persoon l ij k contact is bij deze wijze van gegevens verza melen onont­

beerlijk.

In de vorige twee subpa ragrafen (5 . 1 en 5 . 2) zij n de belangrij kste onderzoeksvragen en gegevensbronnen aan de orde gesteld. Over het a lgemeen is reeds aangegeven welke gege-vens bij wel ke vragen te pas kunnen komen . Schema 1 geeft hier een handzaam overzicht van.

Schema 1: onderzoeksvragen en bronnen

Hoofddoel- belangrij kste

politie-stellingen onderzoeks- gegevens

vragen nagaan of het 1 ) is inbraak

zin heeft een probleem +

inbraak aan 2) is er voldoende te pakken bereidheid iets tegen

inbraak te doen n.v.t.

Bepalen welke 1) waar worden in-maatregelen braken gepleegd + het meest in 2) welke goederen aanmerking worden gestolen + komen 3) wanneer vinden

inbraken plaats + 4) werkwijze van

inbrekers +

5) welke preventieve maatregelen heeft men genomen Meten van 1) bepalen van effecten de omvang van het

probleem ±

2) bepalen van angst-gevoelens voor inbraak Betekenis van de tekens:

Tenslotte moet de slachtofferenquête a ls moge­

lij ke bron worden genoemd. Er is reeds gesteld dat het houden van een slachtofferenquête veel werk met zich meebrengt. Daarom komt een dergel ijke enquête al leen in aanmerking a ls u i n ieder geval wilt weten of het project de angst­

gevoelens vermindert (het is im mers moei lij k daar op andere wijze achter t e komen). Vanzelf­

sprekend zullen in zo ' n enquête dan ook andere vragen gesteld ku n nen worden ; bijvoorbeeld over (de bereidheid tot) het treffen van preven­

tieve maatregelen; het aantal keren dat men (tijdens het afgelopen jaar) s lachtoffer van inbraak is geworden en de schade ten gevolge va n i n braak.

waarneming gegevens slachtoffer verz.mij. enquêtes

+

n.v.t. n.v.t. +

+

+ +

+

±

+ +

± +

+

+ : gegevens geschikt om antwoord op betreffende vraag te geven;

± : gegevens zijn tendele geschikt voor de beantwoording van de betreffende vraag gegevens ongeschikt voor beantwoording van de betreffende vraag;

voor dit doel te arbeidsintensief.

Bij d it schema dienen nog twee opmerkingen te worden gemaakt:

D it schema is niet meer dan een eerste leidraad bij de vraag welke soort gegevens lokaal verzameld moeten worden.

De keuze uit diverse onderzoeksmogel ij khe­

den za l van een aanta l factoren afhangen.

Het gaat daarbij onder meer om:

o B ij welke hoofddoelstel l i ng(en) van het onderzoek ligt het zwaartepunt;

o H oeveel tijd en/of gel d kost het om bepaalde gegevens boven water te krijgen;

o Welke kwal iteitseisen worden er aan het onderzoek gesteld .

I n verschillende regio's zijn ter voorbereiding van anti-in braakprojecten op systematische wijze i n braakgegevens verza meld, onder a ndere in de regio Zeeland . D it voorbeeld heeft betrekking op een gebied dat bestaat u it een G P-korps en een RP-groep. De G P-gemeente heeft ± 40.000 i nwoners; het inwoneraantal binnen het gebied van de RP-groep is

± 1 0. 000.

Er waren diverse signalen dat in d it gebied relatief veel werd ingebroken.

O m na te gaan wat aan de problemen gedaan kan worden, hebben de a m btenaar Voorkoming M isdrijven van het Rij kspo l itied istrict en de ambtenaar Voorkoming M isdrijven van het het Gemeentepol itiekorps een onderzoek opge­

start.

H et RBVM heeft een adviserende functie bij het o nderzoek.

I n het onderzoek zij n d rie fasen te onderschei­

den :

- oriëntatie door middel van gegevens die d i rect voorhanden zij n ;

- het verzamelen van gegevens (turfstaten, kaarten) ;

- het verwerken en i nterpreteren van gege­

vens.

O riëntatie

Allereerst zijn de gegevens over het totaal aantal inbraken bij de H KD en D R I D opge­

vraagd . Hieruit is gebleken dat het aanta l inbra­

ken de laatste jaren sterk stijgt. In 1 984 werden i n het hele gebied ongeveer 300 inbraken gepleegd. Gegevens over de geleden schade waren n iet voor handen.

- Het schema is natuurlij k n iet vol ledig: alleen de meest voorkomende onderzoeksvragen zij n opgenomen . Over het a lgemeen zullen andere o nderzoeksvragen ook met één of meer va n de in het schema opgenomen gegevensbronnen beantwoord ku nnen worden .

O m de omva ng van het onderzoek te kun nen beperken, werd a l in de oriënterende fase gekeken naar de (globale) onderverdeling va n het aantal i nbra ken naar object. Door de a m bte­

naar VM van het G P-korps werd een forse stapel pv's doorgewerkt, waarbij h ij a l leen turfde i n welke objecten werd i ngebroken. De ambtenaar VM van de RP had het makkel ij ker, want de DRI D bewaart de i nbraakformul ieren i n verschil­

lende mappen : per type object één map.

Op grond van deze oriëntatie werd besloten het onderzoek verder uitsluitend te richten op woningen en winkels.

Overigens kwam bij de o riëntatie ook naar voren dat een aantal gegevens die va nuit pre­

ventie-oogpunt va n belang zijn, n iet op de inbraakformul ieren zijn terug te vinden. D it houdt verband met het feit dat de formul ieren zijn ontwi kkeld om zoveel mogelij k informatie over daders te verschaffen.

Het verza melen van gegevens

Voor de verdere gegevensverzameling was het noodzakelijk dat de pv's (ter zake inbraak in woonhuizen en winke ls) stuk voor stuk werden doorgenomen .

Vervolgens werd een kaart gemaakt, waa rop de in braken staan aangegeven: rode punaises voor woonhu izen en groene voor wi nkels.

Tegel ijkertijd werd een turfl ijst i ngevu ld, waarop de andere relevante gegevens u it de pv's wa ren overgenomen. H ier is een deel van die tu rflijst weergegeven .

Deel van een tutflijst

Aard van gestolen goederen - geld, cheques - radio's, tv's, etc.

- kleding - sieraden - antiek - overig Tijd van de dag - 6.00- 1 8.00 u ur - 1 8.00-24.00 uur - 00.00-6.00 u ur etc.

flats en etage­

woningen

rijt jes­

woningen

Bij dit deel van de turfl ijst zij n twee opmerkingen van belang.

- M et deze l ijst is het mogelij k om voor inbra­

ken in de (d rie) verschillende type won ingen en winkels "aparte plaatjes" te maken.

Zo b leek bijvoorbeeld dat bij vrijstaande woningen via andere methoden en op andere tijdstippen wordt i ngebroken dan in de andere typen woningen en in winkels.

- In de tweede plaats moet worden benadrukt dat het hier om een voorbeeld gaat: afhan ke­

l ij k van de uitkomsten van de oriëntatie zult u een turfschema ku nnen maken wat op de situatie in uw werkgebied is toegesneden.

Verwerken en i nterpreteren van gegevens Op basis van het cijfermateriaal werden onder meer de volgende conclusies getrokken:

- De meeste inbraken vinden ' s avonds plaats.

- Veel inbraken vinden in het weekend plaats.

- I n de G P-gemeenten zijn de i nbraken even-red ig over de maanden van het jaar verdeeld;

in het RP-gebied wordt er voora l in de zomer­

en wintermaanden i ngebroken.

- De buit bestaat voora l uit geld, sieraden, beeld- en geluidsappa ratuur, gereedschap en genotsmiddelen .

- De schade varieert van honderden tot duizen­

den gu ldens.

vrijstaande woningen

winkels

- I n het RP-gebied bestonden de gehanteerde modus operandi vooral uit geringe verbrekin­

gen van raam of deur. In de G P-gemeenten kwam een wijd scala van modi operandi voor.

De belangrij ke vraag die nu nog rest is natuurlijk hoe de cijfers verder worden gebruikt.

- De kaa rt kan gebrui kt worden om aan te geven welke buurten en dorpen de meeste aandacht bij de uitvoering van maatregelen moeten krijgen.

- Gegevens over periodes en tijdstippen kun nen (in samenhang met de kaart) worden gebruikt bij het opstel len van roosters voor preventieve surveillances.

- Gegevens over de wijze van bin nend ringen en de mate waarin men preventieve maatre­

gelen treft, ku nnen worden gebrUikt a ls men het nemen van O. B. E.-maatregelen wil stimu­

leren (met name bij de vraag welke maatrege­

len het sterkst gestimu leerd dienen te wor­

den).

- Voor helingbestrijding is een overzicht van gestolen goederen nuttig.

- Bij elkaar vormen de gegevens een voorme­

ting, die voor het maken van een effect-eva­

luatie noodzakelij k is.

O(rganisatorische)B(ouwkundige)

E(lektronische)-maatregelen kun nen door parti­

cul ieren , bedrijven of scholen getroffen worden om hun risico te verminderen .

Bouwkund ige en elektronische maatregelen

Bouwkund ige en elektronische maatregelen