• No results found

Zoals besproken in paragraaf 2.3.3.1, zijn de metaforen die tot deze categorie behoren de metaforen die het abstracte tastbaar weten te maken. Het zijn zaken uit het dagelijks leven van het publiek. Dit zorgt ervoor dat voorkomen kan worden dat verwarring bij het publiek ontstaat (De Landtsheer, 2009, p. 66-67). Charteris-Black (2018) houdt, zoals geschreven, bij het identificeren ook een categorie ‘divers’ aan. Hij verzamelt in deze categorie de metaforen waarvan hij nog niet weet of deze een bepaalde betekenis hebben. De categorie ‘volkse en alledaagse metaforen’ kan vergeleken worden met de categorie ‘divers’ van Charteris-Black (2018). De metaforen die als brondomein reizen, verkeer, geld of religie hebben, passen niet in een van de andere 5 categorieën en vallen door hun eenvoud en verbinding met alledaagse activiteiten daarom binnen deze categorie. Doordat abstracte begrippen (uit het doeldomein) geassocieerd

worden met zaken uit het dagelijks leven (brondomein) heeft deze categorie als effect dat er op een eenvoudige manier begrip bij het publiek gecreëerd kan worden.

4.6.1 Analyse voorstanders

4.6.1.1 Volkse en alledaagse metaforen

Zoals hierboven beschreven kennen de metaforen in deze categorie een alledaagse zaak als brondomein.

Klaver (GroenLinks) spreekt bijvoorbeeld over de politieke agenda: ‘Daar waar jarenlang klimaatverandering eigenlijk amper bovenaan de politieke agenda heeft gestaan, domineert het nu het nieuws en de politieke agenda.’, waarin agenda als brondomein dient en als definitie: ‘notitieboek waarin per dag de bezigheden, het huiswerk e.d. genoteerd kunnen worden.’ heeft. ‘Politieke agenda’ is een metafoor die regelmatig gebruikt wordt. Er is dus geen sprake van een nieuwe metafoor. Toch valt de metafoor wel nog steeds op, het publiek zal er niet zomaar overheen lezen. Er is hier dus sprake van een conventionele metafoor.

Jetten (D66) put uit het brondomein gieten wat als definitie ‘(1) (vocht) laten stromen uit een vat, een emmer enz.;(2) door gieten vervaardigen, vormen; (3) hevig regenen’ heeft, bij de volgende uitspraak: ‘[…] maar mogelijk kan hij het doel achter dit amendement ook in een motie gieten om daarmee eigenlijk een oproep aan het kabinet te doen om ervoor te zorgen dat deze belanghebbenden op een goede manier worden meegenomen.’. Het beeld van iemand die met een gieter de plantjes water geeft wordt opgeroepen, waardoor iets in een motie gieten voor het publiek als beeld te begrijpen is. ‘Gieten 'is een metafoor die regelmatig gebruikt wordt. Er is dus geen sprake van een nieuwe metafoor. Toch valt de metafoor wel nog steeds op, het publiek zal er niet zomaar overheen lezen. Er is hier dus sprake van een conventionele metafoor. Nog een voorbeeld van een alledaagse metafoor die Jetten (D66) gebruikt is de volgende: ‘Kortom, we hebben bij de Klimaatwet geprobeerd aan te sluiten bij een aantal wetten die we hebben ten aanzien van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën.’. Jetten put hier uit het brondomein

houdbaarheid wat als definitie: Houdbaar: (1) bewaard kunnen worden; Geschikt om verdedigd te

worden; Houdbaarheidsdatum; (1) datum op de verpakking van levensmiddelen, geneesmiddelen e.d. die aangeeft tot wanneer het product houdbaar is.’ kent. Door te spreken over houdbaarheid

van overheidsfinanciën legt het publiek de link naar de houdbaarheidsdatum van een product,

waardoor begrepen kan worden dat de overheidsfinanciën niet altijd ‘goed’ blijven. ‘Houdbaarheid’ is een metafoor die zeer regelmatig gebruikt wordt. Er is dus geen sprake van een nieuwe metafoor. De metafoor zal hierdoor niet meer opvallen bij het publiek. Er is hier dus sprake van een ingewortelde metafoor. Een laatste voorbeeld van Jetten (D66) is de volgende uitspraak: ‘‘We vertrouwen er ook op dat de regering altijd in het oog zal houden welke gevestigde belangen partijen hebben die worden gevraagd om mee te denken over klimaatbeleid en hoe het kabinet en wij als Kamer die gevestigde belangen moeten afwegen tegen de doelstellingen die de belangen van die individuele partijen overstijgen.’. Afwegen kent de volgende definitie: ‘(1) nauwkeurig

wegen; (2) overwegen welk alternatief het beste is.’. Door te putten uit het brondomein van 13

afwegen wordt het beeld van een weegschaal opgeroepen bij het publiek, waaruit duidelijk wordt

dat het belangrijk is om met het juiste gewicht te werken omdat het recept bijvoorbeeld mislukt. De juiste verhoudingen zijn van belang. ‘Afwegen’ is een metafoor die zeer regelmatig gebruikt wordt. Er is dus geen sprake van een nieuwe metafoor. De metafoor zal hierdoor niet meer opvallen bij het publiek. Er is hier dus sprake van een ingewortelde metafoor.

Bovenstaande voorbeelden zijn slechts een zeer kleine greep uit de volkse en alledaagse metaforen die gebruikt worden door de voorstanders van de Klimaatwet. Zoals gezegd zou deze categorie ook ‘divers’ genoemd kunnen worden. De onderwerpen lopen uiteen en zijn erg algemeen.

4.6.1.2 Reismetaforen

De metaforen in deze categorie hebben elementen die met reizen te maken als brondomein. ‘Reizen’ is een breed begrip. Hieronder kan een beweging als ‘stappen zetten’ worden verstaan, maar kunnen er, net als een bestemming, ook doelen ‘bereikt’ worden.

Jetten (D66) put uit het brondomein ‘reizen’, nog specifieker uit het brondomein ‘varen’. Dit is terug te zien in de volgende uitspraken: ‘Het jaarlijkse debat, de klimaatdag en het klimaatplan bieden een heel goed moment om één keer per jaar integraal stil te staan bij waar we staan met het klimaatbeleid en of we op koers zijn om de doelstellingen te halen.’, ‘Er is alle ruimte voor het kabinet en voor adviseurs van het kabinet om alternatieven voor te stellen, en ook in kaart te brengen wat eventueel is afgevallen, bijvoorbeeld omdat de lastenverdeling de verkeerde kant op slaat of omdat het niet voldoende kosteneffectief is.’, ‘Ik denk dat we in de afgelopen weken weer hebben gezien hoe belangrijk het is dat Nederland een van de eerste landen is die de doelstellingen van het Parijsakkoord in de wet gaat verankeren.’ en ‘Dit voorstel gaat over het vastleggen van de doelen: 95% minder CO2-uitstoot, en 100% CO2-vrije energieproductie.’. Ook Klaver maakt gebruik van reismetaforen. Dit blijkt onder andere uit de volgende zinnen: ‘We hebben een politiek proces willen organiseren waarmee we aan klimaatbeleid gaan werken.’, ‘Door het vast te leggen in een wet wordt het onderdeel van de wet, krijgt het veel meer kracht en zorgen we ervoor dat er een traject is gemaakt, een politiek proces waarlangs we moeten werken om die doelen te halen.’, ‘Dat is niet de route waarvan wij zeggen dat het de route is waarlangs het moet. […] en dit is de weg waarlangs we richting het behalen van die doelstellingen gaan. Dat is volgens mij de beste garantie dat we echt resultaten gaan boeken.’, ‘Alles wat we daarop willen bereiken, zetten we in het klimaatplan, omdat we ons niet vast willen zetten in de wet.’, ‘En in de tussentijd gaan wij resultaten boeken, want dat is waar we nu zijn aanbeland.’ en ‘Hoe zorgen we ervoor dat al die maatregelen, die soms moeilijk zullen zijn, die veranderingen van mensen zullen vragen, met draagvlak in onze samenleving zullen landen?’. Begrippen als organiseren, traject, route/weg waarlangs en boeken zijn nodig om ‘een bestemming’ te bereiken of om ergens aan te belanden.

De definitie gegeven bij (2) is al metaforisch van aard en geldt voor dit onderzoek daarom niet als

13

Sienot (D66) en Van der Lee (GroenLinks) krijgen pas later in het debat de spreekbeurt. Ook zij gebruiken reismetaforen en steunen daarmee de andere voorstanders in hun uitspraken. Sienot (D66) zegt bijvoorbeeld: ‘Het goede aan deze wet is dat we een route aan het uitstippelen zijn waarmee we op de lange termijn de kosten kunnen uitsmeren, het heel behapbaar kunnen maken voor heel veel mensen en elk jaar gaan toetsen hoe dat uitpakt.’ en Van der Lee gebruikt de trajectmetafoor van Klaver in de volgende zin: ‘[…] maar ook nieuwe parlementen en kabinetten na ons aan een noodzakelijk transitietraject verbindt.’.

De meeste metaforen in deze categorie worden zeer regelmatig gebruikt. Deze metaforen zullen hierdoor niet meer opvallen bij het publiek. In deze categorie worden dus vooral ingewortelde metaforen gebruikt.

4.6.1.3 Verkeersmetaforen

De metaforen in deze categorie putten uit het verkeer als brondomein. Een voorbeeld van een verkeersmetafoor is terug te vinden bij Sienot (D66). Hij zegt het volgende: ‘Nou, misschien niet iedereen, maar je moet je ook afvragen of jij, als je alle koplampen op je af ziet komen, misschien niet de spookrijder bent.’. Sienot gebruikt het brondomein verkeer om te verduidelijken dat wanneer je de koplampen (koplamp: (1) lamp aan de voorzijde van een auto, fiets e.d.) van een auto kan zien, je dan tegen het verkeer inrijdt. Je bent dan een spookrijder: (1) automobilist die op een autosnelweg op de verkeerde weghelft, tegen het verkeer in, rijdt. Sienot zegt dit tegen Baudet, die volgens Sienot steeds maar tegen de richting in blijft gaan. Bij het publiek wordt het beeld van een auto die tegen de richting inrijdt en daardoor voor gevaar zorgt, opgeroepen. De metaforen ‘spookrijder’ en ‘koplampen’ zijn nieuw. Ze vallen op de in tekst en worden niet tot nauwelijks in deze context gebruikt.

Jetten (D66) gebruikt de verkeersmetafoor om te illustreren dat het onverstandig is om op de lange termijn te investeren in techniek, omdat techniek zich zo snel vernieuwd (doeldomein). Hij put uit verkeer als brondomein om te illustreren hoe snel dat kan gaan. Hij zegt: ‘Er zijn natuurlijk maatregelen mogelijk die op de korte termijn kostenefficiënt lijken maar op de langere termijn duurder uitpakken, omdat je bijvoorbeeld nu kiest voor technologische oplossingen die over een paar jaar al worden ingehaald door de nieuwe stand van de techniek, of dat je nieuwe generaties opzadelt met hogere kosten terwijl we nu denken goedkoper uit te zijn.’. ‘Inhalen’ is een metafoor die zeer regelmatig gebruikt wordt. Er is dus geen sprake van een nieuwe metafoor. De metafoor valt niet meer op bij het publiek. Er is hier daarom sprake van een ingewortelde metafoor.

4.6.1.4 Geldmetaforen

De metaforen in deze categorie putten uit het het brondomein geld. Klaver (GroenLinks) zegt het volgende: ‘Ik waardeer de poging van de collega van de SGP.’ waarin waarderen als definitie:(1) hoge waarde toekennen aan; (2) de waarde bepalen van. Dat waardeer ik (*1)’ kent. Ook de heer Sienot (D66) gebruikt de geldmetafoor. Hij zegt het volgende: ‘Dat is precies de opbrengst van deze wet.’.

‘Waarderen’ en ‘opbrengst’ zijn metaforen die zeer regelmatig gebruikt wordt. Er is dus geen sprake van een nieuwe metaforen. De metaforen valt niet meer op bij het publiek. Dit zijn daarom ingewortelde metaforen.

4.6.1.5 Religiemetaforen

Deze categorie metaforen wordt door de voorstanders van de Klimaatwet niet gebruikt. 4.6.1.6 Conclusie

Veel van de metaforen die gebruikt worden en tot deze categorie behoren zijn ingeworteld. Ze zijn daardoor in een eerste lezing eigenlijk onzichtbaar, ze zijn voor ons ‘gewoon’ geworden. De meerderheid van het publiek zal de metaforen waarschijnlijk niet herkennen als metafoor omdat ze verwerkt worden door middel van categorisatie. Sommige metaforen in deze categorie, zoals ‘in een motie gieten’, zijn conventioneel. Deze metaforen zijn makkelijk te herkennen als metafoor.

4.6.2 Analyse tegenstanders

4.6.2.1 Volkse en alledaagse metaforen

Zoals hierboven beschreven kennen de metaforen in deze categorie een alledaagse zaak als brondomein.

Zo spreekt Kops (PVV) over: ‘De bedragen lopen wat uiteen, maar zijn in werkelijkheid veel hoger dan keer op keer door het kabinet wordt voorgespiegeld.’. Een spiegel is het brondomein waaruit Kops put. Het beeld van deze spiegel projecteert hij op hogere kosten (doeldomein). ‘Voorspiegelen’ is een metafoor die zeer regelmatig gebruikt wordt. Er is dus geen sprake van een nieuwe metafoor. De metafoor valt niet meer op bij het publiek. Er is hier dus sprake van een ingewortelde metafoor. Kops (PVV) zegt ook: ‘Klimaatontwikkelingshulp terwijl de Nederlanders gigantisch worden kaalgeplukt.’. De definitie van kaalplukken is als volgt: (1) door plukken kaal maken; (2) afzetten’. Het beeld van bijvoorbeeld een kip die wordt kaalgeplukt dient als brondomein, dat er van de kip vervolgens niets overblijft omdat hij geen veren meer heeft dient als doeldomein. Dit beeld wordt geprojecteerd op het publiek zelf met de overheid die het geld bij de burger wegplukt. ‘Kaalplukken’ is een metafoor die regelmatig gebruikt wordt. Er is dus geen sprake van een nieuwe metafoor. Toch valt de metafoor wel nog steeds op, het publiek zal er niet zomaar overheen lezen. Er is hier dus sprake van een conventionele metafoor.

4.6.2.2 Reismetaforen

De metaforen in deze categorie hebben elementen die met reizen te maken als brondomein. Zoals hierboven geschreven is ‘Reizen’ een breed begrip. Hieronder kan een beweging als ‘stappen zetten’ worden verstaan, maar kunnen er, net als een bestemming, ook doelen ‘bereikt’ worden. Kops (PVV) put uit de bron ‘varen’ voor een aantal van zijn metaforen.

Zo zegt hij: ‘De rijkere landen, waaronder Nederland, kunnen ook gaan dokken voor het klimaatbeleid van Afrika.’. De definitie van dok is: ‘(1) (van schepen) in het dok liggen; (2) betalen;

(3) (een schip) in het dok leggen.’. Men betaalt dus om een schip in een dok te leggen, maar heeft daar vervolgens niet zoveel aan. Dat beeld wordt nu opgeroepen voor het klimaatbeleid van Afrika. Men moet wel betalen, maar heeft daar zelf niet zoveel aan (aldus Kops). ‘Dokken’ is een metafoor die regelmatig gebruikt wordt. Er is dus geen sprake van een nieuwe metafoor. Toch valt de metafoor wel nog steeds op, het publiek zal er niet zomaar overheen lezen. Er is hier dus sprake van een conventionele metafoor. Een andere vaarmetafoor die Kops (PVV) gebruikt is: ‘Exact dat is de reden waarom er nu vaart achter de Klimaatwet wordt gezet.’. Onder vaart wordt het volgende verstaan: ‘(1) snelheid; (2) scheepvaart; (3) kanaal, gegraven waterweg’. In een kanaal, gegraven waterweg is het voor een boot mogelijk om snelheid te maken, dit gebruikt Kops als brondomein. Dit beeld wordt vervolgens geplaatst op het sluiten van de Klimaatwet (doeldomein). ‘Vaart’ is een metafoor die zeer regelmatig gebruikt wordt. Er is dus geen sprake van een nieuwe metafoor. De metafoor valt niet meer op bij het publiek. Er is hier daarom sprake van een ingewortelde metafoor.

4.6.2.3 Verkeersmetaforen

De metaforen in deze categorie putten uit het verkeer als brondomein. Een voorbeeld van een verkeersmetafoor is terug te vinden bij de heer Kops (PVV): ‘Met de Klimaatwet, waarin de CO2- reductiedoelen worden vastgelegd, wordt nu de wettelijke weg vrijgemaakt voor alle vreselijke klimaatplannen die dit land nog te wachten staan.’. Een weg is een ‘(1) smalle strook grond, gebruikt en geschikt gemaakt voor het verkeer; (2) middel om iets te bereiken’. Het beeld van een auto die rijdt op een smalle strook grond en daardoor zijn eindbestemming kan bereiken (brondomein) wordt bij het publiek opgeroepen. Dit beeld wordt toegepast op de klimaatplannen die door de Klimaatwet mogelijk bereikt kunnen worden (doeldomein).

Deze metafoor is conventioneel van aard, hij wordt immers wel vaker gebruikt, maar valt binnen de context wel nog steeds op als metafoor.

4.6.2.4 Geldmetaforen

De metaforen in deze categorie putten uit het het brondomein geld.

Baudet (FvD) spreekt bijvoorbeeld over: ‘[…] als ik inderdaad premier word en Nederland niet die enorme vlucht meemaakt, niet de rijkdom verwerft en niet de economische ontwikkeling, de innovatie, de voorspoed en al die zaken meemaakt die het logische beleid zouden zijn, u en alle andere in Nederland mij daar dan absoluut op kunnen afrekenen.’. De bron waar Baudet uit put is geld en het doeldomein is dit dit geval het beleid van Baudet wanneer hij premier zou zijn. ‘Afrekenen’ is een metafoor die zeer regelmatig gebruikt wordt. Er is dus geen sprake van een nieuwe metafoor. De metafoor valt niet meer op bij het publiek. Er is hier daarom sprake van een ingewortelde metafoor. Baudet (FvD zegt ook: ‘Wat is voor de heer Jetten het maximum dat hij vindt dat burgers kwijt zouden mogen zijn aan die absurde klimaatdoelen?’. Onder kwijt zijn wordt verstaan: ‘(1) (van iets waar men graag afstand van wil doen) bevrijd van; (2) (het genoemde) verloren zijnd, niet meer hebbend; (3) (van zaken) zoek, weg’. Het beeld van geld waarvan men

afstand moet doen (brondomein) wordt opgeroepen wanneer de Klimaatwet zou door gaan (doeldomein). Ook hier is sprake van een ingewortelde metafoor.

4.6.2.5 Religiemetaforen

De metaforen in deze categorie putten uit het brondomein religie. De heer Baudet (FvD) zegt bijvoorbeeld: ‘Is het denkbaar dat dat gebeurt, of zegt u gewoon: dit is mijn religie, ik ga ervoor en het maakt mij niet uit wat het kost; Nederland aan de bedelstaf; we gaan hiermee door.’. Door voor het brondomein van religie te kiezen wordt het beeld van godsdienst opgeroepen, hetgeen waar iemand in gelooft en niet van afwijkt. De definitie van bedelstaf is: ‘(1) iemand tot armoede brengen’. Baudet weet hierdoor het beeld op te roepen van armoede als gevolg van de Klimaatwet, met als doeldomein heel Nederland. De metaforen ‘religie’ en ‘bedelstaf’ zijn conventioneel van aard. Daarnaast zegt Baudet (FvD): ‘Hoeveel procent van het bruto nationaal product bent u bereid op te offeren aan deze waanzin en wanneer zegt u: dit is te veel?’. Ook door te kiezen voor het woord opofferen wordt het beeld van religie opgeroepen. Offeren betekent: ‘(1) aan een godheid als offer opdragen; (2) schenken, afstaan; (3) betalen’. Het beeld dat iets moet worden afgestaan (geld, een gedeelte van het bruto nationaal product) wordt opgeroepen om te illustreren dat de Klimaatwet veel geld kost (doeldomein). Ook de metafoor ‘opofferen’ is conventioneel van aard.

4.7 De kantelpuntmetafoor

Deze categorie brondomein wordt door zowel de voorstanders als de tegenstanders van de Klimaatwet niet gebruikt in het debat van 19 december 2018.

5. Conclusie

Nadat in hoofdstuk 4 de resultaten van dit onderzoek zijn weergegeven, kan in dit hoofdstuk een antwoord worden geformuleerd op de hoofdvraag van dit onderzoek: in hoeverre verschilt het type metafoorgebruik van voorstanders en tegenstanders van de Klimaatwet binnen het klimaatdebat?

Voor dit onderzoek is binnen het theoretisch kader eerst uiteengezet wat een metafoor precies is. Aan de hand van de conceptuele metaforentheorie van Lakoff & Johnson (1980) is geïllustreerd dat metaforen niet slechts taalkundig opgevat moeten worden, maar dat deze stijlfiguren ook in ons denken en handelen onbewust voorkomen. De definitie van een metafoor die voor dit onderzoek is aangehouden is als volgt: ‘wanneer de betekenis van een woord wordt gebruikt in een context die verschilt van de alledaagse betekenis’ (Charteris-Black, 2014).

Lakoff & Johnson stellen dat men voor metaforen put uit brondomeinen (bekende beelden) die abstracte zaken in het doeldomein verhelderen. Charteris-Black bouwt met zijn Conceptuele Metaforen Analyse-methode voort op dit gegeven van Lakoff & Johnson. Door middel van contextuele analyse, het identificeren, het interpreteren en vervolgens het verklaren van

metaforen, kunnen metaforen volgens hem het best geanalyseerd worden. In dit onderzoek zijn de eerste drie stappen van deze methode gevolgd. Eerst heeft een contextuele analyse plaatsgevonden. Kort gezegd is het van belang om bij de contextuele analyse het onderzoekscorpus uiteen te zetten. Het corpus voor dit onderzoek bestond uit de sprekersteksten van GroenLinks, D66, PVV en FvD in het debat van 19 december 2018. Vervolgens vond identificatie van de metaforen plaats. In deze stap werden metaforen ingedeeld in een van de volgende drie categorieën: nieuw, ingeworteld of conventioneel. In de derde stap werd met behulp van het Groot Woordenboek Hedendaags Nederlands vastgesteld uit welke brondomeinen er werd geput voor de metaforen.

Mogelijke verschillen zouden kunnen bestaan binnen het brondomein of de aard van de metafoor (nieuw, ingeworteld of conventioneel). Uit het onderzoek bleek dat er drie verschillen