• No results found

De vloeibare stad

In document Wat komt u hier doen? Terug in Obunga (pagina 115-135)

Met Francis nagepraat, beter gezegd: ik heb mijn verbazing en ergernissen over de grote bijeenkomst bij hem neergelegd. Hij begreep het, maar ik weet niet of zijn begrip mij of mijn uitspraken betreft. Een lang weekend bij John gelogeerd. Met hem gefilosofeerd over het leven en geprobeerd afstand te nemen tot de stedenbouw. Om er vervolgens steeds weer bij uit te komen. Vergelijkingen getrokken met 1978. Gespeeld met de gedachte Eva Otieno weer op te zoeken en open en eerlijk aan te geven waarom ik niet geloof in de voorgestelde aanpak van de krottenwijken. Uiteindelijk besloot ik mijn gedachten op een rijtje te zetten met behulp van een stevige wandeling naar Ahero. Tot aan de afslag naar Kisii kregen mijn passen veel afzet mee. Daar-na zakte het tempo. Ik vermaande mijzelf het Franse plan niet te verwarren met de manier waarop ik mijzelf als stedenbouwer aangesproken voel. Mij te blijven gedragen als gast. Nuchter vast te stellen wat de gevolgen van het plan zouden kunnen zijn voor Kisumu in het algemeen en Obunga in het bijzonder. Mijn inzichten omzetten in adviezen aan Pamoja en de Obunga Residents Association.

Een inschatting van de te verwachten effecten van de voorgestelde uitbreiding van het ‘Central Bussiness District’, biedt een beeld met meerdere gezichten. De stad is enorm gegroeid, maar wel eenzijdig. Het centrum is duidelijk achter gebleven. Met een versterking van de stadskern zou het geheel meer in even-wicht kunnen komen. Het zou Kisumu in staat kunnen stellen eindelijk over de schaduw van de nationale politiek te springen. Het is waarschijnlijk dat daarbij een bepaalde groep mensen onevenredig zal profiteren. Maar de dis-cussie daarover moet ik nu buiten beschouwing laten. Mijn focus is Obunga. De uiteindelijke investeringen die nodig zijn om het gedachte park aan te leg-gen langs de oever van het meer lijken buitenproportioneel. Maar de publieke waarde van zo’n gebied zal groot zijn. Eindelijk kan Kisumu de stad worden die zijn unieke ligging aan het meer voor alle mensen ontsluit. Praktisch gesproken is het zeer waarschijnlijk dat het park niet ineens en in zijn geheel, maar stapsgewijs dan wel slechts gedeeltelijk zal worden aangelegd.

518253-L-bw-ASC 518253-L-bw-ASC 518253-L-bw-ASC 518253-L-bw-ASC Processed on: 3-4-2018 Processed on: 3-4-2018 Processed on: 3-4-2018

Processed on: 3-4-2018 PDF page: 114PDF page: 114PDF page: 114PDF page: 114

114

Als steden explosief en informeel groeien, vormt de kwaliteit van de in-frastructuur, stedenbouwkundig gesproken, een belangrijke algemene voorwaarde. Het plan stelt voor alle grote infrastucturele voorzieningen radicaal te vernieuwingen, maar geeft daar nauwelijks argumentatie bij. Waarom wordt de trein niet genoemd? Hoe relevant is een nieuw vlieg-veld als het huidige recentelijk is vernieuwd? Waarom ziet men busstations slechts als busstations en niet als de stedelijke dynamo’s die ze zijn? Wat kan de waarde zijn van een nieuwe haven als de scheepvaart zeer beperkt is?

Voor een ruime meerderheid van de inwoners is een formele, nieuwe woning een onhaalbare zaak. De groep die wel die keus heeft, kan nu al-leen terecht in enkele buitengebieden. De structuur van de stad zou sterker kunnen worden, als een deel van hen zich vestigt op terreinen binnen het bestaande stadspatroon. Het Franse plan zou zich moeten beperken tot een voorstel voor nader integraal onderzoek, waarin nadrukkelijk de waarden van huidige bestemmingen worden meegenomen. Wat betekent een plaatsing of zelfs verlies van vele arbeidsplaatsen ten opzichte van de ver-sterking van het wonen?

De schets van het vernieuwde Nyalenda blijft mijn doembeeld, zeker als ik deze aanpak ook projecteer op de andere krottenwijken. Het lukt mij niet om ook maar enig begrip op te brengen voor deze vorm van verbetering. Elk perspectief waarmee ik kijk leidt tot dezelfde conclusie: deze verbetering is feitelijk een vernieuwing die de meeste bewoners hun wijk uit zal jagen zonder ze enig alternatief te bieden. Als ik de bewoners van Obunga ten dienste wil zijn, moet ik een vorm van verbeteren bedenken die de draagkracht en de buurtgebondenheid van de mensen uit de krottenwijken als uitgangspunt neemt in plaats van een politiek wensmodel. Ik moet een voorstel aanbieden dat het bewonerscomité met behulp van Pamoja kan inbrengen in de discus-sie die het County bestuur zegt te willen voeren.

In mijn ogen kan elk plan voor krottenwijken maar één startpunt hebben, namelijk de vraag hoe om te gaan met de informele economie. Deze levert voor de grote meerderheid van de mensen de bodem onder het wonen in die wijken: een inkomen. In het Franse plan werden indirect enkele aspecten hiervan bekeken, maar daarbij ging het niet om het belang van deze sector. Integendeel. Het plan was gericht op formalisering: nieuwe markthallen bou-wen, terreinen opschonen, het aanzien van de stad vergroten, bestuurlijke controle uitoefenen. In plaats van ondersteuning was het doel beperking en uiteindelijk beëindiging van de straateconomie.

Het is een strategie waarvan bijna zeker kan worden gesteld dat ze con-traproductief zal uitpakken. Bijna alle onderzoeken over het stedelijk leven in Afrika roemen uitvoerig het evidente belang van de sector. Als

groot-518253-L-bw-ASC 518253-L-bw-ASC 518253-L-bw-ASC 518253-L-bw-ASC Processed on: 3-4-2018 Processed on: 3-4-2018 Processed on: 3-4-2018

Processed on: 3-4-2018 PDF page: 115PDF page: 115PDF page: 115PDF page: 115

115

ste bron van werkgelegenheid. Als antwoord op het structureel ontbreken van productiecapaciteit. Als voorwaarde voor verdere stedelijke groei. Als bewijs van een unieke Afrikaanse kracht. Als kenmerk van Afrikaanse stede-lijkheid. Laat het bestuur van Kisumu er zijn eigen politieke gedachten over hebben. Laat de Franse centralistische geest minder ontvankelijk zijn voor dit onderwerp. Het is hoe dan ook een pure omissie dat er geen inventarisatie is gedaan, die in ieder geval laat zien hoe groot de straateconomie in Kisumu is, hoe zij is samengesteld en waar zij zich bevindt. Om vervolgens vanuit deze gegevens te bepalen wat haar betekenis is voor de huidige stad en haar waarde voor de toekomst van Kisumu.

Als ik een onderbouwd alternatief plan voor Obunga wil maken, zal ik mijn inzicht in de straateconomie van Kisumu moeten vergroten. Ik bedenk een quickscan: letterlijk een dwarsdoorsnede lopen van het Franse voorstel. Een rechte lijn trekken van matatu naar Obote Road en op die willekeurige streep concreet aanwijzen in hoeverre de officiële plannen en de bestaande informele economie met elkaar botsen.

Oile Park is druk als altijd. Bij de presentatie van ‘Kisumu 2030’ kreeg ik mee dat hier maar liefst vijftienhonderd handelaren een plaats hebben; een plek waar ze daggeld voor betalen. Het uiteindelijke aantal werkers zal hoger zijn, want bij handel horen mensen voor af- en aanvoer, voor opslag, voor bewaking, voor vriendendiensten. En dan zijn er velen die hun werk delen, want enerzijds is zeven dagen van zeven tot zeven veel, anderzijds deelt men omdat er te weinig werk is. En dit alles op een terrein van slechts vierduizend vierkante meter!

Het succes van de markt wordt vooral bepaald door de locatie, want die is ideaal. Hier komen de meeste mensen langs, die naar het centrum willen of er vandaan komen. Juist vanwege de locatie moet het gebied weer een echt park worden, heb ik van Florence en mensen in de matatu’s vernomen. Het is er een zootje, terwijl de stad juist hier moet laten zien hoe mooi ze is, vinden ze. En er waren recente krantenberichten, waarin de handelaren lieten weten hun plek zeker niet te willen opgeven.

‘Op elke andere plek zullen wij veel minder klandizie hebben’, stellen zij. En ze voegen toe:

‘De overheid wil ons met het grote plan verplichten naar een nieuwe markthal te gaan, die ergens zal worden gebouwd. Maar het stageld dat daar zal worden gevraagd, kunnen wij nooit opbrengen. Wij hebben maar al te vaak meegemaakt dat zo’n marktverplaatsing mislukte. Dan staat er een nieuwe hal grotendeels leeg, terwijl de getroffen handelaren op een veel ongunstiger plek opnieuw de straat opzoeken.’

518253-L-bw-ASC 518253-L-bw-ASC 518253-L-bw-ASC 518253-L-bw-ASC Processed on: 3-4-2018 Processed on: 3-4-2018 Processed on: 3-4-2018

Processed on: 3-4-2018 PDF page: 116PDF page: 116PDF page: 116PDF page: 116

116

Op de Franse kaarten is niet alleen de toekomstige bestemming van het ter-rein met groen gemarkeerd als park, ook de bestaande situatie kreeg die kleur. Ik loop door naar ‘Lake Side’, de buurt tussen het centrum en het spoorter-rein die volgens de plannen deel zal gaan uitmaken van het ‘Lake Front’. Van alle spoorfaciliteiten zal op termijn alleen een stuk oude perronoverkapping uit 1901 resteren, zag ik op de plankaart, in een nieuwe functie als histo-rie-belevingsterras. Elders zal een nieuw station worden gebouwd. Het kost mij enig speuren om vast te kunnen stellen waar op de globale Franse kaart het sterretje voor dit elders is bedacht: precies daar waar de Obunga Fish Women hun werkterrein hebben. Zij komen in de hele visie niet voor.

De buurt, bestaande uit historische stafhuizen, geschakelde woningen en een cluster van informele handel (enkele tientallen kiosken, kramen en werkplaatsen, waar het vele malen drukker is dan op Oginga Odinga Road) heeft in het plan een grijze kleur gekregen. Deze staat voor kantoren, hotels en winkels, onder de vermelding dat een en ander van een hoogwaardig niveau dient te zijn. De gedachte inclusieve sloop werd in de presentatie überhaupt niet vermeld.

Ik vervolg mijn weg naar Lwang’ni Beach, het uitgaansdorp aan de oever van het meer, aan het einde van Odinga Road. Ik zie dat er druk getimmerd wordt aan een uitbreiding; weer een bewijs van de plek als natuurlijke ener-giebron. Het hele terrein zou park moeten worden, onderdeel van het grote oeverparkplan. Daarin wordt geen enkele bebouwing toegestaan; het gehele bestaande complex moet dus volledig worden afgebroken. De nieuwe in-richting dient puur groen te zijn, met parallel aan de oever een lange wandel-route die is vormgegeven als ‘promenade’. Behalve de inrichting met zitjes en een bijzondere bestrating zullen daartoe op vaste onderlinge afstanden een dertigtal designkiosken worden geplaatst, zie voorbeelden uit Lyon, Toronto, Bordeaux, Annecy, Londen. Daar kunnen de venters van de stad dan een baan vinden, stelde Jaques. Kisumu telt 15.000 oponono, venters.

Waarom een bewezen formule vervangen door een ambitie, waarvan de haalbaarheid op zijn minst twijfelachtig is? Waarom een Europees model projecteren terwijl handhaving van het bestaande complex een prima manier lijkt te zijn om de parkzone tot een succes te maken? De sloop van het complex staat in schrille tegenstelling tot de voorgestelde inpassing van de bestaande golfbaan, die dan wel groen, maar niet publiekelijk toegankelijk is. Nu Obote Road op, een paar honderd meter is genoeg. Dan opzij, tus-sen garages door, voorbij zijstraten en achterpaden. Ineens sta ik voor een groot en open terrein. Later zal ik op een kaart aflezen dat het een maat

518253-L-bw-ASC 518253-L-bw-ASC 518253-L-bw-ASC 518253-L-bw-ASC Processed on: 3-4-2018 Processed on: 3-4-2018 Processed on: 3-4-2018

Processed on: 3-4-2018 PDF page: 117PDF page: 117PDF page: 117PDF page: 117

117

heeft van 180 bij 275 meter. Het heeft in de officiële visie een rode kleur gekregen, zoals veel terreinen aan de oostzijde van het stadscentrum. Rood wil zeggen: bijna leeg, oftewel ‘onderontwikkeld’ en te bestem-men voor de bouw van nieuwe woningen onder de noemer ‘stadsverdich-ting’. Het terrein is allesbehalve leeg. Een kwart bestaat uit een ommuurde tuin, waarbinnen enkele degelijke oudere gebouwen staan, bestemd voor voorzieningen van de Aziatische gemeenschap. Het is er stil, wat niet gezegd kan worden van de rest van het gebied. In allerlei ritmes en toon-soorten wordt op metaal geslagen. Daar bovenuit klinken lachende, broeder-lijke en commanderende stemmen. En een soort sissen. Is dat een blazen, spuiten, lassen? Gewoon rondlopen en kijken. Maar hoe openbaar is het hier eigenlijk? Ik loop langs veel mannen, maar meer dan ‘ber ahinya’s krijg ik niet mee. Men is zeer druk doende. In vuile overalls, met ontblote bovenlijven, onder stoere baseballcaps, wordt in groepen hard gewerkt. Onder een boom, naast een container, op een kaal stukje grond, op elke ruimte die een plek is, worden deuken uitgeslagen, spatborden gespoten, assen bedwongen, breuk-vlakken herenigd, en motoren opnieuw samengesteld uit een lange serie van onderdelen die op een zeiltje is uitgestald.

Een hoek van het terrein is voor een andere vakgroep. Hier maakt men metalen producten voor de bouw zoals ramen, deuren, goten en ankers. Ik probeer voor het hele terrein in te schatten hoeveel mensen er werken. On-doenlijk. Het zullen er honderden zijn. Hoe zal het zijn op die andere ge-bieden die een rode kleur kregen? Ik weet zeker dat een groot aantal ook een werkbestemming heeft. In Kenia bestaat het begrip ongebruikte ruimte alleen op papier en in sommige hoofden.

Het is mij na deze wandeling extra duidelijk geworden hoe eenzijdig het of-ff

ficiële plan is. Hoe waarschijnlijk het is dat de ontwerpers nauwelijks in het veld zijn geweest. Hoezeer het een politieke keuze en een wiens-brood-men-eet overweging is geweest om de informele economie niet in het voorstel op te nemen. Maar om iets over de toekomst van Kisumu te kunnen zeggen, moet het mijns inziens hoe dan ook worden onderzocht. Daartoe zou ik een brede en officiële inventarisatie moeten uitvoeren, maar dat is in korte tijd, in mijn eentje, niet mogelijk. Ik denk praktisch na. Met een globale verkenning zou de overall structuur boven tafel kunnen komen, die in ieder geval een indicatie kan geven van de positie die de straateconomie inneemt in de stad. Van nog groter belang zullen de beelden en verhalen zijn die zich daarbij aandienen. Van de werkers, hun handel, hun werkplekken, hun aanwezigheid in de stad, hun worsteling om inwoner te zijn. Ik besluit hiermee aan de slag te gaan. Ik zie wel hoever ik kom. Ik kies Yomo Kenyatta Highway als onder-zoeksgebied, de weg die ik op al mijn tochten naar Obunga loop. Wat ik daar

518253-L-bw-ASC 518253-L-bw-ASC 518253-L-bw-ASC 518253-L-bw-ASC Processed on: 3-4-2018 Processed on: 3-4-2018 Processed on: 3-4-2018

Processed on: 3-4-2018 PDF page: 118PDF page: 118PDF page: 118PDF page: 118

118

heb gezien, is genoeg om te veronderstellen dat zij een centrale rol zal spelen in deze discussie.

Yomo Kenyatta Highway is vernoemd naar de leider van de onafhan-kelijkheidsstrijd en eerste president van 1963 tot 1978. Het is een oude route, reeds ingetekend op de stadskaart van 1908, toen Kisumu minder was dan een dorp en het gebied aan en rondom deze weg werd bestemd voor de toe-komstige uitbreiding. In 1913 kocht de katholieke kerk er een groot terrein. Maar pas in de loop van de jaren dertig werden andere stukken in gebruik genomen, voornamelijk met voorzieningen voor de Aziatische gemeenschap, die zich toen sterk uitbreidde. De weg is één rechte lijn van bijna drie kilo-meter, een van de drie grote uitvalswegen van de stad. Haar belang wordt voor een groot deel bepaald door de strategische positie die zij inneemt en de mede daaruit voortkomende bijzondere bestemmingen van enkele aangren-zende terreinen.

Ik sta voor het benzinestation waar de Highway aansluit op de rotonde, die alle belangrijke routes van het centrum verzamelt. Een en al drukte, zoals altijd. Maar over het betonnen trottoir dat hier is aangelegd, wordt niet ge-lopen. Tot aan de stoeprand hebben handelaren er plastic uitgespreid om hun sinaasappelen, pinda’s, zaklampen en maïsmeel uit te stallen. Voor zichzelf hebben ze tussendoor kleine strategische plekken weten uit te sparen. Langs de trottoirband staat een rij fietsbodaboda’s te wachten. De stroom voorbij-gangers zigzagt om alles heen. Iedereen voegt zich zonder passeerbeweging soepel in de rij. Ik loop voorbij een lange rij kiosken, elk twee bij twee meter groot en gebouwd van golfplaten, die in feite miniwinkels zijn, behangen met huidcrèmes, zonnebrillen, telefoonaccessoires, ballpoints en meer.

De reeks wordt onderbroken door een verbindingsroute naar het achter-liggende busstation. Als ik deze betreed, beland ik in een brede uitstalling van tafels en stoelen. Ze vormen hoteli, straatrestaurants, waar onder op-gespannen zeildoeken bescheiden kan worden gegeten en gedronken. De bij-behorende keukens zijn achter de kiosken gebouwd. Het is er nu vrij rustig, maar in de ochtenden zal het afgeladen zijn. Veel mensen reizen in de zeer vroege, yawore, uren en gebruiken dan hier hun ontbijt, eenvoudig en goed-koop: thee met een oliebol. Voor de latere uren staat bij de meesten kuon, maïsbrei met vlees, op het menu. Waar nog ruimte over is, hebben vrouwen zich genesteld, die in cola handelen vanonder een knalrode parasol en vanuit een al even rode koelbox. Achterlangs rijden bussen, walmend en wel. Langs de kant van de weg staat een driepoot van getordeerd rondstaal, die een zin-ken container met kraantje draagt. Iedere Luo kan pas eten als hij zijn handen heeft gewassen. Het water in de container zal warm zijn.

518253-L-bw-ASC 518253-L-bw-ASC 518253-L-bw-ASC 518253-L-bw-ASC Processed on: 3-4-2018 Processed on: 3-4-2018 Processed on: 3-4-2018

Processed on: 3-4-2018 PDF page: 119PDF page: 119PDF page: 119PDF page: 119

119

Voordat ik het busstation bereik, passeer ik een smalle strook grond, gele-gen tussen het benzinestation en de Jubilee Markthal. De plaats waar al mijn ritten van en naar Boya eindigen en beginnen. Het is ongetwijfeld de meest hectische plek van Kisumu. Ik tel er negentig matatubusjes, deels dwars aan de rand gezet, deels opgenomen in een langzaam bewegende rij, waarvan al-leen de voorste mag vertrekken, zodra hij meer dan vol is. De chauffeurs zijn ware meesters van de kleine ruimte. Ze weten in te voegen, bij te draaien of ineens om een collega heen te lussen, terwijl tussen de voertuigen hooguit dertig centimeter afstand is waarbinnen passagiers, venters met hun spullen, overactieve conducteurs en zelfbenoemde verkeersregelaars ook hun weg zoeken. Het is een geheel eigen wereld. Op het eerste buitenstaander-gezicht mag het één grote chaos lijken, na meerdere bezoeken ben ik in staat de on-derliggende structuur te onderscheiden en mij ernaar te gedragen.

Het zijn er zevenentwintig, de schoenpoetsers, met tussen hen in enkele krantenverkopers die niet ouder zullen zijn dan een jaar of veertien. Ze zit-ten op een rij onder een afdak, dat voor het busstation en langs Kenyatta Highway is gebouwd. Er wordt hier veel en luid gelachen. Zijn het klanten of vrienden die op de hoge poetskrukken zijn gaan zitten? De nieuwe kranten gaan van hand tot hand. Alweer een ICC-The Hague kop, zie ik. In de stoep

Foto 8

518253-L-bw-ASC 518253-L-bw-ASC 518253-L-bw-ASC 518253-L-bw-ASC

In document Wat komt u hier doen? Terug in Obunga (pagina 115-135)