• No results found

Ecologie – Beschrijving huidige toestand en ambities tot

1 Ecologie nu en tot 2030 In deze bijlage leest u hoe de beschermde natuur in

1.1.2 Vochtige heide (laagveengebied)

De Nieuwkoopse Plassen zijn met een oppervlakte van tien á vijftien hectare één van de grootste groeiplaatsen van vochtige heide in Europa. Vochtige heide, ook wel moerasheide, komt voor op natte tot zeer vochtige plaatsen in het laagveen. Op vochtige heide komen veel dwergstruiken voor, zoals dophei en veenbes. Ook groeien er veel soorten korst- en veenmos. De planten op de vochtige heide zijn gevoelig voor verzuring en een hoge voedselrijkdom. Vochtige heide gedijt het beste bij stabiele, hoge waterstanden. Het grootste

Figuur B2-1.5. Contouren waarbinnen mogelijkheden liggen voor verbetering en uitbreiding van meren met krabbenscheer en fonteinkruiden. Bron: RoyalHaskoningDHV (2013)

aaneengesloten gebied van goed ontwikkelde moerasheide bij de Nieuwkoopse Plassen bevindt zich ten oosten van de Machinesloot. Daarnaast groeit het in De Haeck en in de Schraallanden.

Huidige toestand

Een groot deel van de vochtige heide in de Nieuw- koopse Plassen en De Haeck is goed ontwikkeld, maar er is ook een deel verdroogd en verzuurd.

De kwaliteit van de vochtige heide is de afgelopen jaren achteruitgegaan door een te hoge voedselrijk- dom (stikstofdepositie). Beheer is het belangrijkste knelpunt. Vochtige heide moet gemaaid worden, anders gaat het over in bos. Door de heide in de zomer te maaien, krijgt het de kans zich te herstellen. Daarnaast is het belangrijk dat het verwijderen van mos (‘mostrekken’) wordt afge- bouwd. Mostrekken is schadelijk voor de groei van vochtige heide, omdat gewenste mossoorten verdwijnen en er algemeen mos voor terugkomt.

Kwaliteitsbeoordeling

In tabel B2-1.3 is de beoordeling van de kwaliteit van vochtige heide in Nieuwkoopse Plassen en De Haeck samengevat.

Ambitie tot 2030

De instandhoudingsdoelstelling voor de vochtige heide is uitbreiding van de oppervlakte en verbete- ring van de kwaliteit. De provincie Zuid-Holland heeft daarvoor de volgende langetermijndoelstel- lingen (tot 2030) uitgewerkt:

Figuur B2-1.6. Verspreiding en kwaliteit van vochtige heiden (laagveengebied) in de huidige situatie.

Bron: RoyalHaskoningDHV (2013)

Verbetering door beheer

Een andere manier van beheren verbetert de kwaliteit van de vochtige heide. Een eerste stap is over te gaan op ’s zomers maaien in plaats van ’s winters. Als de waterkwaliteit van de Nieuwkoopse Plassen en De Haeck voldoende is, dan wordt het mogelijk om de vochtige heide ’s winters te bevloeien. Dat vergroot de buffer capaciteit (de mate waarin het gebied is bestand tegen verzuring) van de heide en verbetert zo de kwaliteit. De waterkwaliteit is naar verwachting over zes tot acht jaar op orde (aan het einde van de eerste of het begin van de tweede beheerplan periode).

Oppervlakte vergroten

Op basis van vegetatiekartering is te bekijken of het mogelijk is dat vochtige heide zich door successie kan ontwikkelen. Vochtige heide op laagveen, zoals in de Nieuwkoopse Plassen, is een eindstadium van het verlandingsproces: het veranderen van open water in land.

1.1.3 Blauwgrasland

Blauwgrasland heeft zijn naam te danken aan de blauwige glans en blauwe bloemen van een aantal van de voorkomende plantensoorten. Blauwgras- land kwam honderd jaar geleden veel voor in Nederland, maar de oppervlakte is sindsdien zeer sterk afgenomen. Er zijn in ons land nu nog slechts enkele tientallen hectaren blauwgrasland te vinden; kleine snippers die lijden onder ver- zuring, verdroging en een hoge voedselrijkdom. De Nederlandse blauwgraslanden zijn onder meer vanwege hun soortensamenstelling van groot Europees belang. Hoge voedselrijkdom (stikstof- depositie) leidt in blauwgrasland tot verzuring en verruiging en daarmee tot versnelde successie naar soortenarme vegetaties waarin veel van de kenmerkende soorten (zoals de spaanse ruiter) zijn verdwenen. Blauwgrasland komt voor op voedsel-

arme, basenhoudende grond die ’s winters (net) onder water staat (plas dras) en ’s zomers opper- vlakkig tot ondiep uitdroogt. Herstel en uitbreiding van blauwgrasland kan plaatsvinden door opbren- gen van voedselarme klei en het plaggen van de verzuurde (en voedselrijke) bovengrond. Zeldzame vogelsoorten als watersnip kunnen in blauwgras- landen broeden.

Huidige toestand

In de Nieuwkoopse Plassen en De Haeck komt blauwgrasland vooral voor in de schraallanden langs de Meije en in De Haeck. Ook is het te vinden aan de randen van slootjes. De hoeveelheid

blauwgrasland in de Nieuwkoopse Plassen is door verdroging en verzuring sterk afgenomen. Regen- water voert mineralen uit de bodem af (uitloging), omdat het grondwater is weggezakt (wegzijging). De basen in de bodem worden niet opnieuw aangevuld door kwel, met als gevolg dat de grond verzuurt.

Kwaliteitsbeoordeling

In tabel B2-1.4 is de beoordeling van de kwaliteit van blauwgrasland in Nieuwkoopse Plassen en De Haeck samengevat.

Spaanse ruiter. Tabel B2-1.3. Beoordeling huidige kwaliteit vochtige heide

Deelgebied opp. (ha.) vegetatietypen typische soorten structuur en

functie

eindoordeel

De Haeck 1,06 goed goed goed goed

Westveen 0 n.v.t., habitattype ontbreekt

Meijegraslanden 0 n.v.t., habitattype ontbreekt

Plassen- en moerasgebied 13,27 goed goed goed goed

Tabel B2-1.4. Beoordeling huidige kwaliteit blauwgrasland.

Deelgebied opp. (ha.) vegetatietypen typische soorten structuur en

functie

Eindoordeel

De Haeck 0,41 matig matig matig* matig

Westveen 0 n.v.t., habitattype ontbreekt

Meijegraslanden 0 n.v.t., habitattype ontbreekt

Plassen- en moerasgebied 0 n.v.t., habitattype ontbreekt

Schraallanden langs de Meije 14,90 matig matig goed matig

* beoordeling goed t.a.v. opslag, matig resp. slecht t.a.v. functionele omvang De Haeck resp. Plassen- en moerasgebied

Figuur B2-1.7. Verspreiding en kwaliteit van blauwgrasland in de huidige situatie.

Bron: RoyalHaskoningDHV (2013)

Ambitie tot 2030

De instandhoudingsdoelstelling voor de blauw- graslanden is uitbreiding van de oppervlakte en verbetering van de kwaliteit. De provincie Zuid-Holland heeft daarvoor de volgende lange- termijndoelstellingen (tot 2030) uitgewerkt:

Gerichte beheermaatregelen

Op het terrein van Staatsbosbeheer kunnen gerichte beheermaatregelen de kwaliteit van het bestaande oppervlak aan blauwgrasland verbeteren:

- ’s Winters delen van de Schraallanden langs de Meije onder water zetten (winterinundatie). In de Haeck is het mogelijk om het waterpeil te laten fluctueren (peilfluctuatie instellen), zodat de blauwgraslanden daar ’s winters onder water komen te staan. Wel is het dan belangrijk om de bestaande bebouwing op De Haeck tegen het water te beschermen. Het ‘s winters bevloeien van het blauwgrasland maakt het gebied beter bestand tegen verzuring (verhoogt de buffer- capaciteit). Ook hier geldt dat daarvoor de waterkwaliteit in De Haeck geheel op orde moet zijn.

- Aanbrengen van schone klei om de buffer- capaciteit in De Haeck te vergroten. Door verzuring is de buffercapaciteit daar sterk afgenomen. Klei is van nature basenrijk en gaat de verzuring tegen. Op de percelen langs de Hollandse Kade is aanbrengen van klei niet nodig, daar vindt basenaanvoer plaats via kwel.

Onderzoek herstelmogelijkheden

In de Haeck is het mogelijk om op kleine schaal veen te onderzoeken of het blauwgrasland zich daar kan herstellen. Bijvoorbeeld door te plaggen en op enkele delen in De Haeck klei aan te brengen om de buffercapaciteit van het blauwgrasland te verbeteren.

Plaggen in de Meijegraslanden

Blauwgrasland kan zich ontwikkelen door op de hoge delen van de percelen Hazeleger in de Meijegraslanden voedselrijke en veraarde bovengrond te plaggen. De percelen waar dit mogelijk is, zijn in beheer bij Natuur- monumenten.