• No results found

Voldoende water voor landbouw en andere economische belangen

Het goed omgaan met hoeveelheden water – veel of juist weinig – is voor veel vormen van grondgebruik en functies een

6.2 Voldoende water voor landbouw en andere economische belangen

Landbouw heeft voldoende water nodig om te kunnen produceren. Dit kan door een goed peilbeheer (poldergebieden), wateraanvoer (vooral Oost-Brabant) en een waterverdeling ten tijde van droogte. Door klimaatveranderingen worden problemen groter. Landelijk wordt in het Deltaprogramma aan nieuwe strategieën gewerkt.

Gewenst Grond en Oppervlaktewater Regime (GGOR) in de Agrarische Hoofd Structuur (AHS) Het gewenste watersysteem in het landbouwgebied wordt vastgelegd in een Gewenst Grond en Oppervlaktewater Regime (GGOR-AHS). De waterschappen zijn verantwoordelijk voor het opstellen van de GGOR AHS. Het streven is om in 2015 de GGOR plannen voor de AHS gereed te hebben. De GGOR wordt in het nieuwe waterbeheerplan opgenomen. De provincie richt zich niet op individuele besluiten zoals peilbesluiten en inrichtingsplannen, maar bewaakt de voortgang van het proces en de provinciale kaders voor een samenhangend waterbeheer. Voor de laag gelegen poldergebieden wordt gekozen om de GGOR AHS te koppelen aan de peilbesluiten. De vier waterschappen hebben de uitwerking van de GGOR AHS als volgt opgepakt:

Bij Waterschap Rivierenland zijn de peilbesluiten actueel. Er wordt geen GGOR AHS opgesteld;

Bij Waterschap Brabantse Delta zijn de peilbesluiten in de poldergebieden actueel. Voor de hogere gronden wordt de (beperkte) wateroverlast verminderd via waterberging. Dit wordt nog nader uitgewerkt in een GGOR.

Waterschap Aa en Maas heeft het peilbesluit Hertogswetering in 2012 vastgesteld. Vaststelling van peilbesluit Koningsvliet vindt in 2013 plaats. Voor de verbetering van de watervoorziening voor de landbouwgebieden op de hogere zandgronden heeft het waterschap op 1 maart 2013 een gebiedsdekkende aanpak vastgesteld (85.000 ha). Met dit programma wordt gebiedsgericht extra water geconserveerd (afspraken peilbeheer, aanpassen infrastructuur) en aanvullend daarop de wateraanvoer geoptimaliseerd. Waar mogelijk levert deze aanpak ook een bijdrage aan herstel van verdroogde natuur. Het eerste pilot project Landhorst op Peil (4000 ha) loopt al. Een tweede project zal dit jaar gestart worden (8000-10.000 ha).

Bij Waterschap de Dommel wordt de GGOR AHS anders aangepakt en getemporiseerd. Na het opstellen en vaststellen van de gebiedsdekkende GGOR 1.0 in 2014 wordt de GGOR AHS opgestart. Uitwerking op perceelniveau gebeurt met inzet van de landbouwsector. De prestaties voor GGOR-AHS zijn met 2.650 ha verlaagd naar totaal 350 ha in 2015. Door deze nieuwe aanpak wordt de GGOR AHS pas na 2015 vastgesteld.

Regionale zoetwatervoorziening

De verwachting is dat door klimaatverandering de watertekorten gaan toenemen. De mate waarin dit zal gebeuren is nog niet zeker. Daarom wordt nu op nationaal en regionaal niveau gewerkt aan een toekomstbestendige zoetwatervoorziening voor alle functies die water nodig hebben. Het is belangrijk dat deze plannen adaptief zijn, zodat men kan aanpassen aan de werkelijke watertekorten in de toekomst. De verschillende zoetwaterregio’s leveren een bijdrage aan de landelijke Deltabeslissing voor zoetwater in 2014. De provincie valt binnen drie zoetwaterregio’s en projecten:

Regionale zoetwaterverkenning Rivierengebied (Land van Heusden Altena en de rest van het rivierengebied in Gelderland, Utrecht en Zuid-Holland);

Deltaplan Hoge Zandgronden (Brabant en Limburg);

Zuidwestelijke Delta.

Op dit moment wordt er gewerkt aan kansrijke strategieën die als basis dienen voor de landelijke Deltabeslissing voor de zoetwatervoorziening in 2014. Deze beslissing zal hierna verwerkt moeten worden in beleidswijzigingen op het gebied van onder meer natuurbeleid, agrarische ontwikkeling, grondwatergebruik, wateraanvoerstrategie en stimuleringsprogramma’s.

Land van Heusden en Altena

Voor het Land van Heusden en Altena komen, bij een toename van watertekorten op lange termijn, strategieën naar voren, gericht op enerzijds uitbreiding van de waterinlaat uit het hoofdwatersysteem en anderzijds versterking van de zelfvoorzienendheid binnen de regio. Deltaplan Hoge Zandgronden

Vanwege de fysieke omstandigheden is het op de hoge zandgronden van Brabant niet mogelijk om extra water aan te voeren. Daarnaast wordt verwacht dat toenemende watertekorten in 2050 zullen leiden tot een grondwaterstandsdaling, terwijl de vraag en het gebruik van water zullen stijgen. De effecten hiervan hebben negatieve invloed op ruimtelijke en economische functies, zoals landbouw, drinkwaterwinning, energievoorziening, industrie, recreatie. Het Deltaplan Hoge Zandgronden is gericht op o.a. (1) het spaarzaam gebruik van water, (2) het beter benutten van gebiedseigen water en (3) optimaliseren van de wateraanvoer. Maar ook op het accepteren dat er situaties zullen ontstaan waarin er in de toekomst te weinig water is. Er wordt in 2014 een uitvoerings en investeringsprogramma opgesteld.

Zuidwestelijke Delta (Volkerak-Zoommeer)

In Volkerak-Zoommeer komen in de zomer blauwalgen voor. Ter bestrijding van de blauwalgen wordt verzilting van het Volkerak-Zoommeer overwogen. Daarmee vervalt een bron van zoetwater voor de regio. Er wordt daarom gezocht naar een alternatieve en klimaatbestendige watervoorziening ten behoeve van de landbouw in de regio, inclusief West-Brabant. De ambitie van de drie provincies ligt in het weer terugbrengen van zout in het Volkerak-Zoommeer en getij op de Grevelingen, met een verbinding tussen beide wateren. Dat is de oplossing om de watersystemen weer robuust gezond te maken en het economische gebruik weer op gang. De drie provincies werken (in nauw overleg met de betrokken

gemeenten en belanghebbenden) in het programma ‘Gebiedsontwikkeling Volkerak- Zoommeer en Grevelingen’ toe naar een financieringsstrategie om de regionale ambitie te verzilveren. Daar zijn ruimtelijke keuzes voor nodig.

De in 2012 gestarte voorbereiding van de Rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak- Zoommeer werkt toe naar richtinggevende keuzes in 2014 over drie kwesties:

wel of geen terugkeer van getij op de Grevelingen;

wel of geen terugkeer van zout in het Volkerak-Zoommeer; wel of geen extra waterberging op de Grevelingen. Alle drie de kwesties zullen integraal worden afgewogen.

Wateraanvoer en waterverdeling Limburgs en Brabants kanalenstelsel (WWLBK)

Grote delen van Oost-Brabant zijn afhankelijk van aangevoerd water via de Noordervaart en/ of de Peelkanalen. In 1984 is een waterakkoord gesloten over de verdeling van het water en de daarbij horende kosten. De twee betrokken waterschappen (Aa&Maas en Peel&Maasvallei) en Rijkswaterstaat hebben in het Feitenonderzoek uit 2011 geconstateerd dat er sterke

indicaties zijn voor een tekort aan wateraanvoercapaciteit. Het aangevoerde Maaswater wordt onvoldoende benut mede vanwege een beperkte doorvoercapaciteit in de Noordervaart en/of Peelkanalen. Hierdoor schiet de watervoorziening in de Peelregio tekort. Dit blijkt uit beregeningsverboden die als signaal dienen van watertekorten. Maar kwantificering van het belang van wateraanvoer voor de verschillende functies is niet goed mogelijk. Recent zijn er afspraken gemaakt over het beheer van de Noordervaart. RWS investeert in achterstallig onderhoud van oever en bodem, waarna het waterschap het beheer overneemt. Of daarmee ook de doorvoercapaciteit van de Noordervaart toeneemt is onbekend. In het Deltaplan Hoge Zandgronden wordt in het komende jaar gewerkt aan een optimale strategie van water vasthouden en water aanvoeren.