• No results found

Visie op het toekomstige proces

In document "De Katwijkse buitenplanse OPA" (pagina 48-51)

HOOFDSTUK 6. HET PROCES

6.1 Visie op de toekomstige procedure voor de buitenplanse OPA

6.1.1 Visie op het toekomstige proces

Om de proceduretermijnen onder de Omgevingswet, regulier of uitgebreid, te halen moet volgens 4 gemeenten sprake zijn van een goed ingericht vooroverleg.102 De gemeente Den Haag geeft aan om alles in het voortraject plaats te laten vinden en de proceduretermijn enkel te gebruiken voor de formele besluitvorming.103 Leiden geeft aan dat als het voortraject goed verloopt, een vergunning mogelijk binnen 2 á 3 dagen verleend kan worden.104 Een opmerking hierbij, zoals de gemeente Zuidplas die stelt, is dat wel van de aanvrager verlangd wordt dat hij meegaat in een informeel proces.105 Later wordt dieper ingegaan op het voortraject.

Uit de interviews blijkt dat als de raad zijn adviesbevoegdheid inzet, de verwachting van alle gemeenten is dat de reguliere termijn in ieder geval niet behaald wordt.

Zoals in hoofdstuk 5 naar voren is gekomen, kan betrokkenheid van de raad tijdens het proces veel proceduretijd met zich meebrengen. In het interview met gemeenten Den Haag, Leiden en Rotterdam wordt aangegeven dat in gevallen waar sprake is van de

adviesbevoegdheid, de uitgebreide procedure ingezet moet worden. 106

102 Bijlage 8, gemeenten Leiden, Zuidplas, Den Haag & de middelgrote stadsgemeente, topic 3 103 Bijlage 8, gemeente Den Haag, topic 3

104 Bijlage 8, gemeente Leiden, topic 4 105 Bijlage 8, gemeente Zuidplas, topic 3

In elk interview wordt minimale inzet van de adviesbevoegdheid wenselijk geacht, omdat het in hoofdzaak zorgt voor minder werk en minder proceduretijd.107 Om dit te bereiken is

vertrouwen van de gemeenteraad in het college nodig, dit kan bereikt wordt door de rol van de raad meer aan de voorkant te positioneren en hen te informeren over de impact van hun rol op bijvoorbeeld de extra proceduretijd.

Door de gemeente Rotterdam wordt bij het inrichten van het proces nagedacht over het koppelen van bepaalde aspecten, zoals de adviesbevoegdheid, participatie en de uitgebreide procedure.108 Het volgende citaat maakt het een en ander duidelijk.

“Kijk een aantal dingen hangen een beetje met elkaar samen, dus participatie, adviesrecht van de gemeenteraad en de termijnen, dus 8 weken of 26 weken. Wij zijn wel bezig met te kijken of wij die dingen bij elkaar kunnen betrekken.Dat je misschien zegt van nou ja: als je 26 weken doet in plaats van 8 weken, dan ook participatie en dan ook adviesrecht van de gemeenteraad bijvoorbeeld.”

Yusuf Akkulak, gemeente Rotterdam

Uit de interviews blijkt dat projecten waarbij de raad wel betrokken moet worden, politiek gevoelige of maatschappelijk complexe projecten zijn.109

107 Bijlage 8, externe gemeenten, topic 3 en 4 108 Bijlage 8, gemeente Rotterdam, topic 3

109 Bijlage 8, gemeenten Rotterdam, Katwijk & de middelgrote stadsgemeente, topic 4

Omdat elke gemeente aangeeft dat de reguliere procedure niet haalbaar is indien gebruik wordt gemaakt van de adviesbevoegdheid en drie gemeenten aangeven dat het inzetten van de uitgebreide procedure een optie is, wordt in dit onderzoek aangenomen dat bij de buitenplanse omgevingsplanactiviteiten met een adviesbevoegdheid de uitgebreide procedure toegepast dient te worden.

Politiek gevoelige en maatschappelijke plannen zijn moeilijk te definiëren. Uit de interviews is tijdens het doorvragen gebleken dat het dan kan gaan over plannen waarbij sprake is van grote aantallen of veel m2 en plannen gelegen in specifieke, kenmerkende gebieden voor de gemeente in kwestie. Bij Katwijk bijvoorbeeld: plannen aan het strand.

De gemeente Zuidplas geeft aan dat het inzetten van de adviesbevoegdheid afhankelijk is van de cultuur van de stad en wat de stad belangrijk vindt.110 Volgens de gemeenten Leiden en Katwijk moet de gemeente op voorhand goed nadenken over wat het wil met de stad/dorp en kan de raad bijvoorbeeld aangeven dat hij een adviesbevoegdheid wil op het moment dat het beleid op de locatie in kwestie niet concreet genoeg is.111

“Pak de rol die je moet pakken. En zorg inderdaad dat je aan de voorkant bij visievorming duidelijk aangeeft als raad wat je wel en niet wil. De uitvoering ligt bij het college. Je kan kijken of zij het goed doen, doen zij dit niet goed kan je hen op de vingers tikken en je kan alsnog zeggen, als het college het vaker niet goed doet: wij willen toch meer zien.”

Debbie Haak, gemeente Katwijk

Kortom: de geïnterviewden geven aan dat de reguliere termijn moeilijk tot niet haalbaar is zodra de raad zijn adviesbevoegdheid inzet, in dit kader is minimale inzet van de

adviesbevoegdheid wenselijk. Gevallen waar inzet van de adviesbevoegdheid wel wenselijk is, zijn om politiek gevoelige initiatieven. Het is per gemeente verschillend wat politiek gevoelig is. Het kan dan gaan om bepaalde aantallen en om kenmerkende plekken binnen de gemeente, zoals het Kralingse Bos in Rotterdam.

Verder wordt benoemd dat het voortraject een belangrijk onderdeel is bij aanvragen. Hieronder wordt nader ingegaan op de visies op het voortraject.

Voortraject

Om termijnen te halen, of dit nu regulier of uitgebreid is, is het voortraject van belang. Net als een vooroverleg, kan participatie onderdeel zijn van het voortraject. De gemeenten Leiden, Zuidplas en Den Haag geven aan dat het verplaatsen van participatie naar de voorkant van het traject goed is112, met name omdat op dit punt in het traject nog daadwerkelijk iets met de inspraak gedaan kan worden.113 Wat de gemeente Den Haag opmerkt is dat de discussie pas begint als het besluit is genomen. Door participatie aan de voorkant te plaatsen, verschuift als het ware de discussie.

110 Bijlage 8, gemeente Zuidplas.

111 Bijlage 8, gemeenten Leiden & Katwijk, topic 4

112 Bijlage 8, gemeenten Leiden, Zuidplas & Den Haag, topic 3 113 Bijlage 8, gemeente Leiden, topic 3

Soms kan participatie volgens de middelgrote stadsgemeente en de gemeente Rotterdam in de praktijk ook averechts werken.114

“Meebeslissen dat wil iedereen, maar in de praktijk blijkt dat gewoon bijna onmogelijk te zijn, want je zit gewoon met financiële belangen, zo simpel is het vaak. Participatie is een soort toverwoord aan het worden, zeker onder de Omgevingswet, daarin wordt gedaan of je bezwaren zou kunnen voorkomen. Maar zo werkt het in de praktijk niet.”

Corrie Wieles, gemeente Rotterdam

De alternatieven en suggesties die inwoners aandragen, zijn vaak vanuit een eigen belang, subjectief en niet in te passen in het plan waarover geparticipeerd wordt. Dit kan ertoe leiden dat zij zich nog minder gehoord voelen. De middelgrote stadsgemeente omschrijft dit als een gevoel van schijnparticipatie dat ervaren wordt door de participant. In dit licht is het van belang als gemeente duidelijk kaders te stellen over wanneer en waarover geparticipeerd kan worden.115

In document "De Katwijkse buitenplanse OPA" (pagina 48-51)