• No results found

Het Vlaams niveau: van Samenwerkingsplatform tot een Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn

3.2 ONDERSTEUNING VAN DE ZORGAANBIEDERS

3.2.3 Het Vlaams niveau: van Samenwerkingsplatform tot een Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn

Na de vorige eerstelijnsconferentie van 2010 werd bij Vlaams Regeringsbesluit een

Samenwerkingsplatform voor de Eerste Lijn opgericht waar een veertigtal vertegenwoordigers van zowat alle belanghebbenden uit de eerste lijn elkaar hebben leren kennen en elkaar driemaal per jaar ontmoeten om onderwerpen van collectief belang te bespreken. Er werden werkgroepen opgericht (o.a. de werkgroep ICT die o.m. advies geeft i.v.m. de te ontwikkelen projecten i.k.v.

Vitalink).

Ook de voorbereiding van de eerstelijnsconferentie van 16 februari 2017 startte in dit Samenwerkingsplatform.

Uit de werkgroepen die deze conferentie mee hebben voorbereid en uit de wetenschappelijke reflectiekamer werd het voorstel aangebracht om een Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn op te richten.

In zo’n instituut kan de nodige kennis en expertise worden samengebracht die de brede eerste lijn kan ondersteunen. Om haar rol goed te vervullen zal het Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn een sterke band hebben met de Vlaamse en de federale overheid, onderzoeks- en kenniscentra en universiteiten. De werking van dergelijk Instituut zal afhankelijk zijn van overheidsfinanciering en mee aangestuurd worden door het beleid.

We gaan na hoe we bestaande expertise kunnen bundelen en hoe bestaande Vlaamse initiatieven en structuren, kunnen opgaan in het instituut. De projectmatige financiering van éénlijn.be en het op te richten Expertisepunt mantelzorg (i.s.m. de verenigingen van gebruikers en mantelzorgers) worden

hierin opgenomen. Ook het samenwerkingsplatform voor de eerste lijn zal opgaan in de werking van het Vlaams instituut.

Er zal ook afstemming gezocht worden met het recent eengemaakt welzijnssteunpunt en de toekomstige steunpuntfunctie geestelijke gezondheidszorg

Regelgeving voorbereiden en herzien is onmiskenbaar een overheidstaak, evenals de verantwoording nagaan van de publieke middelen die ter beschikking worden gesteld vanuit de Vlaamse begroting.

We kennen aan het Vlaams instituut de volgende taken toe:

1. Bundeling van expertise, evidence, ervaringsdeskundigheid noodzakelijk voor de onderbouwing van geïntegreerde zorgmodellen. Bijvoorbeeld:

 het uitwerken van een kader voor de bepaling van de zorgdoelen van de persoon met een zorgnood (methodiek, digitale ondersteuning);

 het uitwerken van een leidraad voor lokale besturen en zorgactoren in de eerste lijn voor de organisatie van buurtgerichte zorg.

2. Het publiek ter beschikking stellen van een volledig, actueel en klantgericht overzicht van het zorgaanbod in Vlaanderen, gebaseerd op gevalideerde gegevensbanken.

3. Digitaal en laagdrempelig welzijns- en zorginformatie ontsluiten zowel voor de mantelzorger, de zorgbehoevende, professionele zorgactoren als andere geïnteresseerden. Een website ter beschikking stellen waar kennis, methodieken en informatie over mantelzorg gecentraliseerd en ontsloten worden, informatie over lokale ondersteuningsinitiatieven voor mantelzorgers

ontsluiten, know-how bundelen, kennisopbouw stimuleren,…

4. Het informeren en betrekken van de burger bij de integrale zorgbenadering (sensibilisatie, positieversterking, algemene informatie).

5. Ondersteunen van een vormingsbeleid en uitwerking van vormingspakketten. In dit kader past de opdracht tot het implementeren van ICT-deskundigheid en –begeleiding. De huidige

projectmatig gefinancierde opdracht van éénlijn.be wordt structureel verankerd in het Instituut.

6. Ondersteuning verlenen aan de eerstelijnszones op vlak van de organisatie, financiering, planning, zorgstrategische planning, bestuur,…

7. Het opzetten van innovatieve projecten, innovatie stimuleren en ondersteuning bieden bij de uitvoering ervan.

8. Het meehelpen formuleren van voorstellen van een onderzoeksagenda , bv. voor KCE, steunpunt, Instituut voor de Toekomst, Flanders’ Synergy, universiteiten rond financieringsmechanismen (bv. in kader van impulsfonds, casemanagement of zorgcoördinatie en –overleg), instroom en doorstroom in de zorg, werkmodellen …

9. Ondersteuning bieden bij het formuleren van gezondheids- en welzijnsdoelstellingen en

indicatoren voor de eerste lijn die bruikbaar zijn en opgevolgd kunnen worden op het niveau van de eerstelijnszone en regionale zorgzone.

10. Het uitwerken van een transparant en uniform klachtenbeleid in samenwerking met de

eerstelijnszones. Klachten maken een belangrijk onderdeel uit van de meting van kwaliteit. Het betreft de subjectieve tevredenheid van de personen met een zorgnood.

11. Het faciliteren en begeleiden van de zorgstrategische planning op het niveau van de eerstelijnszones en van de regionale zorgzones.

12. Samenwerking met het Vlaams Instituut van de Kwaliteit van Zorg in het ontwikkelen van kwaliteitsindicatoren die toepasbaar zijn in de eerste lijn.

3.3 RANDVOORWAARDEN

Het is duidelijk dat de overheid (overheden) ook de nodige inspanningen zal moeten doen om ervoor te zorgen dat de zorg- en hulpverlening zich in de juiste richting verder ontwikkelt.

We gaan er van uit dat de zorg en ondersteuning efficiënt en performant zal zijn indien:

 Er een grondige kennis is bij elke zorgaanbieder van het zorgaanbod, zodat een gerichte doorverwijzing en het samenstellen van een zorgteam evident wordt;

 Er interdisciplinair wordt samengewerkt en informatie digitaal gedeeld, vanuit de zorgdoelen van de persoon met een zorgnood;

 Er duidelijke taakafspraken en een duidelijke taakverdeling bestaan;

 Er voldoende digitale ondersteuning bestaat, om het zorgproces zo vlot mogelijk te laten verlopen;

 Er een professionele werking bestaat van de beroepsgroep (kringwerking);

 Er een aangepaste financiering voorzien wordt, die het geïntegreerde en digitale werken

bevordert en ondersteunt. Heroriëntering van bestaande financieringsstromen worden hiervoor herbekeken.

 Er voldoende participatie is van de gebruikers.

De zorg en ondersteuning zal kwaliteitsvol zijn indien:

 Er een basisopleiding en permanente vorming bestaat die de zorgaanbieders de nodige

competenties en vaardigheden aanleert inzake geïntegreerde zorg en ondersteuning, en gebruik van e-gezondheidsdiensten;

 Er voldoende zorgcapaciteit aanwezig is;

 Er een kwaliteitsbeleid bestaat, met doelstellingen voor de eerste lijn en een klachtenbeleid;

 Er inhoudelijke expertise kan aangeleverd worden, voorzien van de nodige methodieken om de praktijkvoering te ondersteunen;

 De afstemming tussen de generalistische en specialistische zorg goed verloopt;

 De zorg en ondersteuning afgestemd is op de behoeften en noden van de populatie in het werkgebied van de zorgaanbieders;

 Er een goede ondersteuning van de zorgaanbieders aanwezig is.

 Er ruimte is voor innovatie en ondernemerschap.

Hierna wordt ingegaan op enkele van deze elementen en wordt aangegeven welke beleidsacties moeten genomen worden om dit waar te kunnen maken.